Commissie voor Algemeen Beleid, Financi?n en Begroting Vergadering van 15/06/2005
Vraag om uitleg van mevrouw Joke Schauvliege tot de heer Yves Leterme, minister president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over duurzaam wonen
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Schauvliege tot de heer Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over duurzaam wonen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Joke Schauvliege: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte collega's, onder impuls van minister Peeters werd vorige week in dit huis de Klimaatconferentie gehouden. Als we de resultaten die daar werden voorgesteld, bekijken, dan zien we dat Vlaanderen het niet zo goed doet. In 2002 stootte elke Vlaming 15 ton CO2 uit. Het gemiddelde in Europa is 11 ton. Terecht werd op de conferentie verwezen naar onze zeer slecht geïsoleerde huizen. Sommige woningen in onze regio zijn niet beter geïsoleerd dan huizen in Spanje of het zuiden van Frankrijk. Dat is ruim onvoldoende.
Hetzelfde geldt voor de sociale woningen. Onlangs nog werd er een vraag over gesteld aan minister Keulen. Hij bevestigde dat sociale woningen heel slecht geïsoleerd zijn. Daardoor wordt een zwakkere groep getroffen. Ze hebben immers extra verwarmingskosten.
Mijnheer de minister-president, als minister van Duurzame Ontwikkeling is het een van uw prioriteiten om een Vlaamse strategie voor Duurzame Ontwikkeling uit te werken. U had aangekondigd om daarmee in juni of juli uit te pakken. Dat is dus binnenkort. Binnen deze strategie op lange en middellange termijn had u aangekondigd om ruimte te maken voor een aantal zeer concrete maatregelen. Een daarvan ging over duurzaam bouwen en renoveren. Dat is een zeer concreet dossier waarmee men de mensen echt kan motiveren om te investeren. Ze kunnen er immers zelf de resultaten van zien. U zou hiervoor samenwerken met de Vlaamse ministers van Ruimtelijke Ordening, van Huisvesting, en van Leefmilieu en Energie. U had ook aangekondigd dat alle maatschappelijke actoren daar zeer nauw bij zouden worden betrokken.
Er bestaat heel wat informatie over duurzame ontwikkeling. Er zijn premies en plan audits. In sommige gemeenten zijn er speciale loketten waar mensen terecht kunnen. Als ik op het internet 'duurzaam bouwen en wonen' intik, krijg ik een pak informatie. Ik heb echter de indruk dat er geen samenhang is. Geïnteresseerden moeten gericht zoeken om de informatie te vinden. Mijnheer de minister president, wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de opmaak van de Vlaamse strategie voor Duurzame Ontwikkeling? Zal het door u aangehaald voorbeeld inzake duurzaam wonen en bouwen daar deel van uitmaken? Wellicht zult u een van de volgende weken uitpakken met die Vlaamse strategie. Hebt u al overleg gepleegd met uw collega's in de Vlaamse Regering die bij deze materie betrokken zijn?
Hebt u overleg gehad met het maatschappelijke middenveld omtrent duurzaam wonen? Het is belangrijk dat het accent wordt gelegd op het renoveren en aankopen van bestaande woningen vooraleer er tot nieuwbouw wordt overgegaan. Bent u van mening dat we ervoor moeten zorgen dat verbouwingen op een duurzame manier gebeuren en dat we daar de klemtoon op moeten leggen?
Ik heb daarnet al gezegd dat er al heel wat bestaat, maar dat het niet altijd evident is om aan voldoende informatie te geraken. Bent u van plan om een grote promotiecampagne op te zetten? Ik heb nog een vraag over de transitiearena. Hoe wilt u dit initiatief betrekken bij de Vlaamse strategie omtrent duurzame ontwikkeling?
De voorzitter: Minister-president Leterme heeft het woord.
Minister-president Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, zoals afgesproken is de opmaak van een Vlaamse strategie op dit moment de eerste prioriteit. Dit gebeurt in twee fases. In een eerste fase wordt er een algemeen kader opgemaakt met concrete voorstellen van thema's. In een tweede fase worden binnen elk van de thema's concrete maatregelen en acties opgesomd. Ik plan dat de algemene kadertekst van de eerste fase nog voor het zomerreces door de Vlaamse Regering zal kunnen worden goedgekeurd. De tweede fase zou tegen het einde van dit jaar moeten worden afgerond.
We leggen op dit moment de laatste hand aan een ontwerp van kadertekst dat we normaal gezien volgende week zullen doorsturen naar onder andere de middenveldorganisaties, VVSG, lokale besturen en een aantal wetenschappelijke instellingen, zoals het KINT. De bedoeling is om binnen drie weken te komen tot een tekst die breed wordt gedragen. We zullen proberen om nog voor het zomerreces met de Vlaamse Regering een beslissing te nemen waarna de tekst aan het Vlaams Parlement zal worden meegedeeld. We zullen voorstellen dat duurzaam wonen deel uitmaakt van de te selecteren thema's waarrond maatregelen en acties kunnen worden voorgesteld in de tweede fase van de opmaak van de strategie.
De collega-ministers zullen erbij worden betrokken op het ogenblik dat de kadertekst op de agenda van de Vlaamse Regering wordt gebracht. Voor het overige verwijs ik naar 12 mei 2005, dat het startmoment was van de Vlaamse strategie en waaraan zo'n veertig organisaties uit het middenveld hebben deelgenomen. Ik was zelf jammer genoeg verhinderd omwille van een politieke klassieker, namelijk Brussel-Halle Vilvoorde. Het is belangrijk dat het middenveld hierbij wordt betrokken, gezien de horizontale dimensie van het thema. Uiteraard moet wonen daarin aan bod komen, gelet op de belangrijke bijdrage die kan uitgaan van wonen.
Ik hanteer uiteraard het principe van eerst bestaande gebouwen te verbouwen en aan te kopen om de schaarse ruimte te sparen. Dit is duurzamer dan nieuwbouw. Het is echter maar één aspect van duurzaamheid. Energieverbruik is een ander en gezien de Kyoto-doelstellingen hoogdringender. Het spreekt vanzelf dat minister Van Mechelen in zijn beleid rekening houdt met de bevoordeling van vernieuwbouw versus nieuwbouw.
U vroeg of het wenselijk is om een gezamenlijke promotiecampagne op te zetten. Ik antwoord daar positief op, maar verwijs ook naar concrete maatregelen die we aan het nemen zijn. Die gaan verder dan promotie: er worden afdwingbare dingen in vooropgezet. Ik denk dan aan het energieprestatiedecreet waarvan een paar maanden geleden het ontwerp is goedgekeurd. Vrijdag handelt punt drie van de agenda van de ministerraad op voorstel van de ministers Moerman en Peeters over het ontwerpbesluit houdende erkenning van energiedeskundigen voor woningen en houdende de uitvoeringsvoorwaarden van de energieaudit voor woningen. De ingangsdatum is 1 januari 2006.
Ik wil erop wijzen dat dit verstrekkende gevolgen heeft voor bouwers. U hebt gelijk dat energieverbruik in privé-woningen een belangrijke factor is waarop we nog bijzonder veel winst kunnen maken in het licht van de Kyoto doelstellingen. Ik voorspel u echter dat collega's ons zullen bevragen over het feit dat dit aan bouwers en verbouwers drastische eisen stelt. Dat is een van de redenen waarom we in de scholenbouw inspanningen moeten doen. Als we van particulieren vragen om inspanningen te doen op vlak van energie, moeten we dit als overheid zeker ook doen. Er wordt me gezegd dat er in de scholenbouw nog heel wat werk is op dat vlak.
U had nog een vraag over de transitiearena in verband met duurzaam wonen. We starten niet van nul. De vorige Vlaamse Regering heeft duurzaam wonen uitgebreid op de agenda geplaatst. Op 9 maart 2001 is er een onderzoeksproject 'duurzaam bouwen en wonen' goedgekeurd. De indieners waren de heer Stevaert, mevrouw Dua en de heer Sauwens. Ik heb niet de intentie om met iets volledig nieuws te starten. Dit project is vanuit het departement LIN opgenomen in een transitiemanagement waarbij er een langdurige en intensieve samenwerking op het getouw werd gezet met alle relevante actoren inzake duurzaam wonen. Ik denk dan aan de ambtenaren uit de verschillende Vlaamse beleidsdomeinen, aan vertegenwoordigers van provincies en gemeenten en de betrokkenen zelf.
Ik wil, in overeenstemming met de adviezen van de SERV en van de MiNa-Raad, het bestaande in de rond de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling ontstane dynamiek trachten te integreren. We zullen de actoren van het transitiemanagement vragen de nodige acties en maatregelen in verband met het duurzaam wonen voor te stellen. Deze voorstellen zullen in de inspanningen voor de tweede helft van dit jaar worden ingepast. Eenmaal de eerste fase is afgerond, kunnen we de tweede fase aanvatten en een lijst van de voorgestelde maatregelen en acties opmaken.
Samengevat, ik ken de transitiearena. Ik probeer dit gegeven in de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling te integreren.
De voorzitter: Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Joke Schauvliege: De minister-president heeft daarnet terecht naar de verschillende betrokken beleidsdomeinen verwezen. Overleg tussen al deze beleidsdomeinen lijkt me noodzakelijk. We moeten dit op de voet blijven volgen.
Ik vind het bijzonder positief dat de minister-president het maatschappelijk middenveld hier vanaf het begin bij wil betrekken. Hij heeft dit in het verleden steeds verkondigd. Gelukkig blijft het niet enkel bij woorden. Nu zullen de daden resultaten moeten opleveren.
Ik ben het volkomen eens met de bedenking die de minister-president bij de energieaudit heeft geuit. Hij heeft terecht naar overheids- en schoolgebouwen verwezen. Dertien jaar geleden ben ik afgestudeerd en aan de balie te Gent begonnen. Ik herinner me nog goed dat de verwarmingsinstallatie van het Justitiepaleis te Gent in de maand mei telkens weer zo hoog mogelijk werd gezet. Indien dit niet werd gedaan, dreigde het verwarmingsbudget voor het daaropvolgend jaar immers te dalen. Ik heb me toen vaak afgevraagd waar we eigenlijk mee bezig waren. Volgens mij moet de overheid alvast het goede voorbeeld geven.
Minister-president Yves Leterme: Ik heb in de loop van het voorbije weekend de verslagen van de klimaatconferentie doorgenomen. Ik ben van mening dat politici de verantwoordelijkheid hebben iedereen erop te wijzen dat het halen van de Kyoto-doelstellingen inspanningen zal vergen. Elk parlementslid moet natuurlijk zelf over zijn verantwoordelijkheid oordelen en kan zich vragen stellen bij de in de jaren negentig gevoerde onderhandelingen. Als ik het goed heb begrepen, bestaat er evenwel een kamerbrede eensgezindheid over de wenselijkheid de Kyoto doelstellingen te bereiken. We moeten deze doelstellingen in concrete maatregelen vertalen. Voor de particulieren betekent dit vooral dat ze zelf ook een inspanning zullen moeten leveren.
Mevrouw Joke Schauvliege: In feite geeft een energieaudit de mensen iets terug. We moeten hieraan blijven werken. We zullen nadien kosten besparen. De mensen zullen dit evenwel niet onmiddellijk voelen. We moeten de mensen duidelijk maken dat de gevraagde inspanningen op termijn in het voordeel van iedereen zullen spelen.
Minister-president Yves Leterme: Die opmerking geldt ook voor de vervoersmiddelen. Elke auto die in een garage blijft staan, levert ons een zekere winst op. Het kan echter nog even duren voor de mensen zich hiervan bewust zullen worden en dit zullen accepteren.
De voorzitter: Het incident is gesloten.