Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 19/04/2005
Vraag om uitleg van de heer Jan Peumans tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over het niet-gebruik van Hermelijntrammen in Antwerpen
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Peumans tot mevrouw Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over het niet-gebruik van Hermelijntrammen in Antwerpen.
De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, ik denk niet dat deze vraag om uitleg een uitgebreide toelichting vergt. Mijn vraag om uitleg is eigenlijk door een krantenbericht geïnspireerd. Op 4 april 2005 maakte de Gazet van Antwerpen namelijk melding van het feit dat momenteel 25 nieuwe Hermelijntrams ongebruikt stilstaan.
Vorige week heb ik toevallig vernomen dat veel mensen ten gevolge van de werken aan de Antwerpse ring de stad langs Zwijndrecht trachten te bereiken. Voor de mensen van Zwijndrecht heeft dit bepaalde gevolgen. Aangezien de trams niet in een eigen bedding rijden, lopen ze daar immers geweldige vertragingen op. Ten gevolge van de concurrentie van het autoverkeer kan deze tramrit tot 45 minuten duren.
Ik vraag me af waarom er niet meer trams rijden. Zijn er te weinig reizigers? Is er te weinig personeel? Is er een gebrek aan geld? Nu de tweede fase van de werken aan de Antwerpse ring van start is gegaan, zijn alle alternatieven welkom. Mensen moeten zich niet verplicht zien de auto te gebruiken. Ze moeten zich met de trein, met de tram, te voet of met de fiets kunnen verplaatsen. Om te achterhalen wat de resultaten van de begeleidende maatregelen tijdens de eerste fase van de werken zijn geweest, heb ik tevens een schriftelijke vraag ingediend.
Mevrouw de minister, hoeveel trams heeft De Lijn voor het vervoer in Antwerpen aangekocht? Aangezien deze vraag tijdens een discussie op de Antwerpse gemeenteraad blijkbaar niet duidelijk is beantwoord, zou ik hier nu duidelijkheid over willen krijgen. Klopt het krantenbericht dat een aantal nieuwe Hermelijntrams momenteel niet in gebruik zijn? Om hoeveel trams gaat het precies? Waarom worden die trams niet gebruikt? Levert het aanwerven van personeel problemen op? Is De Lijn te laat met het aanwerven van bijkomend personeel begonnen? Zou het aanwerven van bijkomend personeel de bestaande problemen kunnen oplossen?
Heeft De Lijn al bijkomende trams voor de toekomstige tramlijnverlengingen aangekocht? Over welke tramverbindingen gaat het eigenlijk? Wanneer zullen de werken aan de tramlijnen worden voltooid? Zullen de aangekochte trams dan kunnen worden ingeschakeld?
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de voorzitter, ik sluit me graag bij de vraag van de heer Peumans aan. Op 15 april 2005 heb ik over dit onderwerp een schriftelijke vraag ingediend. Hoewel die schriftelijke vraag vooral over cijfergegevens gaat, wil ik me hier bij de algemene vragen van de heer Peumans over het gebruik van trams in Antwerpen aansluiten.
Zoals iedereen weet, zijn de werken aan de Antwerpse ring volop aan de gang. We moeten reizigers die de stad niet wensen in te rijden de mogelijkheid bieden hun auto aan de rand van de stad achter te laten en bijgevolg in voldoende tram- en buscapaciteit voorzien.
Uit de concrete klachten die ik heb ontvangen, blijkt dat een aantal regelmatige tramreizigers dreigen de lijnen 2, 3 en 15 niet langer te gebruiken. Op die lijnen is er werkelijk sprake van een gebrek aan capaciteit. De mensen moeten lang op een tram wachten. Ze moeten aan de haltes blijven staan omdat de trams volzet zijn en ze bijgevolg niet kunnen opstappen. Het lijkt me dan ook aangewezen de nieuwe Hermelijntrams zo spoedig mogelijk operationeel te maken.
Volgens mij zal De Lijn in de toekomst bijkomende voertuigen nodig hebben voor de verlengde lijnen in de richting van Hemiksem, Boechout, Edegem, Mortsel en Kontich. Aangezien die verlengingen deel van het Pegasusplan uitmaken, zullen ze allicht nog enkele jaren op zich laten wachten. Het Pegasusplan zal immers pas in 2025 volledig zijn uitgevoerd. Ik hoop dat De Lijn de nieuwe trams niet voor deze toekomstige lijnen reserveert, en dat dit niet de achterliggende reden voor de huidige problemen is.
De Lijn reageert zeer laconiek op vragen en klachten. Volgens De Lijn zijn er zeer eenvoudige redenen waarom de nieuwe trams niet allemaal worden gebruikt: een aantal trams is voor onderhoud binnengebracht, een aantal andere trams wordt voor opleidingen gebruikt.
Ik zou de toestand in Antwerpen even willen vergelijken met de cijfers die ik inzake de tramverbindingen in Gent heb ontvangen. In Gent rijden op lijn 1 alle achttien Hermelijntrams. Dit is blijkbaar niet uitzonderlijk. In Gent halen deze trams een inzetgraad van 100 percent. De Lijn beweert helemaal niet dat in Gent 40 percent van de nieuwe trams momenteel in onderhoud is of voor opleidingen wordt gebruikt. In Antwerpen is de inzet tijdens de paasvakantie 45 percent en op zeer goede dagen 85 percent. Het was de intentie de Hermelijntrammen in te zetten op lijn 2. Tot op heden is dat niet gebeurd. Waarom niet? 25 trams voor lijn 3 is van het goede teveel.
Ik heb bewust de vergelijking met Gent gemaakt, want het zou gemakkelijk zijn hetzelfde argument als De Lijn te gebruiken, met name dat onderhoud en opleiding ervoor zorgen dat 50 percent van de trams aan de kant staat.
Mevrouw de minister, ik herhaal mijn vragen die ik ook als schriftelijke vraag heb ingediend. Ik begrijp het als u zegt dat u de concrete cijfers zult bezorgen als antwoord op mijn schriftelijke vraag. Waarom zijn de nieuwe tramstellen nog niet in gebruik? Zijn er financiële redenen of gaat het om operationele problemen zoals het voorhanden zijn van personeel? Hoeveel van de nieuwe trams rijden dagelijks op lijn 2, lijn 3 en lijn 15? Worden Hermelijntrammen ingeschakeld op andere lijnen, zoals de lijnen 8 en 11? Over hoeveel trams gaat het?
Hoeveel oude en nieuwe tramrijtuigen zijn er dagelijks als reserve, en worden niet dagelijks gebruikt? Wanneer zullen de niet-gebruikte trams in gebruik worden genomen? Kan dat op korte termijn gebeuren? Gaat u akkoord met de stelling dat het beter is rollend materieel in te zetten op de plaatsen waar het nodig is - dus het vraagprincipe - en eventueel een herallocatie van de budgetten in die zin door te voeren?
De voorzitter: De heer Van Gaever heeft het woord.
De heer Freddy Van Gaever: Mevrouw de minister, ik heb dezelfde vragen als mevrouw De Ridder, maar wat is de situatie voor de autobussen? Hoeveel autobussen worden niet gebruikt? Is dat omdat er geen chauffeurs zijn of omdat te veel bussen werden besteld?
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter, collega's, er werden tien bijkomende Hermelijntrammen aangekocht in het kader van de minder-hindermaatregelen.
De tweede reeks Hermelijntrammen hebben geen voordeur. Daardoor kunnen ze enkel worden ingezet op lijnen die volledig uitgerust zijn met verkooppunten aan de haltes. Op dit ogenblik is dat in Antwerpen enkel het geval voor lijn 3. Zeven Hermelijntrammen worden daardoor minder frequent ingezet, want op de lijnen 2 en 15 is er een achterstand op de planning voor het plaatsen en de exploitatie van verkoopautomaten aan de halte. Deze achterstand zal op heel korte termijn worden ingehaald, waardoor de zeven Hermelijntrammen niet meer aan de kant staan dan eigenlijk wenselijk is.
Het moet de bedoeling zijn de Hermelijntrammen maximaal in te zetten, omwille van de verhoogde capaciteit die hiervan het gevolg is. Voor het inzetten van de geleverde Hermelijntrammen is geen bijkomend personeel nodig. Dat is dus niet het probleem.
Van de 26 geleverde Hermelijntrammen van de tweede reeks zijn er 16 aangekocht via de reguliere financiering en 10 via de BAM, als voorafname op de aankoop van de bijkomende rijtuigen die nodig zijn voor de uitvoering van het Masterplan Antwerpen.
De tramverlengingen die nu in de steigers staan, zijn Mortsel-Boechout en Deurne-Wijnegem. De werken hebben op dit moment enige vertraging opgelopen, omdat de uitvoering van het Masterplan Antwerpen achterloopt op de planning. De beëindiging van alle tramlijnverlengingen zal bijgevolg afhangen van de beslissingen in het kader van het Masterplan Antwerpen die Vlaamse Regering nog moet nemen.
Het is duidelijk dat het verschil in het gebruik van de Hermelijntrammen tussen Antwerpen en Gent te maken heeft met het inzetten van de verkoopsautomaten. Dat is verschillend tussen Antwerpen en Gent. Bij mijn weten is dat de enige reden waarom verminderd gebruik wordt gemaakt van de Hermelijntrammen. Dat moet heel spoedig worden opgelost, zodat alle Hermelijntrammen kunnen worden ingezet.
Wat betreft de autobussen moet ik het antwoord schuldig blijven. Bij mijn weten zijn er geen problemen van overcapaciteit. Integendeel, we kampen ook daar frequent met een tekort aan capaciteit.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mevrouw de minister, klopt het of klopt het niet dat 25 nieuwe Hermelijntrammen ongebruikt blijven? Dat was mijn vraag. (Opmerkingen van minister Kathleen Van Brempt)
Het klopt dus niet. Er staan dus zeven trams ongebruikt en geen 25? Dat heeft te maken met het feit dat op de lijnen 2 en 15 geen verkoopsautomaten staan?
Minister Kathleen Van Brempt: Er zijn drie lijnen in Antwerpen waar kan worden gewerkt met verkoopsautomaten. Het was de bedoeling op deze drie lijnen aan alle haltes verkoopsautomaten te plaatsen. Dat is vandaag alleen nog maar het geval voor tramlijn 3, en niet voor de lijnen 2 en 15.
De trams beschikken niet over een voordeur, maar dat zijn beslissingen van de vorige regering en vooral van het vorige management. Mijnheer Peumans, misschien weet u er zelfs meer over. Ik betreur deze beslissingen. De nieuwe trams die worden aangekocht, zullen opnieuw deuren hebben aan de voorkant, zodat mensen vooraan kunnen instappen. Ik vind dat heel belangrijk voor de klanten. Dat is bij deze Hermelijntrammen niet het geval, waardoor het veel moeilijker is om een ticket te kopen. Het is dus noodzakelijk dat de verkoopsautomaten aanwezig zijn, voor de Hermelijntrammen kunnen worden ingezet. Gezien de technische problemen met de verkoopsautomaten - wat te maken heeft met de leverancier - is er wat vertraging. De Lijn heeft me verzekerd dat dat zo snel mogelijk zal worden opgelost.
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mevrouw de minister, u zegt dat er van de 26 nieuwe trams maar zeven niet worden gebruikt.
Minister Kathleen Van Brempt: Zeven Hermelijntrammen worden minder ingezet.
Mevrouw Annick De Ridder: Mevrouw de minister, ik ben blij dat u dat formeel bevestigt, want het is in strijd met geruchten uit de sector, ook van De Lijn zelf.
U zei dat de Hermelijntrammen ook op de verlengde lijnen Hemiksem en Boechout-Mortsel worden ingezet. Voor wanneer is dat gepland? Houdt u daarvoor tramcapaciteit gereserveerd? Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Minister Kathleen Van Brempt: We zijn nu bezig met een nieuwe bestelling van Hermelijntrammen. Die bestellingen zijn een continu proces. Er worden dus nu trams besteld die over enkele jaren op de verlengde lijnen moeten rijden.
Mevrouw Annick De Ridder: Uw antwoord van zonet betekent dus niet dat er trams worden gereserveerd om ze in te zetten op de verlengde lijnen?
Minister Kathleen Van Brempt: Dat is het niet.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mevrouw de minister, ik begrijp niet dat uw kabinet geen rechtzetting heeft gedaan na het bericht in de Gazet van Antwerpen, anders toch een krant die erg pro openbaar vervoer is. De mensen zitten op propvolle trams, maar als er daarover een krantenbericht verschijnt, dan zegt u dat er geen probleem is, want dat er zeven zijn die minder frequent worden ingezet.
U brengt het ook nog in verband met verkoopautomaten die nog geplaatst moeten worden, maar die hebben ze volgens mij al twee jaar. Ze kunnen ze dus meteen plaatsen. U verwijst naar het vorige management. Mijn directie heeft een negatief advies gegeven over het afschaffen van de voordeur. Dat was echter een vraag van de twee vakbonden, die vonden dat de trambestuurder alleen met de tram moet rijden, en zich voor de rest nergens van moet aantrekken. Ik stel dus ook vast dat het bericht van 4 april over de 25 ongebruikte hermelijntrams totaal ongegrond is.
Minister Kathleen Van Brempt: De minister is niet verantwoordelijk voor de berichtgeving in de kranten. Dat is al te gek. Iedereen kan altijd informatie vragen aan mij of bij De Lijn. Die wordt altijd in alle openheid gegeven. Dat is nooit een probleem.
De voorzitter: Het incident is gesloten.