Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 29/04/2004
Vraag om uitleg van de heer Kris Van Dijck tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de spoorvorming op het viaduct van Vilvoorde
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Van Dijck tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de spoorvorming op het viaduct van Vilvoorde.
De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, doorheen de jaren zijn er een aantal problemen ontstaan op het viaduct van Vilvoorde, een niet onbelangrijke schakel van de Brusselse ring. In de loop van 2000 werd begonnen met de vernieuwing van de bovenlagen op de buitenring. In augustus 2001 werd, 10 dagen voor de geplande einddatum, ook de binnenring afgewerkt. Het viaduct kreeg een nieuwe asfaltlaag en een betere vangrailafspanning.
Na de werken verklaarde de overheid optimistisch dat we er weer tegen konden voor 10 jaar. Ik bekijk een jaar in aardse termen, en op deze planeet duurt een jaar 365 dagen. Nauwelijks één jaar later echter, in oktober 2002, werden alweer grote onderhoudswerken uitgevoerd op het viaduct van Vilvoorde. Ik citeer de heer Caesstecker van de AWV in de Gazet van Antwerpen : 'De slijtage vertoont er een abnormale beschadiging door het zware vrachtverkeer. De oorzaak van het loskomen van het materiaal is nog niet gekend, maar het heeft blijkbaar wat te maken met de waterdichtheid van de bovenlaag. Het ziet ernaar uit dat enkele ontbrekende elementen meespelen in het probleem. Er zijn stalen genomen voor onderzoek in het laboratorium.
We wachten de resultaten af, maar dat kan nog maanden duren.'
Daarnaast werd via uitgebreide verkeerscontroles heel streng toegezien op de snelheidsbeperking om de spoorvorming binnen de perken te houden.
Nog een anderhalf jaar later rijzen opnieuw grote problemen. Er is sprake van een heel sterke spoorvorming op het eerste baanvak richting Gent, op de buitenring. Dat levert niet enkel groot gevaar op voor aquaplaning bij regenweer omdat het water er blijft staan, maar het is er ook heel gevaarlijk bij windstoten. Daar de windvlagen op het viaduct erg fel kunnen zijn, mogen we spreken van een verdubbeld risico.
In een artikel in Het Laatste Nieuws van eind oktober 2003 las ik dat : 'de Administratie Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant de spoorvorming op het viaduct van Vilvoorde in de richting van Groot-Bijgaarden onderzoekt. Dat heeft Christian Caesstecker van de Administratie Wegen en Verkeer gezegd. 'Er is sprake van spoorvorming op de rechter rijstrook, maar die is niet alarmerend en vormt ook geen gevaar voor de weggebruikers', aldus Christian Caestecker. De spoorvorming op het viaduct dook al eerder op tijdens de zomermaanden.'
Mijnheer de minister, ik ben van mening dat de situatie nochtans opnieuw verergerd is. Bent u op de hoogte van de nieuwe problemen? Wat is de exacte kostprijs van de opeenvolgende werken aan het viaduct van Vilvoorde? Wat was de duurzaamheidplanning? Zijn er ooit afspraken gemaakt over de duurzaamheid van de asfaltlaag?
Zijn de resultaten van het asfaltonderzoek van september 2002 ondertussen bekend? Waren er ontbrekende elementen? Hoe zat het met de waterdichtheid van de bovenlaag? Hoe komt het dat we opnieuw met grote problemen kampen?
Wat zult u doen om de gevaarlijke situatie te verhelpen? Gisteren hoorde ik op het radionieuws dat proeven zullen worden gedaan op de E19 tussen Kontich en Wilrijk met verschillende types asfalt om de duurzaamheid ervan te onderzoeken. Staat dit in verband met de situatie op het viaduct van Vilvoorde?
De voorzitter : Minister Bossuyt heeft het woord.
Minister Gilbert Bossuyt : Mevrouw de voorzitter, mijnheer Van Dijck, om alle verwarring en misverstanden uit de weg te ruimen wil ik even de exacte feiten op een rijtje zetten. De wegenwerken op het viaduct van Vilvoorde vonden plaats in twee fasen. In de maand augustus 2000 werd in een eerste fase het Noorderviaduct of de buitenring gesaneerd voor een bedrag van 5,6 miljoen euro. In de maand augustus 2001 werd in een tweede fase het Zuiderviaduct of de binnenring gesaneerd voor een bedrag van 5 miljoen euro.
Tot op heden ligt de binnenring uit de tweede fase er nog perfect bij. Op de buitenring hebben we echter twee technische problemen vastgesteld. In de aanloopzone naar het viaduct werd bij de herstellingen in 2000 over een gedeelte waar zich een betonnen drager bevindt, een nieuwe waterdichting in hars aangebracht met daarop een verharding in asfalt. In deze zone bleek na de voltooiing van de werken echter dat de verharding zeer gemakkelijk loskwam. De oorzaak is niet helemaal duidelijk. Daarom werden sinds september 2002 op de pechstrook drie proefvakken aangelegd om het probleem verder te onderzoeken en een gepaste oplossing uit te werken. Het laatste proefvak werd vorige maand aangelegd. De resultaten en ontbrekende elementen zullen binnenkort bekend zijn, waarna een definitieve herstelling kan worden uitgevoerd.
Ondertussen werd het probleem wel verholpen door herstellingswerken uit te voeren.
Op het viaduct zelf werd geen hars maar gietasfalt gebruikt als waterdichte onderlaag omdat het een stalen en geen betonnen drager betreft. Uit grondig technisch onderzoek blijkt dat de oorzaak van de spoorvorming op die plaats ligt aan het feit dat de rechtse rijstrook het zware verkeer draagt en dat het linker wielspoor juist boven een stalen kokerprofiel ligt. Zo'n stalen kokerprofiel houdt de warmte langer vast. De combinatie van de hete zomer van 2003, het zware transport op de rechterrijstrook en de ongelukkige ligging van het stalen kokerprofiel onder het linkse wielspoor, maken dat bij zeer warm weer de verharding en waterdichting worden samengedrukt, wat tot plaatselijke spoorvorming leidt.
Over de spoorvorming op het viaduct van Vilvoorde heb ik mijn kabinet met de administratie AWV contact laten nemen op het einde van 2003. De administratie kreeg opdracht om die spoorvorming weg te werken zodra de weersomstandigheden het toelaten. Er werd gepland om die werken in de maand mei uit te voeren. Ze zullen trouwens tijdens één weekend, voornamelijk 's nachts, plaatsvinden om zo weinig mogelijk verkeersoverlast te veroorzaken.
Mijnheer Van Dijck, in tegenstelling tot wat u suggereert, trekt mijn administratie AWV wel degelijk lessen uit technische problemen die zich voordoen. Zo zal bij de herstelling van het viaduct in Merksem tijdens de onderhoudswerken aan de ring in Antwerpen een andere oplossing worden gekozen dan degene die werd gebruikt bij het viaduct van Vilvoorde. Als waterdichting van de brug zal gebruik worden gemaakt van een combinatie van een laagje PC-kristal met daarboven een kationische emulsie. Hier komt tien centimeter asfalt bovenop. Dergelijke waterdichte laag zal geen spoorvorming meer kunnen veroorzaken.
We volgen dit technisch van heel dichtbij op. We experimenteren, en dat is een voortdurende evolutie. Maar u hebt gelijk, mijnheer Van Dijck : het was een dringende zaak en we zijn de exacte oorzaak nog steeds aan het onderzoeken.
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Mijnheer de minister, ik ben de laatste om geen lessen te trekken uit fouten. U haalt het stalen profiel aan dat onder de linkerrijstrook zit. We moeten daar een gepaste oplossing voor vinden.
Ik begrijp uit uw antwoord dat de problemen op het rechterbaanvak maar over een beperkte afstand gelden en dat de nodige herstellingswerken in de loop van de maand mei zullen gebeuren.
Minister Gilbert Bossuyt : Dat zullen heraanlegwerken zijn.
De voorzitter : Het incident is gesloten.