Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 04/11/2003
Vraag om uitleg van mevrouw Marijke Dillen tot mevrouw Adelheid Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de wachtlijsten voor mentaal gehandicapten en het voorstel van de VZW Opvangtekort om hieraan te verhelpen
Vraag om uitleg van de heer Kris Van Dijck tot mevrouw Adelheid Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de wachtlijsten bij instellingen voor gehandicapten
Vraag om uitleg van mevrouw Riet Van Cleuvenbergen tot mevrouw Adelheid Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over bijkomende plaatsen in de gehandicaptenzorg
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde vragen om uitleg van mevrouw Dillen tot mevrouw Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de wachtlijsten voor mentaal gehandicapten en het voorstel van de VZW Opvangtekort om hieraan te verhelpen, van de heer Van Dijck tot minister Byttebier, over de wachtlijsten bij instellingen voor gehandicapten en van mevrouw Van Cleuvenbergen tot minister Byttebier, over bijkomende plaatsen in de gehandicaptenzorg.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, bij het aantreden van deze regering in 1999 werd met veel tromgeroffel aangekondigd dat de wachtlijsten een topprioriteit waren. Paars groen zou het probleem oplossen, ook voor de personen met een handicap.
Inmiddels is het einde van de regeerperiode bijna in zicht, en kunnen we vaststellen dat er door de jaren heen zeer veel beloften zijn gedaan. Zo was er de aankondiging van het actieplan. Er zijn inderdaad ook extra middelen ingezet, dat kan niet worden ontkend. Er is ook de jaarlijkse Septemberverklaring. Specifiek in die van 2002 werd aangekondigd dat het probleem in 2003 definitief opgelost zou zijn.
Mevrouw de minister, ik neem aan dat u het beleid van uw voorgangster voortzet en dat u zich ook nog kunt vinden in haar beleidsbrief van vorig jaar. Daarin werd gesteld dat de bijzondere omstandigheden die achter de wachtlijststatistieken schuilgaan, om bijzondere maatregelen vragen, die enerzijds effecten hebben op korte termijn, en anderzijds de structuur van de zorg grondig wijzigen en moderniseren.
Ondanks het feit dat het een topprioriteit was, en dat talloze malen was aangekondigd door verschillende ministers, waaronder ook de minister-president, dat alles snel zou gebeuren, is sinds maart van dit jaar het geweer van schouder veranderd. Nu horen we dat er niet onmiddellijk, maar wel op een termijn van 5 jaar een definitieve oplossing moet zijn.
Ik wil niet beweren dat er niets is gebeurd. Er zijn inderdaad bijkomende plaatsen gecreëerd, en er zijn bijkomende middelen vrijgemaakt. We kunnen echter niet anders dan vaststellen dat er nog steeds een groot probleem is. Ondanks de inspanningen zijn er nog altijd lange wachtlijsten. Ik verwijs naar de cijfers van het Vlaams Fonds van enkele maanden geleden, die hier al eerder aan bod zijn gekomen, en die al te duidelijk waren.
Er blijkt volgens die gegevens namelijk nog een tekort te zijn van 2.200 opvangplaatsen. In de periode 2003 2007 moeten er jaarlijks iets meer dan 750 opvangplaatsen bijkomen om het helaas nog steeds toenemend aantal personen met een handicap op te vangen. Er blijft dus een structureel tekort in de sector.
Ik besef dat hier een kostenplaatje aan vast hangt. Het Vlaams Fonds heeft daar een uitvoerige berekening van gemaakt. Er is 17,8 miljoen euro nodig voor dit jaar, plus 5 miljoen euro voor de uitbreiding van het persoonlijk assistentiebudget. Uiteraard zijn er ook in de begrotingen van de volgende 2 jaar extra middelen nodig. Er is sprake van 30 tot 40 miljoen euro. Tegen 2007 zou dan de structurele achterstand zijn weggewerkt. Op dat ogenblik zouden we op kruissnelheid zijn, en zou het probleem dus opgelost zijn. Enkele weken geleden zei u echter in antwoord op een vraag van mevrouw Van Cleuvenbergen over dit probleem dat er eigenlijk geen middelen zijn om dit op te lossen.
Het resultaat is dat er op het terrein heel grote problemen blijven bestaan. De raad van bestuur van het Vlaams Fonds blijft weigeren personen met een mentale handicap op te vangen die thans in de psychiatrie verblijven, omdat er geen plaats is in de gehandicapteninstellingen. Het gaat om een duizendtal personen met een handicap. Dat heeft tot onmiddellijk gevolg dat mensen die psychiatrische begeleiding nodig hebben, opgesloten zitten in de gevangenis als geïnterneerden, een statuut dat ze hebben gekregen omdat ze de reikwijdte van hun daden niet kennen. Dat is geen probleem waarvoor u bevoegd bent, maar het heeft als rechtstreeks gevolg dat de gevangenissen op hun beurt overvol blijven.
Een ander gevolg is dat jongeren met een mentale handicap die 21 jaar worden, het internaat moeten verlaten, wat voor de ouders vaak ernstige problemen met zich meebrengt, omdat deze jongeren niet in een instelling kunnen worden opgevangen, al hebben ze nood aan een gespecialiseerde opvang.
Mevrouw de minister, er blijft in dit dossier nood aan een dringende oplossing. Het is dringend noodzakelijk dat er een ernstig en tegelijk realistisch plan wordt uitgewerkt om de problemen van deze mensen aan te pakken. De tijd moet voorbij zijn dat het een topprioriteit wordt genoemd en dat er voortdurend maatregelen worden aangekondigd, zoals verschillende ministers hebben gedaan. Het probleem moet ook echt worden aangepakt.
Enkele weken geleden zijn vanuit de sector zelf enkele ernstige en concrete voorstellen geformuleerd. Ik geloof dat het nuttig - en noodzakelijk - is dat u daarover nadenkt en dat het beleid daarop inspeelt. Het is ten minste de moeite waard te onderzoeken of deze voorstellen haalbaar zijn.
De VZW Opvang Tekort heeft voorgesteld de spaartegoeden van personen met een mentale handicap die verlengd minderjarig zijn verklaard, om te zetten in een fonds dat dit geld gebruikt om versneld bijkomende instellingen voor personen met een handicap te bouwen. Om dat te kunnen verwezenlijken, zijn er ondersteunende beleidsmaatregelen nodig en moet vanuit uw beleid een kader worden gecreëerd dat dit voorstel in de praktijk mogelijk maakt en de betrokkenen de nodige waarborgen en zekerheden geeft.
Er liggen twee concrete plannen klaar. Het eerste is van de VZW Stichting Kleine Ster die een waterdicht fonds zal opbouwen waarbij ouders en voogden van mensen met een mentale handicap obligaties kunnen aankopen. Die gelden worden dan gebruikt voor het bouwen van tehuizen. Het tweede plan is van de VZW De Zesde Wereld die de belangen van deze mensen wil verdedigen.
Daarnaast is er ook een dringende oproep voor de organisatie van een rondetafelconferentie met alle betrokkenen van de verschillende niveaus, om een overzicht te kunnen maken van alle knelpunten en realistische voorstellen tot oplossing. De regelgeving is immers vaak heel ingewikkeld en financieel nadelig als het gaat over het uitwerken van oplossingen en het bouwen van nieuwe instellingen.
Mevrouw de minister, deze Vlaamse regering heeft beloofd de wachtlijsten, ook voor personen met een mentale handicap, weg te werken. Dat is nog niet gebeurd en het zal deze legislatuur ook niet meer gebeuren. Nochtans is er een heel concreet en ernstig voorstel geformuleerd door de VZW Opvang tekort om mee te helpen aan het wegwerken van deze wachtlijsten. Wat is uw standpunt hierover? Hebt u hierover al overleg gepleegd met deze vereniging? Welke oplossingen hebt u hier verdedigd? Welke beleidsmaatregelen gaat u nemen om de haalbaarheid van dit voorstel te onderzoeken, en om, indien het haalbaar is, mee te werken aan de uitvoering ervan?
Er is dringend nood aan een rondetafelconferentie over de problematiek van personen met een mentale handicap waarin alle betrokkenen, zowel op Vlaams als op federaal niveau, inspraak kunnen krijgen en waar een analyse van de verschillende knelpunten wordt gemaakt met als doelstelling deze weg te werken. Zult u het initiatief nemen voor deze rondetafelconferentie? In het radioprogramma Voor De Dag hebt u gezegd dat u dat een goed idee vindt. Het volstaat echter niet om dat op de radio te verkondigen. Het is vooral belangrijk dat u zich daar in dit parlement toe engageert. Wanneer wordt die rondetafelconferentie gepland en wie wordt daarbij betrokken?
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Mevrouw de minister, een van de topprioriteiten van deze Vlaamse regering bij de aanvang van de legislatuur was het wegwerken van de wachtlijsten, ook voor personen met een handicap. Dat stond ook met zoveel woorden in het regeerakkoord van 1999.
Mevrouw de minister, ook in nagenoeg elke beleidsbrief van uw voorgangster werd dieper ingegaan op het wegwerken van deze wachtlijsten. Zo stond in de beleidsbrief 2000-2001 dat 'de wachtlijsten moesten worden op punt gesteld, veralgemeend en geüniformiseerd'. Vaak staan mensen immers op verschillende wachtlijsten. Het is de bedoeling om dubbele tellingen te vermijden.
In de beleidsbrief 2001-2002 werd de ernst ervan al wat meer ingezien. Ik citeer : 'De bijzondere omstandigheden achter de wachtlijststatistieken vragen om bijzondere maatregelen, die enerzijds effecten hebben op korte termijn, en anderzijds de structuur van de zorg zorgvuldig wijzigen en moderniseren.' Meteen koppelde de toenmalige minister daar een actieplan aan vast. Voor de begroting 2002 werd in een extra krediet van 19,8 miljoen euro voorzien. Er zou gedurende meerdere jaren eenzelfde inspanning moeten worden volgehouden. Daarnaast werd een task force opgericht die werd belast met de coördinatie van de uitvoering van dit actieplan.
Een beleidsbrief later - de beleidsbrief 2002-2003 - werd de task force omgevormd tot een regionale zorgstrategische planning. De praktijk wees immers uit dat het gedecentraliseerde concept beter werkt dan het gecentraliseerde concept. Meer nog, en ik citeer : 'Deze realiteit is mede het gevolg van een onvoldoende transparant en een niet gecoördineerd zorgtoewijdingsbeleid. Vanaf 2003 zal dat definitief tot het verleden behoren.'
Hiervoor werd opnieuw in de nodige kredieten voorzien : 7,5 miljoen euro extra voor het Vlaams Fonds en tegen het eind van 2002 een behoeftestudie. Bovendien engageerde uw voorgangster zich ertoe om bij de begrotingscontrole de nodige extra kredieten in te schrijven voor het definitief oplossen van hoogdringende zorgnoden. Hier is echter niet veel van in huis gekomen.
Dan waren er ook nog de zeer positieve signalen in de Septemberverklaring van kersvers minister-president Somers en in de beslissingen van de Vlaamse regering van 19 september en 3 oktober 2003. Zowel in de begroting van 2004 als in het meerjarenplan zouden de nodige inspanningen gebeuren.
Ondanks al deze schitterende signalen die de regering heeft uitgestuurd, blijft de sector morren. De regering maakt telkens beloftes om ze dan weer tijdelijk uit of af te stellen. Ik verwijs naar het engagement om bij de begrotingscontrole 2003 in de nodige extra kredieten voor het definitief oplossen van hoogdringende zorgnoden te voorzien.
Mevrouw de minister, in hoeverre erkent u het wachtlijstenprobleem als een integraal probleem? Is het engagement dat daar vanaf 2003 een definitief eind aan zou komen, al bereikt? Zo nee, waarom werd die beleidsintentie niet gehaald? Heeft het alleen te maken met het budget of ook met het aanbod?
Wat is het resultaat van de door uw voorgangster in haar beleidsbrief 2002-2003 beloofde 'nodige extra krediet voor het definitief oplossen van hoogdringende zorgnoden' bij de begrotingscontrole 2003? Kunt u ons een volledig overzicht geven van de financiële inspanningen die de Vlaamse regering tijdens deze legislatuur heeft gedaan voor het wegwerken van de wachtlijsten in de gehandicaptensector?
Bent u reeds op de hoogte van de brief van de VZW Opvang Tekort waar mevrouw Dillen naar heeft verwezen? Zo ja, kunt u de geuite kritiek al dan niet weerleggen? Welke oplossing biedt u voor de problemen?
De voorzitter : Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : De brief van de VZW Opvang Tekort geeft ons, parlementsleden, een ongemakkelijk gevoel. Mevrouw de minister, u moet zich erg gefrustreerd voelen als verantwoordelijke voor de 'VZW Geldtekort'. Wij zitten echter ook met dat gevoel. Wij beloven de mensen ons best te doen, maar wie gelooft de politici nog als blijkt dat een bepaald probleem telkens opnieuw op de agenda komt en maar niet opgelost raakt?
Persoonlijk ben ik nog altijd kwaad als ik denk aan maart 2003 - de aanloop naar de federale verkiezingen -, toen minister-president Dewael zei dat het probleem was opgelost. Hij bedoelde eigenlijk dat er een plan was om binnen de 5 jaar de urgente wachtlijst op te vangen. Het ging dan niet over 'de' wachtlijsten, maar over de urgente wachtlijsten.
Wij hebben vernomen dat het engagement voor dit jaar, waaronder de 1.657 bijkomende plaatsen voor personen met een handicap in 2003, niet zal worden nagekomen. Een aantal van die plaatsen zou pas vanaf 1 januari 2004 worden ingevuld. De regering begint met een vijfjarenplanning, maar schuift die gewoon door naar een volgende regering.
Daarnaast wil ik het nog even hebben over het begrip 'urgentie'. Als urgent betekent dat een persoon met een handicap geen ouders, broers of zussen meer heeft die voor hem kunnen zorgen, dan is dat niet objectief. Deze regering belast de omgeving en de mantelzorgers zo zwaar dat er bijkomende problemen worden gecreëerd. Wachtlijsten hebben zowel op korte als op lange termijn zware gevolgen voor de personen met een handicap, zeker voor personen met een mentale handicap, maar ook voor de lichamelijke en psychische gezondheid van ouders en familieleden.
Ik heb een vergadering bijgewoond van ouders van personen met een handicap waar ook personen aanwezig waren die verantwoordelijk zijn voor het toewijzen van de plaatsen van de wachtlijsten aan de voorzieningen. Dat was een verschrikkelijke ervaring. Ik heb daar enerzijds ouders gehoord die bedelen voor een plaats voor hun kinderen, en anderzijds de verantwoordelijken die wij belasten met de toewijzing van die plaatsen. Ze moeten trachten argumenten te vinden waarom de ene wel een plaats krijgt toegewezen en de andere niet. Dat is heel erg. Bovendien wordt de financiële last groter naarmate men langer wacht. De problemen voor de personen met een handicap, maar ook voor hun omgeving worden daardoor steeds groter.
Ik heb vandaag een persbericht ontvangen van de VZW Opvang Tekort. Dat gaat over werk, welvaart en welzijn. Werk-werk-werk is goed, maar werk dat welvaart en welzijn oplevert, is dubbele winst, aldus het bericht. Ik wil ervoor pleiten om de vicieuze cirkel van de zorgtekorten in de gehandicaptensector te doorbreken. Op die manier creëert de Vlaamse regering zelf arbeid.
Mevrouw de minister, klopt het dat de afgesproken planning voor de uitbreiding van plaatsen voor personen met een handicap niet volgens de afspraak wordt uitgevoerd? Bestaat er reeds een berekening van de meerkosten van een te late opvang van personen met een mentale handicap die gedurende een bepaalde periode niet optimaal begeleid worden? Bestaat er een berekening van de maatschappelijke kosten voor de opvang van fysische en psychische problemen van de omgeving van personen met een handicap wegens het niet meer aankunnen van de situatie? Ik leg hierbij de link met depressies, zelfmoord, enzovoort.
Hoe speelt men in op creatieve aanbiedingen van betrokken familieleden die afwijken van geldende regels, onder andere in verband met urgentie, en de plannen om een eigen opvangsysteem op te zetten? Mevrouw de minister, beseft u dat een toewijzing van enkele plaatsen voor voorzieningen niet altijd een oplossing is? Door twee extra plaatsen toe te kennen aan bepaalde voorzieningen, kan men immers geen afzonderlijke entiteit uitbouwen.
De voorzitter : Minister Byttebier heeft het woord.
Minister Adelheid Byttebier : Mijnheer de voorzitter, dames en heren, als politici zeggen dat ze de wachtlijsten willen wegwerken, en meer opvangmogelijkheden willen creëren voor personen met een handicap, is het heel belangrijk dat ze over de juiste cijfers beschikken. Zo kan effectief worden nagegaan wat de regering met het geld doet en wat waaraan wordt uitgegeven.
Het wegwerken van de wachtlijsten komt op kruissnelheid. In het jaar 2000 werd in het kader van de heroverweging 1,27 miljoen euro ingeschreven. Het ging om een verhoging van de werkingsmiddelen van de semi-internaten. In 2001 werden de werkingsmiddelen van het personeel binnen de ambulante sector verhoogd tot 2,2 miljoen euro. Er was ook een uitbreiding van de begeleiding in de sectoren thuisbegeleiding en begeleid wonen, voor een bedrag van 1,2 miljoen euro.
In 2002 werd voorzien in een uitbreiding van de residentiële en de ambulante dienstverlening voor een bedrag van 16 miljoen euro. In 2003 wordt voor dezelfde sectoren, in twee fasen, nogmaals 20,4 miljoen euro uitgetrokken. In de nog goed te keuren begroting 2004 wordt een bijkomend krediet van 22,5 miljoen euro op jaarbasis ingeschreven om het uitbreidingsbeleid verder te zetten. Alles samen investeren we 56,5 miljoen euro bijkomende werkingsmiddelen voor het wegwerken van de wachtlijsten.
Met de extra kredieten die in 2002 en 2003 zijn uitgetrokken, zijn al 2.292 bijkomende hulpvragen beantwoord. Daartoe zijn 931 bijkomende plaatsen in de residentiële sector gecreëerd. 1.361 personen worden ambulant begeleid.
Dit betekent dat wij voor het wegwerken van de wachtlijsten op schema zitten. We hebben daartoe een meerjarenprogramma uitgewerkt op basis van de behoeftestudie die dit voorjaar door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap in de commissie is voorgesteld. Iemand zei hier dat niet alles zal zijn geregeld tegen het einde van deze zittingsperiode. Er is ook nooit beloofd dat de wachtlijsten in deze zittingsperiode zullen worden weggewerkt, er is altijd sprake geweest van een meerjarenaanpak.
Verder wordt voor de realisatie van de benodigde infrastructuur nog voorzien in extra vastleggingsmachtigingen ten belope van 20 miljoen euro, bovenop het constante beleid om bouwprojecten op te starten.
Wat het uitbreidingsbeleid voor 2003 betreft, is het niet juist dat de voorziene uitbreidingen voor maanden uitgesteld zijn. Integendeel, de raad van bestuur van het Vlaams Fonds heeft tijdens verschillende beslissingsrondes in de maanden mei 2003, juli 2003, september 2003, oktober 2003 en november 2003 een bijkomend krediet van in totaal 22,4 miljoen euro aan de voorzieningen toegekend. De vergunningen en erkenningen worden toegekend met terugwerkende kracht, vanaf 1 januari voor fase 1 en vanaf 1 september voor fase 2, zodat voorzieningen die al personen met een handicap hadden opgenomen vanaf die datum daarvoor ook subsidies zullen ontvangen.
Een convenantenregeling met het Vlaams Fonds stelt initiatiefnemers die nog geen definitieve infrastructuur ter beschikking hebben in staat een tijdelijke regeling en begeleiding van personen met een handicap in hun omgeving te organiseren.
Hoe zit het met de voorstellen van de VZW Opvang Tekort? Laten we het over de voorstellen hebben, en niet over wat daarover in persberichten staat. We nemen de VZW ernstig. De voorzitter en de leidend ambtenaar van het Vlaams Fonds hebben een delegatie van de VZW Opvang Tekort ontvangen. Ze hebben de delegatie uitgebreid geïnformeerd over de aanpak van de wachtlijstproblematiek. De VZW Opvang Tekort kreeg tijdens dat overleg de gelegenheid om het concrete plan voor de uitbouw van nieuwe opvangcapaciteit met de leiding van het Vlaams Fonds te bespreken.
Met betrekking tot het voorstel van de VZW Opvang Tekort om de spaartegoeden van personen met een handicap aan te wenden, heb ik tegen de radiojournalist gezegd dat dit een interessant voorstel is dat nader onderzoek verdient. Ik moet wel wijzen op de federale wetgeving inzake het beheer van gelden en goederen van personen met een handicap, die de voogdij over deze tegoeden regelt. Rekening houdend met de wetgeving, ben ik bereid dit thema te bespreken met de familieverenigingen, die uiteraard een belangrijke betrokken partij zijn als het gaat om het gebruik van deze tegoeden voor bepaalde privé-investeringen in deze sector.
Ik zie het daarbij als een plicht van de overheid om erop toe te zien dat aan alle personen met een handicap gelijke toegang tot het zorgaanbod wordt gegarandeerd, ongeacht de grootte van het familiekapitaal of onroerend bezit van de persoon met een handicap. Dit gezegd zijnde, is een verkennende overheidsstudie over de bereidheid van kapitaalkrachtige families om zelf te investeren, bijvoorbeeld in wooninfrastructuur, geen taboe. Misschien kan op die manier het beschikbare overheidskrediet nog meer ten goede komen van een sociaal beleid ten voordele van de minderbegoeden. Het is een mogelijkheid dat families zelf instaan voor woningen als zij dat kunnen, en dat de sociale huisvesting dat op zich neemt voor wie dat niet kan. Ik overleg daarover met minister Keulen. Het Vlaams zorgbeleid moet zich in dat kader focussen op de deskundige begeleiding en verzorging, waar mogelijk via een PAB.
Dit thema zal ongetwijfeld aan bod komen op het Zorgcongres van 11 december. Vandaag leggen we de laatste hand aan de organisatie ervan. Mijn kabinet werkt aan de organisatie van de ruim opgevatte rondetafelconferentie over de inzichten en voorstellen in verband met 'Zorgen van Morgen'. In dit forum zullen alle partners van de zorgsector rond de tafel zitten en van gedachten wisselen over de maatschappelijke keuzes voor de toekomst.
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Ik dank de minister voor haar antwoord. Ze stelt dat de regering nooit de bedoeling heeft gehad om nog tijdens deze zittingsperiode de wachtlijsten weg te werken. Ik moet dat tegenspreken. In de beleidsverklaring van minister-president Dewael staat zeer duidelijk dat het wegwerken van de wachtlijsten, ook die van personen met een handicap, een absolute prioriteit van de regering is. Dat staat ook zo in de beleidsbrieven van de voorgangster van de minister. U kunt dat in het verslag nalezen. Begin 2002 heeft minister-president Dewael nog gezegd dat in 2003 het probleem definitief zou zijn opgelost. De regering heeft altijd minstens de indruk gewekt dat uiterlijk in 2003 het probleem definitief van de baan zou zijn. Vandaag stellen we vast dat dit niet het geval is.
De minister zegt dat men stilaan 'op kruissnelheid' komt. Het Vlaams Fonds daarentegen stelt dat pas in 2007 de structurele achterstand zal zijn weggewerkt. Pas dan zal men op kruissnelheid komen. Ik pleit er daarom voor om bijkomende inspanningen te leveren bij de opmaak van de begroting 2004. Deze mensen moeten volgend jaar worden geholpen. Mevrouw de minister, u moet uitvoeren wat de regering heeft beloofd, met name het probleem van de wachtlijsten oplossen. En als dat niet kan in 2003, dan moet dat toch uiterlijk in 2004 gebeuren.
De voorzitter : Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Ik beaam dat. Minister-president Dewael heeft dat gezegd. Op de website van de VZW Opvangtekort kunt u zijn interview in Actueel opnieuw beluisteren. Hij zegt daarin dat tegen maart 2003 alle wachtlijsten van personen met een handicap zullen zijn weggewerkt. Dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd. Het is hetzelfde liedje dat we ook over de inburgering hebben gehoord : dat probleem zou ook tegen het eind van de zittingsperiode zijn opgelost.
De minister zegt dat de vergunningen en erkenningen worden toegekend met terugwerkende kracht, vanaf 1 januari voor fase 1 en vanaf 1 september voor fase 2. In feite rekent de minister erop dat de voorzieningen een overtal hebben. Ze rekent erop dat er daar al personen met een handicap zitten die op die erkenning wachten. Van twee zaken één : ofwel is er een overtal, ofwel zijn de middelen niet gebruikt.
Ooit heeft deze commissie een voorziening in Peer bezocht. De instelling had in de buurt een aantal huizen gekocht en ingericht om personen met een mentale handicap te huisvesten. Het was moeilijk om die huizen te bevolken, want die mensen wonen graag dicht bij elkaar. Men mag dus niet te veel verwachten van sociale huisvesting voor personen met een mentale handicap.
Het is een goede zaak dat het Zorgcongres op 11 december plaatsvindt, maar we zullen erover waken dat dit onderwerp tijdens de begrotingsbesprekingen ter harte wordt genomen. De vicieuze cirkel moet worden doorbroken. Mensen zitten niet op hun plaats : ze hebben een mentale handicap, maar zitten in de psychiatrie of in de gevangenis. Die cirkel moet worden doorbroken op die plaats waar een oplossing moet worden gevonden : bij de opvangvoorzieningen.
De voorzitter : Minister Byttebier heeft het woord.
Minister Adelheid Byttebier : Blijkbaar is ooit gezegd dat alles zal zijn opgelost in 2004. Laten we toch rekening houden met de omvang van de investeringen. U zult mij niet horen zeggen dat ik in één jaar al die investeringen kan realiseren.
Het Vlaams Fonds zegt dat we in 2007 op kruissnelheid zullen zijn. De instelling bedoelt daarmee dat dan de wachtlijsten zijn weggewerkt. Ik bedoel met het begrip 'kruissnelheid' dat het meerjarenplan, waarin voor 2004 in een investering van 22,5 miljoen euro is voorzien, wordt uitgevoerd. De investeringen voor de inhaaloperatie vinden plaats zoals gepland.
De voorzitter : Het incident is gesloten.