Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 11/01/2001
Vraag om uitleg van de heer Koen Helsen tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de werken voor de verlenging van tramlijn 3 te Merksem (Antwerpen)
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Helsen tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de werken voor de verlenging van tramlijn 3 te Merksem.
De heer Helsen heeft het woord.
De heer Koen Helsen : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, mijn vraag heeft inderdaad betrekking op de verlenging van tramlijn 3, mijns inziens een goede oplossing om het tramnet rond Antwerpen-centrum uit te bouwen. Onvermijdelijk zorgt de uitvoering van deze werken gedurende een bepaalde periode voor heel wat problemen.
De omwonenden zijn zich terdege bewust van de hinder die deze omvangrijke werken meebrengen, maar stellen zich toch ernstige vragen bij de aanpak van dit dossier. Niet alleen werden noch de districtraden, noch de handelaars, noch de buurtbewoners betrokken bij de voorbereidingen van de werken, ook de gedane beloftes werden niet nagekomen. Zo werd er pas één dag na de start van de werken een informatievergadering gehouden, waarbij men meedeelde dat men van straathoek tot straathoek zou werken om de werken te faseren en de hinder voor het verkeer tot een minimum te be- perken. Er zouden nu één of twee vakken afgewerkt zijn en men zou nu in de richting van Schoten aan het werken zijn.
Wat de meesten vooral stoort, is de rol van De Lijn in dit dossier. De Lijn palmt de Bredabaan letterlijk in om er een vrije tram- en busbaan aan te leggen. Ondertussen werden er ook nog werken uitgevoerd voor het verbreden van de voetpaden, wat tot een versmalling van de rijweg leidt. De handelaars en winkeliers maken zich daar zorgen om omdat een belangrijk deel van hun clientèle met de wagen komt winkelen. Ze vragen zich af of dit in de toekomst nog wel mogelijk zal blijven en of ze niet zullen vervallen in toestanden zoals we die kennen op de Turnhoutsebaan in Borgerhout, net zoals de Bredabaan ook een toegangsweg naar het centrum van Antwerpen.
Is de minister op de hoogte van het dossier? Is de minister op de hoogte van de aanpak van De Lijn die haar wil doordrukt en niet wil praten met de lokale politici, de middenstandsbond en de bewoners? Is dit gebruikelijk of overweegt de minister stappen te ondernemen om dit soort situaties in de toekomst te vermijden? Vindt de minister het normaal dat er geen vergadering werd georganiseerd voor de start van de werken, maar dat een informatievergadering slechts plaatsvond na de start van de werken? Vindt de minister het aanvaardbaar dat op deze vergadering beloften werden gedaan met betrekking tot het beperken van de overlast, maar dat deze naderhand niet werden nageleefd?
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik sluit me volledig aan bij de vraag van de heer Helsen en wens hiervan gebruik te maken om enkele bijkomende bedenkingen te formuleren.
Het is een goede zaak dat u ijverig werkt aan de verbetering van ons wegennet en dat u daarbij de nodige aandacht schenkt aan het openbaar vervoer en aan de veiligheid van voetgangers en fietsers. Toch zou ik in dit verband een tweevoudige oproep willen lanceren.
Een eerste oproep houdt verband met de vaststelling dat een inspraak van buurtbewoners en winkeliers vaak ontbreekt. De heer Helsen heeft in zijn vraag reeds verwezen naar de situatie op de Turnhoutsebaan, een belangrijke invalsweg naar Antwerpen die na - ik zeg niet ingevolge - de aldaar uitgevoerde werken commercieel volledig doodgebloed is. Alle middenstanders zijn er failliet gegaan of weggetrokken met een enorme leegstand van panden tot gevolg. Dit voorbeeld voor ogen moet er in de Bredabaan worden op toegezien dat de automobilist niet helemaal verbannen wordt, want - misschien helaas - de Bredabaan is nu eenmaal een winkelstraat waar de mensen met de auto naartoe komen.
Mijn tweede oproep is er een tot overleg over en coördinatie van de werken, dit in een ruimere regio en met de plaatselijke overheden die eventueel tegelijkertijd in dezelfde omgeving werken plannen. Ik betreur dat er zo weinig overleg gebeurt.
Dit is hier een mooi voorbeeld. Tot enkele weken geleden werden tegelijk werken uitgevoerd aan de Bredabaan, de Turnhoutsebaan, de Plantin en Moretuslei, de Ruggeveldlaan en de baan door het Rivierenhof. Een aantal zijn gewestwegen, een aantal stadswegen. Dat zijn de enige vijf invalswegen vanuit een grote regio. Antwerpen was zeer moeilijk bereikbaar vanuit de Voorkempen, Noord Antwerpen, Merksem, Deurne-Noord, Schilde en Wommelgem. Als gevolg waren er ellenlange files en een enorme verkeerschaos. Kunt u zo een situatie in de toekomst niet voorkomen zodat het voor veel mensen makkelijker wordt om een stad of streek te bereiken?
De voorzitter : Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Ik wil het probleem veralgemenen en verwijzen naar een motie die we op het einde van de vorige zittingsperiode indienden. We vroegen daarin om inspraak en samenspraak. Soms zijn naast het Gewest ook Aquafin en De Lijn betrokkenen. Ondanks alle goedbedoelde pogingen blijft dit permanent voor frustraties zorgen.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : U schept terecht het beeld dat de Vlaamse overheid veel investeert in Antwerpen. Ik heb me voorgenomen om dat te doen. Als minister moet ik natuurlijk alle Vlamingen op dezelfde manier behandelen, maar in Antwerpen zijn de problemen nu eenmaal groter. We moeten uitzoeken hoe we de investeringen op de beste manier spreiden, in Antwerpen en in de rest van Vlaanderen. Merkwaardig genoeg krijg ik nu de kritiek dat ik te veel investeer in Antwerpen. Ik zou de bevolking zogenaamd niet goed informeren. Ik zou dat zeer graag doen, maar dat is niet echt mijn taak. Dat moet ik overlaten aan de gemeente- en stadsbesturen. In Antwerpen heeft men trouwens nog een extra beleidsniveau opgericht dat daarvoor in aanmerking komt : de districtsraden. Als de minister zelf informatie doorspeelt, kan dat alleen maar voor verwarring zorgen. Een werkbezoek van een minister vindt het best plaats wanneer de werken voltooid zijn, ofwel tijdens de werken maar dan zonder de pers en incognito. Een bezoek waarbij de minister aankondigt wat hij allemaal wil uitvoeren, lijkt me niet verstandig, zeker niet in Antwerpen. We moeten hier afspreken dat niet de minister tot informatieverstrekking zal overgaan, tenzij men een motie daartoe indient, maar de burgemeesters. Zij vragen me trouwens zelf om hen die taak te laten uitvoeren.
Het dossier voor de verlenging van de tramlijn op de Bredabaan is een gemeenschappelijk project van de administratie Wegen en Verkeer, de stad Antwerpen en de Vlaamse Vervoermaatschappij. De herinrichting van de wegen en de voetpaden is daarin opgenomen. Om te kunnen voldoen aan de steeds toenemende mobiliteitsbehoefte kan voor de grote centra enkel een oplossing worden geboden door de uitbouw van een degelijke openbaarvervoerstructuur. Dit veronderstelt enerzijds het inzetten van meer en modern aangepast rollend materieel met grote capaciteit, en anderzijds het aanleggen van eigen beddingen, zowel voor trams als voor bussen, waardoor kan worden vermeden dat bussen en trams zich in het verkeer vastrijden. Als er nu één plek ter wereld is waar we eigen beddingen moeten aanleggen, dan is het toch wel Antwerpen! Ik kan dat wetenschappelijk laten onderzoeken, en dan zal blijken dat we het best eigen stroken aanleggen in Antwerpen.
Gelet op het belang van deze verkeersas werd reeds in de planningfase en in de uitvoeringsstudie van het dossier regelmatig overleg gepleegd tussen de betrokken partners, ook met medewerking van de verkeerspolitie, om de verkeershinder te beperken, en om de bereikbaarheid van de handelszaken langs het traject zoveel mogelijk te bewaren. Het is correct dat bij de uitvoering een aantal bijsturingen noodzakelijk zijn gebleken. In dit verband vond op 13 oktober 2000 overleg plaats met afgevaardigden van de Middenstandsbond, en werden een aantal concrete afspraken gemaakt. Om informatie beter te laten doorstromen naar handelaars en bewoners werd een maandelijks overleg afgesproken. Op 17 november 2000 vond een tweede overlegvergadering plaats, in aanwezigheid van onder andere mevrouw Wittockx, bestuurscoördinatrice van het district Merksem.
Op deze vergaderingen wordt door de aannemer en door De Lijn concrete informatie gegeven over de planning en fasering van de werken in de daaropvolgende weken. Er wordt in de mate van het mogelijke tegemoetgekomen aan de wensen van de handelsgroeperingen om de hinder tot een minimum te beperken. Hiertoe werden aanvullende maatregelen getroffen. Ik wil niet pretentieus overkomen, maar het zou misschien interessant zijn dat de lokale overheden een derde inhuren voor de communicatie. Kleine steden en gemeenten nemen soms een bureau onder de arm voor de begeleiding van de communicatie met de buurt. Dat bureau is neutraal en objectief. De bestaande voorbeelden werken goed.
Als aanvullende maatregel werd het doorgaand verkeer richting Brasschaat en Ekeren naar Antwerpen weer mogelijk gemaakt vanaf 1 december 2000. Verder werd een tijdelijke verharding aangebracht op het kruispunt du Chastellei in functie van een verbreding van de doorsteek. De asfalteringswerken werden opgesplitst met het oog op de eindejaarskoopperiode. De spoorwerken op het kruispunt Ringlaan, kant Keizershoek, werden vóór de eindejaarsvakantie versneld voltooid. Er werd bijkomende bewegwijzering met grote borden geplaatst voor de bereikbaarheid van de handelaars. De omleiding richting Antwerpen wordt hersteld vanaf einde mei 2001 in plaats van november 2001. Het nodige werd dus gedaan om in overleg met de plaatselijke organisaties de hinder in de mate van het mogelijke te beperken. Bij de uitvoering van dergelijke werken dient evenwel steeds een afweging te worden gemaakt tussen de mogelijkheid om zeer gefaseerd te werken, met als gevolg een spreiding van de werken over zeer lange periodes, of een meer resultaatgerichte aanpak, met een veel kortere uitvoeringstermijn, doch met onvermijdelijk meer hinder. De bereikbaarheid van de Bredabaan blijft gegarandeerd. De auto zal evenwel na de herinrichting gedeeltelijk plaats moeten ruimen. De bereikbaarheid van het handelscentrum aan de Bredabaan zal gevoelig verbeteren voor het openbaar vervoer, en ook voor de fietsers, voor wie een betere en veiligere situatie wordt gecreëerd.
Om de doelstelling van de Vlaamse regering - in de komende jaren tientallen miljarden ter beschikking stellen - vlot te halen, moeten goede afspraken worden gemaakt. Ze moeten professioneel worden vertaald in instrumenten om dat te communiceren. Het heeft geen zin om nog eens afspraken te gaan maken in Antwerpen. Er moet gevolg worden gegeven aan de afspraken die er al zijn. Men moet systemen voor een vlotte communicatie ontwikkelen. In een grote stad is dat veel moeilijker dan in een kleine stad of gemeente.
Dat is de manier van werken. Ik steek niet onder stoelen of banken dat Antwerpen in de komende periode ontzettend veel hinder zal ondervinden van de uit te voeren werken. Men heeft bepaalde onderhoudswerken omwille van de complexiteit en de kostprijs uitgesteld. Die moeten nu dus gebeuren. Er zijn ook nieuwe investeringen nodig en de werken zullen zeer veel overlast teweegbrengen. De communicatie met de inwoners is dan ook zeer belangrijk. We moeten niet bang zijn om die zaak aan te pakken. Dat is onze taak.
De voorzitter : De heer Helsen heeft het woord.
De heer Koen Helsen : Mijnheer de minister, ik dank u voor dit antwoord. Het feit dat het om een gemeenschappelijk project gaat, zal ertoe hebben geleid dat er een communicatieprobleem is ontstaan. De overlegvergaderingen van 13 oktober en 17 november, die nadien met de verscheidene partners werden gehouden, zijn positief. We moeten samen met de districtsraden proberen die vergaderingen vroeger te organiseren.
U zegt dat de problemen in Antwerpen inzake mobiliteit groter zijn. Dat heeft ook zo zijn voordelen. Ik denk daarbij aan de oproep van de minister-president om de zaak op een iets grotere schaal aan te pakken. Antwerpen kan daarbij als voorbeeld dienen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.