Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 09/11/1999
Vraag om uitleg van de heer Jean Geraerts tot de heer Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over de samenstelling van de politieke beleidsgroep van het Limburgplan
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Geraerts tot de heer Dewael, minister president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over de samenstelling van de politieke beleidsgroep van het Limburgplan.
De heer Geraerts heeft het woord.
De heer Jean Geraerts : Mijnheer de minister-president, het Limburgplan werd destijds door de Limburgse provinciegouverneur aangevat. Het werd echter zeer snel ingepikt door de politieke partijen. In 1997 werd er door het toenmalige bewind een politieke beleidsgroep opgericht. Dit gebeurde op een nogal willekeurige wijze wat het aantal vertegenwoordigers van de diverse politieke partijen betreft. Toen reeds werd beslist door de traditionele partijen dat het Vlaams Blok en Agalev geen zitting mochten hebben in deze beleidsgroep, en dus niet mochten deelnemen aan de gesprekken.
Zoals gezegd, was de oorspronkelijke samenstelling vrij willekeurig. In totaal waren er zestien leden : zeven van de CVP, drie van de VLD, drie van de SP en drie van de VU. Na de voorbije verkiezingen heeft de nieuwe regering deze samenstelling gewijzigd. De CVP kreeg vier vertegenwoordigers. De VLD en de SP kregen er elk vijf. De VU en Agalev kregen er elk drie. In totaal zijn er nu dus twintig zitjes. Het Vlaams Blok, dat bij de verkiezingen de vierde grootste partij was geworden in Limburg, kreeg echter geen enkele vertegenwoordiger in deze beleidsgroep. Volgens mij mist de samenstelling van deze beleidsgroep elke vorm van logica. De enige logica die erachter schuilgaat, is misschien het cordon sanitaire ten aanzien van het Vlaams Blok.
Mijnheer de minister-president, welke criteria hebt u in aanmerking genomen bij de samenstelling van deze beleidsgroep? Waarom is het Vlaams Blok er niet in opgenomen? Die beleidsgroep zou immers een afspiegeling moeten vormen van de samenstelling van het Vlaams Parlement of van de samenstelling van de provincieraad.
De voorzitter : Minister-president Dewael heeft het woord.
Minister-president Patrick Dewael : Mijnheer Geraerts, voor mijn antwoord verwijs ik naar het decreet van 13 juli 1994 betreffende de herstructurering van de GIMV, Gimvindus, VMH, Mijnen en LIM, en ook tot oprichting van het Limburgfonds en de permanente werkgroep Limburg.
De heer Schuermans kent dit heel goed. Hij lag immers mee aan de basis van de aanpassing van dat decreet, hetgeen heeft geleid tot het nieuwe aangepaste decreet van 16 maart 1999. Dit heeft uiteraard het grootste gedeelte van de bepalingen intact gelaten, maar daarin werd wel het actieplan Limburg als zodanig geïntroduceerd. Dit is een concept dat voornamelijk door de Limburgse provinciegouverneur naar voren is gebracht. Het heeft een aantal nieuwe instrumenten in het leven geroepen. Zo is er de politieke beleidsgroep, en ook de sociale beleidsgroep.
De vorige Vlaamse regering heeft geen besluit genomen tot uitvoering van artikel 28 van het decreet. Dat artikel zegt dat de Vlaamse regering de samenstelling en de verdere werking van de beleidsgroepen regelt, overeenkomstig de bepalingen van het actieplan voor Limburg. Net zoals de vorige regering baseert ook de huidige regering zich daarbij op het protocol. Er is namelijk ter zake een protocol opgesteld tussen vier politieke partijen : de CVP, de VLD, de Volksunie en de SP. Voor de concrete invulling hebben die partijen een overeenkomst gesloten en door het voorbije verkiezingsresultaat is de samenstelling van die beleidsgroep aangepast. Dat is ook wat de nieuwe Vlaamse regering heeft gedaan. Voorlopig hebben we dus geen uitvoering gegeven aan dat artikel 28. We hebben ons gebaseerd op datzelfde protocol.
We doen dat deels wegens wat ik daarnet al heb gezegd bij mijn antwoord op de vorige vraag. We hebben namelijk aan de gouverneur gevraagd een evaluatie te maken van het instrumentarium onder die politieke beleidsgroep. Hij moet ons laten weten of er eventueel goede redenen kunnen zijn om het decreet in kwestie opnieuw aan te passen. Er is immers een zekere ondoorzichtigheid en een zeker democratisch deficit. Het is duidelijk dat het Vlaams Parlement uiteindelijk het politieke primaat moet vertegenwoordigen. Dat parlement moet dus de eerste en de laatste uitspraak kunnen doen.
De politieke beleidsgroep is voorlopig opnieuw samengesteld. We menen dat er voorlopig geen redenen zijn om aan dat bestaande protocol wijzigingen aan te brengen. We willen eerst de evaluatie van de provinciegouverneur afwachten en verwachten dit in de loop van de volgende maand. De Vlaamse regering zal daar dan de nodige conclusies uit trekken.
De voorzitter : De heer Geraerts heeft het woord.
De heer Jean Geraerts : Mijnheer de minister-president, ik heb gevraagd of u me de criteria kunt meedelen waarop die samenstelling is gebaseerd. Op die vraag heb ik geen antwoord gekregen. Uit krantenberichten kan ik min of meer afleiden dat er twee criteria zijn. Ten eerste is er de samenstelling van de regering of van de bestendige deputatie en ten tweede is er ook de samenstelling van de provincieraad als dusdanig, waarbij men het systeem- D´Hondt toepast.
Mijnheer de minister-president, ik hoop dat u consequent zult zijn. Ik hoop dus dat u ook na de verkiezingen van oktober volgend jaar deze criteria zult aanhouden voor de samenstelling van die beleidsgroep.
Minister-president Patrick Dewael : Mijnheer Geraerts, krantenberichten kloppen soms wel, maar kloppen soms ook niet helemaal. Voor alle duidelijkheid wil ik het volgende zeggen : de provincie gouverneur zit de politieke beleidsgroep voor. Dan is inderdaad de bepaling in de politieke overeenkomst opgenomen dat daar voorts nog de partijen zitting in hebben die beleidsverantwoordelijkheid dragen op Vlaams en/of provinciaal niveau. Die vaardigen elk drie personen af.
Daarenboven worden op basis van het stelsel-D´Hondt, toegepast op de zetelverdeling in de provincieraad, nog eens acht vertegenwoordigers aangewezen. Uiteraard is ook de Vlaamse minister van Economie er ambtshalve in opgenomen. Dat zijn de criteria die we nu hebben gevolgd, en die aldus hebben geleid tot de gewijzigde samenstelling.
U vraagt nu wat we van plan zijn na de volgende gemeente- en provincieraadsverkiezingen. Op dat moment zullen we de situatie uiteraard opnieuw moeten bekijken. Het is ook mogelijk dat de structuren al voor die datum zullen zijn aangepast. Ik meen begrepen te hebben dat ook uw fractie daar niet negatief tegenover staat. U klaagt immers zelf dat democratisch deficit aan.
De voorzitter : Het incident is gesloten.