Plenaire Vergadering van 02/12/1998
Actuele vraag van de heer Kris Van Dijck tot de heer Eric Van Rompuy, Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, over de toekomst van de Verlipack-vestiging in Mol
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Dijck tot de heer Van Rompuy, Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, over de toekomst van de Verlipack-vestiging in Mol.
De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, een aantal geleden heb ik genoten van Les Misérables, wat niet betekent dat ik wil meedoen met een Vlaams miserabilisme.
Toch wil ik met mijn vraag waakzaamheid vragen voor een aantal ontwikkelingen. Misschien is mijn oproep te voortvarend, maar desalniettemin wil ik deze vraag stellen. De holglasgroep Verlipack kampt blijkbaar met een aantal moeilijkheden. De groep heeft twee productie-eenheden in Wallonië, met name één in Glain en één in Jumet, en één in Vlaanderen, in Mol. De administratieve zetel met de directie, de financiële dienst en de verkoopdienst is gevestigd in het Vlaamse Erpe-Mere.
De moeilijkheden van Verlipack hebben tot gevolg gehad dat op 24 november een rondetafelgesprek met een aantal belanghebbenden plaatsvond bij Waals minister-president Collignon. Dan denk ik aan de directie, de aandeelhouders en de vakbonden. Het gesprek handelde over de toekomstkansen van het bedrijf.
Hierbij wil ik de aandacht vestigen op het belang van dit - voor wat Vlaanderen betreft - grensoverschrijdend bedrijf. Ook de vestigingsplaats in Mol telt immers 280 arbeidsplaatsen. Het gaat daar trouwens om een locatie waar onlangs een bedrijf failliet is gegaan. Ook nog andere bedrijven in die omgeving hebben met moeilijkheden te kampen.
Mijnheer de minister, wat is de houding van de Vlaamse regering ten opzichte van de Waalse overheid? Die heeft immers een aantal initiatieven genomen met betrekking tot Verlipack. Hoe kunnen we de Vlaamse belangen binnen Verlipack veiligstellen?
De voorzitter : Minister Van Rompuy heeft het woord.
Minister Eric Van Rompuy (Op de tribune) : Mijnheer Van Dijck, u weet dat er eind 1996 moeilijkheden waren bij Verlipack. Het bedrijf werd toen overgenomen door het Duitse bedrijf Heye Glas. De directie heeft de Vlaamse overheid toen gevraagd om het bedrijf te subsidiëren. Men vroeg een kapitaalsinbreng van 150 miljoen frank. We hebben dat niet gedaan, omdat we al enkele jaren de lijn aanhouden om geen steun te geven aan verliesgevende ondernemingen. Wallonië heeft het bedrijf echter wel gesubsidieerd met een lening voor een bedrag van 350 miljoen frank.
Wij waren de volgende mening toegedaan. Als een grote groep als Heye Glas Verlipack overneemt, zijn er twee mogelijkheden. Ofwel geloven ze er eigenlijk zelf niet in, ofwel geloven ze inderdaad wél in het bedrijf, maar dan moeten ze zelf die investering doen. Het is niet de taak van de overheid om zich daar in te mengen. In Wallonië heeft men daar dus wel een andere visie op.
Onlangs zijn er opnieuw problemen gerezen. De leiding van Verlipack heeft wel toegezegd dat er tot het jaar 2000 geen ontslagen zouden vallen, ook niet in Mol. Sinds de gebeurtenissen met Levi's weten we natuurlijk wel wat de woorden van sommige directies waard zijn. Ik heb echter de vakbonden vorige week bij mij gevraagd. Zij hebben me verzekerd dat de directie heeft verklaard dat er in de nabije toekomst geen ontslagen zullen vallen.
We kunnen in dit dossier niet optreden, omdat wij niet subsidiëren zoals het Waals Gewest. Daarom gaat men uiteraard met de Waalse minister-president Collignon praten. Uw vraag is zeker en vast terecht : er zijn een aantal ontwikkelingen aan de gang. De directie heeft ons echter verzekerd dat dit op korte termijn niet zal leiden tot ontslagen.
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Mijnheer de minister, de handelwijze van de Vlaamse regering is inderdaad enigszins te begrijpen. Het getuigt van een goede politiek om verliesgevende bedrijven niet te subsidiëren. Toch zou het goed zijn, als men weet dat dit dossier door de Vlaamse overheid wordt gevolgd. Ik verwijs naar de gebeurtenissen bij Renault Vilvoorde. In dat geval was de Franse overheid betrokken partij. Vlaanderen heeft toen ook duidelijk haar bezorgdheid te kennen gegeven inzake tewerkstelling. Ik hoop dat de Vlaamse overheid dit ook nu klaar en duidelijk naar voren zal brengen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.