Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Vergadering van 22/04/2014
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Voorzitter, minister, collegas, het gaat over mogelijke financiële problemen bij Muntpunt. In september vorig jaar ging Muntpunt met veel toeters en bellen open, met een inhuldiging van het nieuwe gebouw. Toen zei u nog, minister: Muntpunt is een uniek concept dat zijn gelijke niet kent in België. Het herbergt een informatiecentrum en een belevingsbibliotheek en is tegelijk het instrument om verbinding te realiseren. Het is het flagshipstore van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel. Vanavond nemen we dat letterlijk en tonen we met een projectie Muntpunt als lichtbaken in de stad.
Begin april pakte Brussel Deze Week uit met een artikel over Muntpunt, waaruit bleek dat de sfeer duidelijk omgeslagen zou zijn. Voorzitter Gui Polspoel en algemeen directeur Ann Van Driessche trekken aan de alarmbel omdat de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) haar financiële engagementen ten opzichte van Muntpunt niet nakomt. Het eerste engagement van 700.000 euro voor het informaticaplan werd in eerste instantie verminderd tot 600.000 euro. Uiteindelijk werd daarvan tot nog toe slechts 300.000 euro betaald. Ook de personeelsdotatie is ontoereikend. De bibliotheek heeft personeel moeten overnemen van de VGC, de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek Brussel en Onthaal en Promotie Brussel. Maar de volledige som die nodig is voor dat personeel is niet mee overgekomen.
Minister, klopt het nieuws dat Brussel Deze Week begin april bracht?
Het niet nakomen van het financiële engagement van de VGC dreigt de werking van Muntpunt te doen stilvallen. Ook Vlaanderen heeft hier echter in geïnvesteerd. Hoe reageert u op dit nieuws? Hoe moet het verder met Muntpunt?
Zijn hierover al gesprekken geweest tussen Muntpunt en uw kabinet? Zo ja, wat is daarvan het resultaat? Zo nee, plant u nog een overleg? Zult u er bij staatssecretaris De Lille op aandringen dat hij zijn engagementen nakomt?
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Het onderwerp van de vraag is hetzelfde, het gaat over Muntpunt. We volgen het dossier al jaren, zowel in de VGC als in het Vlaams Parlement. Muntpunt moet een baken van Vlaanderen in Brussel en van Brussel in Vlaanderen worden of zijn. Uit een brief die Brussel Deze Week kon inkijken, blijkt dat er grondige onenigheid bestaat tussen enerzijds de voorzitter en de directeur van de vzw en anderzijds de VGC, namelijk collegelid De Lille bevoegd voor Cultuur.
Zoals de heer Segers stelt, gaat het om grote bedragen bij Muntpunt, want het is een belangrijk project. In het begin was gepland dat zowel de Vlaamse Gemeenschap als de VGC elk 700.000 euro zou uittrekken om een aantal dingen te bewerkstelligen. Voor de VGC werd dat dan gereduceerd tot 600.000 euro. Naar ik verneem, betaalde de Vlaamse Gemeenschap het afgesproken bedrag, maar is er vanuit de VGC tot op heden minder betaald. Dat zou resulteren in een paar niet voltooide maar wel belangrijke werken. Zo zou de IT-infrastructuur momenteel onvoldoende zijn uitgebouwd om een kwaliteitsvolle dienstverlening te verzekeren en ook het raadplegen van onlineboeken werd bevroren, las ik. Verder zou ook de personeelsdotatie Muntpunt zou personeel van de VGC, de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek Brussel en Onthaal en Promotie Brussel hebben moeten overnemen niet helemaal juist zijn.
Uit een bericht dat dezelfde dag verscheen over de vervanging van het nieuwe logo van de Vlaamse overheid, de halve leeuw, wat wij hier ook al hebben besproken blijkt dat Muntpunt 70.000 euro spendeerde aan de invoering ervan. Bepaalde andere organisaties spendeerden daar blijkbaar veel minder aan.
Ik vernam ook dat er een overleg gepland is tussen de VGC en Muntpunt op 8 mei 2014, twee maanden nadat het nieuws uitkwam. Dat lijkt me laat, want blijkbaar zijn er toch ernstige bekommernissen over de werking van Muntpunt. Bent u ook uitgenodigd op dat overleg, minister, of is dat een overleg uitsluitend tussen de VGC en Muntpunt?
Minister, was u op de hoogte van deze problematiek, waarbij de VGC een bepaald bedrag nog niet zou hebben volstort? Wanneer bent u daarvan op de hoogte gebracht?
Het krantenartikel maakt melding van een beslissing van de VGC om geen 700.000 euro maar 600.000 euro te investeren. Werd deze vermindering doorgepraat? Het lijkt logisch dat subsidiërende overheden daarover met elkaar in overleg gaan.
Wat is uw reactie op dit nieuws? Welke stappen zullen nu verder worden gezet en met welke partners? Ik veronderstel dat daarover meer duidelijkheid komt op 8 mei 2014. Kunt u desgevallend de problemen met de personeelsdotatie verder toelichten, minister? Wat denkt u over het bedrag van 70.000 euro dat gespendeerd zou zijn voor de invoering van het nieuwe huisstijllogo van de Vlaamse overheid?
De voorzitter : Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Mevrouw Yamila Idrissi : Ik dreig in herhaling te vallen. Het klopt dat er in Brussel Deze Week berichten verschenen in verband met de financiering van Muntpunt. Zowel de voorzitter als de directeur trekt aan de alarmbel. Bij de installatie van Muntpunt engageerden de Vlaamse Gemeenschap en de VGC zich om elk 700.000 euro uit te trekken voor het informaticaplan. De Vlaamse Gemeenschap schreef dat geld effectief over.
De VGC heeft eerst al het bedrag verminderd naar 600.000 euro. Nu krijgen we ook te horen dat de VGC nog maar 300.000 euro effectief heeft overgeschreven. Het gaat om een unilaterale beslissing die de VGC heeft genomen zonder daar iemand in te kennen.
Daarnaast talmt de VGC, waardoor de planning van een vergadering met Muntpunt en met de VGC de heer Delva zei net dat die vergadering pas op 8 mei is gepland heel wat voeten in de aarde heeft gehad. Dat is bijzonder jammer. Muntpunt moet vandaag het raadplegen van online boeken on hold zetten. Daarnaast dreigt de aankoop van boeken stil te vallen en is de ICT-infrastructuur onvoldoende. Daardoor kunnen een aantal heel belangrijke elementen niet worden doorgevoerd, wat de werking van Muntpunt in zijn geheel doet slabakken. Verder menen de voorzitter en de directeur van Muntpunt dat de personeelsdotatie van de VGC niet correct en niet transparant is.
Als deze elementen kloppen, dan kan ik enkel concluderen dat dit indruist tegen alle principes van goed bestuur. Men legt een bepaald bedrag vast, waar alle partijen het mee eens zijn, en men doet ook uitgaven. Maar daarna blijkt dat dit maar voor de grap was. Dit druist in tegen alle principes van goed bestuur en het komt zelfs over als onbetrouwbaar bestuur. Ik til daar heel zwaar aan. Dit kan gewoon niet. Hoe kan men in hemelsnaam een huis runnen wanneer blijkt dat een van de partners vragen heeft bij het budget?
Minister, kloppen de berichten die in de media verschijnen over Muntpunt? Hoe zit de vork juist in de steel? Hoe zit het op dit moment met de dagelijkse werking van Muntpunt? Waarop moeten ze besparen? Kunnen ze nog boeken aankopen? Hoe zit het met die online boekenraadpleging? Heeft het bevoegde Collegelid over dit fundamenteel probleem overleg gepleegd met Muntpunt voor die beslissing werd genomen? Het budget voor Muntpunt daalt immers aanzienlijk. Minister, welke rol kunt u hierin spelen? Hebt u initiatieven genomen om iets te doen aan deze situatie?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Ik ben verbaasd over de houding die het collegelid van de VGC bevoegd voor cultuur, de heer Bruno De Lille, en dus niet de VGC als dusdanig, heeft ingenomen in dit dossier. De suggestie die is gemaakt in een eerste reactie dat het geld niet zou zijn gegeven omdat men niet weet wat er van hen wordt verwacht, is bijzonder slecht aangekomen bij Muntpunt en bij vele mensen die het goed menen met Muntpunt. Dat is nochtans helemaal niet het probleem. Er moet dan ook niet worden ingegaan op die suggestie.
De heer De Lille heeft in zijn antwoord eigenlijk aangegeven dat ze dat geld niet hebben gekregen omdat er vragen waren over de bestemming van dat geld, over de noodzaak van dat geld op het vlak van informatica en over de bibliotheek. Eigenlijk werd dus gesuggereerd dat ze dat geld niet hadden gegeven omdat ze daar een grondige reden voor hadden. Dat was de onderliggende toon van de communicatie zonder het als dusdanig te zeggen.
Dat was een totaal verkeerde communicatie. Iedereen die Brussel een beetje kent, weet dat naast de architecturale waarde van het gebouw het is de eerste keer dat de Vlaamse Gemeenschap of de VGC in Brussel een gebouw verbouwt dat op zoveel lof kan rekenen ook de inhoudelijke werking heel belangrijk is. Na minder dan een jaar tijd komen er heel wat mensen naar de bibliotheek. Er vinden ook heel veel activiteiten plaatsen en ook externen willen ernaartoe komen, al was het maar om een persconferentie te houden. Muntpunt is op korte termijn een begrip geworden in het Vlaams-Brusselse leven. Het is inderdaad een flagshipstore, een lichtbaken in de stad geworden, mijnheer Segers. Ik denk dat iedereen het daar wel over eens is dat dit heel goed is. Ik vind het dan ook niet correct om te suggereren dat er geen geld wordt gegeven omdat de werking niet volledig goed zou zijn.
Wanneer we bovendien de afspraken bekijken die destijds zijn gemaakt tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC en die ook zijn vertaald in een opdracht en dus niet alleen in een decreet aan Muntpunt, dan blijkt daaruit dat er duidelijk is gezegd dat het een ontmoetingsplaats moet zijn voor mensen en culturen. Muntpunt moet een fysiek en virtueel loket zijn met informatie over Vlaamse instellingen, organisaties, voorzieningen en evenementen in Brussel, maar heeft ook een bibliotheekfunctie. Dat is maar een van de vier functies. Het was onze uitdrukkelijke wens dat in de gewijzigde wereld van vandaag de functie van bibliotheek belangrijk blijft, maar dat er ook drie andere functies zijn.
Laten we het hebben over ICT. Tegenover het bedrag van 700.000 euro staat de 300.000 euro van de VGC. Dat is bizar. Er is een ICT-plan opgesteld door HP-Belgacom, in opdracht van de projectcoördinator van de administratie, mevrouw Steenwinkel. Er is in de begeleiding van een stuurgroep voorzien, waar toen HOB in zat, maar ook de VGC had daarin een vertegenwoordiging. Er is toen een analyse gemaakt over de uitbouw van de organisatie en het beheer. Het ICT-plan dateert van mei 2011 en is in juli 2011 aan collegelid Bruno De Lille en mezelf overgemaakt. Dat is bijna drie jaar geleden, maar bij mijn weten hebben de administratie of het collegelid nooit opmerkingen gemaakt over het ICT-plan. Het is dan toch wel vreemd dat men zich pas drie jaar later afvraagt of die uitgaven wel verantwoord zijn. De Vlaamse Gemeenschap heeft dat bedrag van 700.000 euro vrijgemaakt, en de VGC moet maar haar verplichtingen nakomen.
Het tweede luik van de brief die aan de raad van bestuur van de VGC is overgemaakt, gaat over de personeelskosten. Er is een jaarlijkse baremieke loonsverhoging. Er is een discrepantie tussen het personeelsbudget van Muntpunt en de dotatie van de VGC, en die wordt almaar groter. Hoe komt dat? De VGC geeft, ter compensatie van de overname van het personeel van de VGC door Muntpunt, een bedrag dat overeenkomt met de functie, naar rato van vijf jaar anciënniteit. Muntpunt moet dan wel zelf instaan voor de vergrijzingskosten, de indexaanpassingen en extralegale voordelen zoals maaltijdcheques, kostenvergoedingen voor telewerken, groepsverzekeringen, hospitalisatieverzekeringen en arbeidsongevallenverzekeringen. Dat betekent natuurlijk wel dat de discrepantie groeit, en dat Muntpunt verplicht is het geld elders te gaan halen.
Op 4 februari heeft de raad van bestuur van Muntpunt vergaderd. Toen is gesproken over het voorstel om een exploitatiekrediet van 500.000 euro op te nemen, ten gevolge van het in gebreke blijven van de VGC om haar engagement te honoreren. Het was de eerste keer dat we vernamen dat er zich een probleem stelde. Wat is mijn standpunt? Muntpunt is een extern verzelfstandigd agentschap (EVA). Muntpunt heeft een raad van bestuur. Ik vind dat een minister zich daar niet te veel moet mee bemoeien. Dat lijkt me een gezonde houding. Als er zich problemen stellen tussen een EVA en een overheid, dan moeten in de eerste plaats zij samen proberen de zaak op te lossen. Zo nodig kunnen we ons met de zaak bemoeien.
Sta me toe duidelijk te zijn. De VGC en de Vlaamse Gemeenschap hebben afspraken gemaakt. Die zijn opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst van 29 januari 2008. Toen heeft de VGC zich ertoe verbonden om 50 procent van de inrichtingskosten en 50 procent van de exploitatiekosten van Muntpunt te financieren. Ik heb begrepen dat collegelid De Lille de 50/50-verdeling niet in vraag heeft gesteld tijdens het actualiteitsdebat dat de VGC heeft gehouden. Dat is al iets. Maar ik deel de mening van zij die hebben gezegd dat het niet kan dat een overheid unilateraal haar verbintenissen niet nakomt in dit geval tegenover een EVA. Dat fnuikt ten dele toch het enthousiasme van mensen die aan een eerder onzekere toekomst zijn beginnen te werken en dat heel goed hebben gedaan. Ik wil dus duidelijk zijn: de VGC moet haar engagement nakomen.
Ik wil nog een ander cijfer onder de aandacht brengen. Muntpunt wordt terecht voorgesteld als een gemeenschappelijk project van de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. Maar het geheel overziend, en los van de kostprijs van de verbouwingswerken, de jaarlijkse erfpachtvergoeding en het eigenaarsonderhoud voor het gebouwencomplex die voor het grootste deel worden gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap en waarin de VGC in totaal slechts voor 19,34 procent bijdraagt draagt de VGC eigenlijk niet zo heel veel bij. Men mag dan toch verwachten dat de VGC extra inspanningen voor Muntpunt levert, temeer omdat de VGC de afgelopen jaren extra middelen van de Vlaamse overheid heeft gekregen. Ik denk dan aan de 2 miljoen euro voor de ontwikkeling van de Nieuwelandsite en 750.000 euro voor de Brede Schoolprojecten.
We weten ook dat het niet evident is om de 1,1 miljoen euro die jaarlijks wordt overgemaakt ten behoeve van gemeenschapsinfrastructuur, te bestemmen. Ik merk trouwens op dat de overname, door de Vlaamse Gemeenschap, van de erfpachtvergoeding voor het zogenaamde Monnaiehouse de VGC ook nog eens een jaarlijkse financiële marge oplevert van 1,8 miljoen euro. Alles welbeschouwd stelt de Vlaamse Gemeenschap veel financiële middelen ter beschikking. Dat is terecht. Ik stel ook vast dat de VGC dat slechts in beperkte mate doet, en er dan nog in slaagt om dat beperkte engagement niet na te komen. Dat is toch niet heel erg ernstig.
Toen we die brief onder ogen hebben gekregen en van het probleem hebben gehoord, hebben wij contact opgenomen met collegelid De Lille. Ik heb hem een brief gestuurd, met de vraag om voor een oplossing te zorgen. Het was een vriendelijke brief, waarin ik hem zei dat ik had vernomen dat er zich problemen stellen, en dat ik graag zou hebben dat hij voor een oplossing zorgt. Dat was de teneur van die brief. Ik ben met die brief niet naar de pers gestapt. In zijn antwoord staat wat uitleg, met de mededeling dat men dat inderdaad niet heeft gedaan en dat men daarover zou bijeenkomen. Inmiddels vernam ik dat die bijeenkomst pas op 8 mei zal plaatsvinden. Dat is amper twee weken voor de verkiezingen, wat dus betekent dat het allemaal kort dag is.
Tijdens het actualiteitsdebat van de VGC zou er zijn gezegd dat een oplossing zal worden gezocht in de begrotingscontrole van september 2014. In september 2014 is er een nieuw college, een nieuwe meerderheid. Men had moeten wachten op zijn geld. Dat lijkt me allemaal niet zo correct. Op 24 april is er een vergadering van het College van de VGC. Ik ga daar bijna altijd naartoe, tenzij om uitzonderlijke redenen. Ik zal dat daar op de agenda zetten in de hoop als volwassenen rond de tafel kunnen zitten: daarbij doel ik op de drie collegeleden, een secretaris van het College maar die mag niets zeggen, enkel noteren en mezelf. Ik hoop dat we nog voor de verkiezingen een oplossing vinden. We moeten aan Muntpunt duidelijk laten weten dat de VGC haar engagementen zal nakomen.
Ik ben altijd voogdijminister geweest over de VGC. Ik heb daar in de afgelopen vijf jaar nauwelijks gebruik van gemaakt. Ik vind dat overheden elkaar de duvel niet moeten aandoen of elkaar te pas en te onpas voor de voeten moeten lopen. Maar hier heeft de VGC een heel duidelijk engagement genomen, en ze moet dat nakomen. Het is de taak van de voogdijminister om ervoor te zorgen dat ondergeschikte besturen hun engagementen nakomen. Daarvoor heb ik wel wat instrumenten in petto of kaarten in mijn hand. Ik ga die vandaag nog niet op de tafel leggen, want ik vind dat we het best in onderlinge verstandhouding tussen de VGC en de Vlaamse Gemeenschap tot een oplossing komen, dat is belangrijk. U merkt dat ik niet in conflict wil gaan. Ik wil dit met het voltallige College van de VGC oplossen. Het is het beste voor Muntpunt om dat te doen.
Er is 70.000 euro uitgetrokken voor de huisstijl en het logo. Dat is niet het leeuwtje van de Vlaamse overheid. Dat leeuwtje is een mooi logo, laat daar geen misverstand over ontstaan. Dat geld dient echter daar niet voor, het gaat over de huisstijl van Muntpunt. Men zegt mij dat dat marktconform is. We zullen het leeuwtje niet invoeren voor Brussel, we zullen samen met de VGC een ander symbool invoeren. Daar is nog geen geld voor uitgetrokken, dat zit althans niet in die 70.000 euro.
Samengevat, de VGC is een zeer duidelijk engagement aangegaan en moet dat nakomen. We zullen de komende dagen, wat mij betreft, nog proberen om dat op te lossen. Desnoods kunnen we als voogdijoverheid ook onze verantwoordelijkheid nemen, maar ik hoop dat het zover niet komt en dat we met het voltallige VGC-College ertoe komen dat ze hun engagement nakomen.
Ik herhaal het nog eens voor het verslag: ik vind niet alleen als Vlaams minister bevoegd voor Brussel, maar ook als Brusselaar en als een van de vaders van Muntpunt, neem me niet kwalijk dat ik het zo uitdruk dat dit een zeer mooi project geworden is. Af en toe is er misschien nog eens een groeipijntje, dat is met alles zo. Maar het staat er, het krijgt duizenden bezoekers en het is gewild door derden, ik heb begrepen dat enkele Vlaamse ministers al een beetje jaloers zijn op dat gebouw en die instelling. Dat is altijd goed.
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Minister, bedankt voor de omstandige toelichting van de situatie. Dat brengt enige verheldering ten opzichte van de krantenartikelen. Die bevatten altijd wat waarheid, maar het is goed om te weten hoe de vork juist in de steel zit.
Minister Pascal Smet : Maar in dezen was de krant juist, mijnheer Segers.
De heer Willy Segers : Perfect.
Het doet een vermoeden rijzen dat amper één jaar na de start van dit vlaggenschip we hebben het project altijd ondersteund en staan er nog altijd ten zeerste achter een verschil in visie zou ontstaan tussen de belangrijkste partners. Dat zouden we absoluut willen vermijden.
Bedankt voor de toelichting over het informatica-aspect en de personeelsproblematiek. Nog een bijkomende vraag: hoe wordt de discrepantie van de oplopende kosten opgevangen? Dat is toch een blijvend probleem, neem ik aan?
Ik ben het helemaal eens met uw visie dat gemaakte afspraken tussen overheden niet unilateraal kunnen worden opgezegd. In die context verheugt het ons dat u de vergadering van het College zult bijwonen en dat u dat regelmatig of zelfs altijd doet, en dat u het op 24 april op de agenda zult zetten. Ik hoop dat dit kan leiden tot een oplossing. Dit vlaggenschip verdient meer en beter, niet alleen nu op het einde van de legislatuur, maar ook en zeker aan het begin van de volgende.
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Ik dank u voor uw uitvoerig antwoord, minister. Ik wil een paar elementen naar voren halen.
Muntpunt is een EVA en moet in die zin zijn problemen oplossen met de overheden die het subsidiëren. In principe ben ik het daar helemaal mee eens. Dat is de verantwoordelijkheid van het EVA. Als de Vlaamse Gemeenschap middelen investeert in een project en er bestaat een afspraak met een andere overheid om dat ook te doen, en die andere overheid komt dat wat de reden ook mag zijn niet na, dan loopt het project van de Vlaamse Gemeenschap zelfs gevaar. In die zin is het niet uitsluitend de verantwoordelijkheid van het EVA, maar is het wel nuttig om contact op te nemen met die andere overheid, wat u ook gedaan hebt. (Opmerkingen van minister Pascal Smet)
Oké. U sprak ook nog over de voogdij. Ik kom daar nog op terug. U zegt dat u instrumenten hebt om op te treden. Ik begrijp goed dat u in dit geval zelf ageert. Dat is prima.
De VGC geeft 19,34 procent en de Vlaamse Gemeenschap de rest. Dat is toch een beetje vreemd? De VGC en de Vlaamse Gemeenschap zijn toch één en ondeelbaar? Het is een ondergeschikt bestuur, maar de VGC hangt af van de Vlaamse Gemeenschap. Samen vechten we voor schitterende projecten in Brussel. We realiseren samen heel wat zaken. U zegt: wij geven zoveel en zij geven zoveel. Maar zij zijn ook wij en wij zijn zij, want eigenlijk is het één geheel. Samen moeten we vechten voor de Vlaamse Brusselaars, we moeten dit in zijn algemeenheid bekijken. Ik hoop dat we op termijn van die redenering kunnen afstappen, dat we niet langer zeggen: wij zoveel en zij zoveel. Het gaat niet over de Vlaamse Gemeenschap versus de Franse Gemeenschap. Het gaat niet over de federale overheid versus de Vlaamse. Het gaat over Vlaanderen in Brussel, het is twee keer hetzelfde verhaal. Ik hoop dat we er vanaf de volgende legislatuur op een andere manier over kunnen praten.
De datum van 8 mei zit u ook dwars. Ik vind het rijkelijk laat. Als ik hoor dat er sprake is van een begrotingsherziening in september 2014, weet ik niet hoe ik die kan rijmen met de dingen die worden verteld in de brief van de directeur en de voorzitter van Muntpunt. Ik heb begrepen dat een aantal dingen toch wel dringend waren. Ik probeer goed te begrijpen wat het tijdspad is, maar ik vraag me af of we niet gewoonweg veel te laat zullen zijn.
U zegt dat u misschien zult ingrijpen als voogdijminister, dat u instrumenten in petto hebt, maar dat u ze in uw mouw houdt. Als parlementslid ben ik eigenlijk heel oprecht geïnteresseerd. Wat zouden die instrumenten kunnen zijn? Zelfs als u ze niet gebruikt, vind ik het nuttig in mijn huidige positie en misschien ook in mijn positie morgen om te weten wat u kunt doen. Ik vind dit interessant. Het gaat over grote bedragen en prachtige projecten. Het risico bestaat dat het niet verloopt zoals we wensen. Ik zou graag van u vernemen wat u zoal kunt doen.
Over mijn vraag over de 70.000 euro: ik had het anders begrepen, maar ik heb helemaal vrede met uw antwoord. Als het gewoon bedoeld is voor de huisstijl van Muntpunt, dan is dat een heel normaal bedrag. Ik heb er geen verdere bedenkingen bij.
De voorzitter : Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Mevrouw Yamila Idrissi : Minister, ik dank u voor uw uitvoerige antwoord.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik daarjuist bijna van mijn stoel viel. Ik dacht dat ik een beetje overdreven had toen ik zei dat het indruist tegen alle principes van goed bestuur. Ik heb zelfs een vrij straf woord gebruikt: onbetrouwbaar bestuur. Ik had echt gehoopt om vandaag een valabele uitleg te krijgen. Gaat het om het informaticabudget? Neen, want men had al drie jaar een opmerking kunnen maken, maar men doet het niet. Gaat het om een financieringstekort? Neen, ze worden betaald, er is geen probleem van financiering. Ik kan er als parlementslid eigenlijk gewoon niet bij. Er is dus geen reden? Of hoe moet ik het begrijpen? Wat is de echte reden om het niet te doen? Of speelt men een spelletje op de kap van dit vlaggenschip want eindelijk is er een organisatie die goed werkt in Brussel? Speelt men spelletjes? Is dat het? Er zijn blijkbaar geen gegronde redenen. De redenen die worden aangehaald, worden hier punt per punt weerlegd. Zelfs het logo blijkt marktconform te zijn. Er is dus geen objectieve reden om dat bedrag in te houden. Als dat wordt gecombineerd met het feit dat men dan nog steeds niet samenzit, maar dat pas rijkelijk laat zal doen, lijkt het bijna op een soort van moedwilligheid om iets kapot te maken. Anders begrijp ik het niet. Ik hoop dat we de komende weken een uitleg zullen krijgen.
De heer Delva zegt dat we een en ondeelbaar zijn, maar die uitspraak begrijp ik niet goed. Er is een samenwerkingsakkoord tussen twee overheden: de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt met 50 procent voor de Vlaamse Gemeenschap en 50 procent voor de VGC. Ik begrijp de opmerking niet dat we een en ondeelbaar zijn, omdat er één partner blijkbaar zegt: We hebben dat wel beloofd, maar dat was om te lachen. Die partner had beloofd om 700.000 euro te geven, maar vond dat te veel en heeft er 600.000 euro van gemaakt, en heeft daarna beslist om 50 procent van die 600.000 euro in te houden. Daarvoor was geen gegronde reden ik heb die althans nog niet gehoord. Bovendien ging men niet eerst samen rond de tafel zitten. Er werd gewoon beslist om dit te doen. Er is dus één partner die de afspraken gewoonweg niet nakomt.
Ik hoop echt dat er op 24 april een oplossing uit de bus komt die ten goede komt aan Muntpunt. Het spel dat wordt gespeeld door een collegelid van de VGC schaadt de Brusselaars en Muntpunt, een mooi project dat eraan ten onder dreigt te gaan. Ik hoop van ganser harte dat op 24 april de ware reden aan het licht komt en vooral dat er ook een oplossing naar boven komt.
Ik heb nog een laatste puntje. Ik heb er echt over nagedacht of ik dit al dan niet zou zeggen. Ik betreur een beetje dat de democratische oppositiepartijen hier vandaag niet zijn. Groen is hier niet en Open Vld is hier niet. Het Vlaams Belang is hier eventjes geweest. Voor dit dossier, een heel belangrijk dossier voor Brussel, vind ik dit betreurenswaardig. Dat wilde ik hier even zeggen.
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Mevrouw Idrissi, wat ik heb gezegd, deed ik naar aanleiding van de uitspraak van de minister over: wij geven zoveel en de VGC geeft zoveel. Ik ga ermee akkoord dat afspraken die werden gemaakt tussen partners en het zijn partners moeten worden nagekomen. Wat ik wil zeggen, is het volgende. We zeggen: in dit dossier geeft de Vlaamse Gemeenschap x procent en de VGC y procent. We zijn hier een belangrijke subsidiënt. In een aantal andere dossiers zijn de rollen omgedraaid. Eigenlijk is dat irrelevant.
Mevrouw Yamila Idrissi : Het zijn objectieve cijfers. Ze tonen aan wie wat betaalt.
De heer Paul Delva : Ik vind dat we als Vlaamse Brusselaars verder moeten kijken dan die cijfers en percentages. De VGC en de Vlaamse Gemeenschap vechten voor hetzelfde. Het is een heel belangrijk goed waar we een stuk van ons werk aan wijden. Het is niet belangrijk of de Vlaamse Gemeenschap in dit dossier 20, 25, 30, 40 of 60 procent geeft of dat de relatie omgekeerd is.
Dat doet niets af aan het feit dat afspraken afspraken zijn. Afspraken moeten worden nageleefd. Dat spreekt voor zich. Op dat vlak geef ik mevrouw Idrissi volledig gelijk. Stellen dat met betrekking tot dit specifiek dossier de ene partner zoveel geeft en de andere partner zoveel geeft, vind ik dan weer niet het belangrijkste. Het belangrijkste is dat Muntpunt blijft draaien, dat de problemen worden opgelost en dat alle Brusselaars er welkom blijven. Ze moeten van veel meer dan een bibliotheek gebruik kunnen maken.
Dat is het punt dat ik wil maken. Ik hoop dat we de afwegingen van percentages op termijn achter ons kunnen laten. Ik herhaal nogmaals uitdrukkelijk dat een overheid de door haar gemaakte afspraken ook moet nakomen. Dat spreekt voor zich.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Eerst en vooral wil ik opmerken dat ik die verhoudingen heb aangehaald omdat ik een gedetailleerd overzicht wilde geven. Het betreft, zoals ik in mijn antwoord meermaals heb vermeld, een gemeenschappelijk project. Wat het gebouw betreft, komt 80 procent van de Vlaamse Gemeenschap en 20 procent van de VGC. Wat de uitrustings- en exploitatiekosten betreft, gaat het om 50 procent. Zeker als we naar de budgetten kijken, lijken die verhoudingen me niet overdreven. Dat is de enige reden waarom ik die opmerking heb gemaakt.
De reden is me nog steeds niet duidelijk. Een collegelid van de VGC komt zijn engagement niet na. Ik wil die nuance maken. Ik heb al gesteld dat ik zijn suggestie niet correct vind. Wat de werkelijke reden is, zal hem moeten worden gevraagd.
Ik blijf hopen dat een oplossing kan worden gevonden. Om die reden staat dit punt ook op de agenda van de vergadering van het College van de VGC van 24 april 2014. Dat is overmorgen. Indien tijdens die vergadering geen oplossing wordt gevonden, moeten we wel enige zekerheid over de beschikbare middelen geven.
Ik heb niet veel zin hier te zeggen over welke middelen het gaat. Er zijn verschillende mogelijkheden. Er zijn me een aantal suggesties gedaan. Ik zou dit probleem kunnen oplossen. Ik zou dat dan, voor alle duidelijkheid, niet uit mijn eigen budget halen. Ik wil dat wapen niet gebruiken. We moeten dan ook hopen dat het gezond verstand op 24 april 2014 of ten laatste enkele dagen nadien zal zegevieren.
Mijnheer Delva, indien ik dat wapen niet heb hoeven te gebruiken, is de kans groot dat we elkaar elders zullen terugzien. Op dat ogenblik zal ik u met plezier inlichtingen over alle geheimen verschaffen. (Opmerkingen van de heer Paul Delva en minister Pascal Smet)
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Ik wil nog even mijn appreciatie uitspreken voor de nuance die de minister in zijn antwoord heeft gelegd. Het onderscheid tussen het College van de VGC en een collegelid vormt ook in verband met dit dossier een belangrijke nuance. Ik ben blij dat dit ook vandaag nadrukkelijk op die manier is verwoord.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.