Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 27/03/2014
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de anciënniteit van zijinstromers in het onderwijs
- 1158 (2013-2014)
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Minister, deze vraag om uitleg sluit aan bij een gesprek dat we al hadden in deze commissie. Op 19 september 2013 kwam in de Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen het thema van de nieuwe geplande anciënniteitsregeling voor zijinstromers aan bod. Bij die gelegenheid kreeg ik uw mondelinge antwoord op mijn schriftelijke vraag van 4 juli 2013.
Minister, u ging nog niet in op de technische elementen van de vraag, maar stelde dat die allemaal een antwoord zouden krijgen in het te verwachten besluit van de Vlaamse Regering. Over de essentie was u wel zeer duidelijk. Ik citeer: De maatregel is in eerste instantie bedoeld voor mensen die nog niet eerder in het onderwijs aangesteld zijn.
Minister, op dit ogenblik leidt dat hier en daar tot eigenaardige situaties in scholen die op zoek zijn naar vervangers. Sommige mogelijke zijinstromers nemen bewust geen taak op in het onderwijs, omdat ze het risico niet willen lopen dat ze in de toekomst niet meer als nieuwe zijinstromer zouden worden beschouwd.
Minister, aan wie voor het eerst in het onderwijs wordt aangesteld, wordt een stamboeknummer toegekend. Sommige personeelsleden hebben al wel een stamboeknummer, maar hebben nog nooit een aanstelling gehad. Als de nieuwe regeling bedoeld is voor mensen die nooit eerder in het onderwijs zijn aangesteld, is het dan zo dat mensen die wel al een stamboeknummer hebben, maar nog nooit effectief zijn tewerkgesteld, onder de nieuwe regeling kunnen vallen?
Ik werd gecontacteerd door iemand die van plan was te starten, een stamboeknummer heeft gekregen, maar, aangezien de perspectieven op termijn gunstiger zijn, vandaag niet start, omdat hij vreest op basis van de informatie die hij heeft gekregen, later niet onder de nieuwe regeling te zullen vallen.
Om jonge leerkrachten aan de slag te houden, is het belangrijk dat ze niet door zijinstromers worden verdrongen. Het is dus belangrijk een onderscheid te maken tussen financiële anciënniteit, ambtsanciënniteit en dienstanciënniteit. Gaat het bij de anciënniteit die zijinstromers mogen valideren, enkel om financiële anciënniteit of worden ook andere vormen van anciënniteit meegenomen? Welke communicatie gebeurt daarover naar hen?
Mijn vragen zijn misschien een beetje technisch, maar ze zijn wel bijzonder belangrijk voor de doelgroep waarover het gaat.
De voorzitter : Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Mevrouw Gerda Van Steenberge : Minister, op het eerste gezicht is dit misschien technisch, maar het is inderdaad heel belangrijk. Twee weken geleden heb ik ook de vraag gesteld hoe het nu precies zit met de zijinstromers. U hebt gezegd dat er een besluit in de maak is. U hebt er nog geen timing op kunnen zetten wanneer dat door de Vlaamse Regering wordt besproken of goedgekeurd.
Ik kom ook mensen tegen die wat afwachtend zijn, die zin hebben om in het onderwijs te stappen, maar onzeker zijn over de eventuele toepassing van de anciënniteit. Ik kijk dus uit naar uw antwoord.
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : De heer De Meyer stelt hier enkele terechte, pertinente vragen. Over een principe kun je het fundamenteel eens zijn. Niemand stelt het principe in vraag om zijinstromers in te zetten in ons onderwijs. Het is expertise die kan worden ingezet, er is ook een lerarentekort. Ik hecht veel belang aan mensen die ook elders ervaring hebben, dat ze die meerwaarde kunnen binnenbrengen.
We moeten er anderzijds voor zorgen dat we enkele praktische bezwaren kunnen opruimen. Ik kijk dan ook urgent uit naar de beslissing van de Vlaamse Regering hierover. Het kan niet zijn dat mensen de stap uitstellen, omdat ze nu nadeel hebben in plaats van over enkele maanden.
De N-VA vindt het principe om input van elders in de klas te brengen heel belangrijk. Daarom moeten we zo veel mogelijk obstakels daartegen proberen weg te werken.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Het is natuurlijk nog altijd een ontwerp van besluit. We wachten op het advies van Begroting. Zodra we dat hebben, kan het worden besproken op de ministerraad. Zoals dat ontwerp van besluit nu is geschreven, staat er dat personen die nooit eerder een aanstelling hadden in het onderwijs, in aanmerking komen voor geldelijke validering van anciënniteit opgebouwd buiten het onderwijs. Dat staat los van het al dan niet in het bezit zijn van een stamboeknummer. Een stamboeknummer hebben is gewoon een aanstelling. Als je niet aangesteld bent, kom je wel in aanmerking.
Het ontwerp van besluit betreft enkel de validering van de geldelijke anciënniteit. Dit komt tegemoet aan uw opmerking, wat ook logisch is.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Minister, het antwoord dat u hebt gegeven, brengt wel duidelijkheid voor de mensen die duidelijk belangstelling hebben om eventueel de stap naar het onderwijs te zetten. Anderzijds is het antwoord ook belangrijk voor jonge leerkrachten die nog niet benoemd zijn en zich mogelijk terecht of onterecht bedreigd zouden weten door zijinstromers. Voor die twee groepen is het een belangrijk antwoord.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.