Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 12/03/2014
Vraag om uitleg van de heer Björn Rzoska tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de opmaak van een reparatie-GRUP voor de afbakening van het Antwerpse zeehavengebied en de juridische gevolgen daarvan
- 1077 (2013-2014)
De voorzitter : De heer Rzoska heeft het woord.
De heer Björn Rzoska : Voorzitter, minister, ik hoef de voorgeschiedenis niet helemaal in het geheugen te brengen, maar op 30 april 2013 heeft de Vlaamse Regering de definitieve vaststelling gedaan van het GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen. Dat werd op 6 december 2013 gedeeltelijk geschorst door de Raad van State.
Het GRUP werd als onwettig beschouwd wat Linkeroever betreft, omdat het voorziet in de vernietiging van 60 hectare uitzonderlijk natuurgebied van De Putten in Kieldrecht, dat als Vogelrichtlijngebied is aangeduid. Het GRUP voorziet ook in het verdwijnen van de slikken en schorren aan Doel, die beschermd zijn door de Habitatrichtlijn. Een GRUP kan immers maar worden goedgekeurd wanneer een passende beoordeling is gemaakt omtrent de gevolgen van het plan voor de richtlijnen, en wanneer uit de plannen blijkt dat het plan geen betekenisvolle aantasting van het gebied kan veroorzaken.
De Vlaamse Regering wil nu blijkbaar het geschorste GRUP intrekken en opnieuw vaststellen. Een van de redenen hiervoor is dat uit het geschorste gewestplan bewoners in Doel middelen kunnen putten om af te dwingen dat hun woonrecht wordt gerespecteerd en dat hun dorp beveiligd en onderhouden wordt. En dat wil het Antwerpse havenbestuur, maar ook de Vlaamse Regering, blijkbaar koste wat het kost verhinderen.
Minister, in hoeverre zorgt een dergelijke reparatieactie ook ten gronde voor een oplossing? Wordt tegemoetgekomen aan de fundamentele bezwaren van de Raad van State en de tegenspraak met Europese regelgeving? Welke oplossingen worden voorgesteld? Dreigt een herhaling van het scenario van de laatste vijftien jaar, waarbij de Vlaamse Regering uitpakt met juridische spitsvondigheden, maar telkens weer ongelijk krijgt van de eigen rechterlijke macht of van Europa? Is het risico niet zeer groot dat we opnieuw in een juridisch moeras wegzinken?
De voorzitter : De heer de Kort heeft het woord.
De heer Dirk de Kort : Ik wil me aansluiten bij deze vraag om te weten in welke richting de Vlaamse Regering een oplossing ten gronde zal uitwerken, zeker als we zien welke lange weg al is afgelegd bij het tot stand komen van het GRUP. Voor de rest zal ik me zeker en vast niet aansluiten bij de tendentieuze vragen van de collega.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Voorzitter, in december 2013 heeft de Raad van State effectief de gedeeltelijke schorsing bevolen. In zijn arrest wijst de Raad van State erop dat de doelstellingen voor de Europees beschermde natuur in het gebied van het GRUP op de Linkerscheldeoever op dit ogenblik niet gehaald worden. Zolang die natuurdoelstellingen niet gehaald zijn, vormt elke ingreep die de natuurtoestand achteruit doet gaan, een probleem. Net dat probleem, dat de raad aanhaalt, willen we oplossen met dit GRUP. U weet dat het GRUP voorziet in de realisatie van nieuwe natuur voorafgaand aan havenontwikkeling, precies om de doelstellingen in de nabije toekomst te kunnen halen en dus te voldoen aan de Europese verplichtingen. Het is altijd de bedoeling geweest dat de ontwikkeling van nieuwe natuur voorafgaat aan de havenontwikkeling. Het volledige dossier van het GRUP en het flankerend pakket van maatregelen steunt op dit principe. Dat is de basis.
Ik wil erop wijzen dat voor het proces van het GRUP en het flankerend programma een breed projectteam werd opgericht met de verschillende actoren binnen het havengebied onder leiding van een projectmanager. Het proces is niet lichtzinnig tot stand gekomen, zoals de heer de Kort reeds heeft gezegd, en de principes en acties die werden uitgewerkt binnen het GRUP en het flankerend pakket maatregelen werden binnen het projectteam breed gedragen. Er zijn zelfs informele contacten geweest met de Europese instanties waaruit bleek dat de werkwijze, namelijk voorafgaande ontwikkeling van robuuste natuur, positief onthaald werd.
Ondanks dit alles was de Raad van State van oordeel dat dit onvoldoende is en dat het GRUP in de stedenbouwkundige voorschriften zelf verordenend moet vastleggen dat de realisatie van de nieuwe natuur op Linkerscheldeoever noodzakelijk moet voorafgaan aan de havenontwikkeling. Dit is de reden van de gedeeltelijke schorsing van het GRUP.
Het lijkt mij belangrijk dat het gaat om een gedeeltelijke schorsing, die enkel betrekking heeft op het grondgebied van Linkerscheldeoever, met name Beveren en Sint-Gillis-Waas. De groene gebieden die het GRUP in die gemeenten aanduidt, worden uitgesloten van de schorsing. De delen van het GRUP die betrekking hebben op het grondgebied van Zwijndrecht, Antwerpen en Stabroek en de groene gebieden in Beveren en Sint-Gillis-Waas zijn dus niet geschorst en blijven onverminderd van kracht. Dit is belangrijk aangezien de natuur- en havenontwikkeling op Rechterscheldeoever onveranderd kan voortgaan. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de bestaande en nieuwe natuurgebieden op Linkerscheldeoever, die nodig zijn om de natuurdoelstellingen te halen.
Mijnheer Rzoska, in tegenstelling tot wat u suggereert, heeft de Vlaamse Regering nog geen beslissing genomen over de wijze van remediëring. Momenteel wordt onderzocht hoe we kunnen tegemoetkomen aan de bezwaren van de Raad van State. Ik heb de administratie opdracht gegeven om inhoudelijk na te kijken op welke manier de natuurfasering en de timing verordenend kunnen worden vertaald in de stedenbouwkundige voorschriften. Dit zijn, wat mij betreft, geen juridische spitsvondigheden maar een manier om te remediëren aan wat de Raad van State heeft voorgelegd. Maar zoals gezegd, zal ik een voorstel van remediëring, uiteraard in overleg met mijn collegas, namelijk minister Schauvliege, bevoegd voor de natuur, en minister Crevits, bevoegd voor de havens, ter bespreking voorleggen aan de Vlaamse Regering. Vooralsnog wordt geen enkele piste uitgesloten. Het resultaat zal zijn dat we tegemoetkomen aan de opmerkingen van de Raad van State.
De voorzitter : De heer Rzoska heeft het woord.
De heer Björn Rzoska : Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Mijn bezorgdheid was gewekt omdat dat punt wel degelijk op de agenda stond van de raad van bestuur van de Maatschappij Linkerscheldeoever. In de toelichtende nota stond dat men binnen de raad van bestuur de piste bewandelde die ik in mijn vraag heb gesteld, namelijk dat de Vlaamse Regering de intentie had om het GRUP opnieuw vast te stellen.
Vandaag beweert u het tegendeel, namelijk dat er nog zaken worden onderzocht. Ik zal dat uiteraard blijven opvolgen. Dat was de achtergrond van mijn vraag om uitleg.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.