Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid
Vergadering van 11/03/2014
De voorzitter : Mevrouw De Vits heeft het woord.
Mevrouw Mia De Vits : Voorzitter, minister, collegas, een nieuwe, dodelijke vorm van xtc in het Brusselse uitgangsleven zet het debat over drugspreventie opnieuw in de kijker. Modus Vivendi, een project in Wallonië en Brussel, geeft gebruikers de kans om drugs gratis en anoniem op kwaliteit te laten testen. Helaas hebben we in Vlaanderen enkel een preventie- en repressiebeleid en hebben we eigenlijk geen exacte gegevens over het aantal gebruikers en welke middelen zij nemen. Een soortgelijk project in Vlaanderen zou ons de kans bieden om het probleem in kaart te brengen en om ons hulpverlenings- en preventiebeleid fors te verbeteren.
In 2004 investeerde Vlaanderen 28,57 euro per inwoner aan de drugsproblematiek. Slechts 1,09 euro hiervan ging naar preventie, terwijl 16,07 euro werd gebruikt voor repressie en veiligheid. Het zou dan ook een gemiste kans zijn om hier geen stap mee in de juiste richting te zetten, want zoals we allen weten, is voor gebruikers hulp zoeken nog steeds een groot taboe. Dankzij het project hebben Wallonië en Brussel veel sneller zicht op de drugs die in omloop zijn. Dit stelt hen in staat om korter op de bal te spelen. Ook de sector is vragende partij.
Ik heb al eerder gezegd dat dit initiatief ons alleen maar vooruit zou helpen. Het is geenszins een aanmoediging voor meer gebruik, maar een statement voor een gezondere, socialere, veiligere en transparantere samenleving.
Minister, welke initiatieven wilt en zult u nemen om de registratie van drugsgebruikers te verbeteren? Ziet u de mogelijkheid om een dergelijke screening ook in Vlaanderen uit te voeren? Hebt u over deze problematiek al contact gehad met uw collegas van de andere gemeenschappen en gewesten? Indien dit het geval zou zijn, wat was hiervan het resultaat?
De voorzitter : De heer Gysbrechts heeft het woord.
De heer Peter Gysbrechts : Minister, ik sluit mij hierbij graag aan omdat nieuwe drugs die in omloop worden gebracht een reëel gevaar vormen of kunnen vormen voor de gezondheid van de gebruikers doordat ze nieuw en onbekend zijn. Dat is vanzelfsprekend. Wordt er opgevolgd welke drugs er worden gebruikt? Gebeurt dat met de nieuwe drugs? Hoe volgt men dat op?
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Lies Jans : Voorzitter, er komen om de haverklap nieuwe soorten drugs op de markt. De ene soort is al gevaarlijker dan de andere. Onderzoek en kennis van de drugs en hun samenstelling zijn essentieel. Maar ik ben absoluut geen voorstander van de gratis test. Als we dat zouden toelaten, zouden we een verkeerd signaal geven. Je geeft het signaal dat als de geteste drug goed is, het geen probleem is. Ik vind wel dat de hulpverlening en sensibilisering essentieel zijn. Het contact tussen de hulpverlener en de drugsgebruiker moet zo maximaal mogelijk worden ondersteund.
Minister, hoe kunnen we er blijven voor zorgen dat we de hulpverleners daadwerkelijk op de plaats krijgen waar de drugsgebruikers zich bevinden? Zo werd dat ook toegepast op de hiv-tests. Er werd getest op locaties waar er veel potentiële hiv-lijders aanwezig waren. Hoe kunnen we op Vlaams niveau de sensibilisering en hulpverlening in de praktijk zo dicht mogelijk bij de gebruikers krijgen?
De voorzitter : Minister Vandeurzen heeft het woord.
Minister Jo Vandeurzen : Vlaanderen is wat betreft gegevensverzameling inzake trends in nieuwe of veranderende drugs betrokken bij het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving. Hierbij treedt het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid (WIV) op als Belgisch focal point. Onze partnerorganisatie, de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD), treedt op als sub- focal point voor de Vlaamse Gemeenschap.
De hoofdtaak van het WIV bestaat uit het monitoren, verzamelen, analyseren en verspreiden van drugsgerelateerde informatie. Door het early warning system krijgen we een zicht op welke drugs er in omloop zijn.
In Vlaanderen worden gegevens over drugsgebruikers verzameld door de VAD. Op federaal niveau wordt in het kader van de Gezondheidsenquête ook gepeild naar het gebruik van tabak, alcohol en andere middelen. De VAD bevraagt onder meer leerlingen en studenten over hun gebruik, en heeft daarnaast een specifieke vragenlijst voor de uitgaanssector. Sinds 2003 worden daarbij trends in het middelengebruik, gebruikspatronen en het aanwenden van gezondheidsmaatregelen onderzocht. In 2015 vindt een volgend onderzoek binnen de uitgaanssector plaats. De resultaten van de bevraging van 2012 kunnen worden gevonden op de website van de VAD.
Mevrouw De Vits, Vlaanderen schakelt zich volledig in, niet in een soort van preventie-repressieverhaal maar in de internationale standaard en ook in de in België afgesproken methode van preventie, vroege interventie, hulpverlening en repressie als ultimum remedium. Dat is de overeengekomen mission statement van de Interministeriële Conferentie Drugs. Vlaanderen draagt hierin bij door middel van het Vlaams Actieplan Middelengebruik 2009-2015. Hierbinnen heeft Vlaanderen geen plannen om initiatieven rond drug/ pill testing op locatie op te nemen in het Vlaams beleid. Pill testing is ook niet opgenomen in het Vlaams Actieplan Tabak, Alcohol en Drugs 2009-2015.
Voor alle duidelijkheid: dat wil niet zeggen dat we principieel gekant zijn tegen elke vorm van harm reduction. Zo kan harm reduction een goede aanvulling zijn van een gedifferentieerd preventiebeleid. Het feit dat de Vlaamse Gemeenschap al veel jaren op structurele wijze investeert in spuitenruilprogrammas toont aan dat we hierin onze verantwoordelijkheid opnemen.
Hoewel in de literatuur voordelen van pill testing beschreven worden, zoals het verlagen van de drempel voor preventieve boodschappen, het verlenen van geloofwaardigheid aan organisaties, het verzamelen van informatie over gebruik enzovoort, zijn de nadelen en risicos volgens ons groter. Zo hangen de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de resultaten van de verschillende testmethodes af van de aard van de apparatuur. Verder is goede pill testing op locatie erg duur. Pill testing wekt bovendien de indruk dat het grootste probleem met drugs ligt in de kwaliteit van het product, terwijl er minstens evenveel afhangt van de persoon die gebruikt, de manier van gebruiken en het risico op afhankelijkheid. Het kan tevens leiden tot een vals gevoel van veiligheid met een zogenaamde geteste drug. Tot slot kan de methode het negatief imago van de uitgaanssector op vlak van drugs versterken. Zo kan het gebruik van pill testing suggereren dat de geleverde preventieve inspanningen niet werken en dat iedereen in de uitgaanswereld drugs gebruikt, wat uiteraard niet het geval is.
De VAD heeft wel degelijk een programma waarin we proberen het uitgaansmilieu te sensibiliseren rond deze problematiek. Het programma dat we Partywise noemen, wordt gebruikt om iedereen in het milieu te sensibiliseren, ook voor de preventieve boodschap. Ook de preventiewerkers van de centra voor geestelijke gezondheidszorg en de lokale preventiewerkers zijn betrokken bij het preventiebeleid zoals het zich in het uitgaansmilieu moet concretiseren.
We hebben daarover geen contact gehad met de collegas van de andere gemeenschappen of gewesten. Het punt is ook niet aan de orde geweest.
Het eerste moment waarop het Vlaams actieplan middelengebruik terug ter discussie zal komen, is in de start of de aanloop van de volgende legislatuur, als het actieplan dat loopt tot 2015 binnen onze Vlaamse gezondheidsdoelstellingen opnieuw moet worden bekeken.
De voorzitter : Mevrouw De Vits heeft het woord.
Mevrouw Mia De Vits : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik zou nog eens willen benadrukken, zeker ten aanzien van mevrouw Lies Jans, dat mijn vraag zeker en vast niet bedoeld was om te zeggen dat er op die manier kwalitatief geteste drugs zijn, dat er dus geen enkel probleem is om die te nemen en dat we op die manier tot een aanmoediging van het gebruik zouden komen. Daar gaat het zeker en vast niet om.
Ik denk wel dat het belangrijk is dat je weet wat er precies in omloop is. Doordat daarin heel veel wijzigingen optreden, is het belangrijk daar een goede kennis van te hebben om op die manier te weten hoe je daar op de beste manier op kunt reageren. Ik heb begrepen dat men op dit ogenblik nog niet in die screening voorziet. Het lijkt mij toch wel interessant om in de volgende periode even na te gaan hoe dit project verloopt in Brussel en Wallonië en welke conclusies zij daaruit trekken. Zo kunnen we zien of we dat eventueel zouden kunnen meenemen in ons volgend actieplan.
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Lies Jans : Ik wil reageren op de opmerking van mevrouw De Vits. We moeten inderdaad goed weten welke drugs er in omloop zijn. Er moeten echter ook andere pistes worden onderzocht. Op dit moment worden er heel wat inbeslagnames gedaan door politie en justitie. De middelen die daar in beslag worden genomen, worden niet automatisch doorgegeven aan de onderzoeksinstellingen. Indien we daar tot een protocol zouden komen dat alles wat in beslag wordt genomen onmiddellijk wordt doorgesluisd naar de onderzoekers, zou dat ook al een stap vooruit betekenen. Dan zit je ook aan de bron.
Ik deel de bekommernis dat men zo goed mogelijk op de hoogte moet zijn van welke drugs er in omloop zijn.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.