Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 27/03/2014
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Minister, mijn vraag om uitleg is eigenlijk een vervolgvraag. Een tijdje geleden, in november van vorig jaar, stelde ik u een schriftelijke vraag over een incident dat op 25 oktober 2013 had plaatsgevonden in het Koninklijk Atheneum van Denderleeuw, over een debat voor de leerlingen van het vijfde jaar dat paste in een lessenseminarie politieke vorming. Alle in het Vlaams Parlement vertegenwoordigde partijen waren op dit debat aanwezig, minus één. Het zal geen verrassing zijn dat minus één gaat over het Vlaams Belang. Volgens de school was dit omdat mijn partij de waarden van de school niet zou delen.
Namens de directie stelde de woordvoerster van de school: Wij vinden dat we als school vrij waren om de partijen uit te nodigen die we willen uitnodigen. Als school van het gemeenschapsonderwijs vinden we het ook belangrijk dat de partijen die aanwezig waren alle waarden van het gemeenschapsonderwijs ondersteunen. We streven naar een open geest, zonder vooroordelen, met respect voor iedereen, waarbij gelijkwaardigheid van alle mensen centraal staat. Dat is de reden waarom Vlaams Belang er niet bij was. Met het aantal allochtonen heeft het niets te maken. Zij zijn een democratisch verkozen partij, maar dat ze een democratische partij zijn, vinden we nogal sterk uitgedrukt. We vinden dat ze niet alle waarden van ons pedagogisch project onderschrijven.
Dat citaat alleen al kan toch wel wat wenkbrauwen doen fronsen. Het zou betekenen dat democratische partijen die verkozen zijn in het parlement, maar die een probleem hebben met hoe het Gemeenschapsonderwijs (GO!) wordt bestuurd of welke waarden het uitdraagt, bij politieke debatten op school georganiseerd voor leerlingen, niet meer welkom zouden zijn. De woordvoerster heeft het niet alleen over de koepel GO!, maar ook over het pedagogisch project van de school. Als we dat laten gebeuren, komen we in een situatie dat de totale willekeur van elke school zal regeren wanneer ze politieke partijen uitnodigen voor een debat dat voor leerlingen in een politieke opleiding wordt georganiseerd. Dat is natuurlijk wel problematisch. Willekeur kan niet omdat neutraliteit in de politiek en van het onderwijs belangrijk is. Het is natuurlijk aan de school om iemand uit te sluiten.
Minister, ik heb u daarover een schriftelijke vraag gesteld. U hebt geantwoord dat er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht is. Er was een klacht ingediend bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur. Dat hebt u ook opgemerkt en gezegd dat het voor u wat moeilijk was om daarover uitspraken te doen, maar op het eerste gezicht was er toch geen probleem, want dit behoort tot de autonomie van de scholen enzovoort.
Ondertussen is er wel een uitspraak van de Commissie Zorgvuldig Bestuur, en die stelt letterlijk: De Commissie oordeelt dat het organiseren van een politiek debat in een onderwijsinstelling in het kader van het realiseren van de vakoverschrijdende eindtermen toelaatbaar is op voorwaarde dat alle partijen die in de gemeenteraad zetelen, in Denderleeuw was het zo dat de partijen die aanwezig waren, ook in de gemeenteraad zitten vertegenwoordigd zijn. Het uitsluiten van één of meerdere partijen gaat in tegen het decretaal verbod tot het voeren van politieke actie of propaganda.
Eigenlijk zegt de Commissie Zorgvuldig Bestuur dat de school aan politiek doet, dat de school politieke propaganda voert door zon statement te maken, door een of andere partij uit te sluiten. Dit roept toch wel wat vragen op, vooral die laatste zin. Dat is tegen het decreet, dat is politieke actie of propaganda voeren.
Dit doet me besluiten dat er bij het GO!, gelet op de uitspraken van de woordvoerster, toch een gebrek aan kennis is over de decretale regels die moeten worden gevolgd. Ik vraag me af in hoeverre de uitspraak van de Commissie Zorgvuldig Bestuur voldoende is doorgedrongen bij de scholen, zodat ze ervan doordrongen zijn dat zon manier van werken niet kan.
Minister, staat u nog steeds achter uw antwoord dat een en ander valt onder de autonomie van de scholen? Ik vermoed dat uw antwoord fout was. Klopt dat of niet? Wat is uw houding ten aanzien van de uitspraak van de Commissie Zorgvuldig Bestuur? Bent u het daarmee eens of niet? Vindt u dat het mogelijk moet zijn om bij politieke debatten op scholen, georganiseerd voor de leerlingen, partijen uit te sluiten? Zult u hiervoor maatregelen nemen? Een maatregel die ik graag zou zien, is dat er op zn minst een brief naar de scholen gaat om hun duidelijk te maken dat die uitspraak van de Commissie Zorgvuldig Bestuur bestaat. Het is belangrijk dat, zeker in verkiezingstijd maar ook op weg naar vele volgende verkiezingen, scholen ervan doordrongen zijn dat uitsluiten van democratisch verkozen partijen die vertegenwoordigd zijn in het Vlaams Parlement, in verschillende gemeenteraden enzovoort, niet kan. Als u dat niet wilt doen, verneem ik graag waarom u dat niet wilt doen.
De heer Boudewijn Bouckaert : Mijnheer Wienen, er is een beslissing genomen in de school. We hebben in ons systeem van onderwijs een vorm van hoger beroep, namelijk die Commissie Zorgvuldig Bestuur. Ik zie dat die Commissie Zorgvuldig Bestuur heel zorgvuldig geoordeeld heeft en de beslissing van die school heeft rechtgezet. Ik vind dat ons systeem werkt en dat de kerk opnieuw in het midden is geplaatst. Dat geeft mij voldoening.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Mijnheer Wienen, uw schriftelijke vraag luidde toch een beetje anders. U vroeg of de neutraliteit van de gemeenschapsschool niet geschonden was. Daarop heb ik geantwoord dat de bevoegdheid over het invullen van de neutraliteit door de decreetgever via een bijzonder decreet is gedelegeerd aan de Raad van het Gemeenschapsonderwijs. Ik heb daarmee gewoon een zestien jaar oude beslissing van de bijzondere decreetgever toegelicht.
Een bevoegdheid delegeren gaat moeilijk samen met het in vraag stellen van bevoegdheden, tenzij je die wilt veranderen. Ik heb niet gezegd dat er geen vuiltje aan de lucht was. Ik heb gewoon geantwoord op uw vraag over de neutraliteit.
Ik heb ook gezegd dat er enige terughoudendheid moet zijn omdat er een commissie is die zich daarover zal beraden.
Die bevoegdheid past inderdaad binnen ons concept van onderwijs. Daarin heeft de heer Bouckaert gelijk. De decreetgever legt algemene regels vast waarbinnen scholen dan hun beleid voeren. Ik heb vastgesteld en ik heb dat gisteren ook in de plenaire vergadering gezegd dat er een voortdurende spanning is. Naargelang het onderwerp interessant, sexy of wat dan ook is, zullen vertegenwoordigers van politieke partijen zelfs tegenovergestelde standpunten innemen over wanneer een decreetgever al dan niet moet optreden en wanneer het een bevoegdheid van de scholen is. In ons concept is het duidelijk: er zijn algemene regels vastgelegd, scholen voeren hun beleid en concrete vragen of klachten zullen die principes concreter aflijnen.
U herinnert zich vast nog dat we in 2011 een interessant debat hebben gevoerd over het Onderwijsdecreet XXI, waarbij de meerderheid op mijn voorstel de regelgeving betreffende politieke activiteiten op school heeft aangepast. Dat betekent dat we het kader verder hebben verfijnd waarbinnen de commissie verder uitspraak kan doen.
De commissie heeft vandaag uitspraak gedaan. Politieke debatten, georganiseerd door de onderwijsinstelling, in de onderwijsinstelling, tijdens de schooluren, kunnen, voor het realiseren van de vakoverschrijdende eindtermen. Maar, zoals u zelf hebt geciteerd, moeten alle partijen die in de gemeenteraad zetelen, vertegenwoordigd zijn. Het uitsluiten van een of meerdere partijen gaat in tegen het verbod op politieke actie of propaganda. Dat is de uitspraak van de Commissie Zorgvuldig Bestuur.
De adviezen en beslissingen worden gepubliceerd op de website van de Vlaamse overheid. Ik weet dat alle koepels en het Gemeenschapsonderwijs dat goed bekijken. Men ordent dat bovendien ook nog even thematisch, om het allemaal nog gemakkelijker te maken. Dat betekent dat alle beslissingen in verband met politieke activiteiten gegroepeerd staan. Ook in de jaarverslagen van de commissie komt dit naar voren.
Ik ga ervan uit dat de koepels weten wat er beslist is. Het is nu aan hen om hun beleid met die uitspraak aan te passen. Gebeuren er dingen waarmee mensen niet akkoord gaan, dan moet men naar de commissie gaan.
Ik dank u.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Minister Smet, bij het laatste deelt u toch enigszins de kromme redenering die de heer Bouckaert ook maakt.
Ik zal u zeggen waarom het een kromme redenering is. De heer Bouckaert zegt dat de Commissie Zorgvuldig Bestuur daarvoor bestaat. Die Commissie Zorgvuldig Bestuur heeft niet minnetjes geoordeeld. Ik heb het citaat voorgelezen. Ik vind het een redelijk sterke uitspraak. De heer Bouckaert zegt dat het zo is rechtgezet.
Ah neen. Want dat debat is natuurlijk al lang voorbij. Het Vlaams Belang in de toekomst misschien nog andere partijen heeft nooit meer de kans gehad om terug deel te nemen aan dat debat, omdat het niet meer heeft plaatsgevonden.
Minister, u zegt dat men bij problemen maar naar de Commissie Zorgvuldig Bestuur moet trekken. Daarmee zet je er de deur voor open dat scholen daar nog altijd rustig mee voort kunnen doen. Bij problemen moet je dan maar naar de Commissie Zorgvuldig Bestuur trekken. Als er enigszins een rode draad door de uitspraken loopt, zal de Commissie Zorgvuldig Bestuur dezelfde uitspraak doen. Maar op die manier is het gebeuren weer niet rechtgezet, want partij x of y zal weer een debat aan zijn neus hebben zien voorbijgaan en zal weer niet vertegenwoordigd zijn bij debatten die voor leerlingen worden georganiseerd. Op dat moment blijf je dus met een probleem zitten. Dat is dus niet rechtgezet.
De school is op de vingers getikt. Daarmee ben ik het eens. De school is zelfs stevig op de vingers getikt, gelet op de toch sterke uitspraak van de Commissie Zorgvuldig Bestuur. Maar er is niets dat nu garandeert dat scholen een dergelijke werkwijze niet meer zullen hanteren. In het slechtste geval krijg je een uitspraak van de Commissie Zorgvuldig Bestuur, die een morele slag in het gezicht van de school is. Niets kan echter worden teruggedraaid. Niets zal de scholen ervan weerhouden dat te doen, want de scholen worden niet bestraft. Er wordt enkel gezegd dat ze fout waren. Niets zal de scholen ervan weerhouden om die werkwijze op die manier voort te zetten.
De heer Boudewijn Bouckaert : Ik wil even reageren omdat u mij beschuldigt van een kromme redenering. Dat is helemaal geen kromme redenering. Ik vind dat er recht is gedaan. In ons systeem is er een instantie die ervoor zorgt dat eventuele fouten op schoolniveau ik ben een beetje misvormd als jurist kunnen worden rechtgezet. Fouten uit het verleden kunnen inderdaad niet worden rechtgezet.
Minister, ik neem aan dat de beslissingen van de Commissie Zorgvuldig Bestuur een soort precedentswaarde hebben. Ik mag er toch van uitgaan dat de scholen van het gemeenschapsonderwijs er rekening mee houden? Als ze in de toekomst nog debatten gaan organiseren, gaan ze dat toch doen in navolging van die beslissing?
Als blijkt dat dit systematisch niet het geval is, en dat men die beslissingen aan zijn laars lapt, dan is er een politiek probleem. Dan moet worden ingegrepen, maar we moeten eerst afwachten. Ik reken op het gezond verstand van de scholen om de beslissingen van de Commissie Zorgvuldig Bestuur na te leven.
Minister Pascal Smet : Ik heb daar niets meer aan toe te voegen.
De heer Wim Wienen : Dat is het natuurlijk: u rekent op. Er is geen enkele garantie dat dit nu zal worden nageleefd. Dat is mijn bezorgdheid. De uitspraken van de Commissie Zorgvuldig Bestuur zijn altijd uitspraken post factum. Dat is een probleem, vind ik.
De heer Boudewijn Bouckaert : Als een auto uw been eraf rijdt, kan een beslissing van de rechter dat been er niet meer terug aan zetten. Dat is altijd zo, mijnheer Wienen.
De heer Wim Wienen : In dat geval wordt er schadevergoeding gegeven.
De heer Boudewijn Bouckaert : Ja, er wordt schadevergoeding betaald.
De heer Wim Wienen : Voorzitter, als jurist weet u dat de schade in dit geval niet meer vergoed kan worden.
De heer Boudewijn Bouckaert : Dat wordt zo goed mogelijk gedaan, maar dat kan nooit volledig gedaan worden. We moeten naar de toekomst kijken.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.