Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 06/02/2014
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Voorzitter, minister, collegas, mijn vraag gaat over een bezorgdheid over de vooruitgang in de uitvoering van het decreet over het hoger beroepsonderwijs (hbo).
Minister, twee jaar geleden ondervroeg ik u in de commissie Onderwijs over de decretale omzetting van de conceptnota over het hoger beroepsonderwijs. Anderhalf jaar later hebben we, in juli 2013, het ontwerp van decreet over het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen goedgekeurd in dit parlement. Het decreet schrijft voor dat de opleidingen die in het hoger beroepsonderwijs worden aangeboden, voortaan gezamenlijk moeten worden ingericht door een hogeschool met een of meerdere secundaire scholen als het gaat om de opleiding verpleegkunde; als het gaat over de andere opleidingen, moet een hogeschool samenwerken met een of meer centra voor volwassenenonderwijs. Die samenwerking moet plaatsvinden binnen samenwerkingsverbanden waarbij is gestipuleerd dat elke onderwijsinstelling, hogeschool, centrum voor volwassenenonderwijs (CVO) of secundaire school, maar lid kan zijn van één samenwerkingsverband.
Het is de bedoeling dat de samenwerkingsverbanden vanaf 1 september 2014 operationeel zijn en dat vanaf dat moment ook de eerste hbo-opleidingen kunnen worden aangeboden. Ik heb echter vanuit een aantal hoeken signalen ontvangen dat er problemen zijn bij de uitvoering van het decreet, en dat is de reden om u hierover vandaag te ondervragen.
Mijn concrete vragen zijn de volgende. In de memorie van toelichting wordt melding gemaakt van een ambtelijke werkgroep, die onder meer tegen januari 2014 een nieuw financieringssysteem moet hebben voorgesteld. Ikzelf heb over de oprichting en de werking van die ambtelijke werkgroep, laat staan over mogelijke voorstellen, niets meer vernomen sinds de goedkeuring van het decreet. Ik wil u dus willen vragen wat de stand van zaken is inzake de samenstelling en werkzaamheden van deze ambtelijke werkgroep.
Het decreet voorziet in een werkingstoelage ten behoeve van de hogescholen om de taken van het samenwerkingsverband te kunnen uitvoeren. Voor 2014 is daarvoor een kleine 200.000 euro uitgetrokken. Is er al zicht op het moment van de toekenning van deze middelen?
De centra voor volwassenenonderwijs moeten een instapnorm van 60.000 lesurencursist (LUCs) behalen om nog langer hbo-opleidingen mee te kunnen organiseren. Ik hoor dat dit in sommige provincies problematisch is voor een aantal onderwijsaanbieders, dat ze de norm niet halen. Weet u hiervan? Voorziet u hiervoor desgevallend in oplossingen? Is het mogelijk om over een tabel met de LUCs per opleiding en per CVO te beschikken? Dat lijkt me immers interessant om een goede stand van zaken te krijgen.
De eerste hbo-opleiding die vanaf 1 september van dit jaar zou moeten starten, is het graduaat in het winkelmanagement. Verschillende samenwerkingsverbanden hebben daartoe programmatiedossiers opgesteld en ingediend bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) voor de toets nieuwe opleiding, een kwaliteitsoordeel, en de administratie, de administratieve toets. Kunt u mij laten weten of deze procedure loopt dan wel is stopgezet? Kunt mij laten weten op basis van welke criteria zal worden besloten om hbo-opleidingen toe te wijzen aan samenwerkingsverbanden wanneer er meer programmatieaanvragen zijn dan er plaatsen zijn?
De Commissie Hoger Onderwijs speelt een belangrijke rol bij de programmatie en omvorming van nieuwe en bestaande hbo-opleidingen. Kunt u mij laten weten of de Commissie Hoger Onderwijs al is samengesteld en wie er zitting in heeft?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, dames en heren, in een eerste fase heeft men de taken van de werkgroep gekoppeld aan de werkzaamheden rond de visieontwikkeling van het volwassenenonderwijs, omdat beide dossiers nauw met elkaar verbonden waren. Maar de gesprekken verlopen toch wat moeilijker dan verwacht, en daarom heb ik beslist om ze op te splitsen: de visieontwikkeling van het volwassenenonderwijs los van de werkgroep over het financieringssysteem. De input is gegeven, nu kunnen ze volledig apart aan de slag.
De ambtelijke werkgroep bestaat uit ambtenaren van het departement en het agentschap. In eerste instantie moeten die inderdaad de voorstellen uitwerken voor de financiering van de hbo5-opleidingen in de toekomst en voor het statuut van de cursisten. Doel van die voorstellen is het wegwerken van de verschillen die er zijn tussen de hogescholen en de CVOs. De ambtelijke werkgroep zal niet in een ivoren toren werken, maar de uitgewerkte concepten en ontwerpen aftoetsen met het veld, via klankbordgroepen. Ze hebben daar inderdaad wat meer tijd voor nodig.
De toekenning van deze middelen, de 182.250 euro in 2014, moet nu nog niet gebeuren, de middelen worden pas na 1 september toegekend wanneer duidelijk is welke samenwerkingsverbanden zijn opgericht. De samenwerkingsverbanden zijn immers pas verplicht vanaf 1 september 2014 en pas op dat moment zullen we weten welke ontstaan zijn en over hoeveel hogescholen het bedrag moet worden verdeeld. Het is inderdaad de bedoeling dat dit de komende maanden wordt afgerond.
De reden waarom deze norm van 60.000 lesurencursist is bepaald in het decreet, is dat we in een samenwerkingsverband willen uitgaan van gelijkwaardige, slagkrachtige partners. Het kan niet zijn dat een participerende instelling wordt overheerst door de andere. Om aan de norm te kunnen geraken, kunnen CVOs structuuronderdelen overdragen aan een ander CVO of kunnen ze fuseren. De cijfers voor de referteperiode 2013-2014 zijn nog niet beschikbaar. Het zijn deze cijfers die zullen worden gebruikt om te bepalen of een CVO voldoet aan de norm.
De referteperiode loopt van 1 april 2013 tot 31 maart 2014 en de cijfers zullen pas begin juni volledig geverifieerd zijn. Ik kan u wel een tabel bezorgen met een overzicht van de lesuurcursisten per opleiding per CVO voor de referteperiode 2012-2013. Ik heb die tabellen bij me. Indien u dat wenst, kan ik ze u bezorgen.
Om een hbo5-opleiding te kunnen organiseren, moeten samenwerkingsverbanden inderdaad een toets nieuwe opleiding en een administratieve toets indienen. Zij moeten dit onder andere doen op basis van een opleidingsprofiel dat ze samen moeten uitwerken. De Vlaamse Regering heeft twee onderwijskwalificaties erkend, namelijk winkelmanagement en industriële onderhoudstechniek.
Voor het eerste dossier zijn de gesprekken tussen de samenwerkingsverbanden over het gezamenlijk opleidingsprofiel aan de gang. Aangezien ze echter nog geen consensus hebben bereikt, werden de ingediende dossiers onontvankelijk verklaard. De volgende indieningsdatum is 31 mei 2014, voor opleidingen die dan kunnen starten op 1 februari 2015. Indien er meer geïnteresseerden zijn dan dat er onderwijsbevoegdheden kunnen worden toegekend, dan zal er worden beslist op basis van de kwaliteit van de ingediende dossiers.
Tot slot zal de commissie Hoger Onderwijs zeer snel worden samengesteld.
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Op basis van uw antwoord heb ik een aantal bijkomende vragen.
U zegt dat er in het begin een samenwerking was tussen de groep die hbo moest voorbereiden en een aantal werkgroepen van het volwassenonderwijs. U zei dat er bepaalde moeilijkheden zijn opgedoken. Dat had tot gevolg dat de twee opnieuw uit elkaar getrokken zijn en dat de ambtelijke werkgroep hbo opnieuw apart bezig is. Waaruit bestonden die moeilijkheden dan? Heeft de initiële stap om ze samen te voegen geen vertraging met zich meegebracht voor het in werking treden van het hoger beroepsonderwijs?
Ik heb u gevraagd wanneer die 182.000 euro zou worden toegekend. Minister, misschien hebt u daarop geantwoord, maar ik heb het antwoord niet gehoord.
Als ik het goed begrijp, zullen de gegevens over de LUCs pas begin juni bekend zijn voor de CVOs. Op basis van die gegevens moeten er nog afspraken worden gemaakt en samenwerkingsverbanden worden opgericht. Als die gegevens pas begin juni bekend zijn, is het dan realistisch dat die dingen vanaf 1 september 2014 worden opgestart? Die timing lijkt mij zo krap dat het mij wat onwaarschijnlijk lijkt. Maar misschien vergis ik mij?
Minister, u zegt dat een aantal dossiers niet ontvankelijk werden verklaard en dat er een nieuwe indieningsdatum werd opgesteld, namelijk 31 mei 2014. U geeft dan een nieuwe opstartdatum, namelijk 1 februari 2015 in plaats van 1 september 2014. Wil dat zeggen dat de eerste hbo-opleidingen, onder andere inzake winkelmanagement, worden opgeschoven en pas een half jaar later in werking zullen treden dan initieel gepland was?
Minister, u zegt dat de commissie Hoger Onderwijs heel binnenkort zal worden samengesteld. Als je ziet wat het tijdspad is waarover we spreken, begrijp ik echter niet goed waarom dat nog niet is gebeurd. Ik begrijp niet goed waarom dat zo lang aansleept. Het is nu wel heel kort dag. Ik ga nog altijd uit van 1 september 2014 voor het opstarten van die allereerste hbo-opleiding.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Op zich is er geen vertraging. De input was nodig voor de werkzaamheden. Alleen waren het dezelfde mensen die samen zaten. Dat neemt dan blijkbaar meer tijd in beslag. We hebben gezegd: het moet worden uitgewerkt, laten we het opsplitsen. Er is geen vertraging gekomen doordat ze samen zaten. Er is inhoudelijke input gegeven. Er is een heel nauwe verwevenheid. Op zich is het geen tijdverlies. Maar de volgende weken en maanden moet het wel worden afgerond.
Neen, het geld wordt pas verdeeld op 1 september. Je weet pas op 14 september wanneer die samenwerkingsverbanden er effectief moeten zijn. Je weet dan pas welke samenwerkingsverbanden er zijn en wat de impact ervan is. Op zich is dat dus geen probleem. Het geld wordt pas na 14 september verdeeld. Dat weet iedereen.
Die beweging is trouwens al bezig op het veld. We weten ook al waar zich een probleem zal voordoen. De refertecijfers en referteperiodes zijn afgesproken. De cijfers kunnen niet vroeger beschikbaar zijn. We wisten dat al op het moment dat het werd uitgewerkt. We werken vandaag uiteraard voort op de referteperiode van vorig jaar. We willen definitief afkloppen. Voor de meesten is dat geen probleem. We weten waar het probleem zich voordoet. Er zal vermoedelijk nog wel een oplossing worden gegeven aan het probleem bij Onderwijsdecreet (OD) XXIV. Dat hebben we trouwens ook beloofd in de commissie, bij de bespreking van het decreet.
Voor alle duidelijkheid: er zijn vandaag al hbo5-opleidingen. Het gaat hier over de nieuwe opleidingen. Het ligt niet in onze handen. De sector moet zelf voorstellen uitwerken. Als zij het onderling niet eens raken over de inhoud, kunnen wij daar niets aan doen. Men had gehoopt dat men voor winkelmanagement overeenstemming zou vinden en zou kunnen starten in september. Nu zullen ze moeten starten op 1 februari. Dat heeft niets te maken met ons, maar met wat men op tafel heeft gelegd als inhoudelijk dossier. Het is beter dat de opleiding die start inhoudelijk meteen goed is, dan dat je te snel start voor de statistieken.
Ik deel uw opmerking dat de opstart van de Commissie Hoger Onderwijs te lang heeft geduurd. Ik heb er geen problemen mee dat te erkennen. Het zal eerstdaags worden beslist.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.