Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 04/02/2014
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, het zogenaamde VLAREMA, trad in werking op 1 juni 2012. Deze reglementering geeft uitvoering aan het Materialendecreet dat de basis vormt voor de overgang van een afvalstoffenbeleid naar een duurzaam materialenbeleid.
In het kader van het VLAREMA werden op 1 juli 2013 enkele nieuwe regels van kracht zoals het invoeren van minimum- en maximumtarieven voor de inzameling van bepaalde afvalfracties. Bedoeling was dat openbare besturen hun tarieven zodanig vaststelden dat ze binnen de vooropgestelde vork van het VLAREMA vielen.
De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) zou een rondvraag hebben gedaan bij alle Vlaamse gemeenten om na te gaan wat de stand van zaken is over het invoeren van de minimum- en maximumtarieven voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.
Minister, kunt u de belangrijkste resultaten van deze rondvraag toelichten?
Hoeveel en welke gemeenten voldoen aan de opgelegde reglementering? Hoeveel en welke gemeenten doen dit niet?
Weet u waarom bepaalde openbare besturen niet voldoen? Is het de bedoeling dat u zult optreden tegen die openbare besturen die niet voldoen? Zo ja, op welke manier en op welke termijn?
Voldoen deze resultaten aan uw verwachtingen?
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Ik sluit me aan bij deze vraag, in het bijzonder wat het principe betreft van een vork van minimum- en maximumafvaltarieven. Er zijn echter een aantal opmerkingen bij de interpretatie en bij de concrete uitwerking daarvan op lokaal niveau. Zo wil men een aantal huisvuilzakken gratis aanbieden en dan een verhoogd tarief laten gelden voor de bijkomende huisvuilzakken. Vraag is dan of dat past binnen het VLAREMA. Een aantal gemeentebesturen zitten met die vraag. Ik ben dan ook benieuwd naar het resultaat van die rondvraag.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Op basis van de bij de OVAM beschikbare gegevens voldeden op 1 februari 286 gemeenten aan de bepalingen voor restafval huisvuil en grofvuil , 22 gemeenten voldoen nog niet.
De gemeenten die niet in orde waren op 1 februari 2014, zijn Brugge, Knokke-Heist, Koksijde en Oostende voor West-Vlaanderen. In Oost-Vlaanderen zijn het de gemeenten Aalter, Brakel, De Pinte, Destelbergen, Gent, Lovendegem, Maarkedal, Horebeke, Zingem en Zulte. In de provincie Antwerpen gaat het over de stad Antwerpen zelf, Arendonk, Edegem, Schelle en Zoersel. Voor Vlaams-Brabant gaat het over de gemeente Sint-Genesius-Rode en voor Limburg over de gemeente Genk.
Minstens 11 van de 22 gemeenten die momenteel niet voldoen, zullen zich in de loop van 2014 in orde stellen. Zij hebben overleg gehad met de OVAM. Wanneer er vragen zijn over andere toepassingen en dergelijke meer, wordt contact opgenomen met de OVAM en wordt er gezocht naar oplossingen.
Niet voor alle gemeenten is aan te duiden wat de oorzaak is van het feit dat ze niet voldoen. Mogelijke oorzaken zijn de complexe grootstedelijke problematiek zoals in Gent en Antwerpen. Kleinere gemeenten hebben dan weer het probleem dat ze geen goed of een te klein containerpark hebben of dat ze geen geschikte locatie vinden voor uitbreiding.
De gemeenten die niet voldoen, worden blijvend opgevolgd. Zij worden op een constructieve wijze door de OVAM aangesproken en begeleid om zich in orde te stellen.
Op dit ogenblik voldoet 93 procent van de Vlaamse gemeenten aan de VLAREMA-bepalingen. Dit resultaat is er gekomen dankzij de inspanningen van de meeste intercommunales en van de OVAM, op een klantvriendelijke en pragmatische wijze. Dit is de stand van zaken.
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Minister, ik dank u voor het antwoord. De resultaten zijn alvast heel positief, want 286 lokale besturen voldoen aan de bepalingen van VLAREMA. Ongeveer 90 procent van de Vlaamse lokale besturen is dus in orde. Ik begrijp uit uw antwoord dat het de bedoeling is om de 22 gemeenten die nog niet voldoen, te begeleiden via de OVAM.
De heer Sanctorum stelt een heel interessante vraag. Wat als een lokaal bestuur bij de tarifering voor huisvuilzakken in eerste instantie iets meer vraagt voor een huisvuilzak, maar die koppelt aan een aantal gratis huisvuilzakken? Die koppeling moet misschien eerst worden afgetoetst bij Algemeen Toezicht, maar ik meen begrepen te hebben dat Algemeen Toezicht er al een goedkeuring voor heeft gegeven.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : U hebt daarnet gezegd, minister, dat 11 van de 22 gemeenten waarschijnlijk in orde zullen zijn, maar wat als bepaalde gemeentebesturen toch voet bij stuk houden en zich niet aanpassen aan de regelgeving? Wat gebeurt er dan? Is er ergens een stok achter de deur? Wat zal er exact ondernomen worden?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Wij gaan verder in overleg met de OVAM. We geloven niet echt in de repressieve aanpak. Dat weet u. Soms is het zo dat men bijvoorbeeld echt geen geschikte locatie vindt om een groter containerpark aan te leggen. Dan is er echt een probleem en is het niet evident om effectief op te treden.
Als op termijn blijkt dat een aantal gemeenten of steden halsstarrig weigeren om de regelgeving toe te passen, dan moeten wij erover nadenken hoe we daar verder mee omgaan. Op dit moment is nog niet uitdrukkelijk bepaald hoe we tot een sanctie kunnen overgaan.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.