Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 21/01/2014
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Minister, ik wil u in deze commissie interpelleren naar aanleiding van een interview met de heer Jan Callebaut dat vorige week in het weekblad Knack verscheen. De heer Callebaut is een bekende en naar alle waarschijnlijkheid zeer goede marktonderzoeker in Vlaanderen. Ik ken hem niet persoonlijk, maar men heeft me verzekerd dat hij over bepaalde kwaliteiten beschikt.
Toch heeft dat interview bij mij een aantal heel kritische vragen opgeroepen, en blijkbaar niet alleen bij mij. Voor alle duidelijkheid, deze vragen zijn niet het gevolg van de beschouwing die de heer Callebaut maakt over andere partijen. En u weet dan waar het over gaat. Uit het interview blijkt heel duidelijk dat de heer Callebaut adviseur is van onze publieke omroep maar ook de persoonlijke adviseur van de Vlaamse Regeringsleider. In een echte democratie moet men daar vragen over durven te stellen.
Niet alleen heeft de heer Callebaut een invloed op de positionering van de verschillende zenders en de verschillende merken van de VRT, veel belangrijker is dat de man in kwestie zelf letterlijk en openlijk stelt dat hij nu met een groot onderzoek bezig is dat de nieuwsdienst in aanloop naar de verkiezingen moet kunnen inspireren. Dat zijn de woorden van de heer Callebaut zelf. Dus minister, de grootste redactie van het land, de leidende nieuwsinformatiezender in Vlaanderen laat zich bij zijn verkiezingsprogrammas begeleiden door de persoonlijke adviseur van de regeringsleider. Iedereen begrijpt toch wel dat dit niet zomaar een normale zaak is.
In feite betekent dit dat het perfect mogelijk is dat de heer Callebaut een onderzoek uitvoert op kosten van de VRT, dus van de belastingbetaler, en dat hij de resultaten van dat onderzoek ook zonder veel problemen met de minister-president van de Vlaamse Regering kan delen. Het gaat me daarbij niet om de persoon van de heer Callebaut zelf, het gaat me om het principe en de toch wel ongezonde verstrengeling die er blijkt te bestaan tussen enerzijds een regeringsleider en anderzijds de toch wel belangrijke publieke omroep in Vlaanderen.
Invloed van de politiek op de media is iets wat we eerder in Italië gewoon zijn, maar dat we kritisch moeten bekijken. Bovendien wordt van de VRT in het algemeen en van de redactie in het bijzonder volledige onpartijdigheid en onafhankelijkheid verwacht. En dat wordt ook vastgelegd in onder andere de beheersovereenkomst en het redactiestatuut met inbegrip van de deontologische code. Elke zweem van partijdigheid of vermoeden van beïnvloeding zou moeten worden vermeden. Nu we openlijk weten dat de heer Callebaut behoort tot de onmiddellijke entourage van de regeringsleider in Vlaanderen, lijkt het me toch niet zo opportuun dat de VRT en de nieuwsdienst met dezelfde adviseur samenwerken. Dat is volgens mij deontologisch niet langer te verantwoorden.
En ik sta hier duidelijk niet alleen, minister. Ik verwijs naar uw eigen partijvoorzitter die zelfs nog straffere verklaringen heeft afgelegd en die zich op de openbare zender VRT in het programma Villa Politica openlijk vragen stelde bij de ethiek in dit dossier.
Minister, ik heb voor u een aantal vragen over de functie van de heer Callebaut bij de publieke omroep. Verder heb ik aan het Rekenhof gevraagd om inzage te krijgen in alle contracten die de minister-president of de Vlaamse Regering heeft met de heer Callebaut of met een onderneming waarmee hij verbonden is. Uiteraard heb ik daar nog geen antwoord op gekregen. Ik heb ook aan de regeringsleider gevraagd of hij me die informatie kan bezorgen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Als ik die informatie heb, dan heb ik alvast zicht op de officiële contracten. Wat niet officieel is en waar geen contracten over bestaan, maar waar vrijblijvend persoonlijk advies wordt gegeven, daar kan ik onmogelijk zicht op krijgen. Het is ook mogelijk dat de heer Callebaut met andere instanties contracten heeft, terwijl hij wel diensten levert voor de minister-president, terwijl daar in officiële contracten geen spoor van is.
Ik denk dat Vlaanderen recht heeft op duidelijkheid in dit dossier. Ik hoop dat u straks al een groot stuk zult kunnen ophelderen voor mij.
Ik heb een eerste vraag. Welk soort contract heeft de VRT met de heer Callebaut of met een onderneming waarmee hij verbonden is? Gaat het om een overeenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd? Kunt u even toelichten in welke hoedanigheid de heer Callebaut werkt? Ik vermoed dat hij geen personeelslid is van de openbare omroep, daar ben ik zelfs bijna zeker van, maar als hij advies geeft aan de VRT, moet ik weten in welke omstandigheden dat gebeurt, met welk contract en volgens welke afspraken.
Ik zou ook graag weten wat de precieze omschrijving is van wat de heer Callebaut als opdrachten heeft voor de VRT en aan wie hij verantwoording moet afleggen, want ook dat lijkt me niet onbelangrijk.
Geeft de heer Callebaut ook advies aan de nieuwsdienst van de VRT? Ik citeer uit het artikel waarin hij het volgende zegt: Wij zijn momenteel met een groot onderzoek bezig dat de nieuwsdienst in de aanloop naar de verkiezingen kan inspireren. Als de heer Callebaut zelf zegt dat hij bezig is met een marktonderzoek dat de nieuwsdienst kan inspireren en tegelijkertijd ook zegt dat hij de belangrijke adviseur is van de regeringsleider in dit landsdeel, dan frons ik mijn wenkbrauwen. Ik wil dus weten of de nieuwsdienst advies krijgt van de heer Callebaut, op welke manier en wat zijn precieze opdracht is.
Ik heb gezien dat de VRT gereageerd heeft, maar zou graag weten hoe de VRT officieel reageert, want de woordvoerder van de VRT zegt in een reactie op het interview letterlijk: Wij blijven achter onze adviseur staan, want de heer Callebaut is een gelegenheidsadviseur, hij is niet vast in dienst. Vandaar dat ik het weet, minister, dat hij niet vast in dienst is, de woordvoerder heeft het zelf gezegd. Hij is ook al sinds de jaren 90 adviseur voor de minister-president. De VRT weet dus blijkbaar dat hun adviseur tegelijkertijd ook adviseur is van de minister-president. Wie hier een link ziet, zegt de woordvoerder, die dwaalt. Ik vraag dus opheldering. Ik meen dat dit mijn verdomde plicht is als parlementslid. Ik zou dus willen weten hoe men reageert op het feit dat een marktonderzoeker die verbonden is aan de publieke omroep, ook aan de nieuwsdienst advies geeft over hoe men verkiezingsprogrammas kan inspireren. Ik lees wat de woordvoerder zegt, maar ik zou graag van u een officiële reactie krijgen.
Uiteraard, minister, heeft uw partijvoorzitter daar heel straffe verklaringen over afgelegd. Er zijn zelfs stoute journalisten die durven te beweren dat hij het ontslag van de heer Callebaut heeft gevraagd. Dat zijn de woorden van een journalist. Ik vraag dit nu op dit moment niet aan u, ik vraag enkel duidelijkheid over de positie van de heer Callebaut met zijn dubbel petje: adviseur van de minister-president van de Vlaamse Regering en blijkbaar ook topadviseur van de openbare omroep hierover zult u duidelijkheid moeten scheppen.
Ik stel ook vast dat uw eigen partijvoorzitter zegt dat men zich vragen moet stellen over ethiek en dat hij daarover ook duidelijkheid van u wou krijgen.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Voorzitter, ik heb een duaal gevoel bij dit onderwerp en bij deze vragen, los van de politieke kleur. Ik leg dit uit. Ik vind dit geen unicum. Ik vind dit geen nieuws, het is iets dat we eigenlijk allemaal al wisten. Of we het daarom moeten goedkeuren, dat is een andere discussie.
Men zet hier de deur open voor een discussie die een beetje ondoordacht begint. Als we het hierover hebben, dan wil ik het ook graag hebben over de VRT-journalisten die mediatraining geven aan politieke kopstukken voor de verkiezingen en over advies- en communicatiebureaus waar journalisten werken met een tussenfacturatie, maar ook werkten voor politieke partijen en kopstukken voor de debatten naar aanleiding van de verkiezingen. Ook dat moet dan op de tafel. En dan heb ik het nog niet over adviseurs met een politieke kleur die in de raad van bestuur van de VRT zitten. We hebben al dikwijls, ook tijdens deze legislatuur, twijfels gehad over de inmenging, ook politieke, in het management van de VRT. Laten we dat ook even op tafel leggen.
Ik vind dit nogal onduidelijke kritiek op een persoon. Gaat het trouwens over een persoon, over een firma of over een communicatiebureau? Als het gaat over een communicatiebureau, leg ik even de link met uw partij, minister, want dat vind ik een fijntje. Uw partijvoorzitter heeft inderdaad uitspraken gedaan, maar als we dit opentrekken dat is blijkbaar toch de bedoeling dan vraag ik me af wat we zullen doen met Boondoggle. U kent Boondoggle, dat is het communicatiebureau van uw partij, met heel wat kopstukken uit uw partij, en producent van VRT-programmas zoals Fans of Flanders en met een structureel partnerschap in Cobra, Ketnet en Sporza. Als ik het op één hoop gooi, kan ik deze kritiek ook opstapelen, want dit is dan ook een probleem. Hoe zuiver en maagdelijk zullen we dan worden? Zullen we dan zeggen dat het elk communicatiebureau en elke adviseur die expertise heeft en die een link heeft met de politiek, verboden moet worden om dergelijke jobs uit te voeren?
Ik ben niet zeker dat er rechtstreekse invloed is geweest. Ik ken de feiten niet, ik heb er geen gegevens over. Ik weet alleen dat journalisten in een redactie de echte journalisten, want laten we een kat een kat noemen: ik ben maar voor een stuk journalist geweest vaak de lastigste karakters zijn als het gaat over beïnvloeding. Dat moet je nu net proberen bij rechtgeaarde journalisten Er zijn er die dat wel toelaten, maar dat is dan voor hun rekening. Er zijn daarover genoeg discussies geweest.
Ik stel mij in dit kader enorm veel vragen. Ik wil de discussie verbreden, zeker in dit pre-electorale klimaat. Minister, bent u op de hoogte? Uiteindelijk wordt hier wel gezegd dat de heer Callebaut al jarenlang adviseur is. Dat is geen nieuws. Dat gaat zelfs verder dan deze legislatuur. Iedereen was blijkbaar toch op de hoogte, zowel de VRT als de vorige mediaminister en de huidige mediaminister. Maar plotseling wordt dit actueel. Dan is mijn interesse gewekt: waarom wordt dit plotseling zo actueel? Misschien omdat er verkiezingen komen. Ik vind het een zeer boeiend debat. We hebben allemaal de lijstjes gezien van welke politieke partijen er worden opgevoerd in de discussieprogrammas en in de journaals. Er wordt altijd met een vergrootglas gekeken hoeveel procent van de aandacht zij krijgen. Laten we hier in de discussie ook rekening mee houden.
Minister, wist u dat? Vindt u dat een probleem? En zo ja, denk aan wat ik zonet zei over jullie communicatiebureau: trekken we dat dan ook open? Als u zegt dat het geen probleem is, staat dat toch een beetje haaks op de mening van uw voorzitter, de heer Tobback. Ik wil graag weten wat uw positie in deze is vooraleer ik nog wat extra argumenten ga geven.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Voorzitter, het is toch opmerkelijk dat het feit dat een adviseur werkt voor een minister-president, die natuurlijk een politieke kleur heeft, plotseling en ik beaam de woorden van de heer Verstrepen aanleiding geeft tot groot nieuws, en dat men plotseling de neutraliteit van de VRT ter discussie stelt.
Nochtans neemt de VRT toch al jaren enigszins een loopje met artikel 39 van het Mediadecreet, waarin staat dat discriminatie ten aanzien van politieke en ideologische overtuigingen niet kan. Als we de cijfers opvragen over de programmas van de VRT en ook de andere omroepen, blijkt dat bepaalde ideologische stromingen worden vergeten. Maar nu het gaat over een adviseur die toevallig een christendemocratische kleur heeft, is er wel een probleem met de neutraliteit. Ik heb die kritiek nog nooit gehoord als er, zowel in nieuws als in duidingen en ook in entertainmentprogrammas, effectief partijen volledig worden gediscrimineerd. Dan heb ik die stemmen niet gehoord. Wat heeft dit onderwerp plots zo interessant gemaakt?
Minister, ik vermoed dat u Bruno Tobback hebt gesproken, u hebt hem zondag op de nieuwjaarsreceptie gezien. (Opmerkingen van de heer Bart Caron)
Natuurlijk weet ik dat, mijnheer Caron, omdat de minister op dezelfde locatie heeft gereageerd op de mogelijke overname van De Vijver door Telenet. Het lijkt mij logisch dat zij daar haar partijvoorzitter heeft gezien. Doch dit geheel terzijde.
Minister, ik stel de vraag omdat de partijvoorzitter van sp.a op een dergelijke toch wel brute manier reageert en zegt dat die man eigenlijk niet meer mag adviseren voor de VRT, terwijl hij dat blijkbaar al jaren doet. Wat is er aan de hand? Heeft dat inderdaad te maken met de nakende verkiezingen en met het feit dat ere wie ere toekomt de heer Tommelein dit dossier heeft opgespit? Is de heer Tobback nu plotseling geneigd om ook daarop te reageren? Of is er meer aan de hand? Hoe staat het eigenlijk met de neutraliteit van de VRT als openbare omroep? Dit is geen onbelangrijk element in die neutraliteit, maar het is niet het belangrijkste element. De VRT kan ook op heel wat andere momenten heel wat meer doen om haar neutraliteit waardig uit te dragen. Ik vraag mij af hoe het komt dat dit nu zo actueel is. Vanwaar de zo heftige reactie van uw partij, minister? Is er volgens u niet meer te doen omtrent de neutraliteit van de VRT dan dit dossier, dat mij eerder een detail lijkt?
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Voorzitter, ik heb mij eerst toch even geïnformeerd. Ik heb nog wat research gedaan. Ik dacht dat ik aan het dromen was toen ik dat incident meemaakte. Ik vroeg mij af wat er aan de hand was.
Mijn eerste reactie was min of meer dezelfde als van sommige collegas hier. Als ik mij niet vergis, ligt de heer Callebaut mede aan de basis van een aantal doelgroepenanalyses die in het verleden voor de VRT werden gemaakt. Als ik me niet vergis, denk ik zelfs dat de term meerwaardezoeker werd uitgevonden door de heer Callebaut. Hij geeft dus al langer strategisch advies aan de VRT. Maar goed, de VRT moet haar ding doen. De heer Callebaut is een specialist in het interpreteren van statistisch materiaal. Hij heeft dat bewezen met Censydiam. Hij wordt daarvoor ingezet. Tot daar aan toe, ik heb daar geen moeite mee. Collegas, wij doen voor onze verkiezingscampagnes ook een beroep op externe experten om ons profiel, ons programma, onze slogan, onze look bij te stellen. We zouden gek zijn als we dat niet zouden doen. (Opmerkingen)
Ik heb het over de look van de partij. Ik dacht het al toen ik het zei, dat de heren het weer verkeerd zouden interpreteren. Het is waar dat er soms veel werk aan is, als u dat bedoelt. Dat is waar.
Tot daar aan toe. Natuurlijk wordt het lastig als zo iemand advies zou geven bij politieke programmas van de openbare omroep. Daar krijg je mogelijk een ethisch conflict, een belangenconflict. Wiens belangen dien je? Je kunt dan wel zeggen dat je een bedrijf hebt en dat in dat bedrijf de rollen verdeeld zijn en dat je dat niet door elkaar zult laten lopen. Het blijft echter een ethisch heikele kwestie om tegelijk de openbare omroep en de belangrijkste of tweede belangrijkste verkiezingskandidaat van Vlaanderen te adviseren.
Minister, u moet het maar bevestigen of niet, maar uit VRT-kringen hoor ik dat de heer Callebaut geenszins betrokken is bij de ontwikkeling en de concepten van de programmas voor de nakende verkiezingen. Als dat waar is, dan ben ik opgelucht. Dan is er wel degelijk sprake van wat we een hygiënische rolverdeling zouden kunnen noemen. Ik ben echter niet zo zeker. Dat soort informatie moet je altijd driedubbel checken om ze te geloven.
In die zin vind ik de gevoeligheid van de heer Tommelein terecht. Het belang van de minister-president is iets anders, maar in het belang van onze openbare omroep moeten we die rolverdeling helder en duidelijk houden, en ethisch correct. Men kan onmogelijk dergelijke belangen tegelijk dienen, want te vaak sporen die. Volgens mijn informatie is noch de heer Callebaut, noch zijn bedrijf betrokken bij het ontwikkelen en het conceptualiseren van politieke programmas, en zeker al niet bij wat voor de nakende verkiezingen op het getouw staat. Is dat waar of niet? Dat vind ik een cruciale vraag. Voor de rest interesseert het me niet om me te mengen in het interne en strategische beleid van de VRT. Ik heb mijn persoonlijke twijfels bij marketing en marketingtechnieken in een aantal gevallen, maar dat is niet het onderwerp van deze discussie. Deze discussie moet eigenlijk gaan over ethiek, vind ik, en op zijn minst over het belang van onze openbare omroep.
Minister, als het echter wel zo is dat de heer Callebaut of zijn bedrijf betrokken is bij dit soort programmas, bent u dan van plan om stappen te zetten om dat onmogelijk te maken? Dat hoop ik dan. Ik meen dat ter zake een keuze moet worden gemaakt: je kunt niet tegelijk stroper en boswachter zijn.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, minister, geachte leden, de collegas verwoorden hier een terechte bezorgdheid. Mijns inziens is het vooral ook de persoon in kwestie die moet weten of hij deontologisch correct bezig is. We kunnen dat betreuren, maar we leven blijkbaar nu eenmaal in een tijd waarin mensen, bureaus, adviseurs en zelfs journalisten, mijnheer Verstrepen voor verschillende opdrachtgevers werken, zonder zich daar al te veel vragen bij te stellen. Voorzichtigheid lijkt me hier dus geboden. Dat moet een bezorgdheid zijn voor de publieke omroep, maar ook voor de politieke partijen en naar ik meen voor ons allen, maar vooral dus voor die adviseurs en bureaus zelf, die zeer goed moeten afwegen of ze deontologisch correct bezig zijn als ze tegelijk voor een omroep en een partij werken, of wie weet voor verschillende partijen of verschillende concurrerende bedrijven tegelijkertijd. Dit is voor mij dus op de eerste plaats een deontologische zaak voor de betrokkene zelf. Er wordt gesproken over communicatiebureaus. Het voorbeeld dat ik nu zal geven, klopt niet helemaal, maar het ligt natuurlijk ook niet voor de hand dat eenzelfde advocatenbureau zowel de moordenaar als het slachtoffer zou verdedigen. (Opmerkingen van de heer Wim Wienen)
De heer Philippe De Coene : Dat was een poging tot vergelijking.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Voorzitter, geachte leden, ik heb uiteraard informatie ingewonnen, op de eerste plaats bij de VRT. De VRT stelt in algemene termen natuurlijk regelmatig een beroep te doen op externe consultants of bureaus. Dat is niet ongebruikelijk. Die bureaus hebben dan een adviserende rol en worden aangezocht voor meerdere aangelegenheden.
Zo heeft de VRT dus ook een overeenkomst met Ravian bvba, waarvan de heer Callebaut de zaakvoerder is. De overeenkomst heeft betrekking op de begeleiding bij de ontwikkeling van referentiekaders, strategieën voor merken en de creatieve uitwerking ervan. De VRT heeft ook een overeenkomst met WHY5Research, waarvan de heer Callebaut de CEO is. Die overeenkomst slaat op de begeleiding bij marktonderzoek voor programmas, merken en doelgroepen. Via deze contracten wordt op de heer Callebaut dus veelal ook een beroep gedaan als klankbord voor onderzoeken die de VRT-studiedienst zelf doet. Hij is dus niet in loondienst van de VRT. De VRT wijst erop dat de heer Callebaut eigenlijk al sinds de jaren 90 rechtstreeks of onrechtstreeks advies geeft aan de VRT. Hij wordt veelal op ad-hocbasis ingeschakeld voor projecten in het kader van het merkenbeleid van de VRT, en het marktonderzoek in het kader van die merkenstrategie. De overeenkomsten die de VRT afsluit met de heer Callebaut, worden dus afgesloten op basis van diens algemeen erkende expertise als marktonderzoeker, aldus de VRT.
Ik heb ook aan de minister-president gevraagd of hij een contract heeft. Hij heeft me bevestigd dat hij als minister-president noch een arbeidsrechtelijke, noch een contractuele relatie heeft met de heer Callebaut. Mijnheer Tommelein, ik heb echter begrepen dat u die zaken hebt opgevraagd. U zult die ook krijgen, maar ik wou u die informatie toch niet onthouden.
Waar heeft de heer Callebaut in zijn interview dan vermoedelijk naar verwezen? Waarover gaat het? De VRT-nieuwsdienst voert, in voorbereiding op de verkiezingen, een grootschalig onderzoek uit naar de onderwerpen waar de Vlaming wakker van ligt. Het vooronderzoek is gedaan door de VRT-studiedienst. Daar is WHY5Research betrokken bij geweest. Het onderzoek zelf gebeurt nu door TNS. De resultaten van het onderzoek zullen voor de nieuwsdienst een bron zijn waarmee de redactie volledig autonoom omgaat. Zij bepaalt wat ze daarmee doet in functie van haar activiteiten.
Volgens de VRT is het begrijpelijk dat zij experten of bureaus die tot de top van hun sector behoren, kan vragen. Daarin heeft de VRT echter nog nooit een exclusiviteit gevraagd. Zij vraagt die topexperten, maar ze vraagt hen niet om exclusief voor de VRT te werken. Zij mogen ook voor andere klanten werken. Dat heeft tot op vandaag geen problemen van interferentie veroorzaakt.
Men vraagt wel de vertrouwelijkheid en het naleven van het beroepsgeheim. Dat wordt in de contracten gespecifieerd en geformaliseerd in een confidentialiteitsverklaring. Daarin draagt iedereen zijn verantwoordelijkheid.
Daarnaast benadrukt de VRT dat de redactionele autonomie niet wordt beïnvloed. Die autonomie leidt enerzijds tot rechten, maar anderzijds ook tot verantwoordelijkheden. Het is dus de nieuwsdienst zelf die verantwoordelijk is voor wat hij al dan niet doet met bepaalde onderzoeksresultaten of adviezen. In die zin houden die waarden elkaar in evenwicht. Er wordt geen exclusiviteit gevraagd van de adviseurs, maar er wordt wel een confidentialiteitsverklaring opgenomen in elk contract waarbij duidelijk wordt opgenomen dat de resultaten vertrouwelijk zijn en dat de adviseur het beroepsgeheim moet respecteren. Verder kan niets afbreuk doen aan de verantwoordelijkheid van de redacties van elk programma, maar zeker ook aan de verantwoordelijkheid van de nieuwsdienst die ten opzichte van ons verantwoording verschuldigd is over de wijze waarop ze de beheersovereenkomst invullen.
Ik hoop dat ik u met dit antwoord basisinformatie heb gegeven en dat het debat op basis daarvan verder kan worden gevoerd.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Minister, nu word ik echt nog wantrouwiger. U geeft me informatie die ik wel gedeeltelijk had verwacht. Er was geen exclusiviteit, zegt u. Maar op zich is dat geen nieuws. Niet met elke consultant moet immers een exclusiviteitscontract worden gesloten.
Wat me vooral verbaast, is dat u namens de minister-president verklaart dat de heer Callebaut op geen enkele manier een relatie of contract heeft met de minister-president, niet professioneel wat ik ook niet had verwacht maar het Rekenhof zal dat wellicht bevestigen , maar ook op geen enkele andere manier. Iedereen vraagt zich af wat nu eigenlijk het nieuws is. Iedereen wist toch dat de heer Callebaut voor de minister-president en voor zijn partij actief was. Dat weten we al jaren. Hij had al contact met minister-president Peeters voor die minister-president was. En dan kom u me hier vertellen dat de minister-president elke relatie met de heer Callebaut ontkent. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Dat hebt u wel gezegd. Herhaalt u dan wat u moest aflezen van de minister-president.
Minister Ingrid Lieten : Mijnheer Tommelein, een klein beetje respect graag. Ik heb geprobeerd om de informatie te verzamelen die u hebt gevraagd. Ik heb aan de minister-president gevraagd of hij in zijn functie van minister-president een contractuele of arbeidsrechtelijke relatie heeft met de heer Callebaut, en hij heeft me gezegd dat dat niet het geval is.
Ik deel u die informatie neutraal mee. Als u daar verder vragen over hebt, dan kunt u zich daarmee tot de minister-president richten. Ik meende dat het goed was dat ik u die informatie zou bezorgen en niet zou doen alsof ik van niets weet. Ik heb die gelegenheid gebruikt om die vraag te stellen en ik geef u nu die informatie. Ik hoop dat u respecteert dat ik die informatie heb opgevraagd. U kunt daar natuurlijk allerlei conclusies aan verbinden. U kunt er ook verder vragen over stellen, maar dat doet u dan best aan de minister-president zelf.
De heer Bart Tommelein : Dat wil ik wel doen, minister, maar het gaat hier ook over de verantwoordelijkheid van uw eigen partijvoorzitter. Hij heeft op de televisie verklaard dat de heer Callebaut door de minister-president wordt betaald. Dat heeft uw eigen partijvoorzitter verklaard. Ik heb die informatie niet, maar ik stel wel vast dat er paniekvoetbal is en dat op dit moment elke relatie tussen de heer Callebaut en minister-president Peeters zoveel mogelijk moet worden ontkend.
We komen tot de conclusie dat de heer Callebaut de zelfverklaarde topadviseur is van de regeringsleider. In feite is hij dat niet. Hij heeft geen arbeidscontract of ander contract. Door de vragen die ik al heb gesteld, krijg ik zicht op het officiële karakter daarvan, maar nog niet op het officieuze karakter. Wat me enorm verbaast in deze zaak, is dat alle collegas van zowel meerderheid als oppositie verklaren dat iedereen wist dat de heer Callebaut heeft gewerkt voor minister-president Peeters en voordien voor de heer Leterme, en wellicht ook voor CD&V. Op dit moment echter wordt elke band zoveel mogelijk ontkend.
Collegas, u wist dit allemaal. Dit is echter het interview waarin de topadviseur van de minister-president ondertussen zelfverklaarde topadviseur, want hij is het niet verklaringen aflegt over zijn werk bij de VRT en bij de minister-president. Ik heb ook goed gehoord wat de heer Callebaut allemaal doet. Hij zit blijkbaar niet met een bedrijfje maar met verschillende bedrijfjes in de VRT. Hij doet daar ook verschillende dingen. Wat ik verder ook goed heb gehoord, is dat hij een klankbord is. Minister, u weet waarschijnlijk niet dat ik een communicatiewetenschapper ben. Ik besef wel het belang van een klankbord. Als de top van een bedrijf of van een regering een klankbord heeft, dan is dat heel belangrijk. Dat klankbord geeft adviezen over zowat alles. Zon klankbord stuurt in een bepaalde richting en zegt wat men beter wel of niet zou doen.
De heer Callebaut heeft zelf in het interview gezegd: We zijn op dit moment bezig voor de nieuwsdienst te zorgen dat ze een inzicht krijgt in de samenleving. We doen dat met een marktonderzoek dat de nieuwsdienst in de aanloop naar de verkiezingen kan inspireren. Dus de zelfverklaarde topadviseur van de regering, met wie er volgens de minister-president geen band bestaat, is tegelijkertijd bezig met marktonderzoek dat de nieuwsdienst kan inspireren. Misschien kan de minister-president zelf eens officieel verklaren dat de heer Callebaut met hem niets te maken heeft. De heer Callebaut zal heel concreet de volgende weken en maanden onderzoeken wat de Vlamingen denken en belangrijk vinden en waarvoor de Vlamingen overwegen hun stem uit te brengen. Op die manier zal hij zelf voor een groot deel mee de themas bepalen uit het marktonderzoek van de verkiezingen. Tot daar is er niets verkeerd. Maar het is wel verkeerd als er een band bestaat met de regeringsleiders die straks met gelijke wapens moet strijden voor de gunst van de kiezer, terwijl die andere spelers niet over die informatie beschikken. Als de heer Callebaut een klankbord is van de VRT, dan zie ik hier toch een zweem van partijdigheid.
Minister, de heer Callebaut zou eens heel goed in de spiegel moeten kijken. Als topadviseur zou hij zich moeten afvragen waarom hij in een interview zijn eigen opdrachtgevers voor schut zet. Minister, ik verwijt u niets, want u hebt daar in feite geen zaken mee maar wel de heer Callebaut, wetende dat hij topadviseur is van de VRT en een vinger in de pap heeft doordat hij mee het markonderzoek organiseert met het oog op de volgende verkiezingen. Hij kan straks misschien zeggen dat het de journalist was die dit schreef, dat hij het niet heeft geschreven, dat het interview niet helemaal correct is, dat er heel wat onduidelijkheid over bestaat.
Minister, ik heb zelf ook nog voor een minister-president gewerkt. En als de heer Callebaut een zo fantastische adviseur, marketeer en communicatiemens is, dan weet ik dat hij bij dergelijke interviews over een dergelijke gevoelige materie aan een journalist minstens zou vragen om eerst het interview te mogen nalezen. En ofwel heeft hij het nagelezen en heeft hij zichzelf goed bevonden, wat absoluut niet het geval is, ofwel heeft hij het niet nagelezen, maar dan is het geen topadviseur, maar een klungelaar. Zo simpel is dat.
Ik stel dus alleen maar vast, minister, dat de VRT nu door de heer Callebaut met een probleem zit. Het probleem is er niet gekomen door de VRT, het is geen fout van de VRT. De VRT maakt een contract op met iemand en verwacht dat die persoon zijn manieren houdt. Hij heeft zijn manieren niet gehouden. Niet alleen ik vind dit, uw partijvoorzitter vindt dit ook. De heer Callebaut is over de schreef gegaan. De heer Callebaut heeft aan Vlaanderen verklaard dat hij tegelijkertijd topadviseur van de regeringsleider en van de openbare omroep is.
Ik weet, minister, dat dit heel moeilijk aantoonbaar zal zijn, dat het met contracten via via zal zijn of op een andere manier. Ik kan dit heel moeilijk aantonen, maar ik moet het in feite ook niet aantonen: hij heeft het zelf bevestigd.
Ten opzichte van de collegas die verbaasd zijn dat dit nu aan de oppervlakte komt, wil ik zeggen dat het heel simpel is. De heer Callebaut had maar geen interview moeten geven waarin hij niet alleen zijn licht laat schijnen over andere partijen, maar zelfs over zijn eigen opdrachtgever, de minister-president, die hij aanraadt om bescheiden te blijven. Ik zou geen probleem hebben met een adviseur die mij in alle vertrouwen zegt dat ik bescheiden moet blijven, maar ik zou wel een probleem hebben met een adviseur die in de gazetten schrijft dat ik bescheiden moet blijven. Ik vermoed dat de heer Peeters op dit moment ook niet gelukkig is met de gang van zaken en met de uitspraken van zijn zelfverklaarde topadviseur.
Minister, ik stel samen met u vast, u als minister van Media en ik als oppositieleider in dit parlement, dat de heer Callebaut over de schreef is gegaan, dat hij dingen heeft gedaan en gezegd die zijn opdrachtgever in diskrediet brengen. Ik begrijp de VRT die zegt dat hij al zo lang voor de omroep werkt en dat hij uiteraard niet bepaalt wat wel en wat niet in het nieuws komt, maar er is toch een flinterdunne grens. Ik ben niet alleen, ook uw partijvoorzitter deelt mijn mening, hij vindt het onethisch wat de heer Callebaut doet. In feite wordt de VRT voor een onmogelijke opdracht geplaatst. Deze man en zijn bedrijven moeten in de komende maanden op een objectieve manier zaken leveren. Hij heeft dit zelf onmogelijk gemaakt. Ik vraag dus niet aan u dat u optreedt, ik richt me tot de heer Callebaut zelf en ik raad hem aan om de eer aan zichzelf te houden door de opdracht met de openbare omroep te verbreken, dan kan hij nog lekker met de minister-president blijven tafelen of koffiedrinken in zijn tuin.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Voorzitter, ik heb waardering voor mijn liberale collega, maar we zouden deze discussie ook met plezier hebben gevoerd over Noël Slangen ik noem zo maar iemand in de afgelopen decennia.
Wantrouwigheid in de politiek: welja. Het geheugen van een aantal mensen in deze commissie Media is soms kort. Tot mijn plezier merk ik dat mijn geheugen wat langer is. Ik verduidelijk. Hoe wisten wij dit? Hoe kenden we de naam Callebaut? In deze commissie dat kunt u gemakkelijk terugvinden in de verslagen werd de heer Callebaut in het verleden regelmatig door niemand minder dat de heer Decaluwe van CD&V onder vuur genomen wegens belangenvermenging. Ik weet ook waarom, want ik zat hier in deze periode ook. U begrijpt waarom ik wantrouwig word bij de kleurenkaarten die zoals in een spelletje wiezen worden doorgegeven.
De heer Callebaut lag aan de basis van Censydiam en dat was de basis van de hervormingen, financieel en op elk niveau, van de openbare omroep. De heer Callebaut was als twee handen op één buik met Piet Van Roe, zoals bekend van liberale kleur. Toen hebben wij de heer Callebaut in deze commissie regelmatig onder vuur genomen wegens belangenvermenging met de liberale partij.
Vandaag stel ik vast dat de heer Callebaut onder vuur wordt genomen en u weet dat ik een onafhankelijk toeschouwer ben geworden in dezen wegens zijn link met CD&V. Ofwel heeft het blauwe schaap het kamp verlaten, ofwel lagen een aantal politieke uitspraken in de interviews te gevoelig voor een aantal mensen. Ik weet het niet.
Ik vind heel deze discussie in elk geval heel eigenaardig, vooral als we weten dat over het verleden daadwerkelijk feiten terug te vinden zijn in de notulen van deze commissie waarbij we vragen hebben gesteld over dezelfde persoon maar in een andere kleurcombinatie. Dat wil ik even duidelijk stellen.
Minister, ik heb nog één vraag voor u. Ik vind het een moeilijk punt. U zegt op basis van de informatie die u hebt ingewonnen, dat minister-president Peeters zegt dat er geen link is en dat er geen contracten zijn, dat er niet wordt gewerkt voor geld. Wie heeft gezegd dat de heer Callebaut wel werkt voor geld voor Kris Peeters? Uw voorzitter. Het staat hier zwart op wit: hij zal niet reageren op Jan Callebaut, die betaald wordt door Kris Peeters, een concurrerende partij. Ik heb uw antwoord gehoord: Kris Peeters zegt dat er geen contracten zijn en uw voorzitter zegt dat hij betaald wordt. Een van beiden liegt. Ofwel trekt uw partijvoorzitter zijn woorden terug ofwel levert hij het bewijs. We praten in deze commissie vaak over geloofwaardigheid, ethiek en deontologie. Als het foute informatie is, dan moet dat worden gezegd, zo niet moet het worden bewezen. Er zijn organen voor, maar ik vind dit politiek bekeken een groot vraagteken. Ik wijs niet met de vinger naar u, ik wijs ook niet naar uw voorzitter, maar iemand moet toch liegen. Als er betaald wordt, is er wel een contract, een overeenkomst, want hoe zal er anders worden betaald? Toch niet zoals bij de beenhouwer met zwart geld onder de toonbank? Dat gaat toch niet? Het gaat wellicht wel, maar ik kan me niet inbeelden dat het zo gebeurt.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Mijnheer Verstrepen, niemand liegt. Ik zal dit proberen duidelijk te maken.
Minister, het is wel een opmerkelijke discussie. U zegt en dat wist ik ook dat de heer Callebaut al sinds de jaren 90 advies geeft aan de VRT. U zegt ook dat de discussie die nu wordt gevoerd ik zal het in het schoon Vlaams zeggen eigenlijk een scheet in een fles is. Er is niet zoveel aan de hand, hij geeft sinds de jaren 90 advies en hij heeft geen contracten met de minister-president, er is dus geen vuiltje aan de lucht.
Ik vraag me dan af waarom de sp.a-voorzitter zo heftig reageert. Natuurlijk zit het antwoord in een klein hoekje, maar als men uw antwoord goed beluistert, weet men ook waar het kalf gebonden ligt. U zegt dat er geen arbeidsovereenkomst is noch een contractuele basis met de minister-president in de hoedanigheid van minister-president.
Een goed luisteraar krijgt zo de mogelijkheid om te weten te komen dat er wel een contractuele basis is of een verhouding van de heer Callebaut met CD&V. En dan begrijp ik natuurlijk veel beter de heftige reactie van de sp.a-voorzitter die zegt dat het niet kan dat iemand die door Kris Peeters wordt betaald niet zozeer als minister-president, maar als iemand uit de top van CD&V ook advies geeft aan de VRT.
Als we alles bekijken en deze interpellatie en uw antwoord even analyseren, stellen we vast dat dit toch een behoorlijk potje is geworden dat aan de naam en faam van de VRT geen goed doet.
De heer Verstrepen heeft gelijk: er werden hierover in de vorige legislatuur verschillende vragen gesteld. De heer Tommelein zegt dat het misschien niet de schuld is van de VRT. Maar ik begin mij wel af te vragen wie de VRT vastlegt en contracteert om advies te geven. Want dit is niet de eerste keer dat we over dit onderwerp heisa hebben. Dat blijft een probleem. De facto blijft de zaak hetzelfde.
Minister, u zegt dat de heer Callebaut niet voor Kris Peeters in de hoedanigheid van minister-president werkt. Dan weten we hoe laat het is. Ik weet heel zeker hoe laat het is wanneer ik hier vandaag rondkijk. Collegas, als ik hier rondkijk, stel ik vast dat een van onze vaste commissieleden niet aanwezig is. En laat de persoon die hier niet aanwezig is, toch toevallig een CD&Ver zijn! Dan weten we genoeg, collegas. We weten hoe de vork in de steel zit. Er is wel degelijk een probleem met de manier waarop er nu wordt gewerkt met de heer Callebaut en de VRT.
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Ik heb de voorbije twee dagen naar aanleiding van dit incident gegoogeld. Het is ook in onze partij en fractie, tot en met in het partijbestuur, ter sprake gekomen. Minister, dit incident komt heel lastig over. Los van wie nu gelijk heeft, het heeft zon kantje waarbij je zoals ze bij ons zeggen aan je kleine teen voelt dat er iets niet klopt, maar je kunt het niet goed te pakken krijgen. Uw antwoord bewijst dat. Ik kan mij levendig inbeelden dat de heer Callebaut geen contract heeft met Kris Peeters in diens functie van minister-president, zoals u het zo mooi zegt. Maar misschien wel in diens hoedanigheid van lijsttrekker van zijn partij of voor zijn partij, who knows? Al die constructies met zijn bedrijven en de opdracht die hij voor de VRT uitvoert, doen toch van alles vermoeden. Wij krijgen daarover geen klaarheid. Dat maakt het niet aangenaam.
Ik had het daarnet al over ethiek. Als je een marktonderzoek doet naar de themas en de onderwerpen die de Vlamingen bezighouden, ook in het licht van de verkiezingen, en je werkt voor de Vlaamse minister-president en voor de partij die de minister-president levert, dan moet je vaststellen dat ook die bedoelingen daar samenlopen. Wat je in functie van de VRT weet, is best handig meegenomen voor de minister-president, om te weten waarop hij moet inspelen. Dat klopt toch ook niet?
Voorzitter, ik herinner mij dat hij ooit in Kortrijk een enigszins ophefmakend onderzoek heeft gedaan over cultuurbeleving.
De heer Philippe De Coene : We zijn het nog aan het betalen.
De heer Bart Caron : Ik ben daarover ondertussen ook al scherp uit de hoek gekomen in de gemeenteraad. Ik ga nu eens iets heel lelijks zeggen. Ik geloof niet in mensen die gebakken lucht verkopen. Volgens mij was dat toen gebakken lucht. Voor het overige kan hij een heel bekwame marketeer zijn. Ik doe daar niets van af.
Het heeft mij de voorbije dagen ook gefrappeerd dat de PVDA veel genereuzer is dan sp.a. Ik weet niet of dit de colère van Bruno Tobback heeft gevoed. Misschien, wie weet. Ik herinner mij dat hij over paars-groen indertijd nadien ook zeer negatieve commentaren de wereld heeft ingestuurd, dat we allemaal te veel en te snel veranderingen wilden enzovoort. Als hij met zijn bescheidenheid Kris Peeters de les moet leren Dat is misschien de rol van marketeers, dat het kameleons zijn, die zich dus moeten aanpassen. Mij allemaal gelijk, dat is zijn verantwoordelijkheid, dat is zijn geweten, dat is zijn deontologie. Maar niettemin vind ik het voor de openbare omroep geen goede situatie. U kunt daarop niet ingrijpen, ik kan dat ook niet. Maar alle betrokkenen, en wat ons betreft in eerste instantie de openbare omroep, moeten eens heel goed nadenken waar de grenzen van de eigen verantwoordelijkheid liggen. De openbare omroep kan niet in de plaats treden van de deontologie van iemand anders. Maar hij kan wel de opdracht intrekken of bevestigen. Dat behoeft een soort van intern gewetensonderzoek in de raad van bestuur of het directiecomité van de openbare omroep. Men moet daaruit de gepaste conclusies trekken.
De heer Tommelein heeft met zijn repliek gelijk. Ik weet dat hij soms staalhard is, maar hij heeft gelijk dat dit niet kan. In plaats van de ongerustheid weg te nemen, voedt dit de ongerustheid en de twijfels die wij hebben. Ik zit hier nu veel geladener dan toen ik hier aankwam. Ik heb veel meer twijfels. Het feit dat dat domineert, is wat de openbare omroep betreft niet aanvaardbaar. Zij moeten de zaak intern uitklaren, ook in hun relatie met de heer Callebaut. De heer Callebaut mag voor de rest in de kranten en tijdschriften zeggen wat hij wil, dat is zijn persoonlijke verantwoordelijkheid. Maar ik heb allang mijn geloof afgelegd in mensen die het allemaal het beste weten.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Ik zal niet ingaan op insinuaties van collegas. Ik doe dat niet. Wie in het verleden vragen heeft gesteld, had de zaken moeten hardmaken. Vragen over bepaalde zaken hebben nooit aanleiding gegeven tot een aantal dingen. Ik vind dat er rare combinaties worden gemaakt. Als iemand de topadviseur is geweest van de VRT-bestuurder of de directeur-generaal, is hij automatisch dé partij. Dat gaat nogal ver.
Ik kom tot een conclusie. Ik geef de heer Caron gelijk: de twijfels zijn alleen maar toegenomen. Minister, ik herhaal dat ik dit niet tot u persoonlijk richt. We moeten eerlijk zijn: uw partijvoorzitter heeft hier wel wat aan meegewerkt. Er is vooral het feit dat de minister-president in deze duidelijk afstand zal moeten nemen van zijn zelfverklaarde adviseur. Hij zal dat moeten doen, hij kan niet anders. Daarmee alleen al is het feestje verpest. Dat is duidelijk.
Bepaalde plannen of zaken kunnen niet plaatsvinden. Ik refereer nog eens aan het woord klankbord. Een klankbord kan veel inhouden. Dat heeft veel omschrijvingen. Het is inderdaad tekenend dat CD&V hier opvallend afwezig blijft. Niet alleen is de heer Yüksel hier altijd aanwezig, maar laat hem toevallig ook een gewezen VRT-journalist zijn. Ik ben al voldoende geïnformeerd om te weten dat je, wat contracten en alle andere soorten zaken betreft, waarschijnlijk moeilijk dingen hard kunt maken. Maar de achtergrondinformatie waarmee de heer Callebaut zelfs in het verleden een flinke vinger in de pap had bij de opmaak van bepaalde zaken, is overduidelijk. Het is niet de heer Yüksel die mij dat moet bevestigen, andere gewezen VRT-journalisten hebben mij dat ook al bevestigd.
Minister, het is dus wel degelijk een feit. We kunnen nu stellen, op basis van een aantal zaken die de heer Callebaut zelf heeft gecreëerd, dat de VRT moet optreden. Ik heb daarnet al gezegd dat de heer Callebaut maar zelf zijn conclusies moet trekken. Hij kan in deze niet meer functioneren. Hij is in opspraak gekomen, neen, hij heeft zichzelf in opspraak gebracht. Er is een zweem van belangenvermenging. Er is twijfel. De twijfel neemt na deze interpellatie alleen maar toe. Ik denk dat topadviseurs stoppen met topadviseur te zijn op het moment dat ze zulke dingen doen.
De voorzitter : De interpellatie is afgehandeld.