Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Vergadering van 29/01/2014
De voorzitter : Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Mevrouw Yamila Idrissi : Minister, in september hadden we een mooi openingsfeest van Muntpunt. We waren getuige van het fantastische gebouw dat Brussel erbij kreeg. Ik denk dat vriend en vijand het daarover eens zijn.
Op maandag 26 november 2013, enkele weken na de opening van het huis, verwelkomde Muntpunt zijn 100.000e bezoeker. Wekelijks krijgt de belevenisbibliotheek gemiddeld ongeveer 9000 mensen over de vloer. Dat is meer dan de oude Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek (HOB). Die kreeg 6700 bezoekers per week in 2008. Ik wens Muntpunt te feliciteren met deze goede resultaten. Dit toont aan dat de bibliotheek erin geslaagd is om op korte tijd een maximaal aantal personen te bereiken.
Wat ook werd meegedeeld op 26 november, is dat er minder boeken worden uitgeleend. Muntpunt telt ongeveer 7800 uitleningen per week, terwijl de HOB in 2008 aan 15.000 uitleningen per week kwam. Dat is bijna een halvering. Directeur Ann Van Driessche zegt hierover het volgende: Het verschil tussen uitleningen en bezoekersaantallen bewijst dat we meer zijn dan een bibliotheek. Veel bezoekers komen niet om media uit te lenen maar voor info over Brussel, voor de activiteiten die we organiseren, of gewoon om te werken of mensen te ontmoeten.
Minister, wat vindt u van de evolutie van het aantal wekelijkse bezoekers van Muntpunt? Wat vindt u van het verminderde aantal wekelijkse uitleningen in Muntpunt? Bent u van mening dat het aantal uitleningen in Muntpunt de volgende maanden nog moet stijgen? Hoe kunnen we een goed evenwicht vinden tussen een van de hoofdkenmerken van een bibliotheek, namelijk een plaats waar je rust vindt om boeken, kranten of tijdschriften te lezen, op zoek te gaan naar interessante naslagwerken of stil te werken, en de andere activiteiten van Muntpunt?
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : In september opende Muntpunt zijn deuren. In de eerste week verwelkomde het al een kleine 9000 bezoekers. In het laatste jaar van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek waren dat er gemiddeld 6700. Dat is dus zeker geen slecht begin. De directie van Muntpunt gaf via Brusselnieuws eind september aan te mikken op een gemiddelde van 3000 wekelijkse bezoekers tijdens de laatste maanden van 2013, om in 2014 gradueel te stijgen naar het gemiddelde van de HOB, met name ongeveer 7000 bezoekers. Eind november mocht Muntpunt de 100.000e bezoeker verwelkomen. De bezoekersaantallen stijgen dus en overtreffen de verwachtingen die bij de opening werden geuit. Keerzijde van de medaille is wel dat minder boeken worden uitgeleend, momenteel ongeveer de helft van wat er in 2008 werd uitgeleend in de HOB.
Minister, welke conclusies trekt u uit deze eerste resultaten? Welke aandachtspunten ziet u nog voor de nabije toekomst?
De directie van Muntpunt geeft aan dat het hun ambitie is om in 2014 de uitleencijfers van de HOB te evenaren. Hoe zullen zij dit concreet aanpakken? Zijn er specifieke acties in het vooruitzicht?
Momenteel telt Muntpunt ongeveer tienduizend leden, waarvan 70 procent uit Brussel komt. De openingsperiode van Muntpunt is nu voorbij, het nieuwe is er wat af. Op welke manieren zal Muntpunt zich in de nabije toekomst nog profileren? Zijn er samenwerkingen met bijvoorbeeld het Huis van het Nederlands of andere organisaties gepland?
We hebben cijfers over het aantal bezoekers en uitleningen. Kunt u ons gegevens verschaffen over de leeftijd van de bezoekers van Muntpunt? Over welke generaties gaat het? Kan uit de ledengegevens worden afgeleid dat Muntpunt zich voldoende naar alle leeftijden richt? Indien dat niet zo is, welke maatregelen gaat u dan nemen om ontbrekende generaties meer aan te spreken?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet: Ik ben tevreden over het resultaat dat Muntpunt tot nu toe behaald heeft. Er zijn al veel bezoekers, en Muntpunt zal zijn werking de komende maanden en jaren verder uitbouwen en proberen om het aantal uitleningen in stijgende lijn te krijgen.
In het persbericht dat Muntpunt uitgaf naar aanleiding van de 100.000e bezoeker was er sprake van 7800 uitleningen per week en werd melding gemaakt van 15.000 uitleningen in 2008. Dat was een wat vertekend beeld omdat het maar betrekking had op één welbepaalde week. Het gemiddeld aantal uitleningen per week in 2008 bedroeg 12.000, wat nog altijd meer is dan de 7800 van vandaag, maar goed, het is toch al iets anders.
Er blijft een verschil, maar het is een duidelijke trend in veel bibliotheken dat het accent wat minder komt te liggen op de uitlening van materialen, en meer op het gebruik van de aangeboden diensten. Verder heeft dit te maken met de digitalisering. Dat geldt voor muziek. Wie vroeger een cd of dvd niet wou kopen, ging naar de bibliotheek. Vandaag werkt men met iTunes, Spotify en van alles. Dat is veel goedkoper. Men kan op YouTube surfen. Men kan het via Apple TV op tv afspelen. Met een goede geluidsinstallatie heeft men bijna dezelfde kwaliteit. Het aanbod wordt totaal anders. Dat geldt minder voor boeken, maar ook daar is er een digitalisering.
We merken dat heel wat bezoekers de bibliotheek als studie- of werkplek gebruiken en ter plekke gebruikmaken van de media, de internet-pcs en dergelijke. Ook belangrijk is dat heel wat bezoekers langer in de bibliotheek blijven dan vroeger. Dit is zeker zo voor de jongeren. Dat is ook hoopvol. Jongeren tot 30 jaar maken trouwens meer dan 30 procent uit van het ledenaantal van Muntpunt. Een op drie leden is jonger dan 30 jaar, wat op zich wel een goede evolutie is. We weten ook dat de HOB lange tijd een soort monopoliepositie heeft gehad in het bibliotheeklandschap in Brussel. Er waren weinig andere lokale bibliotheken. Pendelaars verkozen tijdens de middagpauze naar de HOB te gaan, vanwege het aanbod en de ruime openingsuren. Maar iedereen weet ook dat andere stedelijke bibliotheken ondertussen sterk geëvolueerd zijn en er ook in kleinere gemeenten bibliotheken bij gekomen zijn. Er is dus wel wat evolutie op het terrein geweest. Maar we weten ook dat de HOB het de jongste jaren met een afgeslankte versie heeft moeten stellen qua aanbod en twee keer is verhuisd. Trouwe klanten zijn dan weggebleven en hebben een andere plaats gevonden, maar je ziet toch mensen terugkomen.
In Muntpunt is er voldoende en aangepaste ruimte, zowel voor de studenten en de bibliotheekbezoekers die naar Muntpunt komen om er te studeren of te werken, als voor de bezoeker die even langskomt om wat te grasduinen, mensen te ontmoeten, evenementen bij te wonen of te participeren aan activiteiten. De bedoeling van Muntpunt is duidelijk om een evenwicht te vinden tussen de klassieke vorm van een bibliotheek enerzijds en de activiteiten in het kader van de belevingsbibliotheek, die we uitdrukkelijk hebben gewenst, anderzijds. Bovendien zijn er vijf verdiepingen, dus iedereen kan altijd wel een plekje vinden. Degenen die van stilte houden, kunnen naar de studiezaal Multatuli gaan, waar absolute stilte geboden is en die manu militari wordt afgedwongen.
Muntpunt heeft mij geïnformeerd dat er thans gemiddeld 30 nieuwe leden zijn per dag. Bij de opening bedroeg het aantal leden 8500. Vandaag zijn er 10.700. Er zijn sinds de opening al meer dan 2200 nieuwe inschrijvingen. Er zijn ook mensen die weggaan, dat klopt, maar het gaat vaak om mensen die een andere Brusselse bibliotheek kiezen als inschrijfinstelling, omdat in andere Brusselse bibliotheken het lidmaatschap gratis is of lager dan in Muntpunt. Je hebt daardoor toch een verschuiving.
Uit een onderzoek naar de kunsten- en cultuurparticipatie, dat in 2009 werd uitgevoerd door het steunpunt, blijkt dat de gebruikers willen betalen voor cultuur als daar iets tegenover staat. Daarom heeft Muntpunt ervoor geopteerd om het lidgeld te verhogen naar 10 euro per jaar, maar u weet dat er dan geen leengeld meer gevraagd wordt voor cds en voor dvds. Maar het systeem is dat men lid kan worden van een andere bibliotheek in Brussel en toch naar Muntpunt gaan met een lidkaart van die andere bibliotheek. Je moet dus eigenlijk het globale beeld bekijken. Misschien moet in de toekomst de afstemming tussen Muntpunt en de andere bibliotheken worden herbekeken omdat er ongewenste effecten kunnen optreden.
De verdeling van het aantal leden per leeftijdscategorie is als volgt: 0-13 jaar 13 procent, 14-17 jaar 6 procent dan heeft men blijkbaar andere activiteiten , 18-25 jaar 13 procent, 26-39 jaar 30 procent, 40-59 jaar 30 procent en 60-plus 7 procent.
Na drie maanden is het te vroeg om conclusies te trekken: ik denk dat u het daarmee eens bent. Er is nog werk aan de winkel. Ik denk dat er nog een hele doelgroep in het middelbaar onderwijs is. De cijfers tonen een duidelijke ondervertegenwoordiging aan. Muntpunt zal ook naar die groepen toe actie ondernemen en doet dat ook al. Voor de ouderen zijn er de collecties groteletterboeken, luisterboeken en e-books. Er is nu ook de samenwerking met het Seniorencentrum, de maandelijkse leesclub voor ouderen, onder de naam Leeslamp. Voor de leeftijdsgroep van 14-17 jaar is er de afdeling Young Adults opgericht, waar men zowel het aanbod als de activiteiten specifiek op die groep richt, inbegrepen een gamehoek. Ook dat moet groeien.
Muntpunt zegt mij duidelijk dat er heel wat andere klanten binnengehaald worden dan de traditionele bibliotheekbezoeker. Dat was uitdrukkelijk de bedoeling. Als er activiteiten plaatsvinden, vinden mensen de weg naar Muntpunt. U weet dat Muntpunt met heel wat andere organisaties samenwerkt zoals het Huis van het Nederlands, Bru-taal, Citizenne en nog vele andere.
Ik denk dat men goed op weg is. Men is goed gestart. Er is nog werk aan de winkel. Je moet Muntpunt toch minstens een jaar geven om een eerste echte evaluatie te kunnen maken. De eerste cijfers zijn hoopvol, maar men is nog niet binnen. Het is een werk dat niet af is maar moet blijven worden uitgevoerd.
De voorzitter : Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Mevrouw Yamila Idrissi : Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Het klopt dat Muntpunt nog maar drie maanden bezig is, en dat is te vroeg voor een grondige evaluatie of conclusies. Ik wil toch een bezorgdheid meegeven, namelijk dat Muntpunt heel erg moet oppassen dat de mensen die komen om boeken uit te lenen, niet worden verdrongen door al die andere activiteiten die er plaatsvinden. Het is goed dat die activiteiten er zijn, maar mocht over een jaar de conclusie zijn dat de lener wegblijft en elders naartoe gaat, dan zou dat bijzonder jammer zijn. Dat evenwicht moet zeer goed bewaard en bewaakt worden.
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Minister, ik dank u voor het antwoord. Mij zijn een drietal dingen opgevallen. Eerst en vooral is er de ambitie van Muntpunt om een echte verblijfsbibliotheek te worden. Dat wordt blijkbaar bewerkstelligd omdat aangegeven wordt door de minister dat met name jongeren langer in de bib blijven, wat een evolutie is die we ook in het buitenland zien en in andere grote bibliotheken in Vlaanderen. Ik denk dat we dan echt wel op de goede weg zitten.
Minister, u hebt zelf de relatie tussen Muntpunt en de andere Vlaamse bibliotheken in Brussel en de Rand aangehaald. Dat is een punt dat we de komende jaren absoluut verder moeten bekijken. Het zijn vooral opportuniteiten. Ik denk dat samenwerking voor de hand ligt. Heel veel mensen zijn lid van de lokale bibliotheek in Brussel en bovendien stappen ze af en toe Muntpunt binnen. Het zou goed zijn mocht de band tussen Muntpunt en de kleinere lokale bibliotheken zo hecht als mogelijk zijn.
Wat de bezoekers van Muntpunt betreft, is me opgevallen dat het aantal studenten van het middelbaar onderwijs niet zo hoog ligt. Bovendien maken de 60-plussers slechts 7 procent van de bezoekers uit. Volgens mij hebben heel wat 60-plussers nochtans de mogelijkheid zich met tal van activiteiten bezig te houden, te lezen of aan activiteiten deel te nemen. Misschien moet Muntpunt dat goed in het oog houden en nagaan hoe dat echt lage percentage nog kan worden opgetrokken. Het is aan Muntpunt dat eens te bekijken.
Minister Pascal Smet : Ik deel de bezorgdheid. Het komt erop aan een evenwicht te vinden en bijzondere groepen nog te bewerken.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.