Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vergadering van 12/12/2013
Vraag om uitleg van de heer Marino Keulen tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over Leuven Klimaatneutraal 2030
- 456 (2013-2014)
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Voorzitter, minister, deze vraag gaat over hoe De Lijn met dergelijke uitdagingen in de toekomst omgaat. De directie van De Lijn in Vlaams-Brabant schakelt zich helemaal in in het project Leuven Klimaatneutraal 2030. De bedoeling is om samen met de stad Leuven werk te maken van duurzame mobiliteit waarbij de bus, terecht, als alternatief moet komen voor de wagen. Het betreft niet het busvervoer in het centrum van Leuven omdat het centrum blijkbaar al verzadigd is met busverkeer, maar het gaat over de bereikbaarheid van Leuven vanuit de rand en iets verder. Volgens de cijfers van De Lijn vervoerde ze in 2012 in heel Vlaanderen een goede 544 miljoen reizigers. In de regio rond Leuven heeft ze jaarlijks 45 miljoen reizigers en tegen 2030 wil ze dit opdrijven tot 120 miljoen.
Als er cijfers beschikbaar zijn, betekent dit dat er onderzoek geweest is, dat men weet hoe men de zaken wil aanpakken en tegen wanneer. Bovendien, als men deze cijfers vergelijkt met het huidige aantal over heel Vlaanderen, dan zullen hier ofwel heel veel middelen naartoe gaan ofwel zal men anders omgaan met het huidige aanbod. Dit project is dus met andere woorden een beleidskeuze.
Gaat De Lijn op dezelfde wijze als nu aanbodgestuurd te werk gaan? Hoe gaat men dit dan financieren? Of opteert De Lijn voor een nieuwe beleidsvisie om tot deze resultaten te komen?
Het cijfer van 544 miljoen, afkomstig van De Lijn, is met een dikke korrel zout te nemen. Een stijging van 45 naar 120 miljoen reizigers, is kolossaal. Indien het een nieuwe beleidsvisie betreft, hoe ziet die er dan uit? Wat betekent dit voor de rest van de werking van De Lijn in Vlaanderen? Gaat men daar De Lijn afschaffen? Gaat men de Vlaamse begroting herleiden tot een dotatie aan De Lijn?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen: Ik heb ook met aandacht de berichtgeving over Leuven gelezen. Ik viel een beetje uit de lucht. Het streefdoel van de toename van reizigers is enorm. Het is blijkbaar ingegeven door de doelstelling dat één derde van de vervoersbewegingen in Leuven vervangen zou moeten worden door het openbaar vervoer.
Ik heb vragen bij de cijfers. Hoe concreet zijn de plannen? Of gaat het nog maar over globale ramingen?
Men mikt vooral op lijnen van buiten de stad naar het centrum dat dan autoluw zou moeten worden. Ik betwijfel of dat al concreet afgesproken is tussen De Lijn en de stad. Dat is altijd moeilijk, de bussen uit het stadscentrum te houden. Dat ligt bij De Lijn zeer moeilijk.
Hoe verhouden deze plannen zich tot de Mobiliteitsvisie 2020? Welke budgetten zou De Lijn nog moeten plannen om die doelstelling van 120 miljoen reizigers tegen 2030 te halen? Dat moeten enorme bedragen zijn. Misschien kan dat worden opgelost door meer vraaggestuurd te gaan werken. Zal voor de MKBA-techniek (maatschappelijke kosten-batenanalyse) worden gekozen om de lijnen te bepalen? Hoe verhouden de gebiedsevaluaties van De Lijn zich ten opzichte van dit idee? Past dat allemaal samen? Gaat men daar een volledige studie rond opmaken? Welke onderbouwing gaat men geven aan dit verhaal?
De voorzitter : Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Mevrouw Karin Brouwers: Het cijfer van 120 miljoen reizigers deed iedereen in Leuven schrikken. Het stadsbestuur, dat gestart is met het plan Leuven Klimaatneutraal, was ook geschrokken. Maar we mogen De Lijn Vlaams-Brabant niet onderschatten: het is een van de meest proactieve entiteiten. We mogen dat wel eens zeggen over onze eigen provincie. Het aantal reizigers is in 20 jaar tijd gestegen van 9 miljoen naar 45 miljoen. Dat was toch ook mogelijk, dus waarom niet?
Het komt trouwens niet zomaar uit de lucht vallen, er is al vier à vijf jaar sprake van een nieuw busplan. Zoals mevrouw Eerlingen zegt, zou dat plan uitgaan van het idee om minder bussen door het oude centrum van de stad te laten rijden en de streekbussen te laten stoppen aan polen zoals Gasthuisberg, het station enzovoort. Ik heb onlangs nog een schriftelijke vraag gesteld over dat nieuwe busplan. Hoe staat het daarmee?
Het zou gefaseerd worden uitgevoerd, begreep ik uit uw antwoord. De ringbus die nu nog maar in één richting rijdt, zou vanaf januari in twee richtingen rijden. Dat maakt een groot verschil: wie Leuven kent, begrijpt dat. Er stond ook nog in uw antwoord dat er bijkomende exploitatiemiddelen nodig zullen zijn. De vraag naar meer budget is hier pertinent. Ik ben benieuwd naar uw antwoord, minister.
Wat nog volop aan de gang is, zijn de noodzakelijke doorstromings- en infrastructurele maatregelen. De studies daaromtrent worden gevoerd. In een radius van 15 kilometer rond Leuven worden alle streeklijnen doorgelicht. Die studie zal moeten uitwijzen wat mogelijk is en wat niet. Dan moet er nog een actieplan worden opgemaakt.
Mijnheer Keulen, de streefdatum is 2030, we hebben dus nog wel even. In Leuven is men daar al zeer actief mee bezig. Dat is niet plotseling uit de lucht komen vallen. Net als u vraag ik me af wanneer de studies klaar zullen zijn. Hoe zullen ze dan gefaseerd worden uitgerold? Hoe zit het met de budgetten? Leuven kan wel vragen om middelen, maar wat ze gaan krijgen, is nog iets anders.
Ik zie u neen knikken, dat is niet echt bemoedigend.
Ik vind de vraag wel interessant, voorzitter, maar ze is toch redelijk lokaal. Als alle steden met een dergelijk plan afkomen
De voorzitter : De vraag ging volgens mij over heel Vlaanderen en was daarom relevant. Er zit misschien een politiek van De Lijn achter die plannen.
Mevrouw Karin Brouwers : We gaan het zo dadelijk horen, denk ik. Ik ben even benieuwd als mijn collegas naar het antwoord.
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Collegas, het is zeker een interessante vraag. Eerst wil ik het ruimere kader schetsen. Ik heb ook gezocht waar dit vandaan kwam, en naar de engagementen en zo.
Wereldwijd streven heel wat steden ernaar om het aandeel broeikasgassen sterk te verminderen. De Europese Raad stelt de 20/20/20-doelstellingen voorop: tegen 2020 wil men 20 procent minder broeikasgassen, 20 procent minder energieverbruik en 20 procent meer hernieuwbare energie. Veertien Europese steden, waaronder Brussel, onderschreven het besluit om de uitstoot met 80 procent te verminderen tegen 2050.
In Vlaanderen hebben naast Leuven ondertussen verschillende lokale besturen de ambitie om klimaatneutraal te worden, onder andere de stad Gent, de provincie Limburg met alle Limburgse gemeenten en recent op 4 oktober nog de provincie Vlaams-Brabant en de 55 Vlaams-Brabantse gemeenten. Die ambitie op zich heeft al enorme effecten. Ze beloven hiermee om de komende jaren een klimaatbeleid te voeren om op termijn hun steden, gemeenten en provincie klimaatneutraal te maken.
Er is een consensus gegroeid binnen het kader van het burgemeestersconvenant. Dat is een algemene Europese beweging waarin lokale en regionale overheden deelnemen door vrijwillig toe te zeggen de energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energiebronnen op hun grondgebied te verhogen.
De stad Leuven ondertekende in 2011 het Europees burgemeestersconvenant rond climate change. Hiermee verbindt de stad zich om verder te gaan dan de huidige 20/20/20-doelstellingen. Om dit te bereiken, engageerde de stad zich op 14 juni 2011 om het project Leuven Klimaatneutraal 2030 op te starten in samenwerking met de KU Leuven.
In het kader van Leuven Klimaatneutraal zijn er doelstellingen geformuleerd om tegen 2030 klimaatneutraal te zijn. Op het vlak van mobiliteit is vooropgesteld dat één derde van de verplaatsingen in 2030 met het openbaar vervoer moet verlopen. Een concrete vertaling van deze doelstelling in de ruime Leuvense regio betekent volgens De Lijn een stijging naar 120 miljoen reizigers op jaarbasis tegen 2030. De entiteit Vlaams-Brabant heeft zich achter deze doelstelling geschaard als belangrijke mobiliteitspartner. Maar laat me duidelijk zijn: er zijn geen budgetten vastgelegd, alles moet nog gebeuren. Mevrouw Brouwers heeft net gezegd dat er gestudeerd zal worden. Dat kan zijn, maar op dit moment kunnen we nog geen uitspraken doen over hoe deze groei kan worden gerealiseerd. Als het ReTiBo-systeem (registratie-, ticketing- en boordcomputer) geïnstalleerd is, zou ik toch graag eens een nulmeting over het aantal reizigers doen en dan wordt het misschien interessant om uitspraken te doen over hoeveel het er moeten worden. Ik persoonlijk ben er zeer voorzichtig in. Het interesseert mij veel meer hoeveel reizigers zich duurzaam verplaatsen, te voet, per fiets, met de bus. In Antwerpen zijn vier op tien verplaatsingen al duurzaam. Voor mij is dat de meest interessante focus.
Dat er groei moet worden gerealiseerd, is een logische ambitie. Hoe dat moet gebeuren, moet worden uitgewerkt tussen de stad Leuven en een aantal partners. Leuven werkt aan een nieuw mobiliteitsplan en een ruimtelijk structuurplan waarbij men wil nagaan hoe men alles op een andere manier kan organiseren. Dat is perfect als dat kan, maar ik moet wel zeggen dat er geen spectaculaire budgetten zijn vrijgemaakt. Alles wat gebeurt, zal moeten gebeuren binnen de bestaande budgetten. In Vlaams-Brabant zullen er tramlijnen komen. Ik heb er geen zicht op in hoeverre Leuven daarvan kan profiteren. De grote ambities voor het openbaar vervoer liggen vast. Ik vind het zeer goed dat men zoveel mogelijk verplaatsingen op een duurzame wijze wil laten gebeuren. Het is een eervol en een goed engagement om na te gaan hoe je meer reizigers kunt krijgen en hoe je het busvervoer eventueel anders kunt organiseren, maar tot op vandaag kan ik niet bevestigen dat er elders budgetten zullen worden vrijgemaakt. Ik heb er geen zicht op. De Lijn heeft een dotatie en moet daarmee werken. Ik sluit niet uit dat er in de toekomst nog investeringen in Leuven of in andere steden zullen gebeuren, maar vandaag kan ik daar geen uitspraken over doen.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Minister, wie zal er tegen de doelstellingen van climate change zijn? Iedereen die een kritische bemerking durft te maken, is zogezegd tegen het hele gedachtegoed achter climate change. Niemand is er tegen, ik ben er zelfs voor. Als we de volgende generaties een leefbare wereld willen nalaten, dan zullen we er moeten aan werken.
Maar men moet oppassen ook De Lijn dat men niet de indruk geeft dat men werkt binnen beslist beleid, want dat is absoluut niet. Men heeft een bepaalde ambitie men zou het ook een wensdroom kunnen noemen en men communiceert alsof men aan het werken is binnen een raam van beslist beleid. Als morgen alle administraties die enige relevantie hebben met climate change dat soort communicatie gaan voeren, dan is het kot te klein. Die diensten hebben een hoge mate van autonomie en dat is goed, maar ze moeten zich ook inschrijven in een algemeen verhaal. Vanaf het ogenblik dat men communiceert over zaken die ook budgettaire consequenties hebben, zouden die op zn minst moeten zijn afgetoetst met de regering, met de broodheren.
Dit is pure aankondigingspolitiek of je kunt het ook sinterklaaspolitiek noemen. Het ultieme argument om criticasters de mond trachten te snoeren is dan dat het om een duurzaam en dierbaar gedachtegoed gaat, klimaatneutraliteit in 2030. Uiteraard kan een instelling die voor haar financiering overgeleverd is aan de Vlaamse overheid, zich maar engageren als ze groen licht heeft gekregen van diezelfde Vlaamse Regering en dus politiek gedekt is.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister, u hebt volledig gelijk dat de doelstelling ook correct moet worden gesteld. Het is niet de bedoeling om zoveel mogelijk mensen op de bus te krijgen maar wel dat bepaalde bewegingen worden vervangen door openbaar vervoer. Het is nu zo dat ook studenten een buspas krijgen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de studenten die vroeger met de fiets gingen, plots de bus zouden nemen waardoor er een hoger aantal reizigers zou komen. Het is volgens mij zeer juist om na te gaan wie men op de bus wil krijgen. Het is zeer positief dat De Lijn mee nadenkt hoe de doelstelling van Leuven Klimaatneutraal 2030 kan worden bereikt, maar misschien moet men beter eerst nog wat studeren vooraleer men met dergelijke cijfers naar buiten komt.
Mijnheer Keulen, er mag inderdaad een ambitie zijn en men mag cijfers wensen, maar men moet toch wat voorzichtig zijn in de communicatie. We zijn er nog niet. We moeten ernaar streven, maar op korte termijn zal het nog niet aan de orde zijn.
De voorzitter : Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Mevrouw Karin Brouwers : Minister, ik dank u voor uw antwoord, dat verhelderend is.
Mijnheer Keulen, het gaat hier niet over beslist beleid. Het gaat over een doelstelling op lange termijn. 2030 is nog veraf. Er wordt volop gestudeerd en momenteel zijn er geen budgetten, dat is klaar en duidelijk gesteld. Als ReTiBo operationeel is, kunnen we de zaken eens op punt stellen voor een groter gebied dan alleen Leuven. Een ander belangrijk punt gaat inderdaad over de duurzame verplaatsingen in het algemeen. We moeten ook extra inzetten op fietsen, voetgangersverplaatsingen enzovoort.
Minister, ik ben zeer tevreden met uw antwoord. We weten ook wel dat er momenteel geen budgetten zijn maar dat wil niet zeggen dat er niet kan worden gestudeerd, gepland en onderzocht hoe de verplaatsingen, ook met het openbaar vervoer, kunnen worden verbeterd in de regio. De oude stadskern in Leuven zal nagenoeg volledig verkeersvrij zijn. De parkeertarieven zijn al hoog en zullen volgende week nog verhogen. We maken het de mensen die van verder komen, absoluut niet zo gemakkelijk en dan is het openbaar vervoer natuurlijk een heel belangrijke partner.
Minister Hilde Crevits : Ik wil nog eens benadrukken dat, als we bezig zijn met zulke zaken als klimaatneutraal en verplaatsingen, het voor de steden de grote uitdaging is om die verplaatsingen duurzaam te maken. Op die manier wordt fietsen en openbaar vervoer gebruiken automatisch gecombineerd. Als de doelstelling enkel is om zoveel mogelijk reizigers op de bus te krijgen, dan vind ik dat een beetje vreemd. Ik vind dat men echt moet focussen op duurzame verplaatsingen, want dan worden de duurzame modi ook beter op elkaar afgestemd, wat kan zorgen voor een groter aanzuigeffect. Dat is een persoonlijke bedenking die ik toch nog even wou uiten.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.