Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 12/12/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Fatma Pehlivan tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over het einde van de overgangsmaatregelen voor Bulgaren en Roemenen in Gent
- 453 (2013-2014)
Vraag om uitleg van de heer Jan Roegiers tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de impact van het einde van de overgangsmaatregelen voor Bulgaren en Roemenen op de arbeidsmarktbemiddeling door de VDAB
- 457 (2013-2014)
De voorzitter : Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Mevrouw Fatma Pehlivan : Voorzitter, minister, dames en heren, het probleem werd al vaker besproken. Het zal in de loop van 2014 nog meer aandacht opeisen, want Bulgarije en Roemenië traden op 1 januari 2007 toe tot de EU. België hanteert tot eind 2013 overgangsmaatregelen voor de onderdanen van deze landen. Dat resulteert in een vrij complexe situatie waarbij Bulgaren en Roemenen al naar gelang hun verblijfssituatie volledige toegang hadden tot de arbeidsmarkt, of enkel tot alle beroepen op voorwaarde van een arbeidskaart, of enkel tot de knelpuntberoepen op voorwaarde van een arbeidskaart.
Deze laatste groep, de Bulgaren en Roemenen die enkel toegang hebben tot de knelpuntberoepen op voorwaarde van een arbeidskaart, heeft in het verlengde van die beperkingen een onvolledige toegang, op basis van registratie en bemiddeling richting knelpuntberoepen, of geen toegang tot de VDAB. Deze laatste groep kan zich niet inschrijven in de VDAB en heeft geen mogelijkheden tot begeleiding en opleiding door de VDAB.
Vanaf 1 januari 2014 vallen de overgangsmaatregelen weg en zullen Bulgaren en Roemenen volledige toegang krijgen tot de arbeidsmarkt. In het verlengde daarvan krijgen ze volledige toegang tot de VDAB-dienstverlening.
Ik ken enkel cijfers voor Gent, ik vermoed dat de grootste groep in Gent verblijft. Gent kent het hoogste aantal Bulgaren en Roemenen van alle Vlaamse steden, namelijk 6373. Gent telt 51 procent van alle Bulgaren in Vlaanderen. Dit alles creëert een bijzonder problematische situatie in het Gentse.
Ik ken de geschiedenis van de migratie van de jaren 60 van de Turkse en Marokkaanse gemeenschap. Als er ergens al een grote groep migranten van een bepaalde gemeenschap aanwezig is, zal de volgende golf daar ook vooral naartoe trekken. De Turkse gemeenschap in Gent is van dertig gezinnen in de jaren zestig uitgegroeid naar 25 à 30.000 gezinnen vandaag. Dezelfde evolutie voltrekt zich met de Bulgaren en Roemenen.
In een brief van 18 november heeft Gent uw aandacht gevraagd voor twee grote knelpunten. De huidige basisdienstverlening van de Gentse VDAB is momenteel niet bij machte deze extra instroom te verwerken, en het profiel van deze nieuwe migranten is zeer laag. Dat kunnen we opmaken uit de migratiegolven in de jaren 60. Een korte bemiddeling zal niet volstaan voor naar schatting 60 procent van de doelgroep, meer dan de helft dus. Om die reden vraagt het Gentse stadsbestuur met aandrang vanaf 2014 de Gentse teams van de werkwinkels zodanig te versterken dat ze de bijkomende werklast aankunnen. Ze moeten die mensen een kwalitatief maatpak kunnen bieden.
Minister, mijn vraag is kort, maar duidelijk. Er zijn u vanuit Gent twee vragen gesteld. De vraagstellers kennen de migratiegeschiedenis. Ze kennen de gevolgen van werkloosheid voor onze samenleving. Wilt u hieraan tegemoet komen? Wilt u daar rekening mee houden? Zult u maatregelen treffen om de bijkomende instroom van een paar duizend Bulgaren in Gent op te vangen? Het gaat dan specifiek om de zoektocht naar werk. Die mensen kunnen zich bij de VDAB en bij de werkwinkels inschrijven en kunnen dan eventueel een opleiding volgen. Het gaat echter niet enkel om de tewerkstelling. Er zal ook een grote druk op het woonbeleid in de verschillende wijken langs de 19e-eeuwse gordel rond Gent ontstaan. Om de situatie leefbaar te houden, moeten we daar van hieruit werk van maken.
De voorzitter : De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers : Voorzitter, het is een ongelukkig toeval dat we beiden een vraag om uitleg over hetzelfde onderwerp hebben ingediend, maar dit onderstreept tegelijkertijd dat de nood hoog is. We hebben ons werk als Gentse parlementsleden gedaan. In die zin mogen onze vragen om uitleg als een dubbele noodkreet vanuit onze stad worden beschouwd. Volgens mij heeft mevrouw Pehlivan de zaak goed ingeleid. Ik wil daar, ten behoeve van de andere commissieleden, nog een aantal cijfergegevens aan toevoegen.
Het aantal geregistreerde Bulgaren is sowieso spectaculair gestegen. Sinds de toetreding van Bulgarije is hun aantal vertienvoudigd. In 2006 waren er 667 mensen van Bulgaarse origine. Nu gaat het om 6373 mensen. We hebben van het Bulgaarse verenigingsleven signalen gekregen dat heel wat Bulgaren die in Gent verblijven maar niet of niet meer zijn geregistreerd, zich vanaf januari 2014 opnieuw zullen trachten in te schrijven. Er circuleert ook een getal in verband met het werkelijke aantal Bulgaren dat in Gent woont. Het zou om ongeveer 15.000 mensen gaan. Dat is meer dan 2,5 maal het aantal geregistreerde Bulgaren. Het zou hier een belangrijke stijging in de bevolkingscijfers kunnen betreffen. Daarnaast wordt tevens een grotere nieuwe instroom van Bulgaren uit Bulgarije verwacht. Die verwachting is ook gebleken tijdens bezoeken die het stadsbestuur aan Bulgaarse steden hebben gebracht. Het stadsbestuur heeft daar ook dergelijke aanwijzingen gekregen.
Ik wil dit even vergelijken met de situatie van de Slovaken na 2009. Volgens mij is dit vergelijkbaar. Na het wegvallen van de overgangsmaatregelen is het aantal Slovaken op twee jaar tijd met een factor 3,7 gestegen. Indien we die parameter op de huidige Bulgaarse bevolking toepassen, mogen we een stijging van het aantal ingeschreven werkzoekenden van 707 tot 2616 verwachten. Dat betekent dat er op twee jaar tijd bijna 2000 werkzoekenden bijkomen. Het gaat dan om nieuwe migranten uit Bulgarije, om Bulgaren die momenteel met een arbeidskaart B in knelpuntberoepen werken en om Bulgaren die momenteel als schijnzelfstandige werken. Er zijn momenteel 1579 zelfstandige Bulgaren. Dit betekent dat ongeveer een kwart van de Gentse Bulgaren zelfstandigen zijn. Indien het percentage zelfstandige Bulgaren na de overgangsmaatregelen van 25 procent tot 9 procent zou zakken, zoals ook met betrekking tot de Slovaken en de Polen is vastgesteld, zou enkel al in Gent een duizendtal Bulgaren van statuut veranderen. Dit zou een stijging van het aantal werkzoekende Bulgaren met ongeveer duizend betekenen.
Mevrouw Pehlivan heeft al opgemerkt dat het opleidingsniveau van die Bulgaren bijzonder laag ligt. Dit plaatst de trajectbegeleiders en de arbeidsconsulenten van de VDAB voor bijkomende moeilijkheden. Vanwege de lage scholingsgraad, de lage taalvaardigheid en de beperkte kennis van het Nederlands zijn deze werkzoekenden zeer moeilijk bemiddelbaar. Er is bijgevolg, naast de basisdienstverlening door de VDAB, nood aan bijkomende inspanningen inzake trajecten om deze groep bemiddelbaar te maken.
Minister, mijn vragen sluiten aan bij de vragen die mevrouw Pehlivan net heeft gesteld. Kent u de situatie die ik net heb geschetst? Welke specifieke maatregelen hebt u reeds genomen of zult u nemen om aan deze bijkomende vraag om begeleiding tegemoet te komen?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Voorzitter, om te beginnen, wil ik al die cijfers wat relativeren. Het betreft steeds inschattingen. Uiteraard kunnen we nooit met zekerheid voorspellen of die inschattingen ook correct zullen blijken. We kunnen evenmin inschatten of al die mensen tegelijkertijd of gespreid over een jaar naar voren zullen komen.
Desalniettemin is het belangrijk nu reeds te anticiperen. We hebben dan ook al in een aantal acties voorzien. Ik kan die acties opdelen in acties die in samenwerking met de stad Gent worden ondernomen en interne acties die binnen de VDAB worden ondernomen.
Ik begin bij de acties die zijn opgezet en nog verder worden opgezet in samenwerking met de stad Gent. Bij de opmaak van het samenwerkingsconvenant tussen de stad Gent, het OCMW van Gent en de VDAB, die in januari 2014 zal worden gefinaliseerd, is een actieplan opgesteld van de beleidsgroep Gent Stad in Werking waarin toekomstige acties ten aanzien van nieuwe EU-burgers worden beschreven.
De VDAB en de stad Gent cofinancieren momenteel reeds de zogenaamde ankerfiguur nieuwe EU-burgers. Het concept van een ankerfiguur vertrekt vanuit een vertrouwensrelatie met de doelgroep op basis van een affiniteit met de taal, de cultuur, de culturele activiteiten en de leefomstandigheden. Wat het woonbeleid betreft, moeten de vraagstellers zich uiteraard, zoals ze allicht weten, tot minister Van den Bossche wenden.
Op die manier vormt de ankerfiguur een sterke hulp en meerwaarde om de nodige basisdienstverlening te kunnen aanbieden. De ankerfiguur opereert niet alleen, maar binnen een breder netwerk van Gentse buurtstewards en brugfiguren. Naast informatieverstrekking en bemiddeling ten aanzien van organisaties en werkgevers, zorgt deze werking ook voor een betere kwalitatieve toeleiding en doorverwijzing naar en binnen de VDAB. Die persoon kan op dat vlak een belangrijke rol vervullen. Mogelijke interculturele storingen in de communicatie worden ondervangen. Dit leidt tot een effectievere en efficiëntere inzet van het eigen personeel.
Het project ankerfiguur nieuwe EU-burgers kan worden verlengd. Het project zal worden geëvalueerd. Op basis van concrete behoeftes en aangetoonde noodzaak kan het al dan niet structureel worden ingebed.
Daarnaast zal een van de twee bijkomende consulenten basisdienstverlening die door de stad Gent worden ingezet in een Gentse werkwinkel aan de slag. De aanwerving van een tweede consulent is gepland.
Aanvullend onderneemt de VDAB ook intern een aantal voorbereidende acties. De consulenten zullen bijkomende vorming krijgen over onder meer de inschrijving van Bulgaren en Roemenen. In december 2013 worden collectieve informatiesessies georganiseerd. Tijdens die sessies zullen de consulenten over de toestand vanaf 1 januari 2014 worden geïnformeerd. Er zullen hen tevens handvaten worden aangereikt met betrekking tot de communicatie met de doelgroep en de inschrijving, bemiddeling en begeleiding van de doelgroep.
Op die manier anticipeert de VDAB, samen met de stad Gent, al op de verwachte toename. Ik heb van de VDAB vernomen dat intern consulenten kunnen worden verschoven indien in een werkwinkel in de provincie bijkomende ondersteuning nodig zou blijken. Dit lijkt me een goede werkwijze. Er is nu al voorzien dat in functie van het aantal dat toestroomt verschuivingen kunnen gebeuren. Op die manier kan de VDAB al effectief acties ten aanzien van de Bulgaren treffen.
De voorzitter : Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Mevrouw Fatma Pehlivan : Ik dank de minister voor zijn antwoord. Volgens hem zal er al in januari 2014 een samenwerkingsakkoord tussen de stad Gent, de VDAB en zijn diensten zijn. Het is goed dat zo kort op de bal wordt gespeeld. Ook wat de minister met betrekking tot de VDAB heeft vermeld, lijkt me een goede zaak. We mogen niet achter de cijfers aanhollen. Het zijn tenslotte, zoals de heer Roegiers heeft verklaard, enkel cijfers. In de praktijk kunnen die cijfers hoger of lager liggen. We weten dat niet. Volgens mij kunnen we ons het best op het ergste voorbereiden.
Ik ken Gent wel een beetje. Ik loop vaak langs wijken en straten als de Brugse Poort of de Dendermondsesteenweg. Veel mensen die nu niet zijn ingeschreven, zullen zich inschrijven. De schijnzelfstandigen zullen zich ook inschrijven. Daarnaast komen er nog nieuwe instromers. Volgens mij mogen we de cijfers die we hebben gekregen, niet onderschatten. Die cijfers lijken mij juist. Het zou zelfs om nog meer mensen kunnen gaan.
We moeten kort op de bal spelen. De samenwerking met betrekking tot de basisconsulenten is een goede zaak. Het stadsbestuur van Gent beseft ook dat die mensen heel goed moeten worden begeleid. Er zijn nog steeds genoeg knelpuntvacatures in Gent. De VDAB kan die mensen daarvoor trachten in te zetten. De VDAB moet tevens in de begeleiding voorzien.
Er moet een zekere mate van soepelheid zijn. Het mag allemaal niet te strikt verlopen. Soms duurt het zeer lang om projecten op te starten. We moeten hier soepeler mee omgaan. We mogen daar geen weken, maanden of jaren mee wachten. Nadien blijkt de schade veel groter.
Minister, we zullen het probleem regelmatig blijven opvolgen. We zullen u vanuit Gent op de hoogte houden. We zullen u ook blijven vragen om, in samenwerking met de stad Gent en misschien ook met andere steden, na te gaan hoe die mensen die toch op onze arbeidsmarkt kunnen worden ingezet, zo veel mogelijk kunnen worden opgevangen.
De voorzitter : De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers : Ik wil de minister op mijn beurt voor zijn antwoorden danken. Mijn bezorgdheid volgt dezelfde lijn. Ik heb begrepen dat geen bijkomend personeel zal worden ingezet. De belangrijkste groepen zijn de ankerfiguren en de consulenten. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Het gaat blijkbaar om nieuwe mensen. Dat had ik niet goed begrepen.
Minister, u hebt in uw antwoord vermeld dat de mogelijkheid bestaat die ankerfiguren structureel in te bedden. Hetzelfde geldt voor de consulenten, die binnen de VDAB kunnen verschuiven. Die mogelijkheid bestaat. Als die noodzaak wordt vastgesteld, hoop ik dat die maatregelen bij wijze van spreken van de ene op de andere dag kunnen worden genomen. Mijn bezorgdheid is dat we ten gevolge van allerhande te doorlopen procedures maanden zouden verliezen. Het is dan ook zeer belangrijk dat het probleem goed wordt opgevolgd. Het moet mogelijk zijn onmiddellijk de juiste maatregelen te nemen, zonder eerst een aantal overgangsdagen, -weken of -maanden te moeten doorlopen.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.