Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 05/12/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Veerle Heeren tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de termijn voor het afleveren van de nodige stukken voor de verzekering gewaarborgd wonen
- 376 (2013-2014)
De voorzitter : Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Voorzitter, minister, collega's, uit antwoorden op schriftelijke vragen van mezelf blijkt dat de promotiecampagnes ten gunste van de verzekering gewaarborgd wonen onmiskenbaar een effect hebben gehad: het aantal aanvragen steeg van 5964 in 2011 naar 7075 in 2012. U vermeldde die cijfers ook bij de bespreking van de beleidsbrief.
Iemand die een aanvraag wenst in te dienen voor de verzekering gewaarborgd inkomen, heeft één jaar de tijd om dit te doen, vanaf de datum van de eerste kapitaalsopname van de lening. Voor de aanvraag moeten een viertal documenten worden ingevuld en afgeleverd: de eerste twee door de aanvrager zelf, het derde door de werkgever wanneer het over een loon- en weddetrekkende gaat of door de sociale verzekeringskas voor zelfstandigen, het laatste door de kredietverstrekkende instelling.
De voornaamste reden voor een weigering blijkt het te laat indienen van de aanvraag te zijn. Dat is toch wel merkwaardig, want men beschikt over een ruime periode van één jaar om een aanvraag in te dienen, vanaf het moment dat de kredietverstrekker de volledige som dan wel een eerste deel ervan heeft betaald. Veralgemenend is men geneigd te concluderen dat ondanks, of misschien zelfs precies vanwege, het feit dat deze verzekering gratis is, de potentieel gerechtigden er te nonchalant mee omgaan of de voordelen ervan te laag inschatten. Ten onrechte, en dan denk ik aan dramas zoals Ford, of aan wat bij Volvo in het verleden is gebeurd, toen heel veel ontslagen vielen.
Maar is dat wel de enige of de voornaamste oorzaak? Ik vang signalen op dat het soms meer dan vier maanden duurt alvorens de aanvragers de nodige stukken ingevuld van hun kredietverstrekker terugkrijgen. Kunt u dat bevestigen? Het frappante hierbij is dat het dan ook nog zou gaan om gesubsidieerde sociale leningen. Mocht deze informatie juist zijn, dan is dat wel heel betreurenswaardig. Een dergelijk lange behandelingstermijn gesteld dat wij die als lang mogen opvatten kan er ook toe leiden dat de aanvraag misschien wel tijdig kan worden ingediend, maar dat de arbeids- of de arbeidsgeschiktheidssituatie van de aanvrager in de loop van dat jaar dermate is gewijzigd dat verdere behandeling van de aanvraag zinloos is geworden.
Ik wil u daarover enkele vragen voorleggen, want een verzekering gewaarborgd inkomen is een heel zinvol instrument, zeker in economisch onzekere tijden. Hebt u informatie over het oplopen van de behandelingstermijn van de hypothecaire verklaring door de kredietverstrekkers? Is dat een algemeen voorkomend probleem, of eerder een zaak van enkele kredietverstrekkers? Kunt u deze informatie bevestigen? Wat zijn de oorzaken?
Denkt u dat de normale termijn voor het invullen en afleveren van de verklaring van de hypothecaire kredietverstrekker, namelijk een jaar, voldoende is? Moeten we die termijn verlengen, of net inkorten? Wat gebeurt er als een vraag geweigerd wordt ingevolge een onredelijke behandelingstermijn bij de betrokken financiële instelling? Het is daar immers dat het schoentje knelt, en niet bij de Vlaamse overheid zelf. Kan de aanvrager van zon verzekering dan ook bepaalde rechten laten gelden?
Men moet vaststellen dat het aantal vragen stijgt, maar dat het percentage van de totale jaarlijkse productie aan hypothecaire leningen in de praktijk niet stijgt. Welke groeimarge is er nog in dat bereik? Overweegt u nog bijkomende maatregelen om dat verder uit te breiden?
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Tussen 1 januari en 26 november van dit jaar zijn er 12.365 aanvragen ontvangen. De informatiecampagnes en de verschillende samenwerkingsinitiatieven met de banksector, de notarissen en de verstrekkers van sociale leningen hebben voor een historisch hoog aantal aanvragen gezorgd. Het gaat om een verdubbeling op maandbasis.
Het was mij helemaal niet bekend dat er kredietinstellingen zouden zijn die moeilijkheden ondervinden om de hypothecaire verklaring tijdig af te leveren. Het gaat overigens om een heel eenvoudig document, waarvan de tijdige aflevering in principe niet voor problemen zou mogen zorgen. In de cijfers zien we ook geen toename van het aantal weigeringen. Verhoudingsgewijs is er zelfs sprake van een daling van het aantal weigeringen van 15 procent in 2010 naar 12 procent in 2013.
KBC bijvoorbeeld heeft een document dat er automatisch binnen de maand uitrolt, en bezorgt dat dan aan de kredietnemer. Het is dus zeer eenvoudig te regelen. Het verbaast mij dan ook dat er banken zijn die dat niet doen en er zelfs niet in slagen om dat binnen een jaar te doen. Ik denk dat dat dan te wijten is aan een ernstige vorm van gebrekkige organisatie ter plaatse, waarvan ik zou durven te vermoeden dat het veeleer om individuele gevallen gaat dan om een trend, omdat we er zelf ook nog niet over hebben gehoord.
In principe is in de regelgeving bepaald dat men binnen het jaar vanaf de eerste kapitaalsopname de indiening moet hebben geregeld. Dat maakt integraal deel uit van de voorwaarden die de verzekeringsmaatschappij met ons als overheid overeen is gekomen. Als de aanvrager kan aantonen dat er sprake is van een onredelijke behandelingstermijn bij de bank, heeft die nog altijd recht op die verzekering. Hij moet dan wel met stukken kunnen aantonen dat hij de aanvraag op tijd heeft gedaan en dat het bij de bank te lang is blijven liggen.
Uw vraag hoe groot het bereik van die leningen is, is heel moeilijk te beantwoorden. Aan de ene kant vind ik het bemoedigend dat in een tijd waarin er minder leningen worden verstrekt, er toch veel meer verzekeringen worden gegeven en er ook minder verzekeringen worden geweigerd. Maar om echt te beoordelen hoe groot het bereik statistisch is, zouden we niet enkel moeten weten hoeveel leningen en verzekeringen er worden afgesloten, maar ook voor welke prijs de woningen verkocht zijn waarvoor die leningen worden afgesloten. Men komt immers niet voor elke lening in aanmerking voor de verzekering. Die gegevens zijn helaas niet beschikbaar op gewestelijk niveau. Dat kan ik dus niet berekenen.
Ik kan enkel vaststellen dat, hoewel er minder leningen worden toegekend, er toch veel meer verzekeringen zijn en dat er minder aanvragen worden geweigerd bij de dossiers die worden ingediend. Maar ik kan helaas niet becijferen een hoeveelste deel van de mensen die er in de feiten recht op hebben, ook werkelijk die verzekering aanvraagt.
Ik denk dat ik daarmee op al uw vragen een antwoord heb gegeven.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.