Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 05/11/2013
De voorzitter : Mevrouw Peeters heeft het woord.
Mevrouw Lydia Peeters : Voorzitter, minister, collegas, de laatste tijd zijn er problemen over het gebruik van de pmd-zak (plastic flessen, metaalverpakkingen, drankkartons) of de blauwe zak. In deze commissie is er in het verleden al meermaals gedebatteerd over de knelpunten en problemen bij de inzameling van huishoudelijk verpakkingsafval. Bij heel veel mensen is er nog onduidelijkheid over wat er in de zogenaamde pmd-zak mag.
Recent heeft Limburg.net de afvalsorteerder in Limburg samen met Fost Plus een sensibiliseringscampagne De p van pmd. Geen idee? opgestart om nog maar eens te benadrukken waarvoor die p staat. Men denkt dat die p voor alle plastic staat, maar dat is absoluut niet het geval.
Fost Plus moet een nieuwe erkenningsaanvraag indienen. In de nieuwsbrief van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en in het tijdschrift Lokaal stond een heel duidelijke omschrijving van de problematiek rond de nieuwe erkenningsvoorwaarden van Fost Plus. De VVSG betreurt het wat Fost Plus aanbiedt en vindt de voorstellen van Fost Plus ontgoochelend. De VVSG is van oordeel dat Fost Plus in zijn aanvraag tot vernieuwing van zijn erkenning weinig vernieuwende voorstellen doet wat betreft het praktische beheer van het verpakkingsafval. De inzamelscenarios die Fost Plus in zijn erkenningsaanvraag naar voren schuift, spelen niet in op bepaalde problemen die zich vandaag de dag voordoen bij de inzameling van huishoudelijk verpakkingsafval. Fost Plus dient in principe in te staan voor de inzameling van alle verpakkingsafval, dus niet enkel voor wat in de pmd-zak moet, maar ook voor papier, karton en glas. Voor bepaald huishoudelijk plastic verpakkingsafval dat niet in de blauwe zak mag, wordt geen enkel voorstel gedaan; denken we aan botervlootjes, wikkelplastic en yoghurtpotjes. Het gevolg is dat vele burgers dit toch als verpakkingsafval of als restafval meegeven, en er dus niet goed wordt gesorteerd.
Fost Plus schermt met het argument dat het de uitgaven die het uitspaart aan het niet ophalen van dit verpakkingsafval, spendeert aan sensibilisering. Het is echter niet duidelijk welke inspanningen Fost Plus hierin precies neemt. De vergoedingen die Fost Plus voorstelt, zijn nu zelfs lager dan die die in het verleden werden voorgesteld. Ik kan hiervoor naar het advies van de VVSG verwijzen. De VVSG zegt heel duidelijk: Wars van alle evoluties in de praktijk, wars van de noodzakelijke versterking en dienstverlening, zet Fost Plus stappen achteruit, zowel in voorstellen naar dienstverlening als in de financiering ervan. Zij stellen voor een budget te behouden van 0,25 euro per inwoner per jaar, wat dus lager ligt dan het huidige geïndexeerde bedrag.
Bijkomend is er het probleem van de inzameling van glas. De glasbollen zorgen vaak voor heel wat overlast en sluikstorten. Een aantal lokale besturen heeft zelf een initiatief genomen en gezorgd voor alternatieven, terwijl Fost Plus hier een bijdrage zou moeten kunnen leveren.
Minister, erkent u de aanhoudende problematiek van de inzameling van huishoudelijk verpakkingsafval? Zult u Fost Plus benaderen om de huidige aanpak die het hanteert bij de ophaling van het huishoudelijk verpakkingsafval, te bespreken en desgevallend bij te sturen, zodat de omvang van het opgehaald recycleerbaar verpakkingsafval toeneemt en de overlast voor de lokale besturen afneemt? Acht u de vernieuwing van de erkenning van Fost Plus hiervoor een geschikte gelegenheid? Deelt u de mening van de VVSG dat Fost Plus in de nieuwe erkenningsaanvraag te weinig aandacht besteedt aan het praktische beheer van het verpakkingsafval, en hoe zult u hierop reageren in het licht van de vernieuwing van de erkenning van Fost Plus?
Op welke manier waakt u over de inspanningen die Fost Plus neemt op het vlak van sensibilisering, duurzaam ondernemen en klantvriendelijke dienstverlening? Werd in het verleden al onderzocht of de middelen die Fost Plus investeert in sensibiliseringsacties, overeenstemmen met de minkost wegens de niet-inzameling en -verwerking van bepaald huishoudelijk verpakkingsafval? In welke mate spelen deze elementen mee in de finale beslissing over de nieuwe erkenning van Fost Plus?
Volgens de VVSG gaan de lokale besturen er grosso modo op achteruit bij de voorstellen die Fost Plus in zijn erkenningsaanvraag naar voren schuift. Klopt het dat Fost Plus in zijn nieuwe erkenningsaanvraag vergoedingstarieven jegens de lokale besturen hanteert die lager liggen dat de huidige geïndexeerde vergoedingen? Dat is alleszins de bewering van de VVSG. Hoe zult u hier desgevallend tegen optreden? Vindt u ook dat de meerkost van een systeem van huis-aan- huisophaling van glas voor rekening van lokale besturen voor een gedeelte door Fost Plus moet worden gedragen?
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Voorzitter, minister, collegas, mijn vraag om uitleg is geïnspireerd op de kritische nota die de VVSG heeft geschreven over de nieuwe erkenningsaanvraag van Fost Plus. Alle lokale mandatarissen hebben die kritische nota ook via mail ontvangen, maar ook in het tijdschrift Lokaal staat er een heel kritisch artikel over de nieuwe erkenningsaanvraag van Fost Plus. Mijn vraag is ook gebaseerd op een aantal gefundeerde opmerkingen van de lokale besturen en van het werkveld.
De blauwe zak voor verpakkingsafval blijft een heikel punt. Heel veel burgers weten niet precies wat wel en wat geen pmd is en hebben er dus geen duidelijk zicht op wat wel en wat niet thuishoort in de blauwe zak. Ik spreek uit ervaring, en ook wij hebben als lokaal bestuur al meerdere pogingen gedaan om aan de bevolking uit te leggen hoe het nu precies in elkaar zit, maar ze brengen helaas weinig soelaas. De VVSG stelt voor om op elke verpakking een sorteerboodschap te vermelden, kwestie van duidelijk te maken in welke afvalzak de betreffende verpakking thuishoort.
Volgens recente berichtgeving van de VVSG blijkt dat Fost Plus de private organisatie die instaat voor de promotie, coördinatie en financiering van de selectieve inzameling, sortering en recyclage van huishoudelijk verpakkingsafval in België in zijn recente aanvraag tot vernieuwing van zijn erkenning weinig vernieuwende voorstellen doet inzake het praktisch beheer van verpakkingsafval. Meer nog, de basisfinanciering van wat gemeenten en intercommunales nu al doen, dreigt te verminderen als Fost Plus zijn zin krijgt, en bovendien zou er nauwelijks beleidsruimte bij komen voor nieuwe systemen en betere dienstverlening.
Minister, wat is uw visie op het voorstel van de gemeenten om een sorteerboodschap te vermelden op elke verpakking? Hebt u een zicht op de erkenningsaanvraag van Fost Plus? Weet u iets meer over de timing en overleg met de andere gewesten?
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Voorzitter, minister, collegas, ik zou graag verwijzen naar een vraag om uitleg die ik op 7 mei heb gesteld. Ik heb toen de problematiek van Fost Plus aangekaart omdat ik vind dat Fost Plus te veel invloed heeft op de beleidsbeslissingen over preventie, zwerfvuil, onderzoek naar recycleerbaarheid enzovoort. Ik heb toen aangehaald dat ik dit geen goede zaak vond en dat de Vlaamse overheid of de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) opnieuw de touwtjes in handen moeten nemen en een echt beleid moeten uitstippelen. Ik herhaal het betoog uit mijn vraag om uitleg van 7 mei in de hoop dat u er bij het verlenen van de nieuwe erkenning meer rekening mee zult houden.
Wat de financiering van de gemeenten betreft, heb ik u er in die vraag om uitleg ook op gewezen dat het mijn indruk was dat Fost Plus de OVAM er steeds op wijst om de subsidies voor gemeenten te verlagen. U hebt toen geantwoord: Sinds 2009 is er 4,68 miljoen euro van de bijdrage van de halve euro besteed aan subsidies voor de gemeenten. Op een jaarlijkse bijdrage van ongeveer 3 miljoen euro is dit toch een niet onaanzienlijk aandeel. Ik leid hier niet uit af dat de tegenstand van Fost Plus hiertegen zo groot is. Ik ben bang dat de vrees die ik in mei had, realiteit dreigt te worden met de erkenningsaanvraag van Fost Plus. Ik ben in eerste instantie heel benieuwd naar uw reactie.
Wat de VVSG betreft, heeft mevrouw Peeters er al naar verwezen dat we allemaal het maandblad Lokaal van de VVSG in de bus hebben gehad. De titel vat mooi samen wat in het artikel staat: Ontgoochelende voorstellen Fost Plus voor een nieuwe erkenning.
Aanvullend bij de vragen van de collegas, wil ik nog graag een paar kleine zaken aanhalen. Wat betreft de containerparken, staat er dat ze niet langer tot de basisdienstverlening zouden behoren. Uit analyses is nochtans gebleken dat de burger er het vaakst gaat voor papier, karton en pmd. Ik ben benieuwd wat u daar precies over denkt, minister.
Wat betreft de vernieuwde inzamelscenarios, is er in de intercommunale Interza een proefproject geweest met speciale containers. Ik leid af uit het artikel in het maandblad Lokaal dat Fost Plus ze zou willen toelaten, maar enkel en alleen in steden. Ik wil daar graag uw mening over weten. Staat u achter de beperking tot steden of wilt u ze ook toelaten in plattelandsgemeenten?
Ik heb nog een vraag over de huis-aan-huisinzameling van papier en karton. Alle collegas weten wellicht dat die tot heel wat problemen met zwerfvuil leidt, aangezien dit afval wordt aangeboden in kartonnen dozen. Er wordt al lang gevraagd om het ook te mogen aanbieden in rolcontainers of dergelijke. Ik wil graag uw mening hierover vernemen, minister, want ik meen te begrijpen dat Fost Plus nog steeds geen gewijzigde houding aanneemt. Ik hoop dat u nu wel mee zult pleiten voor de introductie van een recipiënt dat beter is om zo veel mogelijk zwerfvuil te vermijden.
Net als de collegas had ik een vraag over het aanbrengen van een ja/neen-logo voor pmd op verpakkingen. Ik vermoed dat u daar zeker al een antwoord op zult geven.
Ik verwijs ook heel graag eventjes naar een communicatie van de Bond Beter Leefmilieu (BBL) die ik heb teruggevonden. De communicatie dateert van mei 2013, en daarin wordt een concrete maatregel voorgesteld: het vervangen van een forfaitaire heffing die Fost Plus weliswaar zou verminderen, maar wel zou behouden door een heffing op de hoeveelheid niet-selectief ingezameld verpakkingsafval. Zo zouden de verpakkingsproducenten ertoe worden aangezet om meer te recycleren dan tot nu verplicht wordt door de statistische doelstellingen in de wetgeving. Ik had graag ook hierover uw mening vernomen.
De heer Bart Martens : Minister, ik heb een algemene opmerking. We hebben er met de wijziging van het decreet op de milieubeleidsovereenkomsten ( MBOs) voor gezorgd dat het parlement eerder kan worden betrokken bij nieuwe ontwerpen van milieubeleidsovereenkomst die normaal gezien gehanteerd worden bij het invoeren of het operationaliseren van aanvaardingsplichten. Als het gaat over het selectief inzamelen van elektrisch of elektronisch afval, krijgen we nu met een startnota, op basis waarvan een nieuwe MBO zal worden opgemaakt, de kans op inspraak, op een parlementair debat.
Als ik het goed heb begrepen, geldt voor het verpakkingsafval echter nog het oude regime van erkenningsvoorwaarden die op basis van een interregionaal samenwerkingsakkoord tot stand zijn gekomen en wordt de filosofie niet gehanteerd dat we als parlement inspraak krijgen op basis van een soort startnota over wat aan bod moet komen in een nieuwe erkenning, over de aanvaardingsplicht en de selectieve inzamelsystemen.
Ik vind dit een democratisch gemis, want we hebben met scha en schande vastgesteld dat we als parlement in de klassieke benadering veel te laat aan bod kwamen. Eigenlijk hadden we geen echte impact op het inzamelsysteem, het recyclagesysteem of het verwerkingssysteem dat moest worden ingevoerd. We moeten nu vaststellen dat voor het verpakkingsafval nog steeds het ancien régime geldt voor de erkenningsvoorwaarden, met regeringen die maar moeten bekrachtigen. Als parlement zitten we er eigenlijk voor spek en bonen bij.
We hebben een aantal interessante vragen gehoord van de collegas, maar is er geen manier om als parlement een veel grondiger gedachtewisseling te hebben over de erkenningsvoorwaarden van Fost Plus? Dit belangt ons allemaal aan. Er zijn hier al meerdere vragen gesteld over logos op verpakkingen en over wat al dan niet in de blauwe zak mag. Nu staat het Groene Punt op verpakkingen, wat erop wijst dat een bepaalde verpakking financieel heeft bijgedragen aan Fost Plus, maar daar heeft de consument uiteraard maar weinig aan. Het is misschien goed voor de handhavers van het regime om zon logo op een verpakking te zien staan, maar de consument zou veel meer hebben aan een blauw punt dat erop wijst of de verpakking al dan niet in de blauwe zak mag of moet.
De vragen die hier werden gesteld, zijn legitiem, ook de vragen over andere inzamelsystemen. In steden heeft men inderdaad hoe langer hoe meer de gewoonte om de glasbollen ondergronds te plaatsen wegens plaatsgebrek en om het sluikstorten tegen te gaan, maar als Fost Plus dergelijke investeringen niet volledig financiert, dan zitten we met een probleem. We hebben met onze commissie ook een bezoek gebracht aan Scandinavische steden waar de afvalinzameling volledig ondergronds gebeurde, met vacuümsystemen en zo meer.
Ik meen dat we de ruimte moeten blijven behouden om dergelijke innovatieve inzamelsystemen ook kansen te blijven geven. Ik zou het jammer vinden indien de discussie beperkt mocht blijven tot dit ene moment in de commissie waar we op basis van een aantal vragen uw antwoord mogen horen, maar waarmee het dan ook ophoudt. We moeten hier misschien een veel grondiger gedachtewisseling aan wijden, wat mij betreft met hoorzittingen waarop we de VVSG en Fost Plus kunnen confronteren met de suggesties die hier gedaan werden.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, dames en heren, ik begin met het laatste. Het staat het parlement natuurlijk vrij om hoorzittingen te organiseren en iedereen rond de tafel te brengen. Ik zal daar als minister natuurlijk niet over beslissen, het moet een beslissing zijn van het parlement, maar ik denk dat het een goede beslissing zou zijn. We hebben inderdaad een debatje gehad over de beheersovereenkomst, de startnota. Ik vond dat er eigenlijk weinig discussie over was, we hebben nu meer inhoudelijke discussiepunten. Als u als parlement het initiatief wilt nemen om het op een andere manier, via een andere procedure, te laten verlopen, dan staan we daar uiteraard helemaal voor open.
Collegas, het is natuurlijk de bedoeling om het systeem van inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en verpakkingsafval telkens te verbeteren. U ziet dat dat in het verleden gewerkt heeft. Alle verschillende actoren werken zeer goed. Het is niet voor niets dat wij heel hoge recyclagepercentages halen als je het op Europees niveau of zelfs daarbuiten bekijkt. Met die nieuwe erkenning van Fost Plus willen wij opnieuw bijkomende stappen zetten en optimaliseren.
Er is natuurlijk een groot verschil tussen de erkenningsaanvraag die Fost Plus op tafel heeft gelegd vragen staat vrij en ik word hier geïnterpelleerd over de vragen die Fost Plus op tafel legt en de erkenning zelf. De erkenning zelf gebeurt door de Interregionale Verpakkingscommissie (IVC). Dat gebeurt dus niet door mezelf. Er is een andere procedure. Als er vragen zijn om dat op een andere manier te doen, kan dat uiteraard in de toekomst gebeuren. Wij voeren uit waarin voorzien is.
Het spreekt voor zich dat het niet logisch is dat er onverantwoorde vragen zouden zijn van gemeenten die ertoe zouden leiden dat er een verhoging is van het Groene Punt. Uiteindelijk is het nog altijd de burger die dat dan zou betalen. Er moet dus een evenwicht zijn tussen de inzamelscenarios, de recyclagecijfers en de kostprijs van de inzameling die steeds door de burger wordt betaald.
Voorzitter, ik hoor graag verwijzen naar Denemarken. Ik ben heel graag bereid om de discussie te voeren, maar u zou moeten weten dat ook in Denemarken heel het systeem gefinancierd wordt door de gemeentebesturen. Dat hebt u er wijselijk niet bij gezegd, misschien opzettelijk, maar ik ken de situatie daar ook. Het is een financiering die door de lokale besturen wordt gedragen.
De recyclage en het beperken van de overlast voor de lokale besturen blijft een uitgangspunt en aandachtspunt voor de Vlaamse overheid bij de erkenningen die door de IVC moeten worden erkend.
We willen de recyclagecijfers voor plastic verhogen. Het is de bedoeling om de aparte inzameling van restplastic, als aanvulling op de blauwe zak, te gaan promoten. Hiervoor zal de huidige regeling van het artikel 8 van de erkenning van Fost Plus verder ontwikkeld worden. Dit is een belangrijke stap om uitvoering te geven aan het materialenbeleid. Daarnaast zullen we bijkomende proefprojecten opzetten.
Er moet een optimale samenwerking zijn tussen Fost Plus en de lokale besturen. Iedereen moet zijn rol spelen. Je moet ook rekening kunnen houden met specifieke situaties van lokale besturen. Het moet mogelijk zijn om binnen de perken van het redelijke, maatwerk af te leveren.
Communicatie van Fost Plus blijft belangrijk. Dat is altijd al een aandachtspunt geweest voor de IVC en zal ook meespelen in de nieuwe erkenning. De vergoeding die Fost Plus moet betalen aan het Vlaamse Gewest op grond van artikel 13 van het samenwerkingsakkoord, namelijk 0,54 euro per inwoner voor het jaar 2013, is reeds een compensatie voor het deel van het verpakkingsafval dat nog niet selectief wordt ingezameld door Fost Plus. Daarnaast zal via het artikel 8 van de erkenning van Fost Plus steeds meer aandacht gaan naar verpakkingen die buiten het klassieke inzamelsysteem van Fost Plus vallen.
De tarieven die door Fost Plus worden voorgesteld in de erkenningsaanvraag, worden getoetst aan de reële kosten, dat spreekt voor zich. Daar zal ook rekening mee worden gehouden. Er is nog niet zo lang geleden een overleg geweest tussen de VVSG en Fost Plus. Dat had als doelstelling om een en ander te verduidelijken en tot wederzijds begrip te komen.
Als algemeen principe geldt dat elke gemeente een gelijkwaardige vergoeding krijgt. Als een gemeente kiest voor een duurdere inzamelwijze, zal zij daarvan de meerkosten moeten dragen. Soms zal dat gedeeltelijk kunnen zijn.
Het opleggen van een sorteerlogo is een discussie die vaak terugkomt. Ik heb al een paar keer gezegd dat dat niet zo evident is. Er zijn een paar juridische en praktische bezwaren. U weet dat alles wat productnormering betreft, een federale bevoegdheid is. Dat kunnen we vanuit Vlaanderen niet opleggen. Dat zou dan federaal moeten worden beslist. Het is ook niet evident om zoiets federaal in te voeren omdat we in een Europese interne markt zitten. Als men specifiek voor de Belgische markt andere verpakkingen moet maken, is het niet evident om daar een ander logo op te zetten. Die discussie is hier al een aantal keren gevoerd. Eigenlijk zou dit in een Europese context moeten gebeuren. Op dit ogenblik wordt verder onderzocht in het kader van de hernieuwing van de erkenning van Fost Plus welke relevante en praktisch haalbare maatregelen kunnen worden opgelegd aan Fost Plus, en dit op een juridisch sluitende manier. Hierover overleggen de verschillende gewesten.
Mevrouw De Vroe, u vraagt hoe het zit met de vraag naar een andere inzameling in de steden. Die informatie is niet correct. Het voorstel is dat er specifiek voor hoogbouw een andere inzameling zou zijn. Er wordt ook hoogbouw gerealiseerd op het platteland. Het gaat niet specifiek over steden, het gaat over gebouwen waar veel mensen samenwonen. Dat maakt daar deel van uit.
Meer inzamelpunten, meer mogelijkheden en dergelijke meer, daarover beslissen de gemeenten en de intercommunales. Dat wordt nooit opgelegd vanuit de overheid. Dat behoort tot de mogelijkheden.
U verwees ook naar heffingen en het voorstel van de BBL, die een aantal alternatieven op tafel heeft gelegd. Uiteraard zijn dat allemaal elementen die we meenemen om te bekijken of we daar iets mee kunnen doen. Het probleem is dat het heel moeilijk is om te bepalen wat de hoeveelheid verpakkingsafval is die in het circuit wordt gebracht. Daar bestaat nog geen goede berekening voor. Dat is het knelpunt om dit op die manier in te voeren. Het zijn allemaal zinvolle ideeën die verder kunnen worden bekeken.
Voorzitter, collegas, het kan inderdaad zinvol zijn om hier nog eens over van gedachten te wisselen in een themacommissie, heel graag zelfs, maar dat laat ik aan de wijsheid van het parlement over om daarop in te gaan.
De voorzitter : Mevrouw Peeters heeft het woord.
Mevrouw Lydia Peeters : Minister, ik denk dat we daar iets dieper op zouden moeten ingaan. Ik weet wel dat de IVC als dusdanig straks een beslissing zal nemen over de erkenningsaanvraag die Fost Plus nu heeft ingediend. Ik bekijk anderzijds de nota en het advies van de VVSG, die is samengekomen met Fost Plus. De VVSG zegt zelf dat er een overleg is geweest maar dat er helemaal geen rekening wordt gehouden met de bedenkingen die de VVSG heeft gemaakt ten aanzien van Fost Plus. Dat is toch een teken aan de wand.
U als voogdijminister van de OVAM, en ook de andere leden die namens de Vlaamse overheid in de IVC zetelen, zouden toch aan de alarmbel moeten trekken en vragen aan Fost Plus om meer inspanningen te doen. Als ik de notas daaromtrent zie, dan hanteert Fost Plus op dit ogenblik een scenario inzake verpakkingsafval van vijftien jaar geleden. Men houdt totaal geen rekening met wat er vandaag allemaal in de maatschappij is geëvolueerd. Er is één klein pluspunt, waar u naar hebt verwezen, namelijk het Materialendecreet en de bijkomende stromen die worden ingezameld en die onder artikel 8 staan vermeld. Ook de VVSG zegt expliciet dat dat één klein pluspuntje is, maar dat weegt totaal niet op tegen alle andere negatieve elementen die vandaag in die aanvraag zitten.
Minister, ik ga de opmerkingen die de VVSG aan u heeft overgemaakt, nog even herhalen. Men vraagt expliciet aan u om ten eerste te zorgen dat binnen de IVC geen achteruitgang kan worden aanvaard in de financiële inspanningen van Fost Plus jegens de lokale besturen, ten tweede dat rekening wordt gehouden met de ervaringen in het veld die net eisen dat er meer werk wordt gemaakt van inzamelsystemen op maat, ten derde een actievere rol te bepleiten voor Fost Plus in het ter harte nemen van diverse problemen zoals de pmd-sorteerboodschap, hierover het overleg aan te gaan met de lokale besturen en zodoende een voldoende krachtig standpunt in te nemen binnen de IVC om te zorgen dat de erkenning zoals Fost Plus ze nu heeft ingediend, alleszins niet in aanmerking wordt genomen maar dat we tot een beter scenario komen in het belang van alle lokale besturen.
In mijn provincie hebben we Limburg.net. Dat is daar zeker vragende partij voor. Doe daar iets aan voor het te laat is, want deze erkenning zal opnieuw van kracht zijn van 2014 tot 2018. Anders zitten we opnieuw vier jaar in hetzelfde stramien. Dat betekent straks dat we in de eindrit een scenario van twintig jaar geleden hebben, terwijl we allemaal weten dat de maatschappij er vandaag iets anders uitziet.
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Tijdens deze legislatuur is het in deze commissie al vaak aan bod gekomen dat onze regio, in vergelijking met andere Europese regios, altijd koploper is geweest inzake selectieve inzameling. Het Materialendecreet was een trendsetter in Europa. Ik hoop dat het einddocument van Fost Plus zeker een versterking zal zijn voor de inzameling van verpakkingsafval.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Minister, ik deel de mening van mevrouw Peeters. Er is heel veel veranderd: de maatschappij, de tijden. Ik verwijs naar mijn vraag van 7 mei. Daarin zei ik dat er nood is aan een echt nieuw beleid en dat we nu vast blijven steken. Ik heb u toen gevraagd dat de Vlaamse Regering de touwtjes opnieuw zelf in handen zou nemen en het beleid hierover goed en met een langetermijnvisie zou uitstippelen. Ook is het heel belangrijk om dat in heel nauw overleg met de lokale besturen te doen, want zij hebben te maken met eventuele problemen ter plaatse.
Minister, ik had u daarnet nog twee vragen gesteld over containerparken, waarop u niet hebt geantwoord. In Lokaal stond dat containerparken niet langer tot de basisdienstverlening zouden behoren. Ik was heel verbaasd toen ik dit las. Wat is uw mening daarover? Op 7 mei heb ik ook verwezen naar het recipiënt voor papier en karton. Voor lokale besturen is dat vaak een probleem omdat het veel zwerfvuil veroorzaakt bij regen. De kartonnen dozen gaan stuk en het papier vliegt in het rond. Het is heel belangrijk dat er een nieuw recipiënt komt, of een recipiënt dat waterbestendig is, waardoor we van het zwerfvuil af zijn. Ik hoop daarom op een positief antwoord.
Ik steun het voorstel van de heer Martens om een diepgaande hoorzitting te houden over dit probleem. Het is belangrijk dat wij als volksvertegenwoordigers nauw betrokken kunnen worden bij deze materie. Ik hoop dat de collegas een voorstel tot hoorzitting kunnen steunen.
Minister, wat was de juiste timing voor een toewijzing van de definitieve erkenning? Ik dacht eind dit jaar.
De heer Bart Martens : Dan wordt het natuurlijk heel krap. We zijn van start gegaan met de begrotingsbespreking, die niet mag worden onderbroken. We hebben de hoorzitting over de bossen. Als we nog invloed willen uitoefenen op het standpunt van Vlaanderen in de Interregionale Verpakkingscommissie (IVC), moeten we er snel genoeg aan beginnen.
Minister, hoe zit het met die timing? Hebben we überhaupt nog de mogelijkheid om daar als parlement op een zinvolle manier een gedachtewisseling aan te wijden? Aan bezigheidstherapie hebben we natuurlijk niets. Als de IVC beslist op het moment dat we onze gedachtewisseling nog moeten organiseren, kunnen we er beter niet aan beginnen. Maar als we die kans nog hebben, denk ik dat de commissieleden die graag willen grijpen. Dan zouden we een gedachtewisseling met Fost Plus, de VVSG en de OVAM willen houden om uit te zoeken hoe we de bakens verder vooruit kunnen zetten. We zijn allemaal fier op de resultaten die ons afvalbeleid heeft gegenereerd. Maar stilstaan is achteruitgaan. We moeten die lat verder omhoog kunnen halen. Als we de kans krijgen om dat vanuit het parlement te pushen, zullen we dat graag doen.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Er is een hoorzitting gepland met de VVSG, met de lokale besturen dus, op de IVC. Die vindt plaats op 22 november. Het is de bedoeling dat er voor het einde van het jaar wordt beslist. Het is geagendeerd op de vergadering van 19 december van de IVC. U zult moeten nagaan of dat in die tijdspanne nog kan.
Mevrouw De Vroe, u vroeg nog iets over containerparken. Dat blijft behoren tot het basisscenario. Het wordt niet in vraag gesteld.
De vraag over het nieuwe recipiënt kennen we. Dat wordt ook bekeken. Een struikelblok is dat een ander recipiënt heel duur is. Er wordt nu uitgezocht wat de mogelijkheden zijn binnen de beschikbare budgetten.
Ik onderschrijf ten volle wat u zegt, collegas. We moeten telkens verbeteren, we staan open voor suggesties om het anders te doen en daar zullen we voor pleiten in het IVC. We staan aan de zijde van de gemeentebesturen. We moeten ervoor zorgen dat het voor hen haalbaar en evenwichtig is. Het is een goede zaak dat de VVSG wordt gehoord in de IVC. Het is dus niet zo dat die stem niet wordt gehoord of dat er geen rekening mee wordt gehouden.
De voorzitter : Mevrouw Peeters heeft het woord.
Mevrouw Lydia Peeters : Minister, we hopen dat u al onze bekommernissen meeneemt naar het IVC en alsnog probeert druk uit te oefenen op Fost Plus om hun erkenningsaanvraag bij te sturen.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.