Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 05/11/2013
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Minister, de openbare omroep en het productiehuis De chinezen sluiten een participatie- en innovatieovereenkomst. Dat laat de VRT weten in een persbericht: De VRT neemt een minderheidsparticipatie van 10 procent in het productiehuis De chinezen. Deze operatie past in de nieuwe, door de Raad van Bestuur goedgekeurde strategie om te investeren in jonge, talentvolle productiehuizen. De VRT wil daarmee haar groeipotentieel ondersteunen, duurzame talentontwikkeling mogelijk maken en innovatie in mediaconcepten en -formats stimuleren.
Minister, in de beheersovereenkomst wordt wel gesteld dat de VRT de opdracht heeft om de Vlaamse onafhankelijke productiesector te stimuleren. Daarbij moet ze onder meer minstens 25 procent van haar televisieproductiebudget besteden aan externe producties. Maar in die beheersovereenkomst wordt niet gesproken over wat we hier zien gebeuren, namelijk participeren in productiehuizen. Dat de VRT dit vandaag doet, is dan ook enigszins verbazend. Na de heisa die we het afgelopen decennium hebben gekend rond het exclusiviteitscontract tussen de VRT en Woestijnvis was de algemene teneur, ook in deze commissie, dat de VRT het best wat afstand zou houden ten aanzien van productiehuizen.
Minister, dit bericht roept dus zeker een aantal vragen op. Enkele antwoorden kregen we al via de pers en via Twitter het gaat snel dezer dagen. Toch wil ik de antwoorden het liefst van u horen.
De beheersovereenkomst spreekt niet over dit instrument. Kan de VRT dat volgens u op eigen initiatief doen? Heeft de VRT een en ander met u doorgesproken? Waarom kiest de VRT voor dit nieuwe instrument als een participatie- en innovatieovereenkomst en niet voor bijvoorbeeld een strategisch partnerschap zoals vroeger ook al gebeurde? Is er een algemeen kader bij de VRT dat bepaalt waaraan een productiehuis moet voldoen vooraleer het in aanmerking komt voor een participatie- en innovatieovereenkomst? Zal de VRT dit instrument nog voor andere productiehuizen gebruiken? Waarom wordt nu precies gekozen voor De chinezen? De openbare omroep is een verlengstuk van de overheid. Als je het voor de ene doet, moet je het eigenlijk ook voor de andere doen. De VRT wordt minderheidsaandeelhouder. Zal dan iemand van de VRT ook in het bestuur of de beheerraad van De chinezen zetelen? Zo ja, hoe zal men er dan voor zorgen dat de VRT geen enkele zeggenschap heeft in de operationele werking van De chinezen, zoals het persbericht stelt? De VRT sluit geen exclusiviteitsovereenkomst met De chinezen, zo wordt gesteld. Zij mogen ook voor andere omroepen werken. Maar hoe kan er dan worden vermeden dat de VRT inzage krijgt in de opdrachten die De chinezen uitvoeren voor anderen? Ik zou hier een zwaar woord kunnen gebruiken: is dat geen vorm van bedrijfsspionage als de VRT in de structuren van De chinezen zou zitten? Welke voordelen zijn er volgens u voor de VRT aan het sluiten van precies zon overeenkomst?
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Voorzitter, minister, men kan niet naar gevoelens peilen, maar ik denk dat ik even verrast was als de collega toen ik dit bericht heb gelezen in de kranten en vernomen in de media, namelijk dat de VRT voor 10 procent zou participeren in het jonge productiehuis De chinezen. De redenering die de VRT daarin volgt en zegt dat dit past in de strategie om te investeren in jonge, beloftevolle productiehuizen, daar heb ik het moeilijk mee. De VRT zelf verwijst naar de beheersovereenkomst, die door de collega is aangehaald, waarin staat dat er voor een bepaald bedrag, zijnde 25 procent van het productiebudget, moet worden geïnvesteerd in externe productiehuizen. In de uitgebreide hoorzittingen en ik vermoed ook in het overleg dat er binnen de meerderheid is geweest, waar ik natuurlijk niet bij was ik zie de collega rustig glimlachen omdat hij weet dat ik daar niet bij was , heeft men het over die bepaling had, maar het was niet de bedoeling van de meerderheid of heeft ze er niet aan gedacht? dat het dit soort participaties waren of dit soort ondersteuning van de productiesector.
Het participeren in een bedrijf want dat zijn die productiehuizen natuurlijk is immers totaal iets anders dan een bepaald aantal programmas bestellen bij een bedrijf of bij een productiehuis. Participeren in een bedrijf wil zeggen dat je daar mede-eigenaar van wordt. Daar zijn heel wat consequenties aan verbonden. Men is mede-eigenaar. Dit impliceert ook andere engagementen, bijvoorbeeld: betekent dit nu dat de VRT ook vertegenwoordigd zal worden in een raad van bestuur van een dergelijk bedrijf? Wat is de financiële return? In het bedrijfsleven is het normaal gezien zo dat, als je participeert in een bedrijf, je er ook van uitgaat dat je een financiële return hebt, dat er winsten worden geboekt en dat er een afvloeiing is naar de VRT. Dan begin ik me toch vragen te stellen bij een dergelijke manier van werken.
De VRT heeft altijd de stelling gevolgd: alles wat niet verboden is, is toegelaten. Het is fel verbeterd onder mevrouw De Preter en dat siert mevrouw De Preter , maar onder haar voorgangers ging men daar toch iets bruter mee om dan nu het geval is. Maar de situatie blijft. Was het de bedoeling van de algemene vergadering van de VRT, die de Vlaamse Regering is, om zo te werk te gaan en dat het besteden van het productiebudget ook dergelijke participaties incorporeert? Ik heb het daar eerlijk gezegd moeilijk mee, er wordt een totaal andere invulling aan gegeven, onder meer ook voor de onafhankelijkheid van een dergelijk bedrijf.
Ik stel me ook vragen bijvoorbeeld als de VRT bij haar eigen bedrijf of een bedrijf waar ze minderheidsaandeelhouder van is, programmas bestelt die betaald zullen worden aan marktconforme prijzen. Die vraag zouden we ons moeten stellen. Kortom, dit is iets totaal nieuws. Ik denk dat niemand van ons had verwacht dat de VRT de regels in de beheersovereenkomst zo zouden interpreteren. Er blijven heel veel vragen wat dit gebeuren betreft, die we aan u als voogdijminister moeten stellen.
Minister, wat is de objectieve maatstaf om net De chinezen uit te kiezen als bedrijf? Men kan ook investeren in andere productiehuizen die met jonge en zeer creatieve mensen, waar Vlaanderen sterk in is, televisie- en radioprogrammas maken. Mijn volgende vraag is logischerwijze: staan er nog andere participaties op stapel? Zijn er nog andere productiehuizen die binnenkort kunnen rekenen op een participatie van de VRT? Is het de strategie van de VRT om breed te gaan en in verschillende productiehuizen een participatie te nemen?
Ik vraag me af of het de VRT vrij staat om te participeren in eender welk mediabedrijf. Zo ja, op welke wettelijke en decretale basis is dat dan? Volgens mij is daar een hele grijze zone die moet worden uitgeklaard en die van grijs naar wit moet worden gebracht. Voor mij is het niet duidelijk of de VRT, gelet op de bestaande decreten, zo vrij is om te participeren in eender welk mediabedrijf.
Op welke grenzen moet de VRT letten? Dan heb ik het in het kader van de participaties niet alleen over de decretale grenzen, maar ook over de ethische grenzen waar de VRT zich aan moet houden. We mogen toch niet vergeten dat de VRT een openbare omroep is, voor het leeuwendeel gefinancierd met publieke middelen, en dat de VRT niet in vrijheid en blijheid kan investeren in eender welk bedrijf of productiehuis. Een openbare omroep is gebonden aan enige neutraliteit, niet alleen in de berichtgeving, waar het vaak aan schort maar dat is een andere discussie , maar evenzeer in de manier waarop de VRT handel drijft en het bedrijf uitbouwt.
Ik vraag me ook af of dit een eerste participatie is. Voor zover ik weet, wat belangrijke participaties betreft, is de Vlaamse Audiovisuele Raad (VAR) een uitstekend voorbeeld. De VRT heeft een tijdje geleden de VAR volledig overgenomen en is een 100 procent dochter van de VRT. Ik vraag me af in hoeveel en in welke bedrijven de VRT nog participaties heeft lopen die misschien aan onze aandacht zijn ontsnapt. Ik vraag me ook af wat de kostprijs is van deze participatie. Voor zover ik heb vernomen en zoals ook in de media staat, gaat dat over 10 procent, maar wat vertegenwoordigt 10 procent in het productiehuis De chinezen? Dat lijkt me ook enigszins belangrijk. Minister, wat is uw standpunt over participaties van de VRT in commerciële bedrijven want dat zijn ze toch?
Ik heb nog een vraag die niet in de schriftelijke versie staat, maar die me naar aanleiding van het betoog van mijn goede collega te binnen is geschoten: in hoeverre wordt dat meegerekend in die 25 procent van dat productiebudget? Hoe wordt die participatie financieel boekhoudkundig afgehandeld? Wordt die 10 procent bijvoorbeeld verrekend in die 25 procent van het productiebudget dat de VRT extern moet besteden? Hoort dat daarbij of niet? Het is belangrijk om dat van u te vernemen, minister.
De voorzitter : De heer van Rouveroij heeft het woord.
De heer Sas van Rouveroij : Voorzitter, minister, de voorgaande sprekers hebben de context afdoende geschetst. Dat hoef ik dus niet meer te doen. Ook ik was verrast dit te lezen. Mij lijkt het niet een uitvoering te zijn van de beheersovereenkomst en al evenmin een implementatie van de strategische doelstellingen, die ik allemaal nog eens heb overlopen. Mij lijkt geen enkele strategische doelstelling goed aan te sluiten bij wat de VRT hier doet.
De VRT argumenteert dat ze op die manier voor zuurstof zorgt voor onafhankelijke productiehuizen met groeipotentieel. Ik vrees eerlijk gezegd dat ze eerder zuurstof geeft aan kwatongen, die hier een vorm van willekeur in zouden kunnen zien, en dat verdient ze niet of, veel erger, als ik insinueer dat De chinezen werd opgericht door ex-Woestijnvissers.
Minister, waarom neemt de VRT een participatie in een extern onafhankelijk productiehuis en welke strategische doelstelling beoogt zij aldus te realiseren? Wat zijn de concrete overeenkomsten? Op basis van welke parameters selecteert de VRT dit specifiek extern onafhankelijk productiehuis om te participeren? In welke mate stimuleert de VRT met deze strategie de eerlijke concurrentie in de sector? Hoe verzekert de VRT dat productiehuizen waar de omroep zelf in participeert, geen voorkeursbehandeling krijgen in het leveren van producties? Ik neem aan dat het antwoord op al deze vragen voorbereid zal zijn door de VRT en dat u dit antwoord zult brengen. Mijn laatste vraag is: wat is uw reactie op dit bericht?
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Voorzitter, ik zal niet de hele geschiedenis schetsen. Ik was ook enigszins verbaasd toen ik dat bericht in de krant las. Minister, het ondersteunen van de Vlaamse audiovisueleproductiesector is een decretale taak van de openbare omroep. Zo bepaalt de beheersovereenkomst dat de VRT minstens 25 procent van haar televisieproductiebudget moet besteden aan bestellingen bij externe productiehuizen en dat ze met externe huizen coproducties moet opzetten. We kennen heel het verhaal rond Woestijnvis en de exclusiviteitscontracten. Dan komen we in een situatie als deze terecht.
Collegas, het is opvallend dat de mensen die met een dergelijk bedrijf toegang vinden tot de VRT, of langs de achterdeur binnenkomen, ex-Woestijnvissers zijn. Ze werden eerst mee buiten gegooid en komen nu langs de achterdeur weer binnen. Dat is een vaststelling die ik maak.
De voorgeschreven ondersteuning van de sector werd tot nu toe vertaald in het aankopen van externe producties. Nu participeert de VRT in een bedrijf. Dat is een primeur en een precedent. De VRT heeft onmiddellijk gezegd dat ze deze werkwijze in de toekomst wil veralgemenen. Dat is een keuze die men maakt. Er is heel wat te zeggen voor de opdracht om 25 procent van het budget extern uit te besteden. Dat is een goed uitgangspunt, maar de vraag is of de VRT dat moet doen door te participeren in een privébedrijf.
Minister, op welke manier is die beslissing tot stand gekomen? Hoe werd dit productiehuis geselecteerd? We hebben toen gehoord dat het kleine productiehuizen moesten zijn die niet langer dan vijf jaar bestaan. Ja, die leeftijd, dat is één zaak, maar klein, wat is dat?
Waarom wordt ervoor gekozen om te participeren in bedrijven, eerder dan te investeren in programmas? Hoe gaat de VRT deze strategie verder implementeren? Welke productiehuizen komen nog in aanmerking? Hoe zullen ze worden geselecteerd?
Worden de participatie, de kosten ervan en de producties van het bedrijf, in dit geval De chinezen, verrekend in die pot van 25 procent externe productie? Dat is een zeer terechte vraag, die de collega ook heeft gesteld. Hoe gaat men dit systeem objectief en transparant kunnen waarborgen en realiseren? Er zijn toch pertinente vragen te stellen bij deze strategie. Ik kijk uit naar uw antwoord.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Collegas, de beheersovereenkomst kent de VRT een belangrijke rol toe als hefboom in de Vlaamse mediasector. Meer bepaald stelt strategische doelstelling 26 dat de VRT moet bijdragen aan een sterke Vlaamse audiovisuele productiesector. De VRT dient minimaal 25 procent van haar televisieproductiebudget te besteden aan externe producties. Dat staat in operationele doelstelling 26.1. De beheersovereenkomst vermeldt daarbij onder meer het gebruik van open briefings en de zogenaamde preferentiële partnerships. Exclusieve samenwerkingen zijn niet toegelaten. Dat staat in operationele doelstelling 26.2.
De raad van bestuur van de VRT heeft besloten de externe audiovisuele productiesector in Vlaanderen verder structureel te versterken via een participatiestrategie. Op die manier wil de raad dat de VRT nog beter tegemoetkomt aan de strategische doelstelling uit de beheersovereenkomst. Conform het Mediadecreet, collegas, kan de VRT participaties aangaan. De VRT kan dat voor zover die participaties bijdragen tot de verwezenlijking van de omroepactiviteiten. De participatiestrategie is een dossier waaraan een beslissing over een aangelegenheid met strategisch karakter is verbonden. Volgens artikel 13, paragraaf 2, van het Mediadecreet komen dergelijke beslissingen toe aan de raad van bestuur van de VRT. Volgens paragraaf 10 van datzelfde artikel heeft de VRT voor de deelneming aan vennootschappen eveneens de toestemming van haar raad van bestuur nodig. De participatiestrategie is dan ook een strategische aanpak en beslissing van de raad van bestuur.
De voorzitter van de raad van bestuur verklaarde onder meer in de media dat de participatiestrategie bijdraagt aan de leefbaarheid van de externe productiesector enerzijds en aan de creatie van nieuwe, innovatieve Vlaamse content anderzijds. Ingevolge de beslissing van de raad van bestuur wordt de participatiestrategie nu effectief geïmplementeerd.
Het is belangrijk te weten dat deze aanpak past in een bredere strategie van de raad van bestuur om innovatie zowel binnen de VRT als extern aan te moedigen. Afgezien van de middelen voor de interne ontwikkeling van nieuwe innovatieve ideeën en formats, worden ook bepaalde middelen vrijgemaakt voor innovatie door en met externe productiehuizen. Een deel van die middelen, dus naast het te besteden televisieproductiebudget van minimaal 25 procent, staat open voor alle productiehuizen en een ander deel van die middelen wordt in het kader van participatieovereenkomsten specifiek voor innovatieve contentcreatie ingezet. Deze middelen moeten productiehuizen bijkomende zuurstof en ontwikkelingskansen geven. De raad van bestuur zal deze instrumenten regelmatig evalueren. Dat is de visie van de raad van bestuur.
Het betreft hier duidelijk een strategische aanpak en een beslissing van de raad van bestuur waaraan de VRT nu gevolg geeft. Ze heeft die participatiestrategie eerder al op haar raad van bestuur goedgekeurd. Ik heb ook al vragen beantwoord over de participatiestrategie in het algemeen. Nu wordt de participatiestrategie toegepast in dit dossier.
De openbare omroep heeft over dit dossier aan mij en mijn kabinet toelichting gegeven. Daarbij heeft de VRT uitgelegd hoe ze met deze strategie haar rol als hefboom in deze cultureel en economisch belangrijke sector nog beter wil vervullen. U hebt uiteenlopende meningen gegeven. We moeten ook naar het kader kijken waarbinnen dit gebeurt. Ik heb al aangegeven dat de VRT participaties kan nemen in commerciële bedrijven. Dat is niet enkel door mij in de beheersovereenkomst toegestaan, dat staat in het Mediadecreet. De artikelen 6, paragraaf 4, en 13, paragraaf 10 laten dit expliciet toe mits het duidelijk om een beslissing van de raad van bestuur gaat en niet van het management. Dat was hier duidelijk het geval.
Ik vind het ook goed dat de VRT haar positie gebruikt om de middelen die wij haar via de belastingbetaler beschikbaar stellen, zo optimaal mogelijk in te zetten en ook de externe productiesector bijkomende zuurstof te geven voor de creatie van innovatieve Vlaamse content.
De strategie is er dan ook op gericht om via een aantal gerichte participaties en via de samenwerking via open briefings en preferentiële partnerships zo goed mogelijk de rol van hefboom in de Vlaamse audiovisuele sector op te nemen. Dat betekent niet dat de VRT zomaar te pas en te onpas participaties in bedrijven gaat nemen. Deze strategie vertrekt van duidelijke criteria die voor iedere participatie opnieuw door de raad van bestuur zullen worden getoetst.
In de beheersovereenkomst hebben we de VRT een hefboomrol toebedeeld met betrekking tot de Vlaamse onafhankelijke productiesector. Ze bepaalt dat de VRT minimum 25 procent van haar televisieproductiebudget besteedt aan externe producties. De VRT, zo stelt de beheersovereenkomst, sluit geen exclusiviteitscontracten wat hier ook niet het geval is , maar besteedt deze middelen via preferentiële partnerships en open briefings. In die twee mogelijkheden is dus voorzien. Er is dus de mogelijkheid van een preferentieel partnership. Dat komt neer op een klant-leveranciersrelatie tussen de VRT en externe productiehuizen.
Die bestaande instrumenten, die voornamelijk op aankoop en verkoop gericht zijn, blijken echter niet in alle gevallen toereikend te zijn. Dat is de analyse die door de raad van bestuur wordt gemaakt. De Vlaamse productiesector is gefragmenteerd en het groeipotentieel van kleine productiehuizen kan onvoldoende worden aangeboord. Zo wordt het creatief potentieel in de sector onderbenut. De VRT meent dus dat er een opportuniteit is om, via een meer structureel verankerde samenwerking, enerzijds marktstimulerend te werken en anderzijds talent en knowhow samen te brengen om op die manier de creativiteit in de Vlaamse audiovisuele sector en in de VRT te stimuleren.
Kernwoorden hier zijn volgens de VRT: gemeenschappelijk engagement, risicovolle innovatie, creatieve kruisbestuiving en kennisdeling. Via een participatie in een productiehuis is een duurzame verankering mogelijk. Een participatie geeft creatieve ruimte en ze biedt de nodige zuurstof voor innovatie. Een participatie geeft daardoor productiehuizen de mogelijkheid te professionaliseren en door te groeien. Dat draagt op termijn bij tot een sterkere, evenwichtigere en meer duurzame externe productiesector.
De VRT zegt zelf dat ze daarin het warm water niet uitvindt. Zij heeft ook gekeken naar ervaringen in andere landen. In het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld, hanteren de BBC en BBC Worldwide al langer een investeringslogica die blijkt te werken voor alle betrokken partijen. Uiteraard heeft de raad van bestuur van de VRT die wel aangepast naar de Vlaamse situatie en trok de VRT niet enkel positieve, maar ook negatieve lessen uit de buitenlandse voorbeelden.
De beslissing is genomen op basis van een eerdere beslissing waarbinnen de raad van bestuur een algemeen kader heeft goedgekeurd op basis waarvan de VRT kan participeren in Vlaamse productiehuizen. Dat algemeen kader legt onder meer vast op basis van welke criteria productiehuizen in aanmerking komen voor deze strategie. Die strategie kan uiteraard niet voor alle productiehuizen worden uitgerold. Anderzijds lijkt het niet meer dan waarschijnlijk dat ook niet ieder productiehuis zelf open zal staan en vragende partij zal zijn voor dit soort van samenwerking. Ook zijn er afspraken gemaakt over de participatie-overeenkomsten zelf, meer bepaald welke de algemene principes hierin steeds moeten zijn.
Op basis van die strategie heeft de VRT selectiecriteria vastgelegd die werden goedgekeurd door de raad van bestuur. Ik vat ze even samen. De VRT neemt enkel participaties in productiehuizen waarin geen andere omroepen, distributeurs of grote productiegroepen een participatie hebben. Op die manier verzekert de VRT dat de middelen vooral besteed worden waar de noden het grootst zijn. De VRT neemt geen participaties in productiehuizen die in zware financiële moeilijkheden verkeren. Het is immers de bedoeling te investeren. De VRT neemt bij voorkeur participaties in jonge productiehuizen met doorgroeipotentieel. Dat doorgroeipotentieel moet door de productiehuizen in kwestie worden aangetoond. De VRT neemt enkel participaties in productiehuizen die onder meer programmas met een publiekeomroep-DNA maken. Het is dus niet de bedoeling participaties te nemen in productiehuizen gewoonweg omdat ze rendabele programmas maken. De VRT neemt bij voorkeur participaties in productiehuizen die willen innoveren. Dat kan zijn op het niveau van het productieproces, het vernieuwen van genres, formats, de creatie van 360 gradencontent, het aanspreken van cruciale doelgroepen enzovoort. De VRT maakt op basis van deze criteria een evaluatie. Die werd en zal ook in de toekomst steeds worden voorgelegd aan de raad van bestuur.
Men heeft ook de principes van de samenwerkingsovereenkomsten bepaald. De VRT verzekert zich van de gezonde, financiële situatie van het productiehuis. Ze neemt een minderheidsparticipatie. Ze neemt participaties die beperkt zijn in de tijd. Ze neemt een minderheidsparticipatie die de onafhankelijkheid van het productiehuis nooit in het gedrang brengt. Er wordt contractueel geregeld dat de VRT op geen enkele manier inzage heeft in de operationele werking van het productiehuis. De VRT heeft altijd een vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het productiehuis. De bevoegdheden van die vertegenwoordiger stoppen daar waar de onafhankelijkheid van het productiehuis begint. De VRT vraagt geen exclusiviteit in ruil voor haar participatie. Zij stimuleert daarentegen de productie voor andere omroepen. Dat komt de duurzame ontwikkeling van het productiehuis ten goede.
De VRT belooft geen productievolumes in ruil voor de participatie. Productieovereenkomsten worden altijd gesloten op basis van de kwaliteit en de kostprijs van een concreet voorstel. De VRT werkt samen met deze productiehuizen op innovatietracks. Mobiliteit van talent en talentuitwisseling staan daarbij centraal. De participatieovereenkomst wordt op regelmatige basis geëvalueerd.
De VRT heeft deze principes geformuleerd. Ze moeten steeds in de samenwerkingsovereenkomsten terug te vinden zijn.
De VRT heeft momenteel in slechts één productiehuis een participatie: De chinezen. Die participatie betreft 10 procent van de aandelen. De VRT heeft een 100 procentdochter: de Vlaamse Audiovisuele Raad (VAR). Die is zelf een 33 procentaandeelhouder in Pebble Media. Daarnaast is de VRT een partner in Belga. De VRT heeft 5,9 procent van de aandelen van Belga.
Ik licht nu het proces toe dat heeft geleid tot de keuze voor een participatie met De chinezen. Eerst heeft de raad van bestuur van de VRT een strategie met betrekking tot participaties in het algemeen ontwikkeld. Zodra de strategie op punt stond en er ook een consensus was over de criteria die daarbij belangrijk worden geacht, is de VRT overgegaan tot een oplijsting van de Vlaamse productiehuizen waarmee een participatieovereenkomst interessant zou zijn. Die lijst werd opgemaakt op basis van de eerder vermelde en door de raad van bestuur opgestelde criteria.
De chinezen voldoet aan alle criteria op die lijst. Het is een productiehuis waarin geen enkele omroep, distributeur of grote productiegroep aandeelhouder is. De chinezen verkeert in een gezonde, financiële situatie. De chinezen is een jong productiehuis met veel groeipotentieel. Vooralsnog focust De chinezen op human interest-televisieproducties, een genre dat belangrijk is voor de VRT. Het productiehuis werkt mee aan Iedereen beroemd en produceerde ook Ten oorlog, een maatschappelijk relevant en breed toegankelijk programma. Ten oorlog viel onlangs nog in de prijzen bij de European Broadcasting Union (EBU). Het productiehuis werkt momenteel ook aan andere programmas voor de VRT. De chinezen wil ook graag nadenken over nieuwe soorten content, met een multimediale inslag. Bovendien is het volgens de VRT duidelijk dat De chinezen succesvol jong en nieuw talent weet aan te trekken. Dat is interessant voor de VRT en kan voor nieuwe zuurstof in de audiovisuele producties zorgen. Het geeft ook kansen met betrekking tot talentuitwisseling tussen de VRT en De chinezen. Er is dus een onderbouwd geloof bij de VRT in de producties en het creatief potentieel van De chinezen.
De VRT staat ervoor open om deze vormen van samenwerking met andere productiehuizen te exploreren. Bedoeling is om haar hefboomfunctie, waar wenselijk, op te nemen en meerdere groeiers de kans te geven op een duurzame manier een positie in de Vlaamse onafhankelijke productiesector uit te bouwen.
De VRT is 10 procentaandeelhouder van De chinezen geworden. De omroep is daardoor toegetreden tot de vennootschap De chinezen, middels een kapitaalsverhoging van 92.500 euro. Dat is de kostprijs. De participatie is beperkt in de tijd. Na drie jaar krijgt elke partij de mogelijkheid om uit de participatie te stappen. De formule voor de uitoefening van de put/call-optie is vastgelegd. De VRT krijgt, volgens die afspraken, minimaal haar inbreng terugbetaald.
De participatiestrategie is niet ontwikkeld voor De chinezen. Ze is eerst ontwikkeld en daarna is De chinezen het eerste productiehuis waarmee de participatiestrategie werd uitgevoerd of uitgetest. De VRT benadrukt dat zij openstaat om dit soort van samenwerking ook met andere productiehuizen tot stand te brengen. Zij wil daarmee haar hefboomfunctie verder uitoefenen.
De VRT bekijkt welke andere mogelijke partners er zijn. Over welke specifieke productiehuizen het gaat, kan op dit moment niet gezegd worden. Wel is het duidelijk dat de productiehuizen waarmee de VRT tot dergelijke samenwerking wil overgaan, allemaal op basis van dezelfde en eerder vermelde criteria geselecteerd zijn en zullen worden geselecteerd.
De objectiviteit wordt gegarandeerd door te werken met duidelijke criteria. De raad van bestuur van de VRT heeft deze strategie uitgewerkt, ook met het oog op een objectieve en transparante werkwijze. Vlaamse productiehuizen kunnen bovendien ook zelf contact opnemen met de VRT indien zij menen binnen de selectiecriteria te vallen.
De VRT wordt vertegenwoordigd door een lid in de raad van bestuur van De chinezen. De VRT krijgt het niet voor het zeggen bij De chinezen. De chinezen blijft een volledig onafhankelijk productiehuis. Dat is op alle mogelijke manieren contractueel verzekerd en vrijwaart niet enkel theoretisch de onafhankelijkheid van De chinezen, maar zorgt er ook voor dat het praktisch perfect mogelijk is dat De chinezen programmas maakt voor andere omroepen. De VRT wil met deze strategie immers ruimte maken voor creatieve ontwikkeling en die komt bij voorkeur ook anderen ten goede.
Er is geen exclusiviteitsovereenkomst. Dat is contractueel geregeld met De chinezen. De VRT is een kleine minderheidsaandeelhouder en kan dus geen aanspraak maken op ruimere inzagerechten en ze zal dat ook niet doen. De VRT is er als aandeelhouder ook bij gebaat dat De chinezen voor andere omroepen programmas produceert. Dat komt de financiële gezondheid en onafhankelijkheid van het productiehuis enkel ten goede.
Hoe verzekert de VRT dat productiehuizen waarin de omroep participeert geen voorkeursbehandeling krijgen? Uiteraard kan het niet dat De chinezen nu een voorkeursbehandeling zou krijgen indien men overgaat tot de aankoop van programmas. Dat gebeurt nu via open briefings en preferentiële partnerships. Dat mag niet en dat zou ook niet wenselijk zijn. Dat zal ook niet gebeuren. Het kader met betrekking tot de participatiestrategie laat dit niet toe. Ook de interne regels met betrekking tot het toewijzen van producties zijn hierover heel duidelijk.
De VRT heeft vandaag met verschillende productiehuizen waarin ze niet participeert ook preferentiële partnerships. Die zijn ook niet-exclusief. Deze productiehuizen kregen in het verleden en krijgen vandaag geen enkele voorkeursbehandeling bij het binnenhalen van producties op basis van open briefings. Opdrachten worden aan externe productiehuizen toegekend op basis van de relevantie en de kwaliteit van hun voorstellen. Dat is het enige wat telt.
Met participaties wil de VRT eerst en vooral een win-winsituatie voor beide partners creëren. De VRT engageert zich middels de participatie tot een langdurige samenwerking met De chinezen. Dat geeft niet enkel perspectieven aan het productiehuis, maar verzekert de VRT ook van heel wat extra creatieve output. Voorts laat de participatie toe om ook samen te innoveren.
Wat innovatie en creativiteit betreft, leveren de VRT en De chinezen elk inspanningen om geld vrij te maken voor creatieve contentinnovatie. Er is een participatieovereenkomst en een innovatieovereenkomst. Partijen maken geld vrij voor contentinnovatie in het kader van die innovatieovereenkomst, die natuurlijk wel gelinkt is aan de participatieovereenkomst. Dat betekent concreet dat beide partners middelen vrijmaken voor het ontwikkelen van nieuwe ideeën en dat hier ook samen mensen op kunnen worden ingezet. Het is evident dat de VRT in ruil voor haar inbreng bepaalde rechten verwerft over ideeën, formats en dergelijke die gezamenlijk ontwikkeld zijn.
Wat krijgt de VRT dus, samengevat? Creatieve output, uitwisseling van talent, mobiliteit van VRT-personeel naar het productiehuis en vice versa, samenwerking op strategische projecten, goedkeuringsrecht op verkoop van formats in de Vlaamse markt, first right of refusal voor formats, ideeën ontwikkeld op basis van gezamenlijke innovatiegelden, substantiële verhoging vergoeding van de huidige vennoten.
Voor alle duidelijkheid: participaties zijn niet gebonden aan een outputdeal. Het is dus niet zo dat als De chinezen zouden reageren op een open briefing, zij meer kans maken op het toewijzen van een productie. De kwaliteit, creativiteit en de kostprijs zullen altijd de doorslag blijven geven.
Met die strategie wil de VRT de Vlaamse productiemarkt versterken. De VOTP wijst er al jaren terecht op dat er weinig ruimte is voor creatieve contentinnovatie. Daarom wijst de VRT regelmatig ontwikkelingsgelden toe aan productiehuizen. Met deze participatieovereenkomst gaat de VRT echter nog verder en geeft ze nog meer ruimte voor creatieve contentinnovatie. Dat resulteert volgens de VRT niet enkel in creatieve output, maar geeft ook de mogelijkheid om talent beter te ontwikkelen, waarbij sommige mensen ook voor andere bedrijven in de sector zullen gaan werken.
Het is dus een strategie die complementair is aan andere samenwerkingsvormen met productiehuizen. De VRT werkt jaarlijks met meer dan dertig productiehuizen samen. Ze besteedde in 2012 bijna 57 miljoen euro in de externe productiesector. Dat gebeurt via preferentiële samenwerkingen en open briefings. Al die productiehuizen kunnen, via verschillende mechanismen, zoals het ontwikkelingsfonds, aanspraak maken op innovatiegelden.
We kunnen er uiteraard over debatteren of dit een juiste strategische keuze is, maar ik wil benadrukken dat participaties nemen toegelaten is in het Mediadecreet, dat het uitdrukkelijk een bevoegdheid van de raad van bestuur is, dat de raad van bestuur hier de voorbije jaren uitvoerig over gedebatteerd heeft om een participatiestrategie uit te werken, die hij onderbouwd en gemotiveerd heeft, en dat deze beslissing genomen is in toepassing van die participatiestrategie en binnen het kader van de spelregels die we zelf hebben vastgelegd, zowel in het Mediadecreet als in de beheersovereenkomst.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Minister, ik dank u voor uw bijzonder uitvoerige antwoord. Dat de VRT de Vlaamse creatieve industrie ondersteunt, en met name de audiovisuele sector, daar zijn we allemaal voor. Het staat ook in de beheersovereenkomst dat de VRT dat moet doen.
Persoonlijk vrees ik een beetje dat de stap die de raad van bestuur van de VRT nu zet, stof aanbrengt voor vele discussies in deze commissie de komende jaren. We waren eindelijk verlost van de Woestijnvis-saga, en nu hebben we De chinezen binnengehaald, het gele gevaar. We zullen zien wat het geeft.
Ik heb een paar zaken uit uw antwoord genoteerd, omdat ik nog wil zien hoe dat in de praktijk allemaal zal lopen. Er zal bijvoorbeeld iemand in de raad van bestuur zitten, maar die zal niet weten welke werking de organisatie ontplooit en welke projecten daarin omgaan. Ik wil nog eens zien hoe dat in de praktijk kan. Ik wil ook wel eens zien of dat voor mogelijke andere partners en andere omroepen geen hinderpaal is, als zij weten dat de VRT daar participeert en er iemand van de VRT in de raad van bestuur zit.
U hebt de criteria genoemd om eventueel te participeren. Het is een goede zaak dat men criteria heeft. Van een paar ervan moeten we ook nog zien hoe dat concreet werkt.
Het is beperkt in de tijd, en na drie jaar is er een evaluatie. Ik neem aan dat, op het moment dat men niet meer aan een of meerdere voorwaarden beantwoordt, de openbare omroep een einde maakt aan de participatie. U sprak over een inbreng van 92.000 euro. Dat bedrag krijgen ze in elk geval terug na drie jaar. Dat is bijna een renteloze lening.
Eén element heb ik niet helemaal begrepen. Zei u dat er een soort voorkooprecht was van de VRT op formats die door De chinezen worden gemaakt? Of heb ik dat verkeerd begrepen? (Opmerkingen)
De heer Sas van Rouveroij : Er is sprake van het right of first refusal op formats. Dat is ook niet min.
De heer Wilfried Vandaele : Het zit dus toch in die buurt.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Minister, het doet niets af aan uw charme maar het is een antwoord van ga er maar bij liggen. U hebt een zeer verdienstelijke poging gedaan om de vis te verdrinken. Een paar van mijn collegas hebben daaraan geparticipeerd, dat geef ik grif toe, door insinuaties te maken.
Het gaat nu over jongens die net vertrokken zijn bij Woestijnvis en een productiehuis hebben opgestart. Dat interesseert me zeer matig, minister, om niet te zeggen niets. Dat heeft er niets mee te maken. Bij mij gaat om het grote principe: is dit een correcte manier van handelen voor een openbare omroep?
U gooit met een heleboel dooddoeners. Ik geef één voorbeeld. U had het over de man die namens de VRT in de raad van bestuur gaat zitten, zijn bevoegdheid eindigt als de onafhankelijkheid van het productiehuis begint. Ja, u mag mij eens uitleggen wat dat betekent! Dat is een leuke dooddoener. U bedoelt wellicht dat er geen inmenging zal zijn, maar het is een dooddoener van jewelste.
U argumenteert dat het productiehuis goede programmas maakt, zoals Ten oorlog, dat bekroond is. Allemaal goed en wel, maar dat doet er niet toe. Het gaat erom of het de bedoeling was/is van de algemene vergadering van de VRT, van deze regering dus, beschreven in de beheersovereenkomst, om inderdaad participaties als hefboom te gebruiken in commerciële firmas, zijnde de productiehuizen. Volgens u kan dat allemaal, is dat decretaal toegelaten.
U hebt veel verwezen naar de raad van bestuur, die heeft dat allemaal goedgekeurd. Ik heb weinig te maken met de raad van bestuur. Toen ik hier vijf jaar geleden begon, heb ik meteen een les geleerd van de heer Van Rompuy, een beetje de vader van het Mediadecreet, maker van het Maxi- en Minidecreet. Het Vlaams Parlement van toen had een bewuste keuze gemaakt voor een scheiding tussen de raad van bestuur, de rol van de regering en de rol van het parlement. Of de raad van bestuur het ermee eens is of niet, dat maakt op mij geen indruk. Het Vlaams Parlement benoemt de leden van de raad van bestuur. Alle partijen of fracties die iemand benoemd hebben in de raad van bestuur, zouden hier moeten zwijgen omdat de raad van bestuur iets goedgekeurd heeft. Daar doe ik niet aan mee. Ik weet dat dat altijd een beetje wordt gebruikt. Dat maakt op mij geen indruk. Ik denk dat dit niet de bedoeling was toen over de beheersovereenkomst is onderhandeld. Minister, ik had graag gehad dat u dat had toegegeven: dit is nieuw, we zijn door deze manier van handelen een beetje in snelheid gepakt door de raad van bestuur van de VRT, en we zouden daar inderdaad eens een evaluatie van moeten maken.
In deze commissie hadden we de kans moeten hebben om dit even te bekijken. We mogen niet vergeten dat wij nu net de vertegenwoordigers zijn van de aandeelhouders van de VRT. We zijn de vertegenwoordigers van meer dan 6 miljoen Vlamingen en dat zijn de echte aandeelhouders van de openbare omroep. Participatie in een productiehuis door een openbare omroep is geen onbelangrijk gegeven. Minister, ik geloof dat u beseft dat dit niet onbelangrijk is in de mediasector. Dat heeft te maken met inmenging. In uw antwoord zegt u dat er ook kennisdeling is tussen de VRT en het productiehuis. Ik vraag me af in hoeverre dat allemaal marktverstorend werkt.
De mediasector is een heel controversiële en gevoelige sector, die heel broze evenwichten kent. We komen van ver, zeker wat de omroepen betreft. We komen van een bellum media naar een pax media. Dit zijn allemaal factoren die dat evenwicht zouden kunnen verstoren. Dat moet heel doordacht gebeuren. Ook dit parlement, ook u als minister, had een visie moeten kunnen geven voordat de VRT die participatie heeft genomen.
Minister, ik ga ervan uit dat u niet bent opgetrokken uit teflon en beton en dat u enigszins voelt dat dit toch niet de meest soepele, de meest voor de hand liggende manier van werken is, dat het niet vanzelfsprekend is, ook niet voor de commerciële omroepen die dit allemaal bekijken, ook niet voor de vele andere productiehuizen die dit allemaal gadeslaan. Misschien is de VRT een beetje te snel gegaan.
Minister, ik heb geen duidelijk antwoord gehad op mijn vraag hoe die strategie zich nu verder zal ontwikkelen. Gelet op de manier waarop het nu is gebeurd, hou ik een beetje mijn hart vast. De algemene vergadering van de VRT is toch iets dat het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering zeer goed in het oog moeten houden.
Minister, er zijn niet onmiddellijk grote brokken gemaakt, maar het is niet iets voor de hand liggend. De verdere uitrol van deze strategie moet uw volle aandacht genieten in de komende maanden.
De voorzitter : De heer van Rouveroij heeft het woord.
De heer Sas van Rouveroij : Minister, uw antwoord heeft mij evenmin overtuigd. Om de bedrijfsnaam van het productiehuis te parafraseren: met alle Chinezen maar niet met den deze. U zegt dat het decreet het toelaat en daar hebt u gelijk in. Dat is waar, maar het is niet omdat het decreet het toelaat, dat het daarom moet.
Ik denk dat de beheersovereenkomst het decreet operationaliseert doorheen de tijd. Een decreet is ook langer: het is eeuwigdurend, tot er een nieuw wordt goedgekeurd, terwijl beheersovereenkomsten op geregelde tijdstippen en in functie van een nieuwe Vlaamse Regering worden gehernegotieerd. Ik ben er echt van overtuigd dat de ratio legis, de geest die volgt uit het opstellen van de beheersovereenkomst, haaks staat op deze beslissing van de raad van bestuur. Ik had ook verwacht dat u toch wat afstand zou hebben genomen. Daarom stelde ik eerst een aantal vragen waarvan mijn medewerker zei ik ben immers nieuw in deze commissie dat u naar alle waarschijnlijkheid op deze vragen een door de VRT voorbereid antwoord zou voorlezen, terecht, dat is geen enkel probleem. Omdat ik dat een beetje opmerkelijk vind en ik dat in andere commissies nog niet heb meegemaakt, stelde ik mijn laatste vraag specifiek naar wat uw mening is en niet die van de VRT. Ik had even gehoopt dat u via die laatste vraag toch een beetje afstand zou hebben genomen van de VRT. U doet dat niet. Dat betreur ik omdat het onze beheersovereenkomst is, de beheersovereenkomst die door deze meerderheid is goedgekeurd. Die geeft volgens mij echt geen kapstok aan dit initiatief.
U verwijst naar de strategische doelstelling 26, de heer Yüksel deed dat ook, namelijk: de VRT besteedt minstens 25 procent van haar televisieproductiebudget aan bestellingen. Maar dit is geen bestelling, toch? De VRT financiert coproducties, al dan niet in het kader van het Mediafonds. Sorry, maar dit is geen coproductie. De strategische doelstelling 28 vind ik wel relevant, maar die staat dit juist niet toe. Daarin staat: (...) en stimuleert hierdoor ook eerlijke concurrentie binnen de sector. Ik denk niet dat eerlijke concurrentie binnen de sector zo wordt gestimuleerd. Ik verklaar me nader. Het zou er nog maar aan mankeren dat de raad van bestuur niet voorafgaand aan de keuze van de raad, een aantal criteria opstelt. Dat is het minimum minimorum. Dat heeft ze dan ook gedaan, en ik ga er even van uit dat ze op dat ogenblik nog niet de keuze die later zou volgen, in het achterhoofd had. Ik wil haar in haar oprechtheid geloven.
Dan hoor ik u allemaal op het eerste gezicht relevante criteria opsommen. Maar ze zijn zeker niet smart, in de zin van dat ze meetbaar zijn, toetsbaar zijn, dat het geen rekkers zijn. Het zijn wel rekkers, he. Een jong bedrijf: wat is een jong bedrijf? Definieer dat eens. Een bedrijf met groeipotentieel: definieer dat eens boven elke twijfel heen. Een bedrijf dat niet in financiële moeilijkheden zit. Dat lijkt gemakkelijk te definiëren, maar dat is het niet hoor. Wat vandaag goed lijkt, kan morgen plotseling in het rood staan. Wat zijn financiële moeilijkheden? Innoverend, ik hoef het u niet uit te leggen als minister bevoegd voor deze materie en ik ben er zelf op lokaal vlak jarenlang voor bevoegd geweest: als dat geen rekker is, dan weet ik het ook niet meer. Dat er geen andere grote media-investeerders of -groepen in zitten, is meetbaar. Dat is absoluut een criterium.
Op basis van deze criteria zegt men: dit is toch objectief? Ik ben daar helemaal niet van overtuigd. Dat is helemaal niet objectief, want deze criteria staan de grootste subjectiviteit toe. Als ik vervolgens de keuze van de raad van bestuur zie en ik hoor op welke wijze ze die verdedigen, dan worden de criteria zoals u ze hebt opgesomd, uiteraard gebruikt, maar dan komen er plots ook andere dingen tevoorschijn die niet in die criteria zaten, zoals de deelname aan Iedereen beroemd waar ze een aantal edities van hebben verzorgd, en aan Ten oorlog. Dat heb ik niet bij de criteria gehoord.
Nu kom ik tot dit punt: minister, bent u er in eer en geweten van overtuigd dat er in Vlaanderen geen enkel ander productiehuis is op dit ogenblik dat beantwoordt aan de criteria die de raad van bestuur heeft aangeduid? Als u daar in eer en geweten van overtuigd bent, dan was dit de enige speler die kon worden bediend, als ik het zo mag uitdrukken. Maar dit zal niet zo zijn. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zullen er nog andere zijn. Dan zou daar uw vluchtweg kunnen zijn: we hebben een beperkt budget en je mag dat niet te veel versnipperen. Ik denk dat als het gaat over eerlijke concurrentie, u dan een beetje moet versnipperen. Ofwel doe je het niet en onthoud je je van die inbreuk op die eerlijke concurrentie, ofwel doe je het wel, en dan moet je de koek verdelen. Ik denk dat er echt wel andere productiehuizen waren die ook in aanmerking kwamen. Het feit dat men ze niet in aanmerking heeft genomen, bewijst dat er een beïnvloeding is van de verhoudingen binnen de sector. Als er een argument zou zijn dat u ze in de tijd ooit allemaal wel eens zult laten passeren aan de kassa dat is niet negatief bedoeld dan ben ik er ook niet van overtuigd.
Misschien heb ik het verkeerd begrepen, maar in het artikel in de pers stond dat het beperkt was tot maximum drie jaar. Men legt de nadruk op de tijdelijkheid. Maar in uw antwoord hoorde ik u verwijzen naar een langjarige samenwerking. Of heb ik dat verkeerd?
Minister Ingrid Lieten : Drie jaar. Dan is er een evaluatie en hebben beide partners de mogelijkheid om eruit te stappen.
De heer Sas van Rouveroij : Maar het kan best zijn dat men er niet uitstapt. Dat sluit men niet uit. In die zin zie ik het argument niet dat u het budget dat beperkt is in de tijd, consecutief zult maken en dan af en toe iemand anders zult bedienen. Ook dat is niet zeker. Het kan dus best zijn dat de evaluatie van De chinezen gunstig is en dat we inderdaad veelvouden van driejarige overeenkomsten krijgen.
Minister, ook op basis van uw achtergrond kan ik me echt niet voorstellen dat u hier echt gelukkig mee bent. Het pleit allicht voor uw loyauteit ten overstaan van het instituut dat u toch ook voor een stuk moet leiden, dat u het op dit ogenblik niet afvallig wilt zijn, maar aan de andere kant moet u vooral trouw blijven aan uw beheersovereenkomst en aan het parlement. Zoals de heer Wienen zei: wij zijn de aandeelhouders, wij zijn het volk en het is aan dit volk dat de VRT verantwoording is verschuldigd, via u. Dit is niet het dossier om de grote trom te roeren, ik verwacht er geen grote actualiteitsdebatten in de plenaire vergadering over, maar ik had enige afstand en een wat meer kritische houding van u verwacht.
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Voorzitter, minister, u hebt uitvoerig en in detail geantwoord op de verschillende vragen, maar ik heb nog vier punten, het zijn geen vragen, eerder vaststellingen.
We krijgen geen uitleg waarom participatie beter is dan de aankoop van externe producties. Men gaat in zee met jonge bedrijven voor 10 procent. Zo kunnen veel participaties aangegaan worden, maar op den duur mogen straks enkel nog productiehuizen die een participatie aangaan, nog aan de VRT leveren. U zei dat het budget u nog niet helemaal duidelijk was. Ze moeten 92.000 euro investeren, maar wat investeert de VRT?
Minister Ingrid Lieten : De VRT investeert 92.000 euro.
De heer Veli Yüksel : Ik ga ervan uit dat de kostprijs van al die participaties wordt afgetrokken van de 57 miljoen euro die gereserveerd is voor externe producties.
Minister Ingrid Lieten : Neen.
De heer Veli Yüksel : Het komt er dus gewoon bovenop. Zo wordt een parallel circuit gecreëerd naast de bepaling van de 25 procent. U hebt in uw antwoord gezegd dat het ook een opportuniteit is om VRT-medewerkers mobiel te maken en hun de kans te geven om iets te doen. Worden de VRT-medewerkers op die manier niet gestimuleerd om bedrijfjes op te richten? Dat kan toch niet de bedoeling zijn.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Voorzitter, dames en heren, mijnheer van Rouveroij, ik heb tot nu toe heel duidelijk geprobeerd om te antwoorden op de punctuele vragen die werden gesteld. Als u vraagt naar mijn mening, dan wil ik die nu wel geven. Ik wil ook proberen om uw bezorgdheid wat te verlichten.
De eerste vraag is of de VRT heeft gehandeld binnen het wettelijke kader. Het antwoord is ja. Ik vind dat belangrijk, ook in het licht van de regels voor corporate governance en de rechtszekerheid. Ieder heeft zijn verantwoordelijkheid te nemen. De raad van bestuur heeft dat gedaan, hij heeft gehandeld binnen het wettelijke kader en binnen het kader van de beheersovereenkomst. Ik heb geen enkele reden om te zeggen dat er op dat gebied iets niet oké is.
Ik heb ook vertrouwen in de motivering en de besluitvorming die de raad van bestuur van de VRT hiertoe heeft aangezet. Dat wil niet zeggen dat we dit niet verder moeten opvolgen. Met deze commissie, ook al in de vorige legislatuur, zijn we altijd beducht geweest voor spanningsvelden, voor belangenconflicten. Ik begrijp dat u hier opnieuw zegt dat we hier met de nodige gevoeligheid naar moeten kijken. Ik deel die mening. Er is geen enkel bezwaar, integendeel, om vanuit een politiek debat verder op te volgen hoe dit dossier evolueert en wordt geëvalueerd.
Maar, mijn startpositie is dat ik vertrouwen heb in de motivatie van de besluitvorming van de raad van bestuur in het licht van de missie die de raad van bestuur moet realiseren. De raad van bestuur heeft dit gedaan binnen de mogelijkheden en bevoegdheden. De raad van bestuur heeft ook duidelijk gemotiveerd waarom hij denkt dat het nodig is om de missie en de doelstellingen van de VRT te kunnen halen die wij hebben opgelegd. Iedereen kan daarover van mening verschillen. Het is een duidelijke opportuniteitsbeoordeling, het is geen wiskundig gegeven. Het is wat de raad van bestuur moet doen, namelijk afwegingen maken. De raad van bestuur is geen machine die op basis van een wiskundige formule beslist om iets al dan niet te doen. Er moeten afwegingen worden gemaakt in functie van de strategie van de VRT, van de beheersovereenkomst en van de missie die wij hebben opgelegd in het decreet en in de beheersovereenkomst.
Waarom heb ik hier vertrouwen in? In de eerste plaats moeten we goed weten waarover we bezorgd zijn. Ik heb hier een aantal dingen gehoord die misschien nog een beetje op scherp moeten worden gesteld. We moeten er in de eerste plaats vertrouwen in hebben dat een overheidsinstelling die onafhankelijk is, participaties kan nemen en dat er in de raad van bestuur voldoende mensen zitten die de afweging maken. Dat is niet alleen zo bij de VRT, we hebben heel wat overheidsinstellingen die participaties nemen en die dat doen op basis van een duidelijke analyse. De leden van de raad van bestuur zijn daartoe het geëigende kanaal.
Men heeft het over subjectiviteit. Ja, er is altijd een opportuniteitsbeoordeling om een beslissing te nemen over een participatie. Dat op zich is niet verkeerd. Integendeel, dat legitimeert juist waarom we er destijds voor hebben gekozen om een instelling als de VRT onder te brengen in een onafhankelijk extern verzelfstandigd agentschap, waarom er die rechtspersoonlijkheid is en waarom we net die tussenschotten hebben gemaakt. Ik vind dus niet dat men dan meteen wantrouwig moet zijn. Het is net uitdrukkelijk de bedoeling van de wetgever geweest dat de raad van bestuur daar in alle onafhankelijkheid over kan beslissen, en dat heeft hij hier ook gedaan. Ik vind dus niet dat men dan a priori moet zeggen dat men daar een probleem mee heeft, dat men dat niet vertrouwt. Dat is een naamloze vennootschap van publiek recht. De raad van bestuur heeft die bevoegdheden en heeft die hier gebruikt. Ik vind dat we de raad van bestuur daarin moeten vertrouwen.
Ik heb in mijn antwoord ook proberen duidelijk te maken dat de raad van bestuur eerst een kader heeft gecreëerd. Dat kader heeft ertoe geleid dat men nu niet limitatief één participatie goedkeurt en daarmee de deur sluit voor anderen. Mijnheer van Rouveroij, dat was enigszins uw zorg, heb ik begrepen. Voor zover ik de beslissing goed heb begrepen, zegt men duidelijk dat dit de eerste is, maar dat de deur openstaat voor anderen. Het gaat natuurlijk over kleine minderheidsparticipaties, en het moet in het strategisch belang zijn, zowel van de VRT als van de anderen. De deur staat open voor kleine productiehuizen die dat wensen en aan de criteria beantwoorden. Als men kan komen tot een win-winsituatie, dan is dat vast en zeker niet uitgesloten. Integendeel, het is net in de strategie ingebakken dat men zich niet beperkt tot één minderheidsparticipatie, maar ook andere kleinere productiehuizen op dezelfde manier zuurstof geeft. Ik vind de vrees dus onterecht dat men in dit geval op onverantwoorde wijze er één heeft gekozen en de deur voor anderen sluit.
De heer Sas van Rouveroij : Dat is een kwestie van geloof, natuurlijk, want het is vooralsnog niet aangetoond.
Minister Ingrid Lieten : Dat zijn de principes die de raad van bestuur voor zichzelf heeft vastgelegd, en waarvan ik vind dat we die ook moeten vertrouwen. U kunt het enigszins vergelijken met de in andere sectoren gebruikte juridische terminologie van een toetredingsbenadering: men heeft een juridische vorm vastgelegd, de ene is al toegetreden en anderen kunnen, op dezelfde manier en op basis van dezelfde duidelijke, transparante, objectieve criteria, die nu ook publiek zijn gemaakt, laten weten ook geïnteresseerd te zijn in een dergelijke relatie. Opnieuw vind ik dat we ter zake vertrouwen moeten hebben in de raad van bestuur, die die afweging maakt, die telkens bekijkt of dit beantwoordt aan de criteria die hij op voorhand heeft bepaald en of het in het strategisch belang van zowel de VRT als het eventuele tweede bedrijf is om een dergelijke verbintenis aan te gaan.
Mijnheer Yüksel, ingaand op uw bekommernis, het nemen van een minderheidsparticipatie staat los van het bestellen van programmas. Als men een minderheidsparticipatie neemt, is er geen enkele voorkeuroptie voor dat bedrijf. Wel heeft de VRT de voorkeur als het gaat over het als eerste gebruik kunnen maken van de vruchten van die participaties, maar het bedrijf op zich heeft geen voetje voor ten opzichte van andere bedrijven. Men zal zeggen dat ook dat opnieuw een kwestie van vertrouwen is. Volgens mij is het opnieuw een kwestie van de regels die men heeft afgesproken. De VRT heeft op een of andere manier een relatie met meer dan dertig bedrijven. Dat kan een eenmalige relatie zijn geweest, met betrekking tot één programma. Dat kan een relatie zijn waarbij in de praktijk blijkbaar al diverse programmas werden afgenomen.
Er wordt uitdrukkelijk gezegd dat men altijd zal moeten blijven meedoen aan de open briefings. Men zal een programmavoorstel moeten indienen, en het zijn andere mensen binnen de VRT die beoordelen of dat programma interessant is of niet. Het nemen van de participatie heeft dus geen enkele relatie met het afnemen van programmas.
Ik begrijp die zorg wel. We moeten dat blijven bewaken. We hebben immers steeds gezegd, ook vroeger, dat we geen exclusieve band willen van productiehuizen met de VRT en omgekeerd. Ook hier is die band er uitdrukkelijk niet. Integendeel, de VRT zegt met die participatie in die bedrijven eigenlijk ook te stimuleren dat ze ook voor andere zenders werken. Dat gebeurt nu ook: er zijn voldoende productiehuizen die de ene keer een programma maken voor de VRT en de andere keer voor de VMMa of iemand anders.
Ik hoor dat men hier vraagt hoe dat in de praktijk zal werken. Een dergelijk productiehuis heeft immers een raad van bestuur, waarin één vertegenwoordiger van de VRT zetelt als bestuurder. Men vraagt zich af of we dan geen vermenging van belangen zullen krijgen, een vermenging van informatiedoorstroming op het operationele niveau en het strategische niveau. Ook op dat vlak moeten we toch wel vertrouwen hebben, vind ik. Dat is immers net het model dat ook bij de VRT werkt. Ook daar is er een raad van bestuur, met de duidelijke afspraak dat die raad van bestuur zich uitspreekt over de strategie, maar zich evenmin mengt in de individuele programmakeuzes.
Als een dergelijk model werkt binnen de VRT, als men er daar ook in slaagt om netmanagers en anderen een operationele onafhankelijkheid te geven, maar wel met het operationele management de discussie voert over de strategie en de implementatie ervan, dan mogen we niet wantrouwig zijn en denken dat een dergelijk model niet zou werken binnen een privévennootschap. Ik hoef u trouwens niet te zeggen dat er heel veel privévennootschappen zijn waar kleine en grote aandeelhouders in de raad van bestuur zetelen, maar er wel duidelijke afspraken zijn over wat iedere minderheidsaandeelhouder al dan niet kan inbrengen in het operationele. Ik vind dus dat we daar a priori niet wantrouwig tegenover mogen staan, en stellen dat het model niet zal werken. Ik heb er wél vertrouwen in dat het zal werken.
Als de raad van bestuur van de VRT daartoe beslist, dan is zijn motivatie uitdrukkelijk het kunnen uitvoeren van de beheersovereenkomst. Dat begrijp ik heel goed. In de beheersovereenkomst hebben wij uitdrukkelijk gevraagd dat de VRT een rol als hefboom voor de hele mediasector zou vervullen. Het gaat over een heel kleine markt, en een omgeving waarin jonge productiehuizen het moeilijk hebben om overeind te blijven. Als men dan tot het besluit komt dat men de mogelijkheid moet krijgen om een minderheidsparticipatie te nemen om die hefboomrol waar te maken, dan heb ik er vertrouwen in dat dit met goede bedoelingen gebeurt.
Dat betekent niet dat wij de VRT carte blanche moeten geven en de ontwikkelingen niet meer moeten opvolgen. Op dat punt hebt u gelijk. Deze commissie, als vertegenwoordiger van de aandeelhouder en van de belastingbetaler, moet dat op de voet volgen en erover waken dat er geen belangenconflicten, oneerlijke concurrentie of onaanvaardbare gevolgen ontstaan. De raad van bestuur heeft in dat verband zelf de mogelijkheid ingebouwd om er na drie jaar zonder kosten uit te stappen. Die beslissing doet mij besluiten dat ook de raad van bestuur niet met de ogen dicht in het project is gestapt, maar dat doet met de beheersovereenkomst voor ogen. Ik ben ervan overtuigd dat de raad van bestuur dat met goede bedoelingen heeft gedaan en ter zake de goede voorzorgen heeft genomen. Tezelfdertijd is het onze taak om dat op te volgen en te evalueren.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Minister, u zegt dat de VRT heeft gehandeld binnen de decreten en de beheersovereenkomst. Het zou er nog aan mankeren dat ze zich in de illegaliteit zou begeven. Dat zou helemaal onduldbaar zijn.
U hebt heel vaak het woord vertrouwen gebruikt. We zijn hier niet om te wantrouwen, dat zou te sterk zijn, maar toch ook niet om dat volledige vertrouwen te geven. Wij hebben immers een controlerende functie ten aanzien van de VRT en de manier waarop zij handelt. Wij zijn hier nog met een paar mensen bijeen, dus ik kan het misschien iets bouder zeggen dat ik wel wat vertrouwen heb in mevrouw De Preter als gedelegeerd bestuurder van de VRT. In vergelijking met het verleden heeft zij een enorme trendbreuk gerealiseerd. Ik denk dat uw kabinetsmedewerker dat kan beamen. Hij heeft hier samen met mij gezeten in de hoedanigheid van medewerker. Wij volgen het dossier al wat langer dan vandaag en er wordt inderdaad anders gewerkt. Wanneer ik echter deze beslissing bekijk, stel ik vast dat we toch enigszins achter de feiten aanhollen wanneer we ons afvragen of dit wel past bij de opdracht en bij het bedrijfskader van de VRT. Bij dergelijke beslissingen waarbij wij achter de feiten aanhollen, krijg ik altijd zon onaangenaam Marygevoel over mij, want dat was in het verleden altijd zo met de VRT. En ik wil niet terugkeren naar de tijd waarin dergelijke beslissingen werden genomen.
Ik stel deze vraag niet om de VRT terug te fluiten of te pakken. Er is nog nooit in een legislatuur zon eensgezindheid geweest over het feit dat we een sterke openbare omroep willen, maar dit is geen onschuldige beslissing. Dit is geen detail in dat VRT-bedrijf. Dit gaat niet over de kleur van de gangen. Dit is een majeure beslissing, die volgens mij wel degelijk een impact heeft op heel de sector. Naargelang de VRT verder zal gaan met die participatiestrategie, zal dat nog meer gevolgen hebben voor de hele sector. Wij zijn de Mediacommissie, die niet alleen waakt over de VRT maar over de media in het algemeen. Dit is dan ook iets waar we vragen bij moeten stellen. We moeten dit ook strikt volgen. We zullen zien wat de evaluatie oplevert en of ik hier nog zal zijn om die evaluatie mee te maken, maar dit is toch iets dat me licht verontrust.
De voorzitter : De heer van Rouveroij heeft het woord.
De heer Sas van Rouveroij : Minister, uw antwoord was inderdaad opgebouwd rond vertrouwen en geloof. Ik ben er eigenlijk van overtuigd dat de mensen van de raad van bestuur en het management deze debatten volgen en de samenvatting daarvan lezen. Ik ben er zeker van dat de argumenten die wij hebben ontwikkeld, niet helemaal ontbloot waren van een grond. Er was een zekere achterdocht, en terecht. Maar ik ben ervan overtuigd dat ze morgen alsnog kunnen aantonen dat ons wantrouwen misschien ongegrond was. Dat kan in dit dossier nog tijdens de komende weken en maanden. Dan hoor ik dat graag door u bevestigd. En dan zijn we allemaal tevreden. Als dat niet zo is, dan komen we terug op het dossier, want dan hadden we ab initio toch gelijk.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.