Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Vergadering van 09/10/2013
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Voorzitter, minister, collegas, we hebben het al vaak over studentenhuisvesting in Brussel gehad. Onlangs was er de opening van nieuwe huisvesting voor studenten in Brussel en daar waren wat bedenkingen bij. Vandaar volgende vragen.
Minister, in uw beleidsbrief van 2012 merkt u het volgende op: De kernopdracht van Br(ik blijft de studentenhuisvesting. De middelen die vanuit de Vlaamse overheid ter beschikking gesteld worden voor het voeren van een huisvestingsbeleid moeten op een duurzame wijze het aanbod aan goede en betaalbare studentenkamers op peil houden en doen groeien. De fusieoperatie en de personeelswissel binnen Br(ik leidde evenwel tot een vertraging van de vooropgestelde werking en acties waardoor het opstellen van het masterplan voor studentenhuisvesting pas eind 2012 gefinaliseerd zal worden.
Uit het antwoord op een schriftelijke vraag van collega Delva bleek dat er nog geen masterplan was. U gaf de volgende verklaring: De visienota werd tot nu toe nog niet geconcretiseerd in een definitief plan. Een van de redenen daarvoor is dat verschillende pistes werden (en nog steeds worden) onderzocht, zoals bijvoorbeeld een publiek-private samenwerking voor de bouw van nieuwe eenheden. Ik dring er echter bij Br(ik op aan dat ten laatste medio 2013 het definitieve plan voor investeringen in studentenhuisvesting afgewerkt zou zijn. Het plan omvat enerzijds de ontwikkeling van nieuwe studentenhuisvesting en anderzijds investeringen in bestaande huisvesting (renovatie, uitbreiding, aanpassing). Aan de hand van dat plan zal Br(ik aangeven welke investeringen de vzw uitvoert en nog zal uitvoeren in het kader van de ad nominatim subsidie die Br(ik ontvangt van de Vlaamse overheid.
Ondertussen is het reeds september 2013, wat maakt dat ik erg benieuwd ben naar het masterplan. Overigens is er sinds begin september een nieuw Br(ikhuis in de Wolvengracht, met zeventien nieuwe studentenkamers.
Minister, hoe staat u tegenover de kritiek dat de huidige zeventien nieuwe studentenkamers toch nog als te weinig worden beoordeeld? Wat is de stand van zaken van het masterplan? Is dat intussen klaar? Indien ja, wat zijn de hoofdlijnen? Hoe wil Br(ik het tekort aanpakken? Indien nee, waarom niet en wanneer mogen we dit verwachten? Kunt u een overzicht geven van de geplande investeringen? Wordt er een beroep gedaan op een publiek-private samenwerking (pps)? Hoe werden de andere politieke actoren bij deze problematiek betrokken?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, collegas, de kritiek kwam vanuit een welbepaalde studentenvereniging. De Vlaamse Regering ondersteunt Br(ik om studentenwoningen te kunnen bouwen, maar de Vlaamse Regering bouwt ze niet. Een aparte organisatie doet dat en ze krijgt daarvoor voldoende middelen. De Brusselse woning- en vastgoedmarkt is bijzonder complex en ontoegankelijk. Er zijn promotoren die kant-en-klare projecten op de markt zetten, maar meestal gaat het daarbij om dure studentenkoten. Het is de opdracht van Br(ik om voor betaalbare kwaliteitskoten te zorgen.
De zeventien nieuwe studentenwoningen vormen inderdaad een klein project. Ik zal dat ook niet ontkennen, maar het is wel een heel mooi project. Het is perfect in het stadsweefsel geïntegreerd in het centrum van Brussel, er zijn dus geen mobiliteitsproblemen, het gaat om moderne architectuur en er is een goede kwaliteit-prijsverhouding. Daarnaast blijft Br(ik ook inspanningen doen om de privéverhuurmarkt te stimuleren. Dat is immers de minst kapitaals- en tijdsintensieve weg om snel capaciteit te genereren. Momenteel bemiddelt Br(ik tussen privéverhuurders en studenten reeds voor 4200 studentenkoten.
Het masterplan van Br(ik werd uiteindelijk door de organisatie opgevat als twee aparte plannen: een plan voor renovatie van de bestaande huisvesting enerzijds, en anderzijds een plan voor investeringen voor capaciteitsuitbreiding. Deze plannen werden louter om praktische redenen opgesplitst. Het deel voor de renovatie was eenvoudiger op te stellen, en reeds eind 2012 kon begonnen worden met de uitvoering daarvan. Het plan voor capaciteitsuitbreiding werd in de loop van 2013 uitgewerkt, waarbij advies werd ingewonnen bij het Kenniscentrum Publiek-Private Samenwerking en bij mijn administratie. De capaciteitsuitbreiding kan worden gerealiseerd volgens drie modellen: langetermijnhuur zonder eigen kapitaal, publiek-private samenwerking en ten slotte eigendomsverwerving.
Deze verschillende modellen hebben een verschillende financiële aanpak nodig. Eigendomsverwerving heeft een kapitaalsinjectie nodig voor de inbreng van eigen middelen. Daarvoor wordt jaarlijks 350.000 euro gereserveerd. Hiermee wordt het nodige kapitaal opgebouwd voor de financiering van toekomstige projecten. De huur- en promotieopdrachten hebben een financiële buffer nodig van 250.000 euro voor kastekorten, die kunnen worden veroorzaakt door verschillende betalingstermijnen, laattijdige betalingen of wanbetalingen, leegstand, huurgarantie enzovoort. Het jaarlijks budget voor ontwikkelingskosten wordt geraamd op 50.000 euro. Voor de instandhouding van het patrimonium in eigen beheer wordt jaarlijks 200.000 euro gereserveerd.
In april 2013 heeft Br(ik een eerste pps-project opgestart met een marktverkenning. In juni verscheen in het Bulletin der Aanbestedingen en in het Publicatieblad van de EU een oproep tot kandidaatstelling voor een Project voor het realiseren van nieuw studentenlogement in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De procedure gaat momenteel de laatste fase in. We hopen dat de opdracht door Br(ik gegund kan worden in december 2013. De expertise die werd opgebouwd, zal in de toekomst opnieuw kunnen worden ingezet.
Br(ik is nauw betrokken bij een initiatief van de Brusselse staatssecretaris van Huisvesting Christos Doulkeridis. Dat gebeurt op vraag van ons en van de studenten. Het initiatief beoogt de uitwerking van een globaal plan en een organisatiestructuur voor studentenhuisvesting. Dat wordt in kaart gebracht; er worden drempels in de regelgeving geïdentificeerd; de opportuniteiten voor uitbreiding worden aangeduid enzovoort.
Een voorlopige raming gaat uit van een capaciteitstekort van 7000 tot 9000 studentenkoten voor het volledige hogere onderwijs in Brussel, Frans- en Nederlandstalig onderwijs samen.
Het is de bedoeling dat Br(ik nauw blijft samenwerken als er ooit een gewestelijk agentschap voor studentenhuisvesting komt. Zij stellen dat immers voor. Het lijkt me logisch dat Br(ik daar een rol in speelt, bijvoorbeeld als servicedesk.
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Dank u, minister, voor deze stand van zaken. Het is interessant om te weten dat het masterplan er dan toch gekomen is. Het is een gedeeld plan, maar goed. De indeling in renovatie en uitbreiding lijkt me logisch. De Brusselse markt is geen evidente markt. Het is niet eenvoudigweg uit de losse pols te organiseren. We verwachten wel wat van de pps-constructie. U zegt dat de procedure in december wordt afgerond. We mogen daar iets van verwachten, we staan achter Brussel als studentenstad. Het tekort loopt op van 7000 tot 9000 koten.
U haalt het initiatief van staatssecretaris Doulkeridis aan. Hij kondigt aan dat de gemeenschappen in het betrokken begeleidingscomité zullen zetelen. Is uw standpunt dat Br(ik deze rol vervult?
Minister Pascal Smet : Ja, dat zal Br(ik zijn.
De heer Willy Segers : Oké, ik wou zeker zijn dat de Vlaamse Gemeenschap deel uitmaakt van dit initiatief.
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen: Voorzitter, minister, ik heb met veel aandacht naar uw antwoord geluisterd. Dit dossier interesseert me. U hebt de situatie duidelijk geschetst.
Eén aspect ontbrak echter. Ik hoor heel veel klachten over de betaalbaarheid van de studentenkoten. Voor heel veel mensen is het moeilijk geworden om in Brussel een kot te vinden aan een aanvaardbare prijs. Het is niet moeilijk om iets vinden met een maandelijkse huurprijs van 500, 600 en 700 euro. Maar wie kan dat betalen? Voor veel ouders is dat totaal onhaalbaar.
Ook de duurtijd van de contracten leidt tot klachten. Ik zou er willen op aandringen om ook daar de nodige aandacht aan te besteden. In Antwerpen is die duurtijd gereglementeerd. Contracten van twaalf maanden bestaan daar niet meer voor studentenkoten. Volgens mijn informatie u mag me tegenspreken worden heel veel studenten verplicht om hun kot voor twaalf maanden te huren. Dat is natuurlijk weer een extra hap uit het budget van de ouders. Ik vraag u nadrukkelijk om voldoende aandacht te besteden aan de betaalbaarheid en duurtijd.
Minister Pascal Smet : U hebt gelijk, maar dat is een gewestelijke bevoegdheid, daar kunnen wij weinig aan doen. Het enige wat wij kunnen doen, is via Br(ik zorgen voor voldoende en betaalbare huisvesting.
Mevrouw Marijke Dillen: U kunt er in het overleg met het gewest wel op aandringen dat er aandacht aan wordt besteed.
Minister Pascal Smet : Dat doen we ook. We nemen dat zeker mee.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.