Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 01/10/2013
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, collegas, op het einde van het vorige parlementaire jaar, net voor het reces, deed zich een opmerkelijk feit voor. Onze minister-president, de heer Peeters, kwam terug van een bezoek aan ExxonMobil in Texas, samen met zijn Nederlandse evenknie de heer Rutte. Het ging onder andere over schaliegas.
De minister-president bracht naar aanleiding van dat bezoek een statement ten aanzien van Vlaanderen. Hij zei dat schaliegas verder moest worden onderzocht in Vlaanderen. Op basis daarvan werd er een debat gevoerd via actuele vragen van de heer Vandaele en van mezelf.
Eerst dacht ik dat de minister-president het had over een nieuw onderzoek. Maar wat bleek? Uit het antwoord van de minister-president bleek dat het onderzoek naar schaliegas eigenlijk al past in de bestaande opsporingsvergunning. Dat was een zeer eigenaardige stelling, want het stond haaks op wat u, minister, in deze commissie hebt gezegd. Ik citeer even, zodat er geen verwarring over bestaat. De minister-president zei: Ik heb gezegd dat wij een vergunning hebben gegeven voor het verdere onderzoek van steenkoolgas of koolwatergas waar schaliegas een onderdeel van is.
Ik zou zeggen ik viel van mijn stoel, maar ik stond recht. Ik heb gezien dat de heer Martens en de heer Vandaele ook even schrokken. De heer Vandaele zei: Minister-president, ik merk toch duidelijk een verschil met wat minister Schauvliege heeft gezegd in de commissie. Het gaat inderdaad niet om winning of ontginning, maar wel om een opsporingsvergunning. De heer Martens stelde: Minister Schauvliege heeft inderdaad gezegd dat de opsporingsvergunning alleen ging over steenkoolgas, dat er geen sprake was van schaliegasontginning. Ik heb het ook even nagekeken in uw antwoord. U zegt inderdaad letterlijk: Schaliegas is hier niet aan de orde.
Minister, ik kan u moeilijk vragen om de minister-president terug te fluiten, want ik denk niet dat u die bevoegdheid hebt. Maar u moet wel eens klaarheid scheppen. Hoe zit het nu eigenlijk? Is schaliegas op de een of andere manier al is het maar in een onderzoeksfase aan de orde in het kader van die opsporingsvergunning die u hebt afgeleverd in het Kempense gebied in Limburg?
Intussen evolueert ook de internationale situatie rond die niet-conventionele energiebronnen. In Nederland woedt het debat hevig. In vorige besprekingen heb ik daar ook al verschillende keren naar verwezen. Het fameuze rapport van het consortium van studiebureaus heeft een aantal duidelijke stellingen geponeerd. Daarin zeggen ze eigenlijk dat er risicos zijn, maar dat we daar als maatschappij mee kunnen omgaan, dat we die kunnen milderen. Dat was grosso modo de boodschap van die studiebureaus. Er is in het Nederlandse parlement een heel groot debat over ontstaan. Intussen heeft uw Nederlands collega beslist de zaak een jaar tot anderhalf jaar te stellen.
Het viel mij op dat u, naar aanleiding van het uitbrengen van dat rapport, geen enkele commentaar kwijt wilde. Ik vond dat eigenlijk wat eigenaardig en zou graag weten of u op een of andere manier werd betrokken bij dat debat. Een aantal van de proefboringen die in de steigers staan, bevinden zich eigenlijk niet ver van de grens met Vlaanderen. Bent u daar op een of andere manier bij betrokken?
Een derde punt betreft de financiële situatie. Limburg Gas bestaat voor 20 procent uit nv Mijnen, de Limburgse Reconversiemaatschappij, en voor 80 procent uit Dart Energy. In totaal zouden die dan 10,3 miljoen euro moeten verzamelen.
Als je wat verder duikt in perscommuniqués of dossiers die je trouwens ook gemakkelijk via internet kunt vinden , zie je dat Dart Energy eigenlijk al een tijdje bezig is met de reorganisatie van hun bedrijf. Ze leggen een aantal projecten stil. In mijn schriftelijke aanvraag van interpellatie heb ik een aantal voorbeelden gegeven. Er is zonder meer het communiqué waarin zij duidelijk stellen dat de activiteiten zouden worden afgebouwd. Dat is opmerkelijk, vooral omdat u bij het beoordelen van de vergunningsaanvraag een screening zou moeten doen van de financiële situatie van dat bedrijf. U hebt de aanvraag van Dart Energy op mijn vraag aan mij overgemaakt. De zwarte stift is daar echter rijkelijk gehanteerd. Wat de financiële situatie betreft, wordt er alleen verwezen naar een paar jaarverslagen. Nochtans waren die herstructureringen, de verandering van prioriteiten van Dart Energy eigenlijk gekend vooraleer u uiteindelijk die opsporingsvergunning hebt afgeleverd.
Hebt u iets over het hoofd gezien? Wat is er exact gebeurd? Is er een garantie dat de 10,3 miljoen euro uiteindelijk wordt verzameld? Is dat bedrag er effectief?
Het is natuurlijk niet volgens mijn agenda dat daar grootschalige opsporingsactiviteiten gebeuren, maar er moet toch minstens klaarheid over gecreëerd worden.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, de heer Sanctorum heeft ons eraan herinnerd dat uit eerdere parlementaire vragen bleek dat er verschillende interpretaties bestaan over de inhoud van de fameuze opsporingsvergunning die de nv Mijnen op 19 april 2013 kreeg in toepassing van het decreet Diepe Ondergrond van 2009. Ging die vergunning over het onderzoeken van en het doen van proefboringen naar koolwaterstoffen in het algemeen, waar zowel steenkoolgas als schaliegas onder begrepen kunnen worden? Of ging ze enkel over steenkoolgassen? We stelden in het verleden vast dat u in de commissie de enge interpretatie hanteerde en de minister-president in de plenaire vergadering de ruime. We merken ook dat zowel het dossier steenkoolgas als het dossier schaliegas leidt tot ongerustheid in de betrokken gemeenten in Limburg, dat blijkt uit discussies in de gemeenteraden daar en ook in de provincieraad.
De heer Sanctorum wees er al op dat de Nederlandse regering heeft beslist om eerst een structuurvisie, een plan-MER te laten opstellen alvorens een besluit te nemen over een eventuele proefboring naar schaliegas. Er is een heel recente brief van het ministerie van Economische Zaken aan de voorzitter van de Tweede Kamer, een brief van 18 september 2013, waarin staat dat op basis van het onderzoek Witteveen en Bos de vergunningen worden bevroren, ook de opsporingsvergunningen die al zijn toegekend, tot de plan-MER, de structuurvisie, klaar is. Dat zal zeker één tot anderhalf jaar duren. Blijkbaar heeft men toch redenen om met grote voorzichtigheid en omzichtigheid te werk te gaan in Nederland. En in Nederland, dat is voor het grootste deel natuurlijk vlak over de grens, de situatie is vergelijkbaar met die bij ons.
We merken, en dat hebt u ook al in een toelichting in een van de commissievergaderingen destijds meegegeven, dat de Vlaamse vergunning geldt voor een maximale diepte van 1500 meter onder het maaiveld en een minimale diepte van 500 meter. Er zijn ook bepalingen opgenomen over in welke fases van de opsporing er mag worden geboord. In elk geval mag het blijkbaar niet gedurende de eerste twee jaar. Als men het daarna wil doen, moet men een aanvraag doen bij de Vlaamse Regering en zeggen waar men wil boren, hoe diep enzovoort. De vergunning is misschien niet erg zorgvuldig geschreven. Ik citeer: Overwegende dat de aangevraagde opsporingsactiviteiten zich volgens de aanvraag voornamelijk focussen op steenkoolgas, koollaagmethaan of coalbed methane, maar er zich niet toe beperken. Dat was ook wat de collega een vorige keer citeerde. Het is die passage die verwarring zaait. Verder in de tekst staat onder meer hoe diep men kan boren, en 1500 meter zal in de meeste plekken niet in schalie zijn. Op één plaats kan het wel, daar zit de schalie wel binnen de marge die in de vergunning staat en niet dieper dan 1500 meter.
Minister, als N-VA gaan we er toch van uit dat wat de vergunning betreft, u gelijk hebt. We kiezen uw kant. Wij zeggen: We kiezen resoluut de kant van minister Schauvliege. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Wel, mijnheer Sanctorum, laten we dat dan samen doen, laten we samen de kant van de minister kiezen, tegen de minister-president, wij samen. (Gelach)
Alle gekheid op een stokje, wij gaan ervan uit, minister, dat u gelijk hebt en dat met de vergunning enkel werd bedoeld dat er naar steenkoolgas wordt gezocht.
Opsporen, laat staan winnen, van schaliegas is een ander paar mouwen, ook voor ons. We weten dat schaliegas met name in de VS een enorme hoeveelheid extra goedkope energie heeft aangevoerd en blijkbaar een enorme economische stimulans met zich meebrengt. We weten ook dat verschillende Europese landen aarzelen. In het begin waren ze er fel tegen gekant, nu beginnen sommigen te aarzelen. Maar bij de winningstechnieken die momenteel gangbaar zijn, stellen wij toch grote vragen, want ze zijn bijzonder milieubelastend en er blijven enorme volumes vervuild water achter. Het is ook niet zeker en dat is vooral de bezorgdheid in Limburg dat er geen bodemverzakkingen zullen zijn op langere termijn. Daar zijn nu al bodemverzakkingen als gevolg van de steenkoolwinning destijds.
Algemeen wordt verwacht, dat blijkt uit de lectuur, dat winning van schaliegas in Vlaanderen niet voor de hand ligt, wellicht niet rendabel is en wellicht onvoldoende potentieel heeft. Ook is Vlaanderen een te dichtbevolkt en te dichtbebouwd land. Op andere plaatsen in Europa kan het misschien wel, dat is mogelijk, maar als N-VA willen we graag wachten op de resultaten van het Europese onderzoek naar schaliegaswinning dat aan de gang is. We denken toch ook dat het voorzichtiger is en nuttig kan zijn om te wachten op die resultaten.
Schaliegaswinning kan risicovol zijn. Een deel van de betrokkenen zegt dan natuurlijk dat aardoliewinning dat ook is, net als kernenergie, en dat we nu eenmaal een energiemix nodig hebben. De fossiele brandstoffen aardgas en aardolie blijven momenteel nog een belangrijke rol spelen.
Onze afhankelijkheid van het buitenland zit daar voor iets tussen. We moeten het onderzoek een kans geven, we gaan daar gedeeltelijk in mee. Het aanboren van deze nieuwe bron van fossiele brandstof, namelijk schaliegas, zal de omschakeling naar duurzame energie wellicht niet echt stimuleren en de uitstoot van CO2 doen toenemen, terwijl we juist een internationale afspraak hebben gemaakt om die te doen dalen.
Minister, waarschijnlijk ten overvloede, de uitgereikte vergunning geldt toch enkel voor dat steenkoolgas?
De voorzitter : De heer Bothuyne heeft het woord.
De heer Robrecht Bothuyne : We moeten dit debat voeren. We moeten het helder houden. Minister, wat gebeurt er precies in Limburg? Wat gaat er nog gebeuren na de aflevering van de opsporingsvergunning? Dat is toch geen carte blanche om de Limburgse bodem om te woelen en het potentieel te onderzoeken?
Schaliegas heeft een revolutie teweeggebracht in de energiesector en het industriële landschap in de Verenigde Staten. De petrochemie boomt er, met alle gevolgen van dien voor de concurrentiepositie van de Europese en Belgische chemiesector. Vlaanderen en Europa zijn dan ook verplicht dit debat te voeren op basis van zo objectief mogelijke cijfers en gegevens. Daar mangelt het nog aan. Niemand kan met zekerheid zeggen of Vlaanderen of België ontginbaar schaliegas hebben. Het Europese plaatje is evenmin duidelijk, zowel wat betreft het potentieel als wat betreft de milieueffecten. We lezen verschrikkelijke zaken over de ontginning van schaliegas. We moeten voorzichtig zijn.
We hopen dat Vlaanderen en vooral Europa het nodige onderzoek voeren om een objectief debat mogelijk te maken zodat we het in dit parlement kunnen voeren.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe: Ik zit niet in de commissie Energie, hier zijn zeker collegas met meer expertise dan ik.
Er wordt de indruk gewekt dat de Vlaamse overheid klaarstaat om het schaliegas te ontginnen. Zo interpreteer ik dat niet. Het gaat over bijkomende onderzoeken. Open Vld heeft omtrent dit thema al veel onderzoek gedaan. We hebben er een hele studiedag aan gewijd. We hebben experts uit de industrie en de academische wereld aan het woord gelaten. We hebben uiteraard de economische voordelen gehoord, het enorme effect op de energievoorziening in de Verenigde Staten maar ook de potentiële milieueffecten natuurlijk. Voor een goede energiemix in de toekomst moeten we het potentieel effect van schaliegas in kaart brengen. Op basis daarvan moeten we een maatschappelijk verstandige keuze maken.
Ik vermoed dat iedereen het daarmee eens is, maar met de interpellatie wordt de indruk gewekt dat er al volop aan ontginning wordt gedacht. Dat is niet wat ik heb begrepen. Mijnheer Sanctorum, waarom bent u zo ongerust over louter onderzoek naar schaliegas?
Uit de Nederlandse studie heb ik begrepen dat er een warme oproep wordt gedaan om alles in kaart te brengen zodat bestuurders een maatschappelijk verantwoorde keuze kunnen maken. Dat is wat ook Vlaanderen moet gaan doen. De collegas hebben het al gezegd, de tijd is rijp voor een grondige discussie daarover.
Ik ben het eens met de heren Sanctorum en Vandaele dat de Vlaamse overheid tegenstrijdige indrukken heeft gegeven over het al dan niet inbegrepen zijn van het schaliegas in het onderzoek. Ik hoop, minister, dat u dat voor eens en altijd duidelijk zult maken. Zit in de opsporingsvergunning de mogelijkheid om te onderzoeken of er schaliegas zit in de Vlaamse bodem?
Ik heb gelezen dat de Geologische Dienst van de KU Leuven en de Universiteit Aken de krachten hebben gebundeld om een academisch samenwerkingsproject op te starten om de mogelijkheden naar het schaliegas in onze regio te gaan onderzoeken. Het gaat hier opnieuw over een onderzoek en niet over de ontginning zelf. Dit project zou nieuwe onderzoekstechnieken teweeg kunnen brengen of kenbaar maken waardoor de ontginning van schaliegas misschien milieuvriendelijker zou kunnen gebeuren dan in de Verenigde Staten. We moeten de onderzoeken afwachten en eerst nieuwe expertise opdoen. Er zit veel potentieel in voor Limburg dat het economisch zeer zwaar te verduren heeft gehad.
De heer Bart Martens : Minister, het is inderdaad nodig dat er enige opheldering komt. Wat is de reikwijdte van de opsporingsvergunning die is afgeleverd? We hadden van u begrepen dat het enkel ging om steenkoolgas. Er is wat verwarring ontstaan, ook in het debat in de plenaire vergadering, dat het mogelijk verder zou kunnen gaan en ook schaliegas zou kunnen betreffen.
Het zijn toch twee verschillende types gas. Bij schaliegas moet er gesteente worden gekraakt, er worden chemicaliën gebruikt enzovoort. Bij steenkoolgas is dat niet het geval. Juist die chemicaliën maken dat schaliegasontginning in de VS op milieuvlak een zware negatieve bijklank heeft gekregen. Men spreekt daar over waterverontreiniging enzovoort. Ik hoor nu ook dat de chemicaliën die worden gebruikt voor schaliegasontginning in Amerika op de Europese markt niet eens toegelaten zouden zijn op basis van de REACH-verordening (Registration, Evaluation and Authorisation of Chemicals), de verordening met betrekking tot chemische stoffen die Europa in stelling heeft gebracht. Het is wel nodig om duidelijkheid te verschaffen: tot waar reikt die opsporingsvergunning?
Wat het algemene aspect van schaliegas betreft, hoor ik toch ook dat men zich in Amerika nogal snel rijk heeft gerekend. Veel bedrijven die in die sector actief zijn, kampen ondertussen met een faillissement. Ze hebben heel veel uitgegeven aan vergunningen om te mogen boren, die maar voor een bepaalde periode gelden. Het is: Use it or lose it. Als ze die gassen nu niet bovenhalen, zien ze van de enorme bedragen die ze aan die concessies hebben gegeven, helemaal niets terug.
Ook moeten we vaststellen dat schaliegas in Europa wellicht veel moeilijker te ontginnen is, aan een veel hogere kost. We moeten ons niet te veel blindstaren op het Amerikaanse verhaal. We hebben ook de ruimte niet voorhanden die ze in de Far West hebben om wandelende boorputjes over het landschap te zien marcheren. We zitten in Europa in een heel andere context. In die zin moeten we die schaliegasmogelijkheden in een realistisch perspectief plaatsen. Ik denk dat er, wat Europa betreft, weinig potentie in zit.
Als we kijken naar het klimaatrapport van het internationale klimaatpanel, dat vorige week is uitgebracht, leren we dat we de meeste fossiele voorraden gewoon onder de grond moeten laten zitten, als we de klimaatopwarming binnen de perken willen houden. Er is een interessante studie van Carbon Tracker, een Brits onderzoeksorgaan, dat heeft gekeken naar de opgelijste, gekende reserves aan fossiele brandstoffen van de verschillende oliemultinationals in de wereld. Daaruit blijkt dat slechts 20 tot 35 procent van de al gekende reserves aan fossiele brandstoffen zou mogen worden benut als we de opwarming van de aarde willen beperken tot 2 graden Celcius. Het leeuwendeel van de vandaag al gekende reserves zouden we onbenut moeten laten als we de klimaatopwarming au sérieux nemen. Dat wil zeggen dat we geen bijkomende reserves aan fossiele brandstoffen moeten zoeken, als de huidige gekende reserves al onbenut moeten worden gelaten, om de klimaatopwarming binnen beheersbare perken te houden.
Minister, we kijken uit naar uw antwoord en de verduidelijking die de leden hier hebben gevraagd. De heer Vandaele stelt treffend dat wij tot nu toe uw versie van de feiten hebben geloofd en hebben willen aanhoren, eerder dan de opening die is gemaakt door de minister-president. Het is aan u om dat te ontkennen of bevestigen.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Wat ik in deze commissie heb gezegd op 14 mei 2013, nog niet zo lang geleden, klopt natuurlijk nog altijd. De vergunning is goedgekeurd door de Vlaamse Regering en stelt heel uitdrukkelijk dat het gaat om een opsporingsvergunning voor steenkoolgas. Dat heeft dus niets te maken met schaliegaswinning in Vlaanderen. Mocht er eventueel een intentie zijn of mocht men willen overgaan tot onderzoek of tot het winnen van schaliegas, moet een volledig nieuwe procedure worden gestart en moet daarvoor een opsporingsvergunning worden aangevraagd.
Het is duidelijk wat er is beslist en daarover kan weinig discussie zijn. In dezelfde vergadering van 14 mei van dit jaar in deze commissie, heb ik ook gezegd en ik blijf daarbij, dat ik vind dat we eerst de resultaten moeten afwachten van het onderzoek van de Europese Commissie. Zij kijken naar een Europees kader: hoe gaan we daarmee om binnen Europa? Eerst moeten we die resultaten en milieuaspecten afwachten, vooraleer er in Vlaanderen sprake zou kunnen zijn van enige vergunning, als die al zou zijn aangevraagd, tot hydraulisch fractureren. Voor we ons daarover zouden kunnen buigen, willen we dus eerst een uitspraak van de Europese Commissie, die trouwens heeft beloofd dat die duidelijkheid er dit najaar komt.
Tot op heden bestuderen wij vanuit de Vlaamse overheid niet het potentieel en ook niet de rendabiliteit voor schaliegas in de Kempen, voor alle duidelijkheid. De rendabiliteit van schaliegaswinning kan trouwens alleen worden onderzocht na het uitvoeren van proefboringen met de bijbehorende fracturaties of dus fracking van de ondergrond.
De afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond en Natuurlijke Rijkdommen (ALBON) van ons departement is sinds enkele jaren wel de ondergrond van Vlaanderen in kaart aan het brengen, om een betere kennis te hebben van de structuur en het potentieel, en dat ter ondersteuning van het beleid. Het gaat over de verschillende lagen in de ondergrond. Dat wordt gemodelleerd in het kader van het Vlaams Kenniscentrum Ondergrond (VLAKO), dat actief is binnen de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Alle beschikbare data worden geëvalueerd en zo goed mogelijk geïntegreerd. De resultaten van dit onderzoek zullen via de Databank Ondergrond Vlaanderen voor iedereen ter beschikking gesteld worden.
Vlaanderen heeft in tegenstelling tot Nederland nog geen opsporingsvergunning voor schaliegas uitgereikt. In 2010 reikte de Nederlandse overheid twee opsporingsvergunningen voor schaliegas aan het Britse bedrijf Cuadrilla. Het betreft een opsporingsvergunning om naar schaliegas te zoeken in Brabant en Noordoostpolder. Het bedrijf wil drie proefboringen verrichten om de winbaarheid in te schatten. De voorziene locaties voor die proefboringen zijn Boxtel en Haaren in Brabant en Marknesse in Noordoostpolder.
Omwille van ongerustheid bij de publieke opinie en vooral na toenemende bezorgdheid van de overheden en burgers omwille van twee kleine aardbevingen in het Verenigd Koninkrijk bij fracturatie-activiteiten in april en mei 2011, heeft de toenmalige minister van Economische Zaken in Nederland, Maxime Verhagen, bevoegd voor mijnbouwactiviteiten, in overleg met de Kamer op 22 oktober 2011 een tijdelijk moratorium voor proefboringen en voor nieuwe opsporingsvergunningen ingevoerd en een onderzoek besteld. Dit onderzoek moest de mogelijke gevolgen en risicos van het opsporen en winnen van schaliegas onderzoeken en nagaan wat de resultaten daarvan zijn.
Op 26 augustus 2013 heeft minister Kamp het onderzoeksrapport publiek gemaakt. Wij zijn niet betrokken bij het onderzoek, maar onze diensten hebben het rapport wel bestudeerd. Een belangrijke opmerking daarbij is dat in de titel van het rapport gesproken wordt over schaliegaswinning en steenkoolgaswinning, terwijl het onderzoeksconsortium zich alleen over schaliegas gebogen heeft. De systematische toevoeging en steenkoolgas blijkt een redactionele fout te zijn bij het schrijven van het samenvattende hoofdrapport, zo geeft ALBON duidelijk aan. De uitgebreidere technische bijlagerapporten doen alleen uitspraak over schaliegas, op één onderzoeksvraag na die specifiek over steenkoolgas handelt. Daar wordt letterlijk gezegd: Het in kaart brengen en beoordelen van de potentiële risicos voor de mens, natuur en milieu bij winning van schaliegas en steenkoolgas zijn twee verschillende zaken, met aardgas als aanknopingspunt.
De oorspronkelijke auteurs geven hiermee zelf te kennen dat het om twee verschillende zaken gaat. In de redactie van het hoofdrapport, dat helaas ook publiek verspreid is, zien we dat telkens foutief ook steenkoolgas is vermeld, alsof het om twee identieke zaken gaat.
Het rapport heeft geen nieuwe zaken aan het licht gebracht, zo wordt bevestigd door ALBON. Er wordt een samenvatting gegeven van literatuurgegevens en ervaring uit schaliegasprojecten wereldwijd.
De Vlaamse overheid volgt de evoluties en kennis over de diepe ondergrond voor Vlaanderen, evenals internationale expertise op. Wij zijn niet betrokken geweest bij het Nederlandse onderzoek. De Nederlandse betrokken partijen kregen de kans om hun vragen op te lijsten voor aanvang van het onderzoek. Het aangestelde onderzoeksconsortium heeft zich over deze vragen gebogen om ze te beantwoorden. Er zijn geen nieuwe onderzoeksdaden verricht.
Artikel 10 van het decreet Diepe Ondergrond werd correct toegepast. De opsporingsvergunning werd aangevraagd door de nv Mijnen en niet door Dart Energy, mijnheer Sanctorum. In toepassing van artikel 9, paragraaf 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011 tot uitvoering van het decreet Diepe Ondergrond werd bij de beoordeling van de financiële mogelijkheden van de aanvrager rekening gehouden met drie criteria: de financiële middelen waarover de aanvrager beschikt, de wijze waarop de aanvrager de voorgenomen activiteiten zal financieren en, in voorkomend geval, de financiële mogelijkheden van de rechtspersonen waarvan de aanvrager de dochtermaatschappij is, of die behoren tot de groep waartoe de aanvrager behoort, voor zover blijkt dat die financiële mogelijkheden ter beschikking staan of zullen staan van de aanvrager.
De jaarrekeningen van de laatste 3 jaar van de nv Mijnen, van Dart Energy Limited en van de moedermaatschappij Dart Energy Limited werden onderzocht. Wat de wijze betreft waarop de aanvrager de voorgenomen activiteiten zou financieren, bleek dat de geplande verkennings- en opsporingsactiviteiten zullen worden gefinancierd vanuit de projectvennootschap nv Limburg Gas. De nv Limburg Gas is opgericht met een geplaatst kapitaal van 750.000 euro. De aandeelhouders van de projectvennootschap, de nv Mijnen voor 20 procent en Dart Energy Limited voor 80 procent hebben in functie van de financiële behoefte van het project in totaal 10,3 miljoen euro ter beschikking gesteld om de verkennings- en opsporingsactiviteiten in het Kempisch Bekken te financieren.
De kosten van het werkprogramma voor de in het kader van deze vergunningsaanvraag voorgenomen verkennings- en opsporingsactiviteiten worden door de aanvrager op 3,6 miljoen euro geschat. Deze kosten zijn uiteraard sterk afhankelijk van de beslissing om al dan niet te boren en van de detailramingen bij de realisatie van elke stap.
In een eerste fase is het huidig geplaatst kapitaal ruim voldoende om de geplande verkenningsactiviteiten uit te voeren. Uit de financieringswijze via de projectvennootschap en uit de recente jaarrekeningen van de nv Mijnen, Dart Energy en de moedermaatschappij blijkt dat de aanvrager onder meer via de projectvennootschap nv Limburg Gas, over voldoende financiële mogelijkheden beschikt. De Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) werd geïnformeerd over de beslissing van Dart Energy naar aanleiding van hun persbericht op 2 april 2013. Dart Energy meldde aan de LRM dat de beslissing geen invloed zou hebben op het lopende werkprogramma in Limburg, en dat de kapitaalbehoefte voor het project nog steeds gedekt is in het herstructureringsproces en deze situatie in de nabije toekomst niet zal wijzigen.
Nogmaals, er is geen opsporingsvergunning verleend voor schaliegaswinning, wel voor steenkoolgas. Dat is een heel andere activiteit, waar geen fracking mee gemoeid is. Er is toepassing gemaakt van het decreet en de uitvoeringsbesluiten. Wat schaliegas betreft, blijven wij bij het standpunt dat we in het najaar eerst willen zien wat de resultaten zijn van de Europese Commissie en dat we tot dan absoluut niet van plan zijn om enige vergunning in die richting te verlenen, voor zover er al een zou zijn aangevraagd.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, hebt u hiermee de mist laten verdwijnen? Ik ben daar eerlijk gezegd nog niet helemaal uit. U beroept zich op een passage in de vergunning die eigenlijk niet bestaat. U zegt dat het duidelijk in de vergunning staat dat het exclusief over steenkoolgas gaat. Dat is niet zo. In de vergunning staat letterlijk en de heer Vandaele heeft er daarnet ook naar verwezen dat het zich niet tot steenkoolgas beperkt. Bovendien, zegt u dan dat de minister-president zich heeft vergist? Gaat het inderdaad over een nog nader te bepalen onderzoek of gaat het effectief over deze opsporingsvergunning?
Minister, er bestaan natuurlijk heel wat nuances. Ik vraag me af of u en de minister-president zich daarop beroepen. Er zijn namelijk drie mogelijkheden. Als u op die drie mogelijkheden een duidelijk antwoord formuleert, dan ben ik tevreden. Ofwel is schaliegas totaal niet aan de orde, ook niet in de deskresearch, ook niet in de proefboring. Het gaat totaal niet over schaliegas en dan had u in de vergunning duidelijker moeten formuleren dat het enkel over steenkoolgas zou gaan. Dat is mogelijkheid een.
Mogelijkheid twee is en daar verwijst de minister-president naar in zijn antwoord op onze actuele vragen dat u spreekt over deskresearch. Impliciet zegt hij daarmee dat schaliegas wel eens een rol zou kunnen spelen in het eerste onderzoek, namelijk deskresearch. Als u nu zegt dat dit helemaal niet aan de orde is, ook niet in deskresearch, dan neem ik daarvan akte.
Mogelijkheid drie is dat het opgenomen is in de deskresearch. Bij een verkenningsboring neemt men enkel een monster en installeert men nog geen proefinstallaties. In het westelijke en meest zuidelijke gebied van de vergunde zone komt het namuriaan voor op de vergunde diepte waar ook schalielagen zitten. Het is perfect mogelijk dat men tijdens die verkenningsboring toch een monster zou nemen van de schalielagen.
Minister, is het een, twee of drie? Ik hoop dat het dan een is, en dat u duidelijk zegt dat schaliegas geen rol speelt in de verkenningsboringen en ook niet in de deskresearch. Dan is het gewoon duidelijk en heeft de minister-president zich vergist, en dan weten we dat bij dezen.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Minister, het is toch jammer en u wijst erop dat in zon delicaat dossier termen door elkaar zijn gehaald. We gaan er dus inderdaad van uit dat de minister-president zich heeft vergist, collega Sanctorum. Het doet me plezier dat minister Schauvliege de minister-president hier toch eens op zn plaats zet. Iemand moest het ooit eens doen.
Minister, het is moedig dat u dat vandaag doet. Wij staan achter uw interpretatie, niet alleen de heer Sanctorum en ikzelf, maar ook de heer Martens. Ik zou zeggen dat u op beide oren kunt slapen. Met ons aan uw zijde kan u niets gebeuren.
De voorzitter : De heer Bothuyne heeft het woord.
De heer Robrecht Bothuyne : Of de aanwezigheid van de heer Vandaele aan onze zijde echt geruststellend is, durf ik ten zeerste te betwijfelen. Na vier jaar samen in een coalitie, kunnen we daarover getuigen, maar dat is voor later.
Iets anders zijn de woorden van minister Schauvliege. Het kan niet veel duidelijker zijn. Als we het debat voeren over steenkoolgas, voeren we het debat over steenkoolgas. Als we het debat voeren over schaliegas, voeren we het debat over schaliegas. Die twee debatten moeten we niet moedwillig door elkaar vermengen, zoals u, mijnheer Sanctorum, wel steeds hebt gedaan in elke vraagstelling in dit parlement en in elke communicatie die u daarover naar de buitenwereld hebt gedaan.
De minister was bijzonder duidelijk. Vanaf nu kan er geen enkele discussie meer zijn.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Het is goed dat er duidelijkheid is verschaft waarover de verleende opsporingsvergunning nu precies gaat. Ik denk dat we de minister nu op haar woord mogen geloven. Het staat zwart op wit op papier. Als achteraf het tegendeel zou blijken, dan is het geen vergissing meer, maar iets anders. Ik denk dat we ervan uit kunnen gaan dat het correct is wat de minister vertelt, en de toekomst zal eventueel het tegendeel uitwijzen. Zoals ik daarnet zei, is het belangrijk dat alles zo goed mogelijk onderzocht wordt om nadien een verantwoorde keuze te kunnen maken.
De voorzitter : Minister, ik denk dat u vooral duidelijkheid moet geven over het concept deskresearch.
Minister Joke Schauvliege: Ik zal het nog een keer herhalen, mijnheer Sanctorum, want ofwel wilt u het niet verstaan ofwel wilt u liever iets anders horen, ik weet het niet. De vergunningen die zijn gegeven voor de proefboringen, zijn alleen voor steenkoolgas. Ik herhaal het nog een keer, nog een keer, nog een keer: proefboring steenkoolgas.
Voor die proefboringen plaatsvinden, is er ook een deskresearch en gaat men van achter een bureau de lagen in kaart brengen en dergelijke meer. Ook daar is de aanleiding het steenkoolgas. Maar ik heb al in mei gezegd wat we niet kunnen vermijden. Stel dat, wanneer men het onderzoek aan het doen is bij de deskresearch, men op een bepaald moment ziet dat er ook een mogelijkheid is voor schaliegas, dan zal dat mee opgenomen worden in de deskresearch. Dat kan ook niet anders, dat is niet echt uitgesloten. Maar dat is dan puur vanop een bureau kijken welke lagen er zijn. Er is geen enkele vergunning voor een proefboring die aanleiding geeft tot die andere lagen of tot schaliegas. Het gaat zuiver over steenkoolgas. Ook de deskresearch is naar aanleiding van het steenkoolgas. Het kan altijd zijn dat je op een bepaald moment botst op schaliegas. Dan zal dat ook in de deskresearch staan. Maar dat maakt geen onderdeel uit van de vergunning. Ik denk dat dat heel duidelijk is. Dat is verleend door de Vlaamse Regering.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, ik dank u voor de duidelijkheid. Het is de tweede optie die ik daarnet heb vernoemd. Het gaat over de deskresearch die eigenlijk open staat voor alle koolwaterstoffen, inclusief schaliegas, mocht dat het geval zijn. Die mogelijkheid bestaat. Voor de verdere afhandeling, namelijk de verkenningsboringen en de proefinstallaties, is er vandaag enkel de mogelijkheid tot steenkoolgas. Dus in de vroegere fase is het veel breder naar alle koolwaterstoffen. Minister, dus is er toch iets waar van wat de minister-president heeft gezegd. Dat betekent dat het onderzoek naar schaliegas en alle andere koolwaterstoffen in Vlaanderen is geopend zonder dat er een garantie wordt gegeven op boringen en alles wat we willen. Maar de deur is op een kier gezet, het onderzoek is gestart. Bij dezen is dat duidelijk. Ik dank u daarvoor.
De voorzitter : De interpellatie is afgehandeld.