Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 17/10/2013
De voorzitter : De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers : Voorzitter, minister, collegas, ik denk dat de context ondertussen vrij duidelijk is voor iedereen. Er is in Rusland een vrij uitgebreide antihomowet goedgekeurd, een wet die ervoor zorgt dat in het openbaar zelfs niet meer mag worden gesproken over niet-traditionele relaties, zoals dat in Rusland heet. Daar staan behoorlijk zware straffen op, tot 5000 euro, ook gevangenisstraffen. Misschien nog het ergste is dat er een soort van vrijheid is voor iedereen om voornamelijk jonge holebis in elkaar te timmeren en te pesten. Er worden affiches gehangen aan huizen van mensen van wie vermoed wordt dat ze homo zijn. De politiediensten noch de overheid treden daartegen op.
De heer Philippe De Coene, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Eigenlijk zijn holebis in Rusland op dit ogenblik vogelvrij verklaard, niet enkel Russische holebis maar ook mensen van andere origine die Rusland bezoeken.
Het is uiteraard niet onbelangrijk dit allemaal in te leiden als je ook weet dat er over enkele maanden Olympische Winterspelen in Sotsji in Rusland plaatsvinden en dat er dus wel internationaal kan worden gesproken over de gevolgen van die wet, niet enkel intern voor Russen, maar ook voor mensen die naar aanleiding van de Olympische Spelen Rusland bezoeken.
Enorm veel mensen over de hele wereld, holebi of niet, zijn geschokt door de recente homofobe ontwikkelingen in Rusland. Wie nog zou twijfelen, nodig ik echt uit om op Google naar videos te kijken van jonge mensen die worden gelokt naar zogenaamde afspraakjes en die dan gepest, geplaagd, geslagen en uitgekleed worden, soms met de dood tot gevolg. Er is van iemand bekend dat het geweld is gevolgd door het overlijden. De filmpjes zijn behoorlijk vrij te bekijken op Google Videos. Ze zijn schokkend. Ik nodig de collegas die nog zouden twijfelen uit om naar die videos te kijken.
Collegas, steeds meer belangenorganisaties en internationale beroemdheden spraken zich ondertussen ook uit tegen deelname aan de spelen of roepen de sportieve delegaties op om een statement van verdraagzaamheid te maken. Ik wil hier meteen heel duidelijk stellen dat ik noch mijn fractie voorstander zijn van een boycot van de Olympische Spelen. Dat mag heel duidelijk zijn. Ik wil dat ook hier heel duidelijk stellen zodat daar geen misverstand over bestaat.
Een van die organisaties die dan weer vijftig andere organisaties vertegenwoordigden, All Out, heeft in augustus een petitie met meer dan 320.000 handtekeningen aan het hoofdkantoor van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) in Zwitserland overhandigd met enkel de vraag aan het IOC om zich sterk uit te spreken tegen de antiholebiwetgeving in Rusland. Het meest in het oog springend was de open brief die Stephen Fry heeft geschreven aan de Britse premier en het IOC. Ook in Vlaanderen zijn er een aantal initiatieven genomen. Op 9 augustus had er in Antwerpen aan het Russische consulaat een druk bijgewoonde kiss-in plaats onder de noemer To Russia with love. In Brussel werd aan de Russische ambassade reeds geprotesteerd tegen deze antihomowet. Vlaanderen, Brussel en België sloten zich aan bij acties die over de hele wereld zijn gehouden en waar forse statements werden gemaakt. Overigens heeft Amerikaans president Obama, toen hij in Sint-Petersburg naar aanleiding van de G8-top aanwezig was, Russische holebi-organisaties ontmoet om op zijn manier zijn in dit geval diplomatiek protest duidelijk te maken.
De Vlaamse koepel van holebi- en transgenderorganisaties çavaria heeft al gereageerd in augustus met een oproep. De organisatie roept iedereen die betrokken is bij de Olympische Winterspelen 2014 in Rusland op om tijdens de spelen regenboogkleuren te dragen. Ze hoopt dat de voorzitter van het IOC, of het nu Jacques Rogge of de heer Bach is, de antihomowet in Rusland streng veroordeelt.
Ik sluit me graag aan bij de verschillende analyses en oproepen en hoop oprecht dat ook de Vlaamse Regering het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) en het IOC hierop ten gronde zal aanspreken. Artikel 6 van de rol en missie van het IOC stelt zeer duidelijk: Optreden tegen iedere vorm van discriminatie die de Olympische Beweging schade berokkent. Ik hoop dat niemand twijfelt aan het feit dat hier een ernstige vorm van discriminatie plaatsheeft.
Het is ook duidelijk dat twee van de zeven fundamentele olympische principes overboord gegooid worden. Ik ga ze hier niet brengen. Ik denk dat die twee principes duidelijk zijn. Het gaat erover dat Olympische Spelen eigenlijk niet kunnen plaatsvinden als er sprake is van enige vorm van discriminatie.
Collegas, de fameuze Russische antihomowet trad op 30 juni in werking. Ze maakt Russische holebis en transgenders monddood en perkt hun rechten ernstig in. Het wordt zelfs strafbaar om voor hun rechten op te komen, zich te organiseren, te publiceren over homoseksualiteit en voorlichting te geven. De Russische holebibeweging signaleert sindsdien toenemend geweld tegen holebis en transgenders. Zelf vraagt de Russische holebi- en transgenderbeweging om de winterspelen in het Russische Sotsji niet te boycotten maar tot een manifestatie van vrijheid en mensenrechten te laten uitgroeien.
Het IOC benadrukt ondertussen dat alle atleten veilig zullen zijn binnen het olympisch dorp, maar verschillende Russische hoogwaardigheidsbekleders, waaronder de minister van Sport, hebben intussen in zeer klare taal laten verstaan dat holebitoeschouwers en atleten zonder pardon zullen worden gearresteerd als ze zich als dusdanig uiten in het openbaar. Daarom heb ik in augustus al duidelijk gemaakt dat ik vond dat de Vlaamse Regering actie moest ondernemen, minstens het IOC en het BOIC daarop moesten aanspreken, alsook de Russische ambassade en zelfs een brief richten aan de Russische president.
Minister, het was wel even schrikken toen ik op Belga de reactie van uw kabinet op mijn oproep las. Om geen misverstanden daarover te laten bestaan, zal ik letterlijk citeren wat in de mededeling van uw kabinet stond. Men neemt voorlopig geen standpunt in. Het gaat om een wet in een ander land. Daar kan je niet zomaar kritiek op uiten zonder diplomatieke rel. Het meest positieve van uw mededeling was: De kans bestaat dat er later alsnog een forser standpunt zal worden ingenomen, maar dan door de voltallige Vlaamse Regering en niet door één minister. Ik kon niet anders dan u daarover te interpelleren.
Minister, laat me duidelijk zijn, eigenlijk twijfel ik niet aan uw houding en twijfel ik niet aan de houding van de Vlaamse Regering. Bewijs daarvan is uw engagement samen met minister Smet tijdens de World Outgames in Antwerpen waar u wel degelijk 500.000 euro hebt vrijgemaakt voor de organisatie van die World Outgames. Ik wil u daar trouwens voor huldigen. Maar ik vind niet dat we ons mogen wegsteken achter het feit dat een wet in een ander land zou kunnen leiden tot een diplomatieke rel. Het was misschien omdat het vakantie was dat niet alle teksten grondig zijn gelezen door de hele communicatiecel. Ik vond het een beetje een ongelukkige uitspraak
Tot daar mijn inleiding en de redenen waarom ik u interpelleer. Ik heb een aantal vragen waarvan ik hoop dat ze duidelijkheid kunnen verschaffen in de houding van uzelf en de Vlaamse Regering.
Wat is uw precieze houding en die van de regering ten aanzien van de golf van homofobie in Rusland in het licht van de deelname aan de komende Olympische Winterspelen? Werd dit standpunt ook overgemaakt aan de Russische regering en/of aan de Russische ambassadeur in België? Zo ja, hebt u een reactie gekregen? Zo nee, op welke manier zal dit alsnog gebeuren en zult u of zal de regering in een dergelijke reactie een lans breken voor de vele slachtoffers van homofoob geweld in Rusland?
Volgende vraag vind ik persoonlijk erg belangrijk: hebt u hierover al overleg gepleegd met het BOIC of het IOC en/of met uw collega-ministers van Sport in de andere regeringen van dit land? Tot welke conclusies zijn jullie gekomen en welke afspraken werden daar desgevallend gemaakt over de manier waarop hiermee zal worden omgegaan en hoe onze delegatie zich in Sotsji zal gedragen? Indien er nog niet werd overlegd, gaat u dan het initiatief nemen om alsnog samen te zitten met het BOIC of het IOC? Gaat u dit onderwerp agenderen op een eerstkomende interministeriële conferentie?
Zal onze delegatie ter plaatse een bepaald statement tegen discriminatie maken? En in het verlengde daarvan: als u of iemand anders van de Vlaamse Regering zou afzakken naar de openings- of slotceremonie in Sotsji, zult u dan van de gelegenheid gebruik maken om een statement te maken?
Op welke manier zal de integriteit en veiligheid van onze toeschouwers en atleten in Rusland worden gewaarborgd? Hebt u garanties gevraagd bij het IOC of bij de Russische ambassade?
Plant u een communicatie gericht aan alle leden van de Vlaamse delegatie met een aantal regels of gedragsrichtlijnen om met deze dreiging om te gaan?
De voorzitter : De heer Gysbrechts heeft het woord.
De heer Peter Gysbrechts : Voorzitter, minister, collegas, ik sluit me heel graag aan bij deze vraag. De wetten die in Rusland zijn goedgekeurd, zijn inderdaad een blamage voor de universele rechten van de mens. U weet dat ik ondertussen samen met de heer De Gucht een voorstel van resolutie heb ingediend dat aan de Vlaamse Regering vraagt om zowel bilateraal als multilateraal aan Rusland de boodschap mee te geven dat we deze inbreuk op de universele rechten van de mens veroordelen. Wij vragen aan de Vlaamse Regering om met het BOIC contact op te nemen om het te wijzen op de strijdigheid van de Russische wetgeving met het Olympisch handvest en om deze boodschap over te maken aan het IOC.
Ik ga niet te ver uitweiden, maar voor de duidelijkheid geef ik ook even mee dat wij absoluut niet pleiten voor een boycot van de spelen, en dat om heel veel redenen, waar iedereen hier het wellicht mee eens is. Ik sluit me dan ook aan bij de concrete vragen die door de collega werden gesteld.
De voorzitter : De heer Piet De Bruyn heeft het woord.
De heer Piet De Bruyn : Voorzitter, minister, collegas, in een ideale wereld zouden politici zich eigenlijk niet of nauwelijks met sport moeten bezighouden, toch niet in een politieke betekenis, maar uiteraard wel door vanuit het beleid gezonde sport te stimuleren enzovoort. Met het politieke aspect rond sport zouden we ons het liefst zo weinig mogelijk moeten bezighouden.
Maar laat ons eerlijk zijn: we leven niet in een ideale wereld en we zien heel duidelijk dat grote internationale sportmanifestaties ook door de gastlanden als een politiek forum worden gebruikt. De vermenging tussen een sportmanifestatie op dat niveau en de wereldpolitiek is heel reëel. Ik denk dat er de laatste decennia geen enkele editie van de Olympische Spelen of van een vergelijkbare manifestatie is geweest waarbij er geen discussie was rond bepaalde aspecten van het binnenlands beleid van de betreffende landen. Ik verwijs naar Peking, waar er ook een heel sterke poging is geweest om statements over de situatie in Tibet, maar ook over de mensenrechten, op de agenda te krijgen. En ik denk eerlijk waar dat dat goed is.
In dat opzicht sluit ik me dan ook aan bij de collegas die duidelijk hebben gesteld dat we niet oproepen tot een boycot. Dat neemt niet weg dat ik de keuze voor Sotsji een beetje een ongelukkige keuze vind, maar de keuze is gemaakt. Nu de Olympische Spelen boycotten, lijkt me geen goede zaak, temeer daar dit ons ook de gelegenheid biedt en zo kom ik tot de kern van de zaak om heel duidelijk onze stem te laten horen.
Ik meen ook dat er tussen het indienen van het interpellatieverzoek en het houden van de interpellatie wel wat tijd is verstreken, zo gaat dat in de parlementaire molen. Tijd die u hebt gebruikt, minister, om een aantal initiatieven te nemen. Ik neem aan dat u ons daar verder over zult informeren.
Wat mij betreft, is het belangrijk dat we in een zo ruim mogelijk kader een gedragen boodschap geven, maar een boodschap die niet mis te verstaan is, die duidelijk is en die niet in een soort goedbedoelde, maar heel vage intentie blijft steken. Ik meen dat hier klare taal moet worden gesproken, niet het minst omdat in Rusland heel duidelijk klare taal wordt gesproken, zelfs in een gewelddadige vorm, wat onaanvaardbaar is.
Ik kijk uit naar het overzicht van de initiatieven die u al hebt genomen. We zullen daarna zien of we er vanuit het parlement nog een extra initiatief aan kunnen toevoegen of wensen toe te voegen.
De voorzitter : Mevrouw Werbrouck heeft het woord.
Mevrouw Ulla Werbrouck : Voorzitter, minister, collegas, er werd hierover inderdaad al heel veel gecommuniceerd. Er is een dossier in beweging gezet deze zomer. Er werd al heel veel verduidelijking gevraagd aan Rusland vanuit het IOC en ik hoop dat dat ook van onzentwege al is gebeurd. Onze fractie vindt de commotie, de boosheid en de ongerustheid die ontstaan bij deze wet heel belangrijk en ijvert voor meer verdraagzaamheid, hier en overal in de wereld, ten aanzien van die holebis. We kunnen als politici en als mens niet anders dan tegen die antihomowet zijn. We moeten die wet afkeuren, maar vooral ook veroordelen.
Maar ik ben heel blij dat ik van sp.a en van de anderen hoor dat we tegen een boycot zijn. Er zijn immers andere manieren om onze stem te laten horen.
Er is al heel veel gezegd, ik zou eerst willen luisteren naar het antwoord van de minister.
De voorzitter : De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Johan Sauwens : Voorzitter, minister, collegas, de CD&V-fractie sluit zich aan bij de bekommernissen die via de interpellatie duidelijk geformuleerd zijn, maar ik meen dat we hier in de commissie Sport vooral moeten benadrukken dat sport mensen samenbrengt. Dat gebeurt op basis van de internationale waarden die sport in zich draagt, en de olympische gedachte is daar een heel sterk voorbeeld van.
Ik denk dus ook niet dat we moeten boycotten. We moeten integendeel gebruikmaken van die internationale manifestatie om het positieve van een heel verdraagzame wereldsamenleving te kunnen benadrukken. We kunnen in die zin inderdaad verwijzen naar wat er in China is gebeurd. Ik meen dat Jacques Rogge en zijn IOC er binnen de mate van het mogelijke een en ander heeft gedaan.
We leven in een wereld waarin twee derden van de naties nog altijd in een soort dictatuur, in een vrij autoritair regime, leven. Het is belangrijk om dergelijke signalen constant te geven en ook dat ze nu door uw regering of door u ten aanzien van het IOC worden geformuleerd om op die manier de druk te verhogen, ook ten aanzien van Rusland maar als ik het machogedrag zie van de president daar, weet ik niet of wij veel indruk zullen maken, minister. (Gelach)
Ik wil zeggen dat die man ook in andere conflicten overloopt van zelfvertrouwen, maar goed, dit valt buiten het kader van dit debat.
Ik meen dat alle beetjes helpen en dat een heel sterk signaal nu op zijn plaats is.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Voorzitter, dames en heren, ik ben het helemaal eens met ieder van u die zegt dat tegen de Russische regelgeving, zeker in het licht van de komende winterspelen in Sotsji, een krachtige reactie nodig is. Ik volg de heer Sauwens dat de positieve waarden van de sport maken dat er een stevige reactie mag komen.
Ik ben een beetje verbaasd dat nog niet geweten is wat er al is gebeurd, want er was een mededeling van de Vlaamse Regering. Ik heb als minister van Sport recent een initiatief binnen de Europese context rond deze problematiek, actief gesteund en mee uitgedragen, en de standpuntbepaling in Vlaanderen en België gecoördineerd. Ik ben op dit moment immers opnieuw de woordvoerder van Sport voor België. Ik heb het initiatief genomen om te overleggen met mijn collega-ministers van Sport van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap, de heer Antoine en mevrouw Wyckmans, teneinde het statement namens België te kunnen steunen. Zowel op het vlak van inhoud als van aanpak zijn mijn collega-ministers het eens om een krachtig en duidelijk signaal vanuit de Europese Unie te geven.
Samen met achttien andere EU lidstaten, namelijk Oostenrijk, Kroatië, Cyprus, Denemarken, Estland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Slovenië, Spanje, Zweden, Verenigd Koninkrijk en Finland, heeft België van de informele ministermeeting van de EU-ministers van Sport op 1 oktober te Vilnius, gebruikgemaakt om een statement te maken. In het statement van die achttien landen worden de belangrijke maatschappelijke waarden van sport herhaald en worden tevens de bestaande internationale reglementen inzake mensenrechten en non-discriminatie in herinnering gebracht binnen de context van de organisatie van grote internationale sportevenementen. Ik ben ervan overtuigd dat een gezamenlijke Europese veroordeling meer impact zal hebben dan een louter Vlaams initiatief. Daarbij bekijk ik momenteel samen met de collegas hoe we dit statement verder kunnen opvolgen binnen de formele context van de EU-raad.
Wat het standpunt van de Vlaamse Regering betreft, kan ik u bevestigen dat dit initiatief en dit statement volledig worden gedragen door de Vlaamse Regering. Ik kan u zelfs zeggen dat er echt applaus was toen dit binnen de regering ter sprake kwam. Dat gebeurt eigenlijk nooit. Dit lijkt me ook aan te sluiten bij wat minister-president Peeters al heeft gedaan. In maart heeft hij in naam van de Vlaamse Regering al zijn bekommernis geuit aan de Russische ambassadeur in België over het toenmalige Russische wetsontwerp met betrekking tot propaganda voor homoseksualiteit.
De Vlaamse steun aan het statement past binnen het in 2011 opgemaakte beleidsdocument Mensenrechten en het Vlaams internationaal beleid, waarin wordt verwezen naar de bestaande multilaterale en Europese reglementering inzake mensenrechten en op basis waarvan de Vlaamse Regering in haar buitenlands beleid onder meer aandacht zal hebben voor de strijd tegen alle vormen van discriminatie. Ter voorbereiding van de informele EU-ministerbijeenkomst te Vilnius werd die aanpak ook bevestigd, zoals ik daarnet al zei, via een mededeling aan de Vlaamse Regering.
Noch op het statement, noch op het initiatief van de minister-president is er, voor zover mij bekend, op dit moment een reactie. Ik ben er echter van overtuigd dat we deze problematiek samen met de Europese collegas verder ter harte moeten nemen. In het kader van de EU-bijeenkomst in Vilnius werd het initiatief van het statement uiteraard ook aan het BOIC gemeld. Daarbij bleek dat het BOIC diverse vragen over deze problematiek krijgt en in zal gaan op vragen tot overleg. Het onderwerp zal de komende maanden onder de aandacht blijven en worden meegenomen tijdens de overlegmomenten met de olympische beweging, maar ook met mijn collegas, de ministers van de andere gemeenschappen.
De organisatie van de delegatie en de voorbereidingen op Sotsji zijn de verantwoordelijkheid van het BOIC, maar dat weet u. Het IOC staat in nauw contact met de Russische autoriteiten om garanties af te dwingen en de integriteit en veiligheid van de toeschouwers en atleten te waarborgen. Ik meen dat dit initiatief om met achttien landen een statement te maken een belangrijk punt is tegenover het IOC. Op die manier ziet het IOC dat we daar in Europa toch grote vragen bij hebben, meer nog, dat we een probleem hebben met de manier waarop het nu werkt.
Heel het aspect van de veiligheid van de atleten en al de andere aspecten zijn natuurlijk de verantwoordelijkheid van het IOC en het BOIC. De rol van de politiek bestaat er op de eerste plaats in, vind ik, om deze problematiek blijvend onder de aandacht te brengen. Daarom zal ik samen met de collegas daadwerkelijk bekijken hoe we dat in Vilnius gemaakte statement verder actief kunnen opvolgen.
Ik meen dat de Vlaamse Regering daarmee een duidelijk statement heeft gemaakt. Voor mij is het belangrijkste dat we dat eigenlijk op een zeer goede manier hebben kunnen aankaarten. Jammer genoeg zijn niet alle landen gevolgd. Ik denk dat een aantal landen wellicht nog te nauw verbonden zijn met Rusland om heel de Europese Unie daarachter te krijgen, maar we hebben met achttien landen dan toch dat gemeenschappelijke statement kunnen maken.
De voorzitter : De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat er een aantal initiatieven zijn genomen, voornamelijk in het kader van de samenwerking tussen achttien landen binnen de EU. Ik denk dat dit goed is, maar tegelijkertijd stel ik vast dat amper iemand in deze commissie wist dat dit statement is gemaakt. Men kan zich dus afvragen of het voldoende is dat we dat statement in Vilnius maken, als nauwelijks iemand weet dat het is gemaakt. In die zin meen ik dat er, met alle respect voor de landen die men mee op uw initiatief bijeen heeft gekregen, toch nog een tandje bij zal moeten worden gestoken, willen we dat statement ook duidelijk maken in Rusland. Als het in het Vlaams Parlement niet wordt gehoord, dan zal het in het Kremlin al helemaal niet worden gehoord, vrees ik. Minister, laat dat echter vooral een aanmoediging zijn om u van uw taak te kwijten en namens Vlaanderen dat statement duidelijk te maken waar en wanneer u kunt, samen met uw collegas.
Heel vaak wordt gevraagd wat Vlaanderen op wereldvlak voorstelt, wat Vlaanderen ten aanzien van die grootmacht kan doen. Daarop zeg ik altijd het volgende: als je s avonds in je bed kruipt en er zit een mugje in je slaapkamer, je ziet ze amper, kan ze je toch uren uit je slaap houden. Dat is ook onze rol, meen ik. Ik kijk daarbij graag naar het kunstwerk dat in de Rik Wouterszaal hangt. De kunstenaar geeft Vlaanderen de opdracht het kleine vogeltje te zijn dat de vlooien moet pikken in de wilde dieren. Laat in dezen u dat vogeltje en Poetin het wilde dier zijn. U mag daarin echt wel moedig zijn. Het is ook duidelijk dat dit parlement u daarin steunt. Ik zou echt graag hebben dat dit statement nog duidelijker wordt gemaakt.
Het is me ook niet duidelijk welke initiatieven het BOIC nu zelf gaat nemen. Ik heb begrepen dat Vlaanderen en de ministers van Sport van de twee andere gemeenschappen een initiatief hebben gevraagd aan het BOIC. Er is blijkbaar ook geaccepteerd dat er overleg komt met het BOIC, maar ik wil niet dat het blijft bij wat praten en wat overleggen, zonder dat eigenlijk heel duidelijk wordt dat we het hier absoluut niet mee eens zijn.
Mevrouw Werbrouck, u bent topatlete geweest. Ik weet ook dat we atleten niet altijd mogen beladen met politieke opdrachten, maar ik meen dat atleten die zelf gevoelig zijn voor mensenrechten en ik ben ervan overtuigd dat de meeste atleten dat zijn , ook wel mogen worden aangemoedigd om na te denken over de vraag hoe ze op een verstandige manier in Sotsji kunnen reageren op die onmenselijke wet, en eigenlijk ook op die houding. Het gaat over mensenrechten in het algemeen in Rusland. Wie vorige week de daden van racisme in Moskou heeft gevolgd, weet dat het echt wel niet de goede kant uit gaat.
Ik vind dus dat we er zeer nadrukkelijk op mogen blijven hameren bij het BOIC, maar ook bij het IOC, want daar blijft het verdomd stil. Het IOC heeft zich tot nu toe hoofdzakelijk beperkt tot de mededeling dat de veiligheid voor de atleten binnen het olympisch dorp zal worden gegarandeerd. Qua nietszeggend statement kan dit wel tellen. Het zou er nog aan moeten mankeren dat atleten die afzakken naar Sotsji, op een of andere manier in het olympisch dorp zouden worden bedreigd. Dat is al vele tientallen jaren geleden dat we dat nog hebben mogen meemaken, en dat was zeer triest.
Minister, bedankt voor het initiatief dat u hebt genomen, maar toch een zeer nadrukkelijke aanmoediging en ik begrijp dat dat bijna namens alle partijen in dit parlement is om er toch op blijven door te gaan om een fors statement te doen en aan het BOIC en het IOC te vragen welke engagementen zij in deze Olympische Spelen willen nemen.
Tot slot, overweegt u zelf om naar Sotsji te gaan naar de opening of de slotceremonie? Welke houding zult u daar zelf aannemen?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Op dit ogenblik ben ik nog niet van plan om naar Sotsji te gaan. Als ik daarnaartoe ga, neem ik het statement zeker mee en zal ik erover communiceren. U mag er zeker op rekenen dat ik het statement verder zal uitdragen. Meer nog, vrijdag heb ik met de beide gemeenschapscollegas overleg en ik zal het opnieuw op de agenda zetten, ook om na te gaan hoe we de druk op het BOIC kunnen verhogen.
Wat ik wel weet en vrij zeker weet, ook door reacties van sommige landen rond het statement dat in Vilnius is genomen, is dat Rusland zeer goed op de hoogte is van het statement van de achttien landen. Misschien is het niet tot in dit parlement gekomen, omdat de mededeling eerst in de Vlaamse Regering is gebeurd en wij eerst naar Europa wilden gaan om na te gaan welke landen wilden meedoen. Wij hebben toen niet aan communicatie naar Vlaanderen gedacht omdat we gefocust waren op Europa. Ik zal er duidelijk sterker rond communiceren. Ik heb de boodschap duidelijk begrepen. Mijn houding binnen Europa en mijn afkeer voor wat er gebeurt, zal toch heel duidelijk zijn.
De voorzitter : De heer De Bruyn heeft het woord.
De heer Piet De Bruyn : Minister, zou de mededeling in de Vlaamse Regering en het statement aan het verslag kunnen worden toegevoegd zodat we meteen de tekst hebben en weten waarover het precies gaat?
Minister, intussen zijn het negentien landen, wij plus achttien landen. U hebt het statement dus namens negentien landen gebracht.
De voorzitter : Mevrouw Werbrouck heeft het woord.
Mevrouw Ulla Werbrouck : Minister, ik bedank u voor uw goed initiatief. Het is goed dat Rusland ervan weet, maar de vraag blijft wat ze er nog aan gaan doen. Blijft de politieke druk? Over enkele weken zijn de Olympische Spelen gedaan, maar blijft de homowet bestaan. Ik hoop dat we ook na de Olympische Spelen dat statement blijven steunen zodat de wet wordt afgeschaft, want dat is toch onze bedoeling.
Ik hoop ook dat onze atleten veilig zullen zijn in het olympisch dorp en daarbuiten. Ik hoop dat wij onze voorzorgen zullen nemen.
De voorzitter : De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers : Ik sluit me aan bij de woorden van de heer De Bruyn en mevrouw Werbrouck. Ik dank ook de andere collegas voor de steun.
Tot slot wil ik ook een motie aankondigen.
De voorzitter : De interpellatie is afgehandeld.