Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid
Vergadering van 18/06/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Marijke Dillen tot de heer Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over de opmars van nieuwe synthetische drugs en de nood aan voldoende aandacht binnen het preventiebeleid
- 1798 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Voorzitter, minister, collegas, het Europees Drugs Rapport 2013 is enkele dagen geleden gepubliceerd. Opnieuw wordt de bezorgdheid geformuleerd van de opmars van nieuwe psychoactieve stoffen, beter bekend als legal highs, omdat ze gemaakt worden van perfect legale basisstoffen. Omdat hun effect identiek is aan dat van bestaande, illegale drugs, wordt gesproken van een explosieve cocktail. Er is gebleken dat de productie van synthetische drugs in Europa sterk is gestegen. In vijf jaar tijd werden er 250 nieuwe soorten ontdekt.
Deze nieuwe trends en gevaren zetten de bestaande drugsaanpak onder druk, waarschuwt het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD). Minister, ik denk niet dat ik u daarvan moet overtuigen. Ook de nationale drugscoördinator bevestigt deze trend en stelt dat de drugs vooral populair zijn bij jongvolwassenen in het uitgaanscircuit.
Het EWDD wijst op de ernstige gevaren en vraagt de lidstaten om meer maatregelen te nemen. Ook binnen het preventiebeleid is het belangrijk hieraan aandacht te besteden en de nodige initiatieven te nemen om het preventiebeleid aan te passen aan de nieuwe trends.
Minister, het EWDD wijst op de ernstige gevaren op het vlak van de volksgezondheid naar aanleiding van de opmars van de zogenaamde legal highs en vraagt dat de lidstaten maatregelen nemen, ook wat het preventiebeleid betreft. Wat is uw standpunt? Gaat u initiatieven nemen om hieraan de nodige aandacht te besteden? De nationale drugscoördinator stelt dat de drugs vooral populair zijn bij jongvolwassenen in het uitgaanscircuit. Het is dan ook belangrijk dat binnen het preventiebeleid bijzondere aandacht gaat naar deze doelgroep. Wat zult u hieraan doen?
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Lies Jans : Voorzitter, minister, collegas, ik wil me graag aansluiten bij de vraag van mevrouw Dillen. Het is inderdaad een zeer belangrijke problematiek. Iedere dag of iedere week is er op de markt wel een nieuwe vorm van synthetische drug te vinden dat zeggen specialisten, want ik heb er zelf geen ervaring mee. De problematiek moet zeer serieus worden genomen en moet preventief zeer doelgericht worden aangepakt.
De partner in het drugspreventiebeleid is de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD). Ik heb nagekeken of dit al in hun jaarplanning is opgenomen. Ik vond er weinig over terug en ze verwijzen enkel naar de EU-strategie. Minister, wordt er effectief op ingezet? Mocht het niet zo zijn, kan het dan als een belangrijk actiepunt in het jaarplan 2014 van de VAD worden opgenomen?
De voorzitter : Minister Vandeurzen heeft het woord.
Minister Jo Vandeurzen : Voorzitter, collegas, de opkomst van nieuwe synthetische drugs is een fenomeen dat al enkele jaren zorgen baart. Het is een relatief nieuw fenomeen en de juridische instrumenten zijn niet goed aangepast. Binnen de Algemene Cel Drugs zijn ondertussen verschillende initiatieven genomen om een efficiënt beleid te ontwikkelen, wat onlangs nog heeft geresulteerd in een wetsontwerp.
Ik ga u de inventaris besparen van de meetings die eraan gewijd zijn. In mei 2011 is er een Europese conferentie rond legal highs geweest. In juni 2011 is het in de Algemene Cel Drugs besproken. De Interministeriële Conferentie Drugs heeft een strategische nota over legal highs gemaakt, met daarin een schets van het probleem en voorstellen voor acties, vooral op het juridische vlak. Er werd een wetsontwerp van Volksgezondheid en Justitie goedgekeurd op de federale ministerraad. Dat wetsontwerp ligt momenteel voor advies bij de Raad van State, wat intussen zou moeten zijn gegeven. Het is de bedoeling om het eind van dit jaar goed te keuren.
Alhoewel het wetsontwerp een repressief karakter heeft, heeft het zoals vaak ook een preventief belang. De titel van het wetsontwerp is aanpassing aan de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen. Probleem met de huidige wet was dat elke specifieke stof moest worden verboden, wat slecht werkte omdat de producenten snel en gemakkelijk één molecule konden aanpassen in hun product, wat maakte dat het zuiver juridisch gezien niet meer illegaal was. Met de voorgestelde wetswijziging wordt het onder meer mogelijk om stoffen te verbieden bij koninklijk besluit op basis van een generieke classificatie. Dat wil zeggen dat de basisstructuur van psychoactieve stoffen wordt verboden, ongeacht toegevoegde moleculen. Het wordt mogelijk om personen te bestraffen die voorbereidende handelingen stellen om deze stoffen aan te maken. Het wordt ook mogelijk om materialen en producten die in beslag worden genomen door het gerecht, onmiddellijk te vernietigen.
Het Vlaamse beleid besteedt al sinds begin de jaren 2000 aandacht aan het uitgaansmilieu als een aparte setting. De reden is dat het gebruik van alcohol en illegale drugs onder uitgaanders relatief hoog ligt, in vergelijking met de algemene bevolking, en ook omdat het gaat om een specifieke soort gemeenschap.
De VAD heeft een aantal methodieken ontwikkeld die op verschillende pijlers werken: het informeren van de doelgroep met zowel algemene als specifieke informatie over riskante producten op de markt dat gebeurt door middel van flyers en informatie op websites, het early warning system , het sensibiliseren en engageren van clubuitbaters om hun clubs gezonder te maken door informatie te geven en gratis water, personeel op te leiden op het gebied van drugsincidenten, voorzien in veilig vervoer enzovoort wie een charter ondertekent, kan hiervoor een Quality Nights-label krijgen , het sensibiliseren en engageren van peers, de omgeving van personen die gebruiken, om te letten op de gezondheid en de veiligheid van hun vrienden. Informatie over al deze initiatieven is te vinden op de website van de VAD.
Het ruimere kader om te werken aan het probleem van de legal highs is dus zeker aanwezig, en als het gaat over specifieke producten zoals mefedrone, dan wordt er ook nu al extra aandacht aan gegeven via de bestaande kanalen.
In de strategische nota rond dit onderwerp, opgemaakt door de Algemene Cel Drugsbeleid, werd al aangekaart dat werken aan preventie en hulpverlening een lastige kwestie is, omdat er zo weinig informatie beschikbaar is over het gebruik van deze stoffen, wat het moeilijk maakt om gerichte acties te ontwikkelen. Gebruikers zijn op dit moment weinig of niet gekend in de hulpverlening.
Niet-gerichte acties zijn gevaarlijk omdat we het risico lopen meer kwaad dan goed te doen. Het zou de aandacht kunnen richten op het bestaan van deze stoffen bij mensen die er niet bekend mee waren, en daardoor de verspreiding juist bevorderen. Meer informatie en meer expertise over gebruik en gebruikers verzamelen, blijft dus zeker nodig.
In de tussentijd kunnen we de aandacht voor dit probleem binnen de werking naar uitgaanders versterken. De meest relevante en veelbelovende methodiek voor dit soort problemen is peer support. Vrijwilligers uit de community zelf gaan ter plekke en informeren en sensibiliseren andere uitgaanders, vanuit een filosofie van schadebeperking.
Voor Vlaanderen zijn het vooral Vitalsounds en Breakline die dit opnemen. Tot op heden zijn deze organisaties niet gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap, wel met Europese en met lokale en provinciale middelen. Ze werken wel al jaren samen met de VAD en de rest van de Vlaamse actoren. Ze zijn op zoek naar structurele financiering, en het agentschap heeft binnenkort een informatief gesprek met hen, om meer zicht te krijgen op hun werking en hun vragen.
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Minister, ik ben blij, en het verrast me niet dat u zich hiermee bezighoudt. U stelt terecht dat werken aan preventie en hulpverlening op dit vlak bijzonder moeilijk is, maar ik zou er sterk op willen aandringen dit dossier op de voet te volgen. Ik hoor graag dat het sensibiliseren van clubuitbaters met een charter de nodige aandacht krijgt. Dat het heel delicaat is, daar treed ik u in bij. Het verhaal van die clubuitbaters is ook een beetje dubbel. Ze weten nu eenmaal welk soort jongeren ze in hun club mogen ontvangen. Zowel u als ikzelf als de leden van deze commissie beseffen dat het bewustzijn van de gevaren van die zogenaamde legal highs bijna niet aanwezig is.
Die jongeren zijn zich misschien hopelijk, ik hoop dat uw preventiebeleid daarin is geslaagd bewust van de gevaren van hard drugs, maar over al die nieuwe fenomenen gaan jongeren vrij vlot. Ze zijn zich niet altijd bewust van de mogelijke gevaren. Ik dring er daarom sterk op aan dat u dit probleem zeer nauwgezet opvolgt. Zeker in deze zomerperiode, want met de festivals staat een leuke tijd voor onze jongeren voor de deur. Ik hoop dat de VAD daar in de zomertijd extra aandacht aan besteedt en dat u hen wijst op de risicos ter zake.
De voorzitter : Minister Vandeurzen heeft het woord.
Minister Jo Vandeurzen : Het feit dat er door een federaal legistiek initiatief een denormalisatie kan worden georganiseerd, is niet te onderschatten. We moeten een legale basis creëren om daartegen te kunnen ageren. Het is een pluim voor mijn federale collegas van Volksgezondheid en Justitie dat ze op basis van de Europese analyses bereid zijn gevonden een wetgevend initiatief te nemen. Laten we hopen dat het voor het einde van het jaar wordt goedgekeurd.
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Minister, het zal u misschien verwonderen van een oppositielid, maar dat is inderdaad een pluim voor uw federale collegas. Ik heb echter begrepen dat dat iets is voor het einde van het jaar. Dus de hele zomervakantie gaat er overheen. U weet evengoed als ik dat het net in die periode voor de jongeren allemaal wat losser aan toegaat. Tegen het einde van het jaar pas mogen we de eerste initiatieven verwachten op het wetgevend vlak. Dat is nog lang. Daarom minister, dring ik erop aan dat het met een iets grotere snelheid kan gebeuren. Die bezorgdheid delen we.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.