Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 14/05/2013
Vraag om uitleg van de heer Chokri Mahassine tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, en tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over gemeenten die zelf geluidsnormen opleggen en daarbij de Vlaamse geluidsnormen negeren
- 1586 (2012-2013)
Vraag om uitleg van mevrouw Tine Eerlingen tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over een evaluatie van nieuwe geluidsnormen
- 1637 (2012-2013)
De voorzitter : Het antwoord wordt gegeven door minister Schauvliege.
De heer Mahassine heeft het woord.
De heer Chokri Mahassine : Minister, er is al enige tijd onrust en verwarring over de nieuwe geluidsnormen, maar die worden nu ook in de pers weergegeven. Ik denk aan het artikel in De Standaard van 2 mei laatstleden. Veel gemeenten hebben moeite met de nieuwe geluidsnormen en geven er een strengere interpretatie aan of leggen gewoonweg bijkomende normen op. Voor organisatoren die zich goed hebben laten informeren, werkt dit ontmoedigend.
De nieuwe normen zijn in werking sedert 1 januari 2013. Minister, u hebt hier heel wat infosessies over georganiseerd. Er is ook een samenaankoop van geluidsmeters georganiseerd waardoor veel organisatoren en gemeenten geluidsmeters hebben die aan de normen voldoen.
De invoering van de geluidsnormen is erg snel gegaan. Kinderziektes zijn tot op zekere hoogte aanvaardbaar, maar dit zijn voor de geluidsnormen levensbedreigende aandoeningen. Ik ontving een aantal klachten over gemeentebesturen die de oude regels willen blijven gebruiken. Ik ontving ook klachten over politieoptredens waarbij bijvoorbeeld een keuring van een meettoestel werd gevraagd, hoewel enkel een typekeuring volgens de regelgeving verplicht is. Sommige gemeenten vragen hun cafés om geen geluidsmeters te kopen en te wachten op de eigen regeling van de gemeente. Het gaat om een wetgeving die uiteraard vrij technisch is, en dat zou tot verschillende interpretaties kunnen leiden.
Maar het gaat verder. Ik vind het echt niet aanvaardbaar dat gemeentebesturen nog eens hun eigen regels opstellen, die in strijd zijn met de Vlaamse regelgeving. De Vlaamse regelgeving is opgesteld in overleg met de sector, daar is lang aan gewerkt. Als nu lokale overheden hier beginnen doorheen te fietsen, krijgen we nog meer willekeur en totale wanorde.
Structureel is het probleem misschien dat de regelgeving Vlaams is, maar de handhaving op lokaal niveau ligt. Blijkbaar zijn heel wat gemeenten terughoudend om hun ambtenaren gedurende lange periodes, namelijk 15 minuten zoals de regelgeving voorschrijft, te laten meten. Daarvoor is in de regelgeving nochtans in een oplossing voorzien door een vergelijking te maken met piekmetingen. Het ligt blijkbaar ook moeilijk dat in de nieuwe benadering de nadruk ligt op de gezondheid van de bezoeker en niet langer op de hinder van het geluid voor de omgeving.
Mijn vragen stel ik eigenlijk eveneens aan minister Bourgeois. Hebben de ministers een zicht op het aantal gemeenten en welke gemeenten een strengere regelgeving hebben ingevoerd dan de Vlaamse regelgeving? Zo ja, hoe kan men daar een zicht op krijgen? Zijn de ministers het ermee eens dat de gemeenten geen eigen geluidsnormen kunnen uitvaardigen aangezien de Vlaamse geluidsnormen bindend zijn? Welke acties worden ondernomen ten aanzien van die gemeenten? Welke acties ondernemen de ministers om ervoor te zorgen dat de toepassing van de Vlaamse geluidsnormen ordentelijk verloopt?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Vanaf 1 januari 2013 zijn de nieuwe geluidsnormen voor muziekevenementen bindend en afdwingbaar. Er is vorig jaar een overgangsperiode geweest. Met de nieuwe, aangescherpte geluidsnormen probeert de overheid te voorkomen dat mensen in cafés, jeugdhuizen, concertzalen en/of festivals gehoorschade oplopen door blootstelling aan te luide muziek.
Recent vernamen we in de pers dat mensen van lokale overheden het niet eens zijn met die Vlaamse wetgeving. De geest van de wet wordt niet gedragen door de lokale overheden, zo klinkt het in het persbericht. Volgens de organisator van het Gentse Boomtownfestival zijn de organisatoren noch de gemeenten klaar voor de handhaving van de nieuwe wetgeving. Zo voert het gemeentepersoneel opnieuw piekmetingen uit, omdat ze het onhaalbaar vinden om te meten over een lange periode. De vrees van artiesten dat de nieuwe maximale geluidsnormen te hoog zouden zijn, blijkt ongegrond. Er zijn artiesten die aangeven dat het al bij al nog meevalt.
Hoewel de organisatoren verantwoordelijk blijven, proberen zij hun verantwoordelijkheid contractueel door te schuiven naar de muzikanten. Blijkbaar roept de nieuwe wetgeving, ondanks alle infosessies, heel wat verwarring op. In verschillende gemeenten worden nu verschillende normen gehanteerd, omdat de wetgeving hun dat toelaat. In de brochure van het departement staat duidelijk dat gemeenten ook bijkomende normen kunnen opleggen inzake omgevingsgeluid.
De vorige reglementering ging vooral uit van het beperken van hinder door de omgeving. De nadruk van deze reglementering ligt veeleer op het beperken van het geluid in functie van het voorkomen van gehoorschade. Hoewel ook omgevingshinder nog wordt meegenomen, is dat in de communicatie misschien wat op de achtergrond geraakt en is dat misschien een verkeerde perceptie bij het publiek.
Minister, wat zijn uw eerste indrukken na de invoering van de nieuwe geluidsnormen? Hoe verloopt de handhaving van de nieuwe regeling op het terrein? Hebt u zicht op de voornaamste problemen bij het naleven en de toepassing van de nieuwe geluidsnormen? Plant u een evaluatie van de nieuwe regeling? Zo ja, wanneer? Mocht blijken dat in heel veel gemeenten de vraag bestaat naar een strengere norm, zult u die dan aanpassen na de evaluatie?
De voorzitter : Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts : Dit thema ligt me heel na aan het hart. Ik besef uit voorgaande discussies dat het een hele evenwichtsoefening is geweest om te komen tot de huidige regelgeving. De nieuwe voorstellen zijn tot stand gekomen met veel expertise en onderzoek. Het is een verandering, zeker de wijze waarop het moet worden toegepast en men er moet mee omgaan, lokaal en door organisatoren. Het was daarom nodig er voldoende aandacht en sensibilisering aan te wijden. We hebben dat bij de bespreking van de nieuwe normen in het parlement aangehaald.
Minister, ik heb vastgesteld dat u er alles probeert aan te doen om die sensibilisering goed uit te bouwen en alle informatie ter beschikking te stellen. Misschien zijn we er nog niet. De aandacht voor de sensibilisering, voor mensen die vragen hebben, moet zeker overeind blijven. Minister, ik vraag u om daar blijvend aandacht aan te geven, zeker aan hen die twijfelen om extra regels op te leggen. Zij moeten kunnen beschikken over de nodige informatie, zodat ze weten dat de huidige regels en opgelegde normen, effectief ook veilige regels zijn. De uitzonderingen in de regelgeving zijn gegrond en kunnen dus eventueel worden opgelegd.
Ik stel ook wel vast dat tijdens de discussie in de commissie op een bepaald moment bleek dat alles veel te streng en dus niet haalbaar was. De vraag is nu of we, indien er nog extra beperkingen worden opgelegd, de regelgeving zullen aanpassen. We hebben een evenwichtige oefening gemaakt en ik zou me dan ook behoeden om opnieuw op alle vlakken en fronten te beginnen sleutelen. Dan zien we door het bos de bomen helemaal niet meer. De sensibilisering blijft echter heel belangrijk.
Verder bestaat er ook zoiets als de gemeentelijke autonomie wanneer het gaat over veiligheid en overlast. We kunnen niet volledig naast die gemeentelijke autonomie kijken. De sensibilisering en het contact met de lokale overheden lijken me echter heel belangrijk om de door ons opgestelde regels maximaal en eenduidig te laten toepassen.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, de invoering van de nieuwe geluidsnormen heeft al heel wat stof voor discussie geleverd in deze commissie. De doelstelling is natuurlijk nobel, maar de uitvoering ervan is een moeilijke oefening.
We hebben problemen gehad met de aanschaf van de geluidsmeters. Die problemen zijn er nog altijd. Een aantal gemeenten beschikken nog altijd niet over een geluidsmeter. Of dat met de bestuurswissel te maken heeft, is een andere discussie.
Verder is er de milieuhandhaving, ook over dit onderwerp. Over milieuhandhaving hebben we in deze commissie al vaker een discussie gevoerd. Het blijft een moeilijke oefening. Wanneer men echter een decreet oplegt en maatregelen wil doorvoeren, dan moet men ervoor zorgen dat die uitgevoerd kunnen worden. Die maatregel moet dan ook worden gehandhaafd.
Minister, weet u hoeveel gemeenten intussen wel een geluidsmeter hebben? Wordt die handhaving werkelijk doorgevoerd? Het zijn altijd diegenen die de wetgeving naleven die dan weleens gestraft zouden kunnen worden als niet overal dezelfde handhaving wordt doorgevoerd.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : De nieuwe geluidsnormen zijn inderdaad ingegaan op 1 januari van dit jaar. Mijnheer Mahassine, ik ben het niet eens met uw stelling dat het te snel is gegaan. Men heeft een jaar de tijd gehad. Ik ben natuurlijk wel verheugd dat u nu de grote pleitbezorger bent van de nieuwe regelgeving. U wilt immers dat die overal wordt toegepast. Ik neem daar akte van. Het doet me plezier dat u overtuigd bent van de noodzaak van die nieuwe normering.
De nieuwe regelgeving werd op 17 februari 2012 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Er zijn al heel wat acties ondernomen om zoveel mogelijk informatie te verspreiden. In maart 2012 werden provinciale informatiesessies gegeven. Begin juli 2012 werd een uitgebreide technische handleiding met technische tips verspreid naar alle lokale besturen en politiezones. In oktober 2012 werd een toegankelijke brochure gemaakt, die door iedereen kan worden gehanteerd. Een technische brochure geeft men niet aan iemand die in een jeugdhuis als vrijwilliger werkt. Er zijn dus twee types brochures verspreid. De gemeenten hebben in oktober 2012 verschillende exemplaren ontvangen.
Er is ook een webpagina www.lne.be/geluidsnormen, met een overzicht van alle nuttige informatie over de geluidsnormen. Gemeenten en steden met concrete vragen kunnen nog steeds terecht bij het departement Leefmilieu, Natuur en Energie.
We stellen vast dat sommige gemeenten en organisaties al in 2011 zijn gestart met de voorbereiding van de nieuwe reglementering. Anderen hebben het overgangsjaar van 2012 niet gebruikt om zich voor te bereiden en zijn met het nieuwe bestuur pas nu aan de slag gegaan.
De handhaving van de geluidsnormen is een taak van de lokale toezichthouders. Ik heb dit vroeger al verklaard. Het gaat hier echt om een lokale bevoegdheid.
Sommige gemeenten hebben ons laten weten dat de omschakeling van LAmax,slow naar LAeq,15min of naar LAeq,60min in de praktijk bijkomende inspanningen vraagt. Om de implementatie in de praktijk te vergemakkelijken, hebben we in het besluit van 17 februari 2012 een toetsingswaarde ingevoerd. Voor categorie 2 gaat het om een piek van 102 dB(A) LAmax,slow en voor categorie 3 gaat het om 102 dB(A) LAeq,15min. Voor categorie 2 gaat het dus om een echte piek. Voor categorie 3 gaat het om een meting gedurende 15 minuten. Een kortere en snellere meting biedt de handhaver de mogelijkheid zicht te krijgen op het geluidsniveau in de inrichting. Indien tijdens de meting blijkt dat de inrichting onder de toetsingswaarde blijft, wordt de inrichting geacht in overeenstemming met de norm te zijn.
Bovendien mogen we niet vergeten dat met betrekking tot de handhaving van de omgevingsvergunning niets is aangepast. We hebben dat niet aangeraakt. Dat is gebleven zoals het vroeger was. De lokale toepassing is niet gewijzigd. Het is bijgevolg moeilijk de nieuwe normen te verwijten dat er een probleem met de oude normen zou zijn.
Ik heb geen zicht op het aantal gemeenten met een andere regelgeving. De gemeenten kunnen strengere dan de Vlaamse normen opleggen. Dit moet geval per geval gebeuren. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen moet afdoende worden gemotiveerd. De afwijkende normen en voorwaarden worden opgelegd bij de verlening van een toelating door het college van burgemeester en schepenen voor het evenement. Er kunnen ook bijzondere voorwaarden worden opgelegd. Op deze manier kunnen gemeentebesturen flexibel op plaatselijke behoeften inspelen. Dit is niet nieuw. Dat was vroeger al algemeen van toepassing. We hebben dit niet veranderd.
De gemeentebesturen zijn niet verplicht dit te melden. We hebben geen overzicht. We beschikken niet over instrumenten om deze gegevens eventueel te inventariseren. We zien op dit ogenblik ook geen noodzaak om hier iets aan te doen of om dit te monitoren. Gemeentebesturen kunnen dit immers geval per geval beslissen. Bovendien wordt niet voor elk evenement de hoogste norm aangevraagd.
Tot slot zijn de omgevingsnormen, ongeacht de geluidsnormen in de inrichting, nog steeds van toepassing. Aan beide normen moet worden voldaan. De geluidsnormen die in de inrichting worden opgelegd, hebben niets veranderd aan de regelgeving met betrekking tot het omgevingslawaai. Die regelgeving is dezelfde gebleven. In de praktijk merken we dat beide normen wel eens door elkaar worden gehaald. Omstanders denken dat die normen ook hierop van toepassing zijn.
De omgevingsnormen zijn in het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) opgenomen. Het college van burgemeester en schepenen kan ook in dit verband afwijkende normen opleggen. Het is noodzakelijk dat onze gemeenten en steden de mogelijkheid krijgen om op lokale noden in te spelen. Dit lijkt me logisch.
Er is niet in specifieke acties voorzien. De nieuwe regelgeving is al 4,5 maanden van toepassing. Er zal zeker een evaluatie volgen. De Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, waarin de gemeenten zijn vertegenwoordigd, zal de handhaving evalueren.
Mevrouw Eerlingen, ik overweeg geen strengere geluidsnorm. We hebben het evenwicht gezocht tussen voldoende muziekbeleving en een haalbaar geluidsniveau. Volgens mij hebben we een goede en in de praktijk hanteerbare middenweg gevonden. Met deze norm is het perfect mogelijk nog een muziekbeleving te ervaren. Er is me nog niet echt om een strengere normering gevraagd.
Er is me ook een vraag gesteld over het aantal geluidsmeters. Ik heb daar geen zicht op. Een aantal gemeenten beschikten hier al over. Andere gemeenten hebben een aanvraag ingediend. De subsidieaanvragen lopen als een trein. Ik vind dit positief. Er zijn al 152 aanvragen ingediend. Gemeenten zijn trouwens niet verplicht hierover te beschikken. Dit is een service die een gemeente kan aanbieden. De meeste gemeenten doen dit trouwens ook.
We hebben het budget voor de subsidiëring van die sonometers overigens verhoogd. We zullen hier straks nog op terugkomen. Tijdens de begrotingscontrole hebben we het budget met 100.000 euro verhoogd.
Het is trouwens ook mogelijk een dergelijk toestel te huren. Dat er geen is gekocht, betekent niet dat er in de gemeente nergens een ter beschikking is. Volgens mij valt het op dat vlak al bij al nog mee. Dat is in zijn plooi gevallen.
De afwijkingen in gemeenten vormen gewoon een vaststelling. Tijdens de gesprekken die ik met lokale mandatarissen voer, roep ik altijd op de door ons ingevoerde normen te hanteren. Dit geeft immers meer uniformiteit. Ik grijp die gelegenheden aan om hier en daar een signaal te geven. We moeten in de mate van het mogelijke de algemene norm hanteren.
De voorzitter : De heer Mahassine heeft het woord.
De heer Chokri Mahassine : Ik ben, voor alle duidelijkheid, steeds een voorstander geweest van nieuwe en duidelijke geluidsnormen. Ik weet dat er veel overleg is gepleegd. Ik heb mee oplossingen helpen zoeken. Ik heb het evenwicht waarover de minister nu zo tevreden is, mee helpen vinden.
Wat beter kan, is de uitvoering. Ik denk dan onder meer aan de informatieverlening en de subsidiëring. Daar ben ik altijd heel kritisch over geweest en dat zal ook zo blijven. Ik ben nu dan ook zeer bezorgd. De normen zelf dreigen nu immers te worden ondermijnd. Ik heb er steeds voor gewaarschuwd dat de regelgeving moeilijk toe te passen zou zijn. Dit blijkt nu het geval te zijn.
De gemeenten kunnen voor alles en nog wat strengere normen opleggen. Dit is eigenaardig. Het maakt het voor organisatoren alvast niet gemakkelijk. Dit is mijn boodschap. Dit dreigt nog verder te gaan. Eigenlijk is niemand hiervan goed op de hoogte. We worden wel soms door mensen uit het werkveld zelf gecontacteerd. We lezen soms ook mediaberichten over verregaande situaties.
Minister, ik zal uw antwoord in detail bestuderen. Ik zal minister Bourgeois vragen op welke manier we de gemeentebesturen meer en betere informatie kunnen bezorgen.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Ik dank de minister voor haar antwoord. Ik ben van mening dat we een evenwicht hebben gezocht. De basis is vrij eenvoudig. De toepassing is een stuk complexer. Het lijkt me belangrijk alles voldoende tijd te geven om in zijn plooi te vallen. Ik hoop dat de gemeenten zich voorlopig nog even aan de Vlaamse normen zullen houden en niet overal aan zullen sleutelen.
Ik ben benieuwd naar de evaluatie. Ik hoop dat de ervaringen de gemeenten hierin zullen worden opgenomen. Op basis hiervan kunnen we dan eventueel tot kleine bijsturingen overgaan. Zoals ik eerder al heb verklaard, lijkt het me echter belangrijk iedereen even tijd te geven om hieraan te wennen en om te zoeken hoe de nieuwe normen het best kunnen worden toegepast.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.