Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid
Vergadering van 14/05/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Sonja Claes tot de heer Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over het Dementieplan Vlaanderen
- 1477 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Claes heeft het woord.
Mevrouw Sonja Claes: Vlaanderen heeft sinds 2011 een Dementieplan. De commissie Welzijn besprak dit plan op 26 juni 2011. Er werd een begeleidingscommissie opgericht die dat plan diende op te volgen. Er werd echter slechts één keer een opvolgingsvergadering georganiseerd in 2011. Verder zijn daar geen vergaderingen meer over geweest.
De problematiek dementie verdwijnt nochtans niet zomaar. Het aantal mensen dat lijdt aan dementie, groeit gestaag. Volgens het laatste rapport van de Zorginspectie blijkt dat vandaag de dag al 45 procent van de rusthuisbewoners lijdt aan het dementiesyndroom. Het lijkt ons dan ook belangrijk dat er nu reeds voorbereidingen worden getroffen voor een verdere actualisatie en uitvoering van het Dementieplan. Gelet op de groeiende bewustwording in Vlaanderen, zeker na de actie van Music For Life waar we allemaal blij verrast mee waren , lijkt het ons belangrijk dat Vlaanderen op dat vlak verdere stappen zet. Het getuigt van behoorlijk bestuur om een toekomstgericht Dementieplan vorm te geven en om zorg te dragen voor de nodige continuïteit in het dementiebeleid.
De dementieconsulenten kunnen hierin een belangrijke rol spelen en zullen dat ook doen. Op 1 januari 2011 zijn er 8 projecten gestart om uitvoering te geven aan het project dementieconsulent. In februari 2012 stelde de Vlaamse stuurgroep, voorgezeten door het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen (ECD), in samenwerking met LUCAS, hun eindverslag rond de demonstratieprojecten dementieconsulenten voor. In het eindverslag omschreven zij het belang van dementieconsulenten en de manier waarop zij de dementieconsulenten in Vlaanderen zouden invullen.
Minister, welke belangrijkste realisaties zijn er reeds gebeurd in het kader van het Dementieplan Vlaanderen? Welke plek ziet u voor de dementieconsulenten in Vlaanderen? Hebt u reeds stappen gezet in het kader van de inbedding van de dementieconsulenten? Hoe ziet u dit en heeft deze implementatie budgettaire implicaties? Wordt er nu reeds werk gemaakt van een legislatuuroverschrijdend Dementieplan? Ziet u hierin nog een rol weggelegd voor de begeleidingscommissie? Welke actoren wenst u hierbij nog te betrekken, gelet op de specifieke wijze van tot stand komen van het Dementieplan? In Wallonië, Duitstalig België en binnenkort ook Brussel bestaat er al een dementieplan. Wordt de problematiek van dementie reeds besproken op een interministeriële conferentie? Welke stappen zette u om het Vlaamse Dementieplan af te stemmen op de andere regionale dementieplannen?
De voorzitter : Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght : Voorzitter, ik sluit mij graag aan bij de vraag om uitleg van mevrouw Claes. Dementie is iets dat door sommigen misschien wat wordt onderschat of geminimaliseerd.
Minister, ik wil u er warm toe oproepen om onder andere mutualiteiten te sensibiliseren. Wij stellen namelijk vast dat mutualiteiten vandaag vaak nog falen in het geven van informatie over voordelen waar mensen recht op kunnen hebben. Even problematisch is volgens mij de missing link tussen welzijn en gezondheid. Ik verklaar mij nader. Wie vandaag geconfronteerd wordt met familieleden met dementie, zal vaststellen dat artsen voor informatie heel weinig doorverwijzen naar de expertisecentra voor dementie. Ik vind dat problematisch, omdat artsen vaak de eersten zijn die geconfronteerd worden met de problemen van mensen. Zij hebben als geen ander een goed zicht op de ontwikkeling van een situatie bij de mensen. Ik vind het dan ook zeer belangrijk dat zij zeer snel mensen doorverwijzen naar die expertisecentra. Mensen zien vaak door de bomen het bos niet meer. Ze weten niet wat er vandaag allemaal bestaat en waar je terecht kunt met zulke problemen. We moeten een tandje bijsteken om alle instanties die op dat vlak van welzijn actief zijn meer te sensibiliseren, om mensen zeer snel informatie te geven en door te verwijzen naar de juiste hulpverlening.
De voorzitter : Minister Vandeurzen heeft het woord.
Minister Jo Vandeurzen : Er zijn reeds vele acties georganiseerd of lopende. Ik zal een kleine greep geven van de belangrijkste activiteiten die voortkomen uit de operationele doelstellingen van het Dementieplan. Ten eerste is er de genuanceerde beeldvorming en destigmatisering. Een globale communicatiestrategie met doelgroepanalyse werd opgemaakt op basis van het framingonderzoek van professor Van Gorp van de KU Leuven. In dat framingonderzoek heeft men gekeken naar de vooroordelen of beelden die mensen associëren met dementie. Men heeft geprobeerd daar corrigerende beelden voor te ontwikkelen. Die staan ook op de website en kunnen door iedereen worden gebruikt om dementie juister te positioneren.
In 2011 werd gestart met de uitrol van de campagne Vergeet Dementie. Onthou Mens. Die campagne beoogt op diepgaande wijze bij diverse actoren zoals provincies, steden en gemeenten, zorgactoren, patiëntenorganisaties, enzovoort een mentaliteitswijziging te bewerkstelligen ten voordele van een genuanceerde beeldvorming over dementie. Hiervoor werd een Denkgroep Dementie opgestart in de schoot van het kabinet dat deze campagne begeleidt. Er zijn twee websites: www.vergeetdementie.be en www.onthoumens.be. Het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen houdt de websites actueel. Periodieke metingen door iVOX in het kader van het effect van de communicatiestrategie in het project Vergeet Dementie. Onthou Mens zijn lopende.
De Werelddag Dementie vond plaats op 15 september in Brugge. De Vlaamse Alzheimer Liga, de Vlaamse Ouderenraad, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de provincie West-Vlaanderen en de stad Brugge ondertekenden als eersten een engagementsverklaring over een genuanceerde beeldvorming over dementie.
De media-actie in samenwerking met Studio Brussel, Music For Life, was een groot succes. 625.000 Vlamingen droegen de Badge For Life en er vonden bijna 1500 originele bedankacties plaats. De meting van iVOX van begin 2013 peilde tevens naar het effect van de actie Music for Life. Hieruit bleek dat de positieve beeldvorming over dementie is verhoogd. Niet minder dan 95 procent van de Vlamingen vindt het noodzakelijk dat ook in de toekomst acties worden opgezet om zo het taboe rond dementie te doorbreken.
De convenanten met de regionale expertisecentra dementie en het Vlaams Expertisecentrum Dementie zijn aangepast zodat informatie en sensibilisering sterker aan bod komen. De doelgroep is uitgebreid met mantelzorgers van personen met dementie. Bijkomende middelen werden hiervoor uitgetrokken vanaf 2011.
De inspiratiegids dementievriendelijke gemeenten van de Koning Boudewijnstichting en de VVSG en de nieuwe projectoproep werden gepromoot. Samenwerking met lokale besturen, provincies en sociaal-culturele verenigingen wordt gestimuleerd. De lancering van de inspiratiegids en projecten dementievriendelijke gemeenten gebeurde door de Koning Boudewijnstichting en de VVSG op 13 oktober 2011.
Het promoten van een gezonde geest in een gezond lichaam was een tweede doelstelling. De campagne 10.000 stappen wil mensen ertoe aanzetten meer te bewegen. Naast Vlaanderen hebben ook vele andere organisaties acties en campagnes gevoerd. De campagne van OKRA Elke stap telt wordt voortgezet met Elke trap telt waarmee fietsen wordt gepromoot. Er is de campagne van S-plus Stap je sterk, en de Vlaamse Ouderenraad lanceerde in het najaar 2012 tijdens de Ouderenweek de campagne Actief ouder worden, een leven lang.
De derde doelstelling was de versterking van de autonomie van de persoon met dementie en zijn mantelzorgers. Ter ondersteuning van de mantelzorg worden de thuiszorg en thuiszorgondersteunende voorzieningen verder uitgebouwd. De nieuwe diensten voor gastopvang zijn erkend en worden gesubsidieerd. Een inhaalbeweging van het gesubsidieerd urencontingent vrijwillige oppas werd gerealiseerd. Uitbreiding voor de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen zijn gepland.
Acute gezinszorg is intussen mogelijk gemaakt door aanpassing van de regelgeving. In 2012 werd 20 procent budgetverhoging gepland om meer dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf te realiseren. Personenalarmsystemen worden tijdig vervangen en uitgebreid. De dagverzorging via diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg is mogelijk. De regelgeving dagverzorging werd versoepeld en de programmatie uitgebreid. Een vormingsmodule psycho-educatie voor mantelzorgers wordt door het ECD uitgewerkt tegen eind 2013. Het referentiekader wonen en zorg in de Vlaamse woonzorgcentra met specifieke indicatoren voor inspraak van bewoners is opgemaakt en ging van start in 2013. Vzw Enter en het ECD nemen een adviserende taak op ten aanzien van initiatiefnemers van nieuwbouw of vernieuwbouw van ouderenvoorzieningen in het kader van toegankelijkheid en dementievriendelijke bouwstructuur.
Het boek Architectonica. Een thuis voor mensen met dementie licht goede praktijken en een wetenschappelijke basis toe in relatie tot kwaliteit van leven, met als uitgangspunt een materiële en sociale omgeving die bewoners met dementie optimaal ondersteunt. Het boek kwam tot stand met steun van de Vlaamse Gemeenschap. Een inspiratiebundel Toegankelijkheid van woonzorgcentra werd door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) opgesteld en werd volledig afgestemd met het ECD.
Er is een samenwerking met politiediensten via het vermissingsprotocol opgestart in politiezone HEKLA (Hove, Edegem, Kontich, Lint en Aartselaar) met het ECD. Het project Vroegtijdige zorgplanning door diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen liep in 2012. Vooral de vorming van medewerkers over palliatie en levenseinde staat centraal in dit intermutualistisch project.
Een andere doelstelling was de specifieke aandacht voor jonge personen met dementie en andere vergeten groepen. Bij de projectoproep in samenwerking met de Vlaamse Bouwmeester konden zich ook initiatiefnemers aanmelden die zich specifiek richten naar jongdementie. De oproep heeft geleid tot vijf projecten, waarbij ook een project is met specifieke zorg voor jongdementie en de verbouwing van een beschermde woning aangevuld met een nieuwbouw voor woonzorg.
Versoepeling van de erkenningsvoorwaarden voor dagverzorging en kortverblijf via aanpassing van het Woonzorgdecreet maakt de opname mogelijk van jonge personen met dementie in dagverzorgingscentra, kortverblijf en woonzorgcentra. Uitbreiding van het aanbod ouderenteams binnen de centra voor geestelijke gezondheidszorg is gebeurd met tien voltijdequivalenten in 2012. Door een betere samenwerking en netwerking tussen woonzorg, psychiatrische ziekenhuizen en geestelijke gezondheidszorg worden psychische problemen bij oudere personen met dementie beter herkend en opgenomen.
In 2011 werden zorgvernieuwingsprojecten binnen het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) opgestart. Twee daarvan betreffen specifiek de link tussen ouderenzorg en gehandicaptenzorg. De aandacht voor sensibilisering rond dementie bij etnisch-culturele minderheden is in volle ontwikkeling. Het juiste aantal Vlaamse lokale sociale beleidsplannen die specifieke acties voeren rond de sensibilisering rond dementie bij etnisch-culturele minderheden is op dit moment niet bekend. Vanuit de koepelorganisaties worden geregeld studiedagen georganiseerd met betrekking tot het verlenen van goede zorg, rekening houdend met de specifieke behoeften van allochtonen, en het toegankelijker maken van de ouderenzorg voor deze doelgroep.
Er was een doelstelling in verband met innovatie via wetenschap en onderzoek. In samenwerking met vzw Breinwijzer worden onderzoek en onderzoeksresultaten over dementie aanschouwelijker gemaakt voor het brede publiek. In 2011 heeft Vlaanderen zich aangesloten bij het internationaal netwerk van excellentiecentra met focus op dementie.
In juli 2012 was er het besluit van de Vlaamse Regering in verband met de proeftuinen zorginnovatie ouderenzorg van minister Lieten in samenwerking het departement Economie, Wetenschap en Innovatie. Een oproep voor projecten werd gelanceerd in oktober via de website van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). In de structurele proeftuin experimenteren de zorgactoren, de gebruikers en de bedrijven samen om nieuwe zorgprocessen en -producten te ontwikkelen. De onderzoeksvragen zijn onder meer: optimaliseren van thuiszorg zodat die betaalbaar, kwaliteitsvol, toegankelijk en voldoende is, woningaanpassing en aanpassing van de woonomgeving, vereenzaming van ouderen, nieuwe vormen tussen woonzorgcentra en thuiszorg.
Het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) investeert jaarlijks 10 miljoen euro in onderzoek over dementie. De professoren Bart De Strooper en Christine Van Broeckhoven zijn verbonden aan het BIV.
De projecten dementieconsulenten in de thuiszorg en thuiszorgondersteunende diensten zijn opgestart in 2010 en leverden begin 2012 hun projectrapport met beleidsaanbevelingen af. De voorzieningen geven hierin aan hoe zij in de toekomst dementieconsulentie op een kwalitatieve manier kunnen waarmaken in hun dienstverlening. Alle projecten werden via een centrale stuurgroep begeleid door LUCAS. Het ECD Vlaanderen en de stuurgroep leverden gezamenlijk beleidsaanbevelingen af. LUCAS en ECD Vlaanderen hebben aparte beleidsaanbevelingen geformuleerd. De resultaten waren niet zo eenduidig.
Het Agentschap Zorg en Gezondheid leverde op basis van de projectrapporten een totaaladvies af. Een totale evaluatie met centrale stuurgroep en kabinet vond plaats in juni 2012. Het voorstel van transitieplan Dementiekundige basiszorg inclusief zorgbegeleiding in het natuurlijk thuismilieu is gefinaliseerd in het voorjaar 2013 en wordt besproken met alle stakeholders en na aanpassingen op basis van de bespreking stapsgewijs ingevoerd. De idee die erachter zit, is dat elke persoon met dementie terecht moet kunnen bij één persoon, die gedurende het hele dementieproces de zorgbegeleiding op zich neemt. Dit kan via een getrapt systeem: de basiszorgverlener van om het even welke woonzorgvoorziening heeft als opdracht de zorgbegeleiding van personen met dementie op zich te nemen. Deze basiszorgverlener wordt ondersteund door een interne referentiepersoon dementie. De interne referentiepersoon dementie of, indien geen interne referentiepersoon aanwezig is, de basiszorgverlener, kan terecht bij een externe dementie-expert. Dit idee willen we uitrollen na overleg met de sectoren in de ouderenzorg.
De begeleidingscommissie is inderdaad een belangrijk medium om de verworven resultaten en de continuïteit van de acties in verband met het Dementieplan te blijven waarborgen in de toekomst. De begeleidingscommissie heeft een gezamenlijke evaluatie gemaakt van de acties in uitvoering van het Dementieplan 2010-2014. De commissie geeft unaniem aan dat het Dementieplan legislatuuroverschrijdend moet worden uitgevoerd en gecontinueerd.
De zorg voor personen met dementie en hun mantelzorgers is een continue maatschappelijke opdracht en houdt niet op bij een eventuele wisseling van de beleidsverantwoordelijken. Iedere organisatie of deskundige die een bijdrage kan leveren tot de realisatie van het Dementieplan kan worden uitgenodigd om aan de begeleidingscommissie deel te nemen. Naargelang van de ontwikkeling in de kennis over de aspecten van dementie en in de methodieken van de zorg voor personen met dementie zullen nieuwe actoren worden aangesproken.
Het Dementieplan werd tot nog toe niet op een interministeriële conferentie besproken. Wel is er meerdere malen een overleg geweest. De FOD Volksgezondheid was betrokken bij en leverde input tijdens de rondetafelconferentie in verband met de opmaak van het plan. Ook het Ouderenbeleidsplan, waarin het Dementieplan zit vervat, werd toegelicht aan de andere gemeenschappen en de federale overheid in het kader van het Europees Jaar van actief ouder worden.
Ten slotte is er ook op initiatief van de Koning Boudewijnstichting een overleg over dementie geweest met de gemeenschappen en federale overheid. Ook hier werd het Dementieplan toegelicht. Het ECD werd ook door de andere gemeenschappen aangesproken op zijn expertise. Op 21 maart 2012 werd op het kabinet van de Waalse minister voor Welzijn de werking van het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen toegelicht. Mogelijks wordt een centrum opgericht dat zich integreert in de Waalse administratie.
Op 13 april 2012 had het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen overleg met de AG Demenz uit de Oostkantons over twee concrete projecten die als model zouden fungeren voor de organisatie in het Duitstalige gebied, namelijk nachtzorg en het politie-vermissingsprotocol. In Brussel werkt men aan een eigen dementieplan. Hiervoor werd op 28 augustus 2012 een toelichting gegeven door het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen op het kabinet van Brussels minister Grouwels met betrekking tot de draagwijdte van het Vlaamse Dementieplan.
De voorzitter : Mevrouw Claes heeft het woord.
Mevrouw Sonja Claes : Minister, ik dank u voor dit uitgebreide antwoord, dat veel verder gaat dan mijn vragen. U hebt een overzicht gegeven van het hele ouderenbeleid in Vlaanderen. We mogen daar terecht fier op zijn. Ik ben erg blij dat, wat ik in mijn vraag omschrijf als dementieconsulenten, wordt ingebed in de rusthuissector. Zo had ik het ook bedoeld: dat er een referentiepersoon komt op wie men een beroep kan doen. Ook in de rusthuissector is er veel gebrek aan knowhow, en die kan dan ook niet worden overgedragen aan mantelzorgers.
Minister, hebt u een zicht op wanneer dat kan worden uitgerold of bent u nog niet zover?
Minister Jo Vandeurzen : We hebben een consensus over een model. De idee is dat basiszorgwerkers in alle erkende voorzieningen in de ouderensector worden geacht een bepaalde competentie te hebben. Dat is dus een vraag naar permanente opleiding en vorming.
Er moet in de organisatie iemand zijn aan wie men advies kan vragen en die ondersteuning kan geven. Als dat niet volstaat en het nodig is dat iemand in een thuissituatie aan het overleg en de organisatie deelneemt met die specifieke expertise, dan is het uitzonderlijk mogelijk een externe refertepersoon te plaatsen in het traject. We gaan de begrippen consulent en expert uniformiseren, zodat het voor iedereen duidelijk is wat daarmee wordt bedoeld. De idee is om die externe personen onder te brengen in onze expertisecentra dementie. Dat zijn we nu aan het afronden. Het zal worden vertaald in wat daarvoor noodzakelijk is in regelgeving en financiering.
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Minister, is het gebruikelijk dat bepaalde van uw actieplannen die exclusief betrekking hebben op Vlaamse bevoegdheden, worden geagendeerd op interministeriële conferenties? Uit uw antwoord leid ik af dat Brussel en de Duitstalige Gemeenschap een beroep doen op onze expertise. Dat is natuurlijk zeer positief. Dat is een compliment voor uw beleid. Gebeurt dat geregeld? Dat intrigeert me.
Minister Jo Vandeurzen : Het is moeilijk bescheiden te zijn, maar het is juist dat de horizontale aanpak van deze problematiek in vele milieus patiëntenverenigingen, zelfhulpgroepen en familiegroepen tot en met beleidsvoerders geïnteresseerd wordt gevolgd. De reden is niet ver te zoeken: om de zeven seconden komt er in de wereld iemand bij met dementie. In die zin beantwoordt het zeker aan iets wat leeft en zoekt iedereen naar een manier waarop het kan worden aangepakt.
We moeten ook correct zijn: veel aspecten die te maken hebben met zorg, zijn ook onderdeel van de vraag of het terugbetaalbare zorg is. Is er in een woonzorgcentrum een specifiek forfait voor mensen met dementie? Er zijn ook veel overlegmomenten met de ziekteverzekering, met de federale administratie. Het is wel heel normaal dat er wordt afgestemd. Op de eerstelijnsgezondheidszorgconferentie hebben we beslist dat dit soort aandoeningen een geïntegreerde aanpak veronderstelt van de welzijnsvoorzieningen en de zorgvoorzieningen. Gezinszorg is daar het beste voorbeeld van. Je kunt niet de indruk geven dat het niet op een geïntegreerde manier moet gebeuren. Er is dus wel degelijk regelmatig overleg nodig, bijvoorbeeld over technische zaken: wat is de terugbetaling, wat is de rol van de geriatrische dagziekenhuizen? Het is niet meer dan normaal om er contact over te hebben over de grenzen van de besturen heen en met de lokale besturen. Het aantal lokale besturen die het charter tekenen en zich engageren om mee te stappen in een duidelijke campagne en een goede beeldvorming, is zeer groot. Mensen vinden het echt wel nuttig en belangrijk.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.