Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 25/04/2013
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over DACers in internaten van het vrij onderwijs
- 1452 (2012-2013)
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Voorzitter, minister, collegas, op de commissievergadering van 27 maart 2012 kwam mijn vraag over DACers (derde arbeidscircuit) in internaten ter sprake. Via het DAC wilde men laaggeschoolden en ongeschoolden aan het werk helpen. De werknemers ontvangen een loon van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie, dat ressorteert onder de VDAB. Nieuwe aanvragen voor DAC-projecten zijn niet meer mogelijk, maar in internaten van het katholiek onderwijs waren er in 2012 nog 262 DACers tewerkgesteld.
Geachte leden, zoals u weet, is er al jaren sprake van een regularisatie van de mensen in deze nepstatuten, zodat ze van gewone sociale rechten zouden kunnen genieten qua loon, anciënniteit en pensioenrechten. Op een bepaald moment werd 1 januari 2012 vooropgesteld als datum voor de regularisatie, maar die deadline werd niet gehaald. Minister, in de commissiebespreking van 27 maart 2012, nu toch al een jaartje geleden, las u een nota voor van minister Muyters. Ik citeer: Voor de groep van 205,07 vte van het Vlaams Secretariaat Katholiek Onderwijs dient nog verder onderzocht te worden op welke manier de regularisatie kan worden georganiseerd. Het onderzoek en de verdere onderhandelingen zullen hier nog enige tijd in beslag nemen, hetgeen betekent dat de regularisatie niet op 1 juli 2012 in werking zal kunnen treden. Met mijn collega-minister, bevoegd voor onderwijs, werd hierover een akkoord bereikt. Momenteel liggen bij Onderwijs twee opties voor: ofwel regularisatie binnen het dossier internaten ( ) Ofwel regularisatie naar aanleiding van de volgende cao, waarvoor de onderhandelingen maar zullen opstarten in 2012. Hierbij dient telkens het evenwicht in maatregelen tussen de netten bewaakt te worden.
Minister, ik wil nogmaals beklemtonen dat de betrokkenen graag duidelijkheid zouden krijgen. Een aantal van de betrokken personeelsleden zijn al sinds de jaren 80 van de vorige eeuw aan de slag. Het zou correct zijn, mocht de regularisatie van hun statuut toch in orde komen voor ze met pensioen willen gaan, zelfs in de context van een langere loopbaan.
Wat is de stand van zaken in dit dossier? Voor welke optie wordt gekozen? Wat is de uiteindelijke streefdatum voor de regularisatie?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, er is een berekening gemaakt van de budgettaire kosten van de regularisatie, waarbij de werknemers zouden worden ondergebracht bij paritair comité (PC) 152. Die budgettaire kosten zijn hoger dan het budget dat vanuit het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie zou worden overgeheveld. Om de budgettaire kosten echter zuiver te krijgen, is het ook nog van essentieel belang om te weten of de private werkgever recht zal hebben op RSZ-verminderingen (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid), zoals nu ook het subsidieagentschap recht heeft op die verminderingen. Daarover hebben we federaal minister Onkelinx aangeschreven. We wachten op een antwoord.
Er liggen inderdaad twee mogelijkheden voor: ofwel een regularisatie binnen het dossier van de internaten ofwel een regularisatie naar aanleiding van een volgende cao. Inmiddels is beslist dat de regularisatie van de DACers verder zal worden bekeken in de werkgroep sociale partners die in mei zal worden opgestart in het kader van het dossier van de internaten. Naast een onderdeel met betrekking tot transitie zal daarbij ook een onderdeel visieontwikkeling aan bod komen. Dat werd ook zo met de sociale partners afgesproken in de werkgroep contractuelen, in het kader van uitvoering van cao IX, op maandag 15 april 2013.
Ik kan nu geen exacte streefdatum vooropstellen, maar we zullen er wel over waken dat in dit dossier de nodige vooruitgang wordt geboekt. U merkt dat er stappen zijn gezet.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Minister, ik begrijp dat u eigenlijk impliciet zegt dat dit een complex probleem is en dat u daar ook financiële middelen voor nodig hebt. U zult echter ook begrijpen dat de doelgroep toch wat bezorgd is, zeker als we bedenken hoe oud sommigen van die mensen zijn. Ze hopen dat heel die problematiek geregeld is voor ze met pensioen kunnen gaan.
Ik had gehoopt dat u iets meer duidelijkheid had kunnen geven over de streefdatum. Ik begrijp dus dat u me aanmoedigt om u over enkele maanden nog even te herinneren aan de noodzaak om een definitieve oplossing te bereiken. Geef toe, ik heb lang gewacht om deze vraag opnieuw te stellen. Mijn vraag dateert van 27 maart van vorig jaar. U zult echter begrijpen dat ik nu geen jaar zal wachten.
Minister Pascal Smet : U begrijpt dat ik ook niet heb stilgezeten.
De heer Jos De Meyer : Vast en zeker. Dat is ook uw gewoonte niet.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.