Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 23/05/2013
De voorzitter : Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mevrouw Katrien Schryvers : Voorzitter, minister, collegas, de vraag dateert al van enkele weken geleden, maar kon door omstandigheden nog niet worden gesteld. Ondertussen is ze niet meer overal actueel, maar in een aantal gemeenten misschien nog wel. Sinds januari hebben we overal nieuwe gemeentebesturen en dat betekent ook dat heel wat advies- en beheersorganen worden vernieuwd, in velerlei beleidsdomeinen, ook Cultuur. Sinds januari heb ik het grote genoegen om ook verantwoordelijk te zijn, als schepen van Cultuur in mijn gemeente. Dat neem ik met heel veel plezier op. Het heeft me ook dadelijk met vragen geconfronteerd, die ik toch ook van andere mensen hoor.
Het decreet betreffende het lokaal cultuurbeleid van 6 juli 2012 legt de lokale overheden de verplichting op om, alleen of in samenwerkingsverband, een openbare bibliotheek en een cultuurcentrum of een gemeenschapscentrum op te richten met een beheersorgaan conform de bepalingen van de cultuurpactwetgeving, waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt. Daarnaast moet de gemeente inspraak en participatie van lokale belanghebbenden organiseren met het oog op de voorbereiding en de evaluatie van het cultuurbeleid. Met andere woorden, er moet ook een cultuurraad zijn.
Laat me vooraf stellen dat we dat zeer belangrijk vinden. Inspraak en medebeheer zijn inderdaad essentiële bouwstenen van een participatief cultuurbeleid. De cultuurraad kan nooit fungeren als beheersorgaan van een bibliotheek of cultuur- of gemeenschapscentrum. Waar de cultuurraad de taak heeft om advies te verlenen, maakt de beheerraad participatie mogelijk. Dat is een elementair verschil. Het is de bedoeling dat de medegebruikers van de bibliotheek en van het cultuur- of gemeenschapscentrum inspraak hebben in het beheer ervan. Deze mogelijkheid tot inspraak en participatie kunnen we alleen maar toejuichen, zoals gezegd.
De beheersformules 9a en 9b van het Cultuurpact voorzien evenwel dat er een afvaardiging van politieke partijen opgenomen wordt in het beheersorgaan. Dat is onverzoenbaar met de samenstelling van de cultuurraad, waar geen gemeenteraadsleden of schepenen deel van kunnen uitmaken. Gelet op de verkiezingen van oktober 2012 zijn de gemeentebesturen dus nu bezig, sommige hebben het wellicht al gedaan, met de vernieuwing van beheersorganen en adviesraden, ook in andere beleidsdomeinen. Daarbij duiken in de sector cultuur vragen op.
Minister, strikt genomen is er geen timing bepaald waarbinnen de nieuwe samenstelling van de beheersorganen voltooid moet zijn. Wat is de sanctie indien gemeenten nalaten dat te doen? Sommige hebben in een eigen organiek reglement of statutair bepaald dat het binnen de zes maanden na de installatie van de gemeenteraad gebeurd moet zijn. Wat indien het niet of laattijdig zou gebeuren?
Strikt genomen kan er één gemeenschappelijk beheersorgaan zijn voor bibliotheek en gemeenschapsinfrastructuur. Wat is uw standpunt ter zake, minister? Vindt u dat een creatieve oplossing, maar is de bedoeling eigenlijk toch anders? Het gemeenschapscentrum en de bibliotheek zijn toch twee onderscheiden zaken. Is het de bedoeling dat het afzonderlijk gebeurt of hebt u er geen probleem mee dat het gemeenschappelijk is?
Ter uitvoering van het culturele beleid kent elke gemeente aldus een beheersorgaan voor de bibliotheek, een beheersorgaan voor het cultuur- of gemeenschapscentrum en een cultuurraad, die dan nog vaak heel wat deelraden heeft en terecht. Ik denk aan een raad voor erfgoed of sociaal-cultureel werk. De vraag die zich stelt, is: hoe kan de coördinatie en de eenheid binnen het cultuurbeleid door deze veelheid aan advies- en beheersorganen worden gegarandeerd? Het is vanzelfsprekend belangrijk dat die niet allemaal zomaar naast elkaar staan, maar dat er één geïntegreerd cultuurbeleid kan worden gevoerd.
Welke maatregelen neemt u, minister, om steden en gemeenten te adviseren en te begeleiden in hun beslissingen bij de vernieuwing van de beheersorganen en de cultuurraden?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mevrouw Schryvers, wettelijk is niet in een sanctie voorzien.
Ik overloop even wat er in het decreet staat. Daarin staat dat het beheersorgaan van de openbare bibliotheek en van het gemeenschapscentrum, en eventueel het cultuurcentrum, een voorwaarde is voor de Vlaamse gemeenten om op de Vlaamse beleidsprioriteiten voor deze lokale instellingen te kunnen intekenen. Het is dus een voorwaarde om daarop in te tekenen en subsidies te ontvangen. Het beheersorgaan moet conform de bepalingen van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact zijn. Ook de openbare bibliotheken van de Brusselse gemeenten die een bibliotheekbeleidsplan of een gemeentelijk cultuurbeleidsplan indienen, moeten over zon beheersorgaan beschikken, als ze subsidies wensen te ontvangen. Intekenen op de Vlaamse beleidsprioriteiten dient te gebeuren voor 1 januari 2014.
De gemeente kan autonoom beslissen of ze al dan niet één gemeenschappelijk beheersorgaan opricht voor bibliotheek en gemeenschapscentrum, respectievelijk cultuurcentrum. Dit kan voordelen hebben op het vlak van afstemming en samenwerking. De doelstelling van het decreet blijft immers een integraal lokaal cultuurbeleid, waar de instellingen geen eilandjes zijn. De lokale beleidsmakers kunnen het beste inschatten hoe dit in hun stad of gemeente kan. Ik heb bij de opmaak van het nieuwe decreet Lokaal Cultuurbeleid altijd gezegd dat gemeenten maatwerk moeten kunnen invoeren.
Volgens de artikelen 3 en 8 van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact, moeten gemeenten de gebruikers en alle ideologische en filosofische strekkingen betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid en bij het beheer van hun cultuurinstellingen. Gemeenten die momenteel subsidies in het kader van het gemeentelijk cultuurbeleid ontvangen, beschikken over een cultuurbeleidscoördinator die onder andere als taak heeft het gemeentelijk cultuurbeleid te coördineren. Hij of zij moet zorgen voor de coördinatie en de eenheid binnen het gemeentelijk cultuurbeleid. Dit gebeurt in overleg met alle betrokken actoren.
Ook in het nieuwe decreet van 6 juli 2012 is een van de voorwaarden om in te tekenen op de Vlaamse beleidsprioriteit dat de gemeente een coördinerende rol opneemt in het lokaal cultuurbeleid. Deze rol moet in de toekomst niet meer waargenomen worden door een apart personeelslid. In het kader van het Planlastendecreet kunnen wij geen personeelsverplichting meer opleggen. De coördinatie en afstemming blijft echter wel een opdracht voor het lokale bestuur. De gemeenten die niet ingestapt zijn in het gemeentelijk cultuurbeleid of die niet intekenen op de betrokken Vlaamse beleidsprioriteit, bepalen zelf hoe ze met die advies- en beheersorganen omgaan. Ik benadruk nogmaals dat het de Cultuurpactwetgeving is en niet het decreet Lokaal Cultuurbeleid die deze regels met betrekking tot advies- en beheersorganen van cultuurinstellingen oplegt.
LOCUS vzw, het steunpunt voor het lokaal cultuurbeleid, wordt gesubsidieerd om gemeenten te ondersteunen bij de lokale invulling van de Vlaamse beleidsprioriteiten in het kader van de uitbouw van een lokaal cultuurbeleid. De invulling van het lokale cultuurbeleid binnen de strategische meerjarenplanning en de ondersteuning van de werking van cultuurcentra, openbare bibliotheken, gemeenschapscentra en adviesorganen voor cultuur staan daarbij centraal. Van 17 tot en met 30 april 2013 organiseerde LOCUS, in samenwerking met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), regionale vormingsdagen voor cultuurschepenen. Daar wordt ook dieper ingegaan op adviesraden anno 2013 en het beheer van bibliotheken en cultuur- en gemeenschapscentra.
Begin dit jaar was er al een ronde met als thema Beheer en verzelfstandiging en werd er een publicatie uitgegeven Beheer, beheersorganen en verzelfstandiging in het lokaal cultuurbeleid. Deze publicatie, net als een aantal voorbeeldstatuten, is te downloaden op de website www.locusnet.be. En voor wie echt heel concrete vragen heeft, wordt er advies op maat gegeven door de LOCUS-medewerkers. Nieuwe statuten worden er nagelezen door een jurist, maar er worden ook begeleidingstrajecten opgezet voor nieuwe cultuurraden. De gemeenten kunnen met vragen over de vernieuwing van beheersorganen en cultuurraden altijd terecht bij de administratie Cultuur, meer bepaald bij het team Lokaal Cultuurbeleid van de afdeling Volksontwikkeling en Lokaal Cultuurbeleid van het agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen.
Er is dus heel wat ondersteuning en er zijn heel wat mogelijkheden om er een beroep op te doen. Er is dus meer flexibiliteit voor lokale besturen, hoewel er ook een aantal voorwaarden aan verbonden zijn.
De voorzitter : Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mevrouw Katrien Schryvers : Minister, ik dank u voor uw antwoord dat me absoluut tevreden stemt. U zegt dat het aan de gemeente zelf is om te kiezen voor de voorwaarden om te kunnen intekenen en subsidies te kunnen krijgen. Ik denk dat het niet slim is wanneer gemeenten daar niet op intekenen, maar ik ga geen uitspraken doen over andere gemeenten.
Ik heb ook afgeleid dat 1 januari 2014 de datum is waarop je moet voldoen aan al die voorwaarden om te kunnen intekenen. Er zijn geen sancties, maar als je dan niet in orde bent met de verschillende beheersorganen en adviesraden, voldoe je niet aan de voorwaarden en kun je geen subsidies ontvangen. Voor de rest kan een gemeente vrij autonoom beslissen op welke manier ze dat invult, als ze maar voldoet aan het Cultuurpact. Ze heeft dus nog eventjes tijd om er maatwerk van te maken. Ze kan ook rekenen op ondersteuning. Het stemt me tevreden.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.