Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vergadering van 25/04/2013
Interpellatie van de heer Marino Keulen tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de vernietiging door de Raad van State van het ruimtelijk uitvoeringsplan voor de geplande noord-zuidverbinding in Limburg
- 76 (2012-2013)
Vraag om uitleg van de heer Lode Vereeck tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over de Limburgse noord-zuidverbinding
- 1362 (2012-2013)
Vraag om uitleg van de heer Johan Sauwens tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over de Limburgse noord-zuidverbinding
- 1394 (2012-2013)
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Voorzitter, collegas, ministers, de afgelopen weken is er over dit dossier al heel wat ophef geweest in Limburg. In het parlement hebben we daarover nog niet kunnen debatteren, van gedachten wisselen of peilen naar de intenties van de regering. We hebben dat allemaal gelezen in de kranten. Heel wat liters inkt zijn er al over dit dossier gevloeid. Het is goed dat we dit punt nu ook in deze commissie bespreken, dat we erover met elkaar van gedachten wisselen en dat we in debat gaan.
Collegas, Vlaanderen en zijn regering zijn vastgelopen in regels en regeltjes en in een gebrek aan daadkrachtige beslissingen. Het dossier van de noord-zuid in Limburg is hier het zoveelste bewijs van, nu de Raad van State heeft beslist om tot de vernietiging van het omleidingstracé over te gaan. Het is ondertussen een oud dossier. Zeker de laatste tien jaar heeft men vanuit de Vlaamse politiek minstens de indruk gewekt met oplossingen te komen.
Op 16 april 2005 verkondigde de toenmalige minister van Openbare Werken de titularis heette toen Kris Peeters in Het Belang van Limburg zijn definitief plan over de noord-zuid in onze provincie. Die zou vanaf 2007 volledig worden afgewerkt. Dan begonnen dus de werken. In één adem liet Kris Peeters weten dat er met deze beslissing een einde kwam aan 35 jaar discussies, overleg en studiewerk.
Begin april 2006 ontvangen de ondernemers van de Grote Baan in Helchteren een brief met de mededeling dat de Grote Baan of de N74 wordt heraangelegd en dat een eerste fase zal starten eind 2007 vanaf de rotonde in Hechtel tot aan de kruising van de Grote Baan met de Peerse Dijk. In dit schrijven wordt ook vermeld dat mogelijk een deel van de percelen van de respectieve eigenaars zal worden aangekocht. In de loop van 2007 zou het Comité van Aankoop hen daarover inlichten. Nadien zou een persoonlijk onderhandelingsgesprek over de verkoopsom met een medewerker van het Centraal Comité van Aankoop volgen. Bij een akkoord zou een akte worden opgesteld en zou men overgaan tot aankoop.
Op 21 februari 2008 was het de beurt aan de opvolger van Kris Peeters, Hilde Crevits, hier aanwezig. Zij verklaarde toen in Het Belang van Limburg: Half juli zal ik aan de Vlaamse Regering het definitieve tracé voorleggen, want ik heb absoluut geen zin in nog eens 24 studies. Voor mij primeert de realisatie van deze belangrijke verkeersader. Het milieueffectenrapport (MER) zal in mei-juni klaar zijn. Dat onderzoek wordt nu met open vizier en zonder voorkeur voor tunnels dan wel omleidingsweg gevoerd. Maar eens de keuze gemaakt, zei de minister heel terecht hoop ik dat iedereen consequent achter die keuze zal staan, en dat de aanbesteding ik zeg wel de aanbesteding in 2009 kan worden opgestart.
Op 3 oktober 2008 toen waren we nog samen, Hilde besloot de Vlaamse Regering te kiezen voor een omleidingsweg. Ik zat mee rond de tafel toen de keuze voor het omleidingstracé is gemaakt, ook informeel. Tegen eind 2009 moest alles zijn aanbesteed en moest de bouwvergunning zijn aangevraagd. Dan zouden de werken kunnen starten in 2011, minister Crevits.
Op 6 september 2010, collegas, staat op de website www.denoordzuid.be het volgende over de onteigeningen: Onteigeningen zijn onoverkomelijk bij dergelijke ingrijpende werken. Momenteel bestaat er echter nog geen 100 procent duidelijkheid over de exacte afmetingen en voor welke percelen onteigening noodzakelijk zal zijn. Dit maakt deel uit van de vervolgstudie. Van zodra daarover duidelijkheid bestaat, zullen gesprekken met de betrokkenen plaatsvinden.
Collegas, een beslissing van de regering werd nog wat verder uitgesteld, omdat de minister van Ruimtelijke Ordening ondertussen was Philippe Muyters tot de Vlaamse Regering toegetreden de termijn voor het behandelen van de bezwaarschriften nog eens verlengde met 60 dagen. Dat had er alles mee te maken, minister Muyters, dat uw administratie de 563 bezwaarschriften die binnen waren gekomen tot 13 mei 2010 niet tijdig verwerkt kreeg. Maar op de vergadering van 21 januari 2011 gaf de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan het besluit houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijke uitvoeringsplan (GRUP) noord-zuidverbinding N74.
Wat voorspeld kon worden, gebeurde ook. De Limburgse Milieukoepel, Natuurpunt en Limburgs Landschap verzetten zich tegen de noord-zuidverbinding, tegen het omleidingstracé, en ze stapten naar de Raad van State.
De hoopvolle stemming van de beslissing van de Vlaamse Regering van 21 januari ebt snel weg bij het horen van het nieuws dat de Raad van State het ruimtelijk uitvoeringsplan en het milieueffectenrapport schorste. Minister Muyters van Ruimtelijke Ordening liet in antwoord op meerdere parlementaire vragen weten een ijzersterk dossier te hebben om de Raad van State te kunnen overtuigen. Minister, het zijn uw woorden, niet die van ons.
De minister van Ruimtelijke Ordening antwoordde in de vergadering van 14 februari 2011 in de commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu heel formeel en letterlijk: De Raad van State heeft dit plan geschorst omdat er een mogelijke schending is van artikel 36ter van het decreet Natuurbehoud. De Raad van State stelt immers dat het omleidingstracé diverse speciale beschermingszones doorkruist of raakt. Al die woorden zijn van belang, zei de minister.
Als een dergelijke zone wordt doorkruist of geraakt, is een plan alleen toelaatbaar als in een passende beoordeling kan worden aangetoond dat het tracé geen significante aantasting van een speciale beschermingszone kan veroorzaken. Die passende beoordeling, die moet aantonen dat er geen significante aantasting is, maakt deel uit van het plan-MER. Om een significante aantasting te vermijden, is het toegelaten om milderende maatregelen te nemen. Die maatregelen maken dan ook integraal deel uit van het plan en moeten de impact op de speciale beschermingszones temperen of, als dat enigszins kan, ook neutraliseren. Dat is de filosofie.
Verder zei de minister: Wat echter niet kan volgens de Raad van State, is besluiten dat er geen significante aantasting is op basis van compenserende maatregelen, want dat is iets anders dan milderende maatregelen. Volgens de Raad van State impliceert het feit dat compenserende maatregelen worden getroffen, dat er een significant schadelijk effect is en dat er moet worden gecompenseerd. Dit zorgt ervoor dat de passende beoordeling daardoor in de problemen komt. Hier zit de reden voor de schorsing door de Raad van State.
Om te oordelen of een plan een significante aantasting kan veroorzaken van een speciale beschermingszone, mag een overheid volgens de Raad van State de compenserende maatregelen niet in overweging nemen, want ze bewijzen precies dat er een significante aantasting kan zijn. Dat is wat er volgens de Raad van State zou zijn gebeurd in het plan-MER. Daar werd immers het natuurontwikkelingsprogramma, dat voorziet in een natuurverbinding, mee in rekening gebracht om te besluiten dat er geen significante effecten kunnen optreden. Dat is de analyse van de Raad van State.
De vraag werd gesteld welke initiatieven ik overweeg om uit de impasse te geraken. Ik kan daarop alvast antwoorden dat ik heb beslist om de procedure voort te zetten. Het gaat immers om een schorsing en nog niet over een uitspraak ten gronde. Mijn administratie heeft me meegedeeld dat er heel goede motieven zijn om de kwalificatie die de raad geeft aan het natuurontwikkelingsprogramma, tegen te spreken. U moet begrijpen dat ik hier niet verder op inga. De procedure loopt nog en dit is een juridische zaak. Het lijkt me het meest logisch om het bij deze algemene terminologie te houden in plaats van te vertellen wat we als verdediging zullen aanroepen. In het vervolg van de procedure zullen we de argumenten aanreiken om de vernietiging te vermijden. Een nieuwe procedure ter opmaak van het RUP is op dit moment niet aan de orde.
In het schorsingsarrest werd heel duidelijk gesteld waar het pijnpunt zat voor de Raad van State, en uit het antwoord van Philippe Muyters, minister van Ruimtelijke Ordening, is duidelijk op te maken dat het verschil tussen milderende en compenserende maatregelen voor hem ook heel duidelijk werd.
Het symbolisch belang van dit dossier is enorm. Het is spijtig genoeg een voorbeelddossier geworden dat aantoont dat het zo goed als onmogelijk is geworden om grote infrastructuurprojecten te realiseren in Vlaanderen. Omdat we Vlaanderen willen promoten als een logistieke regio, krijgt dit dossier een extra symbolische dimensie, want we kunnen in dergelijke dossiers onze ambitie niet meer waarmaken.
Voor Limburg is de realisatie van dit dossier geen noodzaak, maar een zaak van levensbelang de hier aanwezige Limburgers zullen dit bijtreden voor de ganse regio om eindelijk de ontsluiting van Noord-Limburg te krijgen via onder andere de E314. Het is iets dat zodanig belangrijk is dat het werd opgenomen in het Limburgplan dat dateert van midden 2005.
Nadien is het hernomen als een van de absolute speerpunten in het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) om Limburg vooruit te helpen. Op een ogenblik waarop de Vlaamse Regering krap bij kas zit, zou dit dossier de centen zijn in de begroting Mobiliteit en Openbare Werken ingeschreven onze provincie al een heel eind vooruit kunnen helpen in de crisis waarin we zitten.
Vroeger kon het dossier worden beschouwd als een geschenk voor onze provincie, nu is het een vergiftigd geschenk, want elke handelaar, bedrijfsleider en middenstander die rechtstreeks betrokken is bij dit dossier, is een slachtoffer geworden. Elk van deze betrokkenen neemt terecht een zeer afwachtende, passieve houding aan totdat er definitief duidelijkheid en zekerheid is over de onteigeningen. Het gevolg is dat er geen investeringen meer gebeuren om hun zaak of bedrijf te moderniseren of uit te breiden. Dit dossier verlamt niet alleen een hele regio, maar duwt die ook achteruit.
Van alle kanten vraagt men deze keer zeker geen beloftes en geen verklaringen, maar enkel en alleen een snelle en vooral definitieve oplossing van de Vlaamse Regering. De reacties bij de mensen in Limburg liegen er niet om. Ze zeggen: los het op, neem maatregelen, wat ze ook zijn, om te zorgen dat dit dossier eindelijk gedeblokkeerd geraakt.
Dat is ook het enige lichtpuntje in dit dossier. Het draagvlak in Limburg voor dit dossier is bijna absoluut, buiten een aantal groene mensen. We zullen altijd wel een mier, een krekel en een mus vinden die hiertegen in beroep zullen gaan bij de Raad van State. Ik denk dat vandaag de goegemeente zich hierin voor meer dan 95 procent kan vinden. De huidige situatie vraagt om een krachtdadige, definitieve oplossing. Die is ook voorhanden als de Vlaamse Regering dat ook wil.
Het principe van een nooddecreet is niet nieuw. In Vlaanderen hebben we het nooddecreet Deurganckdok meegemaakt. Ook het Waalse Gewest gebruikt dit procédé, ook het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft daarvan gebruikgemaakt. De voordelen zijn bekend: men moet niet opnieuw de hele procedure van het project-MER, plan-MER, RUP, het behandelen van de bezwaarschriften en vooral de procedure voor de Raad van State doorlopen.
Indien we de procedure opnieuw doen, zijn we opnieuw voor vijf of zes jaar vertrokken, nog steeds zonder zicht op slaagzekerheid. Deze procedure, het nooddecreet, is ook geen tovermiddel. Er zal niet de dag na het realiseren ervan gestart kunnen worden met de werken, maar de beroepsmogelijkheden en de beoordelingsbasis zijn beperkter waardoor de kans op succes veel groter is. We zijn er ook voorstander van om voor dit dossier, de noord-zuidverbinding in Limburg, het procedé van het nooddecreet te gebruiken. Mijn fractie, Open Vld, zal dit eerstdaags indienen, we leggen er de laatste hand aan.
Het decreet zal een bijvoegsel zijn aan het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu. Het gaat eigenlijk over twee basisartikelen, een algemeen en een specifiek.
Het basisartikel zou luiden: De Vlaamse Regering is ertoe gemachtigd de besluiten houdende definitieve vaststelling van het gewestelijke ruimtelijk uitvoeringsplan die volgens een vernietigingsarrest van de Raad van State aangetast zijn door een schending van de bijzondere formele motiveringsplicht, vermeld in artikel 36ter, §5, vierde lid, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu, samen gelezen met artikel 36ter, §5, vijfde lid, van voormeld decreet van 21 oktober 1997, voor de toekomst ongewijzigd vast te stellen, wanneer de decreetgever dwingende reden van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard heeft vastgesteld.
Voor Europa is het belangrijk dat het gaat om een dwingende reden van groot maatschappelijk belang, van groot economisch en sociaal belang.
Het specifiek artikel luidt: Het omleidingstracé van de Noord-zuid verbinding N74, zoals opgenomen in het plan, gevoegd als bijlage I bij dit decreet, wordt op grond van de als bijlage II opgenomen stukken, omvattende stedenbouwkundige voorschriften, een toelichtingsnota, een milieueffectrapport en een juridische motiveringsnota, van groot openbaar belang in de zin van artikel 36ter, §5 vierde lid, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu verklaard.
Het gaat eigenlijk om alles wat de motivatie van groot openbaar belang kan staven. Dat alles wordt als bijlage toegevoegd.
Uiteraard, collegas, moeten daar ook nog een memorie van toelichting en alle beschikbare informatie over de noord-zuidverbinding bij, zodat de parlementsleden met volledige kennis van zaken hun beslissing kunnen nemen. Dit initiatief is een handreiking van ons, het is niet te nemen of te laten. Wij willen dit samen doen: Open Vld met alle collegas van goede wil. De doelstelling moet vooral zijn om te gaan naar een deblokkage en het realiseren van het omleidingstracé, het voltooien van de noord-zuidverbinding in Limburg.
Met dit initiatief willen wij ook de discussie op gang trekken om nog deze legislatuur in een algemene oplossing te voorzien en dus niet per individueel dossier. Dit nooddecreet moet eigenlijk de opstap zijn naar een algemeen decreet over de grote openbare werken. Ook dat staat in het Vlaamse regeerakkoord. We moeten voor eens en voor altijd doorbraken hebben in de grotere projecten, of het nu gaat over de Oosterweelverbinding in Antwerpen, over havenprojecten, over de noord-zuidverbinding in Limburg of nog andere.
Nederland heeft bewezen dat die werkwijze loont. Ook zij zijn onderworpen aan de Europese regelgeving. Of het nu gaat over habitat- of vogelrichtlijnen, of over milieubepalingen in het algemeen, Nederland slaagt er nu in om grote infrastructuurwerken te realiseren. Buiten een wet Versnelling Besluitvorming Wegprojecten zijn zij nog verder gegaan. Ze hebben zelfs hun administratie van Verkeer en Waterstaat, hun infrastructuurministerie, gefuseerd met het VROM-ministerie, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne. Ze hebben er één departement van gemaakt Infrastructuur en Milieu om de verkokering tegen te gaan. En onder verkokering lijdt zeker ook onze Vlaamse administratie.
Het is nu aan de politiek om te laten zien dat wij krachtdadig kunnen beslissen en het algemeen belang voorop kunnen plaatsen. Ik heb dan ook een aantal vragen. De eerste uit mijn schriftelijke versie laat ik wegvallen, want ik heb ondertussen ook het arrest kunnen lezen. We hebben deze interpellatie ingediend op woensdag na Pasen. Het vernietigingsarrest is er gekomen op dinsdag na Pasen. We hebben toen dus kort op de bal gespeeld. Ondertussen hebben we ook wat bijkomende informatie gekregen.
Hoe komt het, ministers, dat ondanks alle studies, planningen en vooral het juridische werk het keiharde dossier dat de minister van Ruimtelijke Ordening in het vooruitzicht had gesteld en had ingediend na het advies van de auditeur, de Raad van State niet kon overtuigen?
Welke zijn de stappen die de Vlaamse Regering nu gaat zetten, specifiek in dit dossier, maar ook in het algemeen?
Wat houdt de Vlaamse Regering tegen om mee te stappen in een scenario waarbij via een nooddecreet een deblokkage van het dossier van de noord-zuidverbinding in Limburg zou worden geregeld?
Is de Vlaamse Regering bereid om een algemeen infrastructuurdecreet, een decreet over de grote openbare werken, uit te werken en hiermee tegen dit najaar naar het Vlaams Parlement, naar deze commissie te komen?
De voorzitter : De heer Vereeck heeft het woord.
De heer Lode Vereeck : Voorzitter, ik denk dat de interpellant, de vorige spreker, de historische context en de juridische analyse heel uitvoerig heeft gebracht. Waarvoor dank, ik hoef het niet meer te herhalen.
Ik heb een paar kleine bedenkingen. Deze geschiedenis start niet in 2004, maar al veertig jaar geleden. Ik ben twintig jaar geleden gemigreerd naar Limburg en ik herinner me daar vooral het beeld van Patrick Dewael en Steve Stevaert die over de grote baan liepen en ons beloofden dat er heel snel tunnels zouden komen. Het is wel een beetje gek dat de historische beschouwing van de interpellant begint bij de verantwoordelijkheid van Kris Peeters, ik meen dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is van heel veel mensen in heel veel partijen. Dit was een kleine kanttekening, voor de rest sluit ik me aan bij wat de spreker heeft gezegd.
Ik heb ook nog een kleine kanttekening bij de problematiek. Als lid van een nieuwe, jonge partij die wat dit betreft weinig boter op het hoofd heeft, wil ik er toch even op wijzen dat de problematiek waarin we verzeild zijn geraakt, gewoon de uitvoering is van regelgeving die ook door dit parlement en door heel wat van deze partijen hier in het verleden is goedgekeurd. Er zijn bepaalde oplossingen die wij wellicht om praktische redenen zullen moeten steunen, mijnheer Keulen. Wat mij betreft, moet er vooral een nooddecreet zijn om korte metten te maken met de regelgeving die alles blokkeert. En ik verwijs heel graag naar de commissie-Sauwens, waarin heel wat concrete aanzetten worden gegeven.
Ik hoef de casus niet meer te schetsen, dat heeft de heer Keulen uitvoerig gedaan.
Minister, mijn eerste vraag gaat ook over de stand van zaken in het dossier. We lezen dat net voor de uitspraak van de Raad van State er toch al een aantal onteigeningsbesluiten zijn betekend. Wanneer een GRUP wordt geschorst, kunnen die ook onteigeningen niet worden doorgevoerd. Ik zou graag precies weten wat er is gebeurd in de weken voor en in de weken na de uitspraak. Intussen zijn we immers een aantal weken verder. Zijn er sinds de uitspraak van de Raad van State nog verdere stappen gezet in het dossier en welke? Hoe zit het precies met de onteigeningen die al zijn betekend?
Ik heb mijn vraag ingediend voor ik het arrest tot in detail heb kunnen lezen. Misschien is het goed dat u nog eens precies de elementen opsomt op basis waarvan het omleidingstracé werd vernietigd. Ik heb het begrepen zoals de heer Keulen dat heeft geschetst. Indien wij echt bepaalde elementen over het hoofd zien, dan zou ik dat graag weten.
Wat zijn nu de mogelijk oplossingspistes voor dat omleidingstracé waarvan het RUP werd vernietigd? Kan het nog worden gehandhaafd mits uitvoering van een aantal aanpassingen? Is het voldoende om met de kritieken van de Raad van State rekening te houden om op korte termijn dit omleidingstracé toch te realiseren?
Als dat niet zo is, dan zou ik willen weten of er nog andere tracés in aanmerking komen voor de realisatie van een noord-zuidverbinding. Zo ja, zou ik daar graag nadere toelichting bij krijgen, ook wat het kostenplaatje betreft. Wat is in dat geval de timing in functie van de realisatie van de noord-zuidverbinding?
Wat is de impact van het SALK op de realisatie van de noord-zuidverbinding? Is er voorzien in bijkomende middelen in het kader van het SALK voor de realisatie van de noord-zuidverbinding?
De Raad van State zegt dat het dossier van de Vlaamse overheid heel onvolledig is. Kunt u verklaren wat hier is misgelopen?
Wat zijn de alternatieven? Er zijn alternatieven die gaan van niets doen, een nieuw milieurapport tot een nooddecreet. Wat is het standpunt van de Vlaamse Regering over dat nooddecreet? Als u voor dat nooddecreet kiest, dan lijkt het me logisch dat we dat iets breder zien dan enkel voor Limburg. Ik neem aan dat er dan een generiek nooddecreet komt voor een aantal andere investeringsprojecten die klem zitten? Ik ben meer een voorstander van een nooddecreet om iets aan de regelgeving te doen die hier in Vlaanderen alles blokkeert.
De voorzitter : De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Johan Sauwens : Ik sluit me aan bij de vragen van de collegas. Ik vind het heel goed dat het draagvlak dat in de provincie bestaat, hier ook wordt vertolkt door leden van de oppositie. Dit is geen partijpolitieke discussie. Vraag is hoe we zo snel mogelijk vooruit kunnen geraken.
Mijn fractie doet niet mee aan het spelletje dat sommigen spelen waarbij men diegenen verwijt die zich tot de administratieve rechtscolleges wenden om hun recht te halen. Het verdrag van Aarhus bepaalt dat men niet over de individuele burger heen mag walsen. De milieuverenigingen en andere hebben de kans om hun zaak te verdedigen indien blijkt dat er fouten zijn gemaakt. Dan zullen de Raad van State en de andere instanties daar uitspraak over doen. Ik wil ook geen kritiek leveren op de Raad van State, die inderdaad werkt met het instrumentarium dat hem ter beschikking is gesteld. Mijn vraag is nu hoe we ons decretaal instrumentarium kunnen verfijnen waardoor de rechtszekerheid die nodig is in het belang van iedereen erop vooruitgaat.
Dit is geen provinciaal dossier. Dit is een van de grote doorstromingsdossiers, van de missing links van heel Vlaanderen. Ik ken het dossier van heel lang geleden. Ik heb het destijds mee betwist omdat er plannen waren vlak door de natuurreservaten Ten Haagdoorn en De Teut in Zonhoven. Men wilde aan de oostzijde een grote autosnelweg realiseren. Ik heb toen gevraagd om maximaal gebruik te maken van de bestaande weg en omleidingen te doen daar waar dat nodig is. Dat is ook vandaag nog altijd mijn stelling. Ik ben vandaag een heel groot voorstander van de omleiding.
In dit gebied is er minder wegeninfrastructuur aanwezig. Dat heeft te maken met de wat schrale bodem van de Kempen, waar vroeger heel weinig woningen waren. Er was ook relatief weinig landbouw. Door enerzijds die natte gebieden waar men niet doorheen kon, toen moerasgebieden en nu natuurgebieden, en anderzijds de militaire domeinen, zijn er op de oost-westverbinding heel weinig verbindingen. Dat is ook het geval in de Antwerpse Kempen. Dat zorgt voor problemen, omdat zowel het doorgaand en internationaal vervoer richting Eindhoven als het lokaal bestemmingsverkeer van Helchteren naar Houthalen op diezelfde weg zit en er geen enkel alternatief is.
Wij pleiten er vanuit onze fractie heel sterk voor om vast te houden aan de genomen beslissing en te kiezen voor de omleiding. De redenen daarvoor zijn manifest. Ten eerste is de nuloptie geen optie. De situatie waar we vandaag in zitten, is geen optie. Ik verwijs bijvoorbeeld maar naar de verkeersveiligheid: het aantal ongevallen op de huidige doortocht zal met 70 procent verminderen, indien de oplossing er komt. Ten tweede zal ook de tijdswinst heel belangrijk zijn.
Men moet dus kiezen tussen de twee tracés. Zowel de kosten-batenanalyse als het milieueffectenrapport heeft een aantal heel duidelijke elementen ingebracht. Vandaag zit men in de noord-zuidverplaatsing met een gemiddelde reistijd van 16,5 minuten. Dat zal in het geval van de doortocht 7,8 minuten worden, en in het geval van de omleiding 6,6 minuten. Dat is een beduidende tijdwinst voor tienduizenden reizigers per dag. Dat is economisch een enorm bedrag. Het betekent ook dat die barrière, die vandaag twee dorpen, Helchteren en Houthalen, volledig doormidden snijdt, kan worden opgelost.
De cijfers over de geluidshinder en die over de uitstoot van CO2 en zo meer tonen dat de omleiding heel grote voordelen heeft. 640 woningen zullen beduidend minder geluidshinder hebben, terwijl dat in het doortochtscenario, waarbij tunnels gerealiseerd worden, slechts om 480 woningen gaat. Die 640 woningen zouden meer dan 6 dB(A) minder omgevingshinder hebben. Dat is enorm.
Een heel belangrijk argument is ook het feit dat, wanneer men voor het doortochttracé kiest, het handelsgegeven Houthalen-Helchteren volgens de studie een verlies zal lijden van 47 tot 78 miljoen euro. Verder is het belangrijk te weten dat de aanlegduur bij het omleidingtracé zal verminderen. Men zal vrij kunnen werken, in een vrije zone.
Wij pleiten er heel sterk voor dat natuurcompenserende maatregelen kunnen worden behouden en misschien nog wat verfijnd. Wij denken dat de regering uitermate grote inspanningen heeft gedaan om de inname van natuurgebied te kunnen compenseren.
Als ik vandaag als jurist het arrest lees, vraag ik me af waarom men niet gekozen heeft voor dat uitzonderingsartikel, artikel 36, paragraaf 4. Men had zich dan wel even tot Europa moeten wenden, maar dan had men die weg wel kunnen inslaan.
Staat de Vlaamse Regering als geheel nog altijd achter de omleidingsweg, zoals die nu is vastgesteld? Is de aanleg van het omleidingstracé juridisch nog mogelijk? Sommigen beweren dat dat niet meer kan, wegens die uitspraak van de Raad van State. Welke proceduretijd moet men daar minstens nog voor doorlopen? Wat is de stijging van de bouwkost? De bouwindex betekent in sommige jaren een stijging van 7 à 8 procent van de bouwkost. Zal men daardoor een aantal kostenscenarios moeten herzien?
Hebt u contacten met de Nederlandse regering over het dossier van de N74? Een maand geleden zei een gedeputeerde van Noord-Brabant me dat er volop wordt doorgewerkt aan de verbinding Valkenswaard-Lommel. Welke stappen heeft de regering gezet sinds het arrest en zal men de volgende dagen nog zetten om dit belangrijke dossier zo snel mogelijk te kunnen deblokkeren?
De Mobiliteitsraad (MORA) heeft dit dossier op een bepaald moment trouwens als voorbeeld genomen van wijze van aanpak, met de getrechterde besluitvorming. Ik wil u uitnodigen om als ministers de rug te rechten en niet nog eens een bocht te nemen, zoals het misschien destijds is gebeurd, zodat we deze omleiding zo snel mogelijk kunnen realiseren.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Ik wil eerst reageren op wat de heer Keulen aanhaalde, als een soort karikatuur. Ik weet niet wie u precies aansprak, maar u moet altijd opletten met karikaturen. Ik zou ook kunnen zeggen dat liberalen fabriekseigenaars zijn die hun arbeiders uitbuiten. Maar dat is ook niet waar, net zomin als die andere karikaturen die u zelf hebt aangehaald.
Ministers, vanuit onze fractie en vanuit Groen Limburg onderschrijven wij de noodzaak aan een goede noord-zuidverbinding. Op dat punt ben ik het wel eens met collega Keulen: het duurt inderdaad tergend lang. Het is niet iets van deze legislatuur, zelfs niet van de legislatuur ervoor, maar van die daarvoor of die daar nog eens voor. Het is een ongelooflijk tergend trage procedure, verschrikkelijk voor Limburg.
U spreekt over een nooddecreet. Dat klinkt in eerste instantie misschien aantrekkelijk, maar eigenlijk geef je daarmee net het falen van onze eigen decreetgeving toe. Dat betekent dat onze decreten falen en dat de opeenvolgende regeringen bovendien niet kunnen omgaan met onze decreten. Als dat de bedoeling is van zon nooddecreet, stel ik me daar toch grote vragen bij. Ik ben het wel eens met wat de heer Sauwens daarover zei. De Raad van State heeft een belangrijke functie in onze rechtstaat. De Raad van State zorgt ervoor dat er een opvolging is van de correcte rechtsgang en fungeert dan ook als beschermer van onze burger. Allerlei procedures maken om de Raad van State en kritiek van burgers te omzeilen, vind ik een zeer foute piste vanuit de politiek, vanuit het parlement, vanuit de decreetgever.
Naast het nooddecreet wil ik iets zeggen over de doortocht, maar kort, want de meningen zijn gekend. Wij zijn geen voorstander van een omleidingsweg die door waardevol natuurgebied gaat en ook twee woonwijken aandoet. Dat zijn niet enkel de mussen, mijnheer Keulen. Wij denken ook dat een doortocht een snellere en betere oplossing is, met meer juridische zekerheid.
Bij een nooddecreet moet ook een MER worden opgemaakt. Er zal opnieuw een alternatief moeten worden afgewogen. Het is ook een hele procedure die moet worden doorlopen. Het is nog altijd Habitatrichtlijngebied, dus Europa zal blijvend kritiek geven. Dat is nu net iets dat bij de omleidingsweg een stuk crucialer is dan bij de doortocht. Die gaat ook door Habitatrichtlijngebied, maar bon, die loopt er nu al door. Als we werken plannen in die zone is het juridisch toch onzekerder om een omleidingsweg te willen realiseren, in plaats van op het bestaande tracé via ondertunneling en dergelijke de noord-zuidverbinding te optimaliseren.
De vraag die bij iedereen leeft is natuurlijk: hoe moet het nu verder? Welke stappen worden nu genomen door de Vlaamse Regering? Worden er inderdaad een nieuwe MER en GRUP opgesteld? Wat is uw mening over het fameuze nooddecreet?
De voorzitter : De heer Ceyssens heeft het woord.
De heer Lode Ceyssens : De wijzen komen uit het oosten. Misschien zegt dat vandaag iets over de kwaliteit van de commissie. Jammer genoeg is het om een andere reden dat we vandaag een iets grotere Limburgse vertegenwoordiging hebben dan normaal, en het is niet meteen een prettige reden.
Ik denk niet dat ik de geschiedenis die de collegas al hebben verteld, opnieuw moet geven. Ik wil enkel de aanvulling maken dat er in de hele periode van de geschiedenis van de noord-zuidverbinding wel effectief al zaken zijn gebeurd. De noord-zuidverbinding is intussen van Lommel tot bijna in Helchteren ontdubbeld. Dat zouden we bijna vergeten, maar we zijn het er allemaal over eens dat de meerwaarde van de ontdubbeling zo veel groter zou zijn als uiteindelijk ook de finale bottleneck in Houthalen-Helchteren opgelost wordt en laat dat nu precies het moeilijkste zijn. Ik herhaal dat de bottleneck zeer belangrijk is voor de leefbaarheid van Houthalen-Helchteren. Als Noord-Limburger wil ik nog eens onderstrepen dat die ook voor de ontsluiting van Noord-Limburg uitermate belangrijk is.
In 2008, als we teruggaan in de geschiedenis van de noord-zuidverbinding, toen Marino Keulen nog samen was met Hilde, is er een zeer belangrijke hindernis genomen in het dossier. Toen is er een keuze gemaakt. Ik denk niet dat we vandaag intentieprocessen moeten maken, van wie wat verkeerd heeft gedaan in de geschiedenis van de noord-zuidverbinding. We moeten enkel vaststellen dat we via een groeiproces zijn gekomen tot een heel breed gedragen beslissing in Limburg.
Ik herinner er nog eens aan dat die beslissing eigenlijk werd genomen omdat uit de plan-MER bleek dat zowel de doortocht als de omleiding kon. Ik heb nog niet te veel gehoord dat we ook om de doortocht aan te leggen, door een speciale beschermingszone moesten. Dat was een heel belangrijk argument in die plan-MER. Daarnaast is er een maatschappelijke kosten-batenanalyse gemaakt en die pleitte heel duidelijk in het voordeel van de omleidingsweg. Daar heeft de heer Sauwens daarjuist al uitgebreid naar verwezen.
We zouden kunnen zeggen dat we nu weer op het punt zitten van toen. Ik zou toch één belangrijk lichtpunt willen aanhalen. Ondanks het spijtige vernietigingsarrest stel ik vast dat het draagvlak dat er in 2008 was, vandaag zeker niet kleiner is geworden.
Paasdinsdag is een nieuwe feestdag die ik van u heb geleerd, mijnheer Keulen. Als CD&Ver leer ik dat van een liberaal, je kunt veel leren in het leven. Die dinsdagmiddag kreeg ik al telefoon van burgemeesters uit Noord-Limburg over alle partijgrenzen heen, om onmiddellijk een persbericht de wereld in te sturen dat we vanuit Noord-Limburg onverkort achter het omleidingstracé blijven staan. Ik stel vast dat de sociale partners één voor één opnieuw hun vertrouwen in de keuze voor de omleidingsweg hebben uitgesproken. Ik stel vast, collegas, dat we hier vandaag als Limburgse politici ook weer eensgezind achter dat omleidingstracé staan.
Dit debat moet misschien meer gaan over de meest rechtszekere oplossing om in de toekomst tot die omleiding te komen. Het is niet het moment om elkaars ideeën af te schieten, mijnheer Keulen, absoluut niet. Alle pistes moeten grondig worden onderzocht, maar ik wil toch nog eens verwijzen naar de Codex Ruimtelijke Ordening en dan kijk ik naar u, minister Muyters. In de vorige legislatuur, via een ontwerp van decreet van Dirk Van Mechelen, hebben we de mogelijkheid gelaten binnen 3.1 om plannen van gewestelijk, ruimtelijk en strategisch belang aan te pakken.
Mijn vragen richt ik aan beide ministers. Welke stappen zijn er al genomen om de verschillende voorstellen te toetsen op haalbaarheid en rechtszekerheid? Is er al een eerste idee over? Wat met het plan-MER: moeten we dat volledig opnieuw maken of kan dat ergens halverwege worden hernomen?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Ik begin met het antwoord, maar minister Crevits zal aangezien wij hier nu samen zijn aansluiten. Ik moet eerlijk zeggen dat ik met een aantal opmerkingen erg blij ben. Mijnheer Vereeck, ik wil u danken om de historische context iets verder te schetsen dan de heer Keulen heeft gedaan en ook te verwijzen naar de bestaande regelgeving.
Ik wil mijn antwoord beginnen bij wat de heer Sauwens duidelijk stelt, namelijk dat we in een rechtstaat leven en dat iedereen die voelt dat zijn rechten zijn aangetast, naar de Raad van State kan stappen. Elk van ons vindt wel dat het algemeen belang moet primeren op het individueel belang, denk ik, maar dat elk individueel belang zijn rechten heeft en dat die ook mogen worden gebruikt. Elke burger heeft dus het recht om beroep aan te tekenen. En de argumenten die zon beroep kunnen ondersteunen, kunnen natuurlijk worden teruggevonden bij de verdere rechtspraak.
Zelfs wanneer je als overheid wat in dit geval ook is gebeurd hebt geprobeerd om zo veel mogelijk draagvlak te creëren en hebt geprobeerd om overal, ook in natuur, win-winsituaties te creëren, kun je niet vermijden dat iemand naar de Raad van State stapt of zijn rechtsmiddelen maximaal gebruikt, mijnheer Keulen. Ik kan u in elk geval meegeven dat de beslissingen in dit dossier niet onbezonnen zijn genomen. Ik betwijfel dat ik u daarvan moet overtuigen, mijnheer Keulen. Zoals u zei, was u nog samen met Hilde Crevits of zat u toch in de Vlaamse Regering, toen het plan-MER en de maatschappelijke kosten-batenanalyse in 2008 zijn gebeurd.
Het gaat hier over de kwalificatie van het natuurontwikkelingsprogramnna, het NOP. De plan-MER motiveert dit als een milderende maatregel. Minister Crevits zal daar nog verder op ingaan. De milderende maatregel is conform de Europese richtlijn, het decreet Natuurbehoud en de Habitatrichtlijn. Ik heb op basis van die bepaling die keuze werd gemaakt in 2008 met uw partij in de regering goed nagedacht en een RUP opgemaakt. Zo werkt dat. Ik ging ervan uit, net als u, dat dat juist gemotiveerd was. Ik kan nog altijd achter die motivatie staan. Minister Crevits zal er nog dieper op ingaan, maar de kwalificatie van het NOP als milderende maatregel werd zowel door de MER-coördinator, als het Agentschap voor Natuur en Bos als Leefmilieu, Natuur en Energie zeer uitdrukkelijk gesteund. Anders zou u niet gevolgd zijn, mijnheer Keulen. Ik veronderstel dat u het dossier nauwgezet hebt gevolgd. Er is zeker niet over één nacht ijs gegaan of roekeloos te werk gegaan.
In dit dossier hebben de actiegroepen specifiek een bepaalde juridische kwalificatie uit de plan-MER aangevochten, maar hebben ze geen aanval gedaan op de maatregelen zelf, niet op de tracékeuze en niet op het RUP dat werd opgemaakt. De Raad van State heeft deze actiegroepen gevolgd en om juridisch-technische redenen het plan vernietigd. Het NOP voorziet in een natuurcorridor tussen twee militaire gebieden. De Raad van State is van oordeel dat dit een compenserende maatregel vormt en geen milderende. Het NOP zou een maatregel zijn die de schadelijke effecten op de natuurlijke kenmerken van de speciale beschermingszones (SBZ) zou compenseren, omdat de relaties tussen deze gebieden ook behoren tot de natuurlijke kenmerken van een SBZ.
De argumenten om tot dit standpunt te komen, betreffen een louter juridische beoordeling van de technische analyse uit het MER. Of met andere woorden: de Raad van State bekijkt eigenlijk de ecologische conclusie dat het plan geen schade aanbrengt aan de natuurlijke kenmerken van de SBZen door een juridische bril.
In het arrest en de memories in de procedure zijn er in ieder geval bladzijden volgeschreven over het al dan niet milderend dan wel compenserend karakter van het NOP. Dit kan al op zich aantonen dat er niet zomaar een lijn te trekken is in de definiëring van deze maatregelen. Zoals gezegd, is dit in een moderne rechtstaat onvermijdbaar. Wie dat wil aanvallen, moet dat kunnen aanvallen.
Ik leg momenteel samen met minister Schauvliege de laatste hand aan het Investeringsdecreet. Een van de komende weken wordt het behandeld. We wachten op een advies van de Inspectie van Financiën. Als ik dat heb en als het positief is, of als ik het samen met minister Schauvliege voldoende kan weerleggen, kan ik met het decreet naar de regering stappen. We besteden maximaal aandacht aan een goed en grondig voortraject, het zoeken naar partners en het creëren van een draagvlak.
U hebt het ook gezegd, mijnheer Sanctorum en mijnheer Sauwens, ook hier kunnen we de rechtsgang niet onmogelijk maken. Wie een aanvechting wil en kan motiveren, mag dat doen. We moeten ons maar verdedigen met de wapens die we hebben. De Raad van State of andere rechtsorganen zullen altijd onafhankelijk van de politiek beslissingen kunnen en moeten nemen.
Ik volg de collegas dat we niet moeten blijven zoeken naar een zondebok in dit dossier. De voorbereidende documenten dateren reeds van 2008. Ik denk dat het op dit moment het belangrijkste is om vooruit te kijken. De heer Ceyssens zei het al, we zullen de procedures uiteraard hernemen waar de fout is ontstaan en tegemoetkomen aan de opmerkingen van de Raad van State. We zullen daarbij rekening moeten houden met alles wat in de procedure is aangebracht.
Minister Crevits en ikzelf hebben van in het begin gezegd dat we zo snel mogelijk moeten kunnen herbeginnen, en dat we dat moeten doen op de meest rechtszekere wijze. Op dit moment zijn we volop bezig, zowel juridisch als technisch en in overleg met de sociale partners, alle mogelijke acties te onderzoeken. Er wordt in de eerste plaats volop onderzocht hoe er een snelle doorstart kan worden gemaakt met het plan-MER. Het bestaande plan-MER moet in ieder geval worden gerepareerd na het arrest van de Raad van State is dat vanzelfsprekend , geactualiseerd en wetenschappelijk onderbouwd.
Vervolgens moet de uitzonderingsprocedure van het decreet Natuurbehoud en van de richtlijn worden gevolgd. Daarna kan er een procedure tot vaststelling van een GRUP worden gemaakt. U begrijpt, mijnheer Keulen, dat we niet anders kunnen dan die procedure zo te hervatten.
U hebt in de pers gesproken over een nooddecreet. Het staat niet uw vraag, maar ik wil toch iets zeggen over het Deurganckdokdecreet. Anno 2013 is het niet zo eenvoudig. Niet alleen is de concrete situatie van het Deurganckdokdecreet en de noord-zuidverbinding niet vergelijkbaar. Toen werd een stedenbouwkundige vergunning decretaal gevalideerd. Daarover gaat het hier niet. Niemand, ook het Vlaams Parlement niet, kan onder de Europese regelgeving uit. Een onmiddellijke bekrachtiging van het vernietigde RUP kan de onregelmatigheid van het plan-MER niet rechttrekken. Een MER is een Europese plicht. Dit betekent concreet dat ook bij een goedkeuring van het RUP per decreet een voorafgaand plan-MER moet worden opgemaakt en dat we verplicht zijn te voldoen aan de richtlijn inzake natuurbehoud. Die twee elementen moeten we toch meenemen als er verder aan een nooddecreet wordt gedacht.
Ik neem aan dat u in uw laatste vraag verwijst naar de codex, artikel 3.1.1. Die bepaling geeft de mogelijkheid aan het parlement om op verzoek van de Vlaamse Regering te verklaren dat een ruimtelijk project van gewestelijk en strategisch belang is. De codex koppelt daar wel zes voorwaarden aan. Op basis daarvan kan bij de opmaak van een RUP worden afgeweken van het RSV. Dat was de filosofie van artikel 3.1.1. Het geeft de mogelijkheid om in het algemeen belang af te wijken van het RSV. U weet dat dat hier niet noodzakelijk is. De noord-zuidverbinding staat vermeld in de bindende bepalingen van het RSV. Als het parlement een dergelijke decretale verklaring zou willen goedkeuren, heeft dit een signaalfunctie, maar het heeft geen rechtstreeks gevolg voor het proces.
Ook in dat geval moeten het MER, inclusief de richtlijn natuurbehoud, en het RUP opnieuw worden opgemaakt. Het RUP zelf zal dan bij besluit van de Vlaamse Regering worden goedgekeurd. Een dergelijke decretale verklaring in uitvoering van artikel 3.1.1 van de Codex Ruimtelijke Ordening loopt dus samen met de vaststelling van het RUP. We zoeken hoe het snel en rechtszeker kan gebeuren, maar ik kan wel stellen dat een een-twee-drieoplossing niet mogelijk is. We doen er alles aan om binnen de Europese en internrechtelijke perken een snelle remediëring mogelijk te maken.
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits : Mijnheer Sauwens, u vraagt waarom we voor die procedure hebben gekozen. Wel, er is een plan-MER gemaakt. We moesten sowieso door een heel kwetsbaar gebied: doortocht en omleiding in de beide gevallen. Het MER kwam tot de conclusie dat de beide opties konden en dat de doortocht, noch de omleiding tot significante effecten zouden leiden op de speciale beschermingszones. Als dat de conclusie is van een MER, dan is er geen enkele reden om de uitzonderingsprocedure te starten. Dan kun je in de gewone procedure blijven. Wat je niet kunt, is kiezen voor de gewone procedure en terugvallen op de bijzondere procedure. Je moet keuzes maken.
De Vlaamse Regering heeft een keuze gemaakt en die is sterk ondersteund. Er staat nog niet zoveel op mijn teller, maar ik was erbij toen de Vlaamse Regering een keuze heeft gemaakt. We hebben ook enkele keren met stakeholders in Limburg gesproken. Op het moment dat het ontwerp-MER zei dat er geen significante effecten waren, is de keuze gemaakt om in de gewone procedure te blijven. Dan heeft de regering beslist om te kiezen voor de omleidingsweg. Het zou anders geweest zijn, mocht het MER tot de conclusie zijn gekomen dat er significante effecten waren en dat we moesten compenseren. Dat was niet zo. Er waren geen significante effecten, en we konden mitigerende maatregelen nemen.
Dat was nieuw. Je moet ervoor zorgen dat je nergens zegt dat je aan het compenseren bent. Het is mitigatie en dat betekent dat je naar een manier zoekt om de effecten te milderen. Dat kon in de beide gevallen. Er is gekozen voor de omleiding. Dat is een keuze van procedure.
De Raad van State heeft gezegd: de keuze die jullie toen hebben gemaakt, is fout. Ik kan vandaag niet anders dan zeggen ik ben ook jurist dat ik achter de keuze sta die we hebben gemaakt. Ik vind dat nog altijd de juiste keuze. Het is geen keuze tussen omleiding en doortocht, het is een keuze voor een procedure van mitigatie. Van die keuze zegt de Raad van State expliciet dat ze niet juist is omdat het compensatie is. De Raad van State had kunnen zeggen dat het geen mitigatie was, en dan geen uitspraak doen. Maar de Raad van State zegt dat het compensatie is. We weten nu dat het een compensatiedossier is. We moeten ons daarbij neerleggen. We kunnen niet zeggen: ik vind dat het mitigatie is en ik blijf dat vinden.
Mijnheer Vereeck, je kunt zeggen dat de overheid een foute keuze heeft gemaakt, maar het is wel mijn grote overtuiging dat de keuze die we toen hebben gemaakt voor de mitigatieprocedure, de juiste was. Ik wil me hier niet verstoppen achter het MER. Het studiebureau gaf ons dat aan, de MER-coördinator bevestigde dat en de milieucel heeft dat plan ook nog eens goedgekeurd. Er werd ons iets aangereikt op drie niveaus, waarvan we hebben gezegd dat het in de beide gevallen kan en dus hebben we gekozen voor die procedure. Volgens mij was dat juist, maar de Raad van State zegt dat het fout is. Ik ben het met die redenering niet eens, maar het is wel een arrest dat is geveld en daar zitten we nu wel mee.
Ik ga akkoord met alles wat hier wordt gezegd. Er is een arrest geveld. Zomaar alles regelen via een nooddecreet, dat gaat niet. Mijnheer Keulen, u hebt dat ook zo niet gezegd. Ik heb u zeer goed beluisterd. U hebt gezegd dat we er een goedgekeurd MER moeten bij stoppen. De goedkeuring van het MER is nu weg. De Raad van State heeft niet alleen het RUP, maar ook de goedkeuring van het MER vernietigd. We moeten sowieso komen tot een goedgekeurd MER. We hebben dus een goedkeuring nodig. Dat betekent dat we de procedure op een bepaald punt moeten hernemen. Er is geen andere keuze. Daar wil ik duidelijk in zijn. Dat is spijtig, ik zou het liever anders zien, maar je kunt er niet omheen. Anders krijg je problemen.
Is de Vlaamse Regering ervan overtuigd dat een omleidingsweg de beste oplossing is? Dat hebben we al gecommuniceerd. De Raad van State heeft de omleidingsweg niet vernietigd, maar heeft gezegd dat het natuurontwikkelingsplan dat we er hebben bijgevoegd, duidelijk compensatie is. We moesten de uitzonderingsprocedure hebben gevolgd. Daar zitten we nu in. Dat betekent dat we dat moeten remediëren. Het wil niet zeggen dat de omleidingsweg is geliquideerd, wel dat we niet de juiste procedure hebben gekozen.
De juridische mogelijkheid blijft bestaan. Waarom zou dat niet zo zijn? Maar we moeten er wel voor zorgen dat we remediëren op een rechtszekere manier. Er zijn tal van mogelijkheden. De heer Keulen had het over een nooddecreet. De heer Ceyssens citeerde artikel 3.1.1 van de codex die in de vorige legislatuur is ingevoerd. Het zijn allemaal zaken die we momenteel met veel ernst onderzoeken.
We hebben vandaag de knoop nog niet doorgehakt en dat is ook logisch. De sociale partners in Limburg hebben ons een dossier overhandigd waarbij Voka een bepaalde piste had aangereikt om decretaal te werken. Professor Vuye was daarbij betrokken. Deze ochtend is er een contact geweest. We moeten nu zien hoe we dat doen, maar we willen alle juridische zaken onderzoeken. Het moet rechtszeker zijn en we gaan dat in alle ernst onderzoeken. We kunnen de beslissing van de Raad van State jammer vinden, maar we moeten correct remediëren.
De proceduretijd die nog moet worden doorlopen, moet zo kort mogelijk zijn. Ik kan daar niet over liegen. Het MER moet opnieuw worden goedgekeurd, maar we moeten dat niet helemaal hernemen. We kunnen dat vanaf een bepaald punt doen, maar we moeten wel een goedgekeurd document hebben. De contacten met de cel-MER lopen. Ook minister Schauvliege is daarmee bezig.
Door dit arrest is er geen stijging van de bouwkost. Het is wel een streep door de rekening. Op gezette tijden werd ik door jullie ondervraagd: waarom onteigen ik niet veel sneller, de ondernemers zijn ongerust? We zitten in een spagaat. In het voorjaar 2011 was er veel onrust bij de ondernemingen. Die hebben de weg dan geblokkeerd omdat ze zekerheid wilden. Er was een specifiek probleem met de Volvo-garage omdat die op de lange termijn moest kunnen investeren. Die mensen moesten zekerheid hebben. Daarom is er een onteigeningsbesluit getekend voor dat bedrijf.
Het is onze bedoeling om met dat dossier door te gaan. Daar kan ik duidelijk over zijn. De onteigening is inderdaad getekend. Er is een tweede bedrijf, Awouters, dat twee jaar geleden is onteigend. Dat was nodig geweest in de doortocht. Volvo is ook een ondertekende onteigening.
De reden waarom het omleidingstracé is vernietigd, heb ik duidelijk gemaakt. Op een bepaald moment ging het over een onvolledig dossier. Dat is heel vreemd. Het is een dossier waar heel wat raadsleden op hebben gewerkt. De reden waarom de Raad van State dat heeft vernietigd, is omdat het een compensatie is en geen mitigatie.
We werken volop aan de oplossingen. Ik hoop dat we daarover heel snel duidelijkheid kunnen brengen. Niets belet ons om die MER nu al snel klaar te maken voor goedkeuring.
Van andere tracés is er geen sprake. We moeten de MER vanaf een bepaald punt hernemen. We zullen moeten nagaan wat het punt is dat het dichtste bij de goedkeuring zit, waarop we kunnen hernemen.
Het SALK is belangrijk voor dit dossier, zelfs zeer belangrijk. Als je in de uitzonderingsprocedure gaat, kan dat alleen maar voor een dossier van groot gewestelijk strategisch belang. In het SALK-rapport dat de professoren in Limburg hebben gemaakt, is de realisatie van de noord-zuidverbinding prioriteit nummer een. Die mensen hebben dat met grote deskundigheid gemaakt en zijn onverdacht. Niemand kan eraan twijfelen dat die noord-zuidverbinding voor Limburg van groot gewestelijk strategisch belang is. Dat is een grote ondersteuning in dit dossier. Het wordt ook bevestigd door de contacten die er ondertussen al zijn geweest.
Het is mijn bedoeling om in de komende weken naar Houthalen-Helchteren te gaan. Ik heb gelezen dat de burgemeester deze morgen uitspraken heeft gedaan. Ik zal daar nu geen commentaar op geven. Het is goed dat ik daar eens op bezoek ga om te zien hoe de sfeer is op het terrein.
Mijnheer Sauwens, u had een vraag over de verbinding van de N74 met de A67. Op Nederlands grondgebied wordt de N74 de N69. Die N69 is door Rijkswaterstaat overgedragen aan de provincie Noord-Brabant. Bij die overdracht werd de financiële en coördinerende bevoegdheid op provinciaal niveau gelegd. Ze hebben een omgekeerde beweging gedaan: wij hebben alle provinciewegen in Vlaanderen overgenomen, in Nederland worden wegen aan de provincie overgedragen.
In het gebiedsakkoord met grenscorridor N69 dat op 27 juni 2012 ondertekend is door de eigen en de Nederlandse actoren, is gewezen op het belang van die verbindingsweg. Op dit ogenblik loopt zowel de planstudie voor de West-Parallel als de herinrichtingstudie voor de bestaande N69 tussen de Belgische grens en de aantakking van de West-Parallel. Het definitieve rapport is gepland tegen halverwege dit jaar, dan moeten we er meer over weten. Het moet aansluiten bij het project-MER voor het nieuwe tracé dat op de A67 moet aansluiten.
Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is betrokken partij en informeert ook. Gijs Moors, de verantwoordelijke van AWV-Limburg is hier vandaag aanwezig hij zit naast de pers, dat is misschien een beetje gevaarlijk. Hij volgt het dossier in elk geval van heel nabij op.
Dit is een beetje de stand van zaken. We leven in een rechtsstaat, ook voor mij is het van belang dat iedereen die dat wil, de rechtsmiddelen kan uitputten. Het is niet zo dat er niets meer mogelijk is. We zijn op dit ogenblik in Gent de ring aan het voltooien, we zijn in de Kempen de noord-zuidverbinding aan het aanleggen en ik hoop dat we de verbinding van de A11 binnenkort kunnen starten. Er zijn een aantal dossiers in volle ontwikkeling, maar het is juist dat we moeten werken aan het draagvlak als een keuze moeten worden gemaakt.
Het is nog niet mogelijk gebleken in Limburg om er iedereen voor 100 procent achter te krijgen. Zolang die 100 procent niet bereikt wordt, lopen we het risico dat men naar rechtsmiddelen blijft zoeken. Ook ik vind dit wat spijtig. Toen we de beslissing namen in 2008, waren de gemeenteraadsverkiezingen net voorbij. Er was een politieke partij opgericht die Omleiding Nu heette. Degenen die zich afvragen waarom we die keuze hebben gemaakt: ik was erbij. Een aantal zaken uit de geschiedenis worden vergeten, ze worden gefilterd, maar die momenten toen, zijn mij bijgebleven. Het is een bijzonder moeilijk dossier dat de gemoederen heel fel heeft verhit. We moeten nu in alle koelheid proberen om rustig en rechtszeker voort te werken.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Minister, collegas, ik heb ook nog een toevoeging over de geschiedenis. Ik herinner mij 2008. We hadden juist een jaarvergadering gehad van VKW en toen bleek in Limburg dat iedereen dermate murw was dat men vlakaf zei: Maak een keuze. En wat u ook kiest, we staan achter u. En toen bleek inderdaad, mijnheer Ceyssens, uit de studies en de maatschappelijke kosten-batenanalyse dat het omleidingstracé het minste overlast veroorzaakte.
Collegas, ik heb een beetje gemengde gevoelens bij de antwoorden van de ministers. Positief is dat men resoluut blijft gaan voor het voltooien van de noord-zuidverbinding en voor het omleidingstracé, want dat is principieel heel belangrijk. Ik kan alleen maar zeggen dat de regering op de lijn zit van de overgrote meerderheid van de Limburgers. Voor mij is het individueel belang ook heel belangrijk, zeker als liberaal, maar nu worden toch heel veel individuele belangen, die van tienduizenden rechthebbenden, ook geschaad.
Wat u ook doet, ministers, de milieukoepel heeft aangekondigd dat ze opnieuw in beroep gaan bij de Raad van State als u blijft vasthouden aan het omleidingstracé. Dat zult u doen en ik hoop dat u dat zult blijven doen. Ze zullen opnieuw procederen, tot het bittere einde. U moet dus niet denken dat u ze zult kunnen bekeren of tot andere inzichten brengen, ze hebben dit vlakaf aangekondigd en een gewaarschuwde man of vrouw telt voor twee.
Wat ik een beetje negatief vind, is dat u toch weer helemaal opnieuw met een plan-MER zult beginnen, minister Crevits. Volgens mij zijn we dan weer met een ellenlange procedure bezig. Ik heb niets gezegd over een goedgekeurde MER. Ik heb me laten informeren door advocaten die vooral met ruimtelijke ordening en milieu bezig zijn. Zij zeggen me dat zon nooddecreet kan: Het parlement maakt zijn wetgeving zelf en geeft ook zelf invulling eraan. Op die wijze staat het boven de Raad van State, dat is het basisbeginsel. De enige toetsing die nodig is aan een decreet, is de grondwettelijkheid en dus kan een nooddecreet alleen worden aangevochten bij het Grondwettelijk Hof. Het Grondwettelijk Hof gaat de materiële situatie niet na zoals de Raad van State dat doet omdat het ervan uitgaat dat het parlement alle afwegingen maakt en in zijn wijsheid beslist namens de bevolking die het gekozen heeft. Het individueel belang verdwijnt dus. De enige echte voorwaarde is dat alles goed beschreven moet zijn en dat de parlementsleden toegang moeten hebben tot alle info zodat er geen sprake kan zijn van onwetendheid, want dat is de fout die aanvankelijk in Wallonië werd gemaakt met de luchthavens. Het betekent dat bij het decreet in bijlage moeten worden bijgevoegd: stedenbouwkundige voorschriften, een toelichtingsnota, milieueffectenrapporten, een juridische motiveringsnota
Ik merk op dat onze buurlanden ook met soortgelijke nooddecreten of wetgeving werken. Dat is zo in Nederland, maar ook in Wallonië en Brussel. Het is niet zomaar iets dat we hier uit onze hoge hoed toveren. Ze hebben ondertussen die stap gezet en ook dat zijn democratieën die fungeren binnen een rechtsstaat.
Mijnheer Sanctorum, ik wil tussen haakjes nog even meegeven dat de Vogelrichtlijngebieden en de Habitatgebieden zonder inspraak werden aangeduid. Er werd nooit iets aan de bevolking gevraagd of meegedeeld, ze waren er in één keer. Er wordt gepraat over democratie en betrokkenheid, maar ook dat was een heel eenzijdig verhaal. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Ministers, in Limburg ligt het reservegebied aan bedrijventerreinen: 12.000 hectare. In de rest van Vlaanderen moet men met een vergrootglas op zoek naar industrie- en bedrijventerreinen. Bij een aantal ervan zoals Balen in het noorden van Limburg, Lommel is dat, kan men niet geraken omdat de ontsluiting ontbreekt.
Men kan dit ook bekijken op microniveau, bij de mensen zelf. Voor wie in de dorpskernen van Houthalen en van Helchteren woont, is het vandaag ook geen leven. Een van de redenen waarom men destijds het tunneltracé van Stevaert en Dewael heeft verlaten het zijn geen geboortetunnels, het zijn uitgegraven tunnels was omdat het verkeer langs de werken heen moest worden geleid en iedereen zei dat het jaren zou duren en dat men stikdood zou zijn. Het zou negen tot tien jaar duren en daarom werd het tunneltracé verlaten. Het was om die reden en om geen enkele andere.
Uiteindelijk gaf het economische middenveld in Limburg het signaal dat iets mocht worden beslist en dat het goed zou zijn. Zo zijn we in 2008 op het kabinet heel snel tot het akkoord over het omleidingstracé gekomen, dat zal ik nooit vergeten, minister Crevits.
Ik zeg dit om even mee te geven hoe het met dit stukje geschiedenis zit. Het is ook een motivatie voor een nooddecreet, dat volgens de experts die ik heb geraadpleegd, wel kan. Ik vrees dat als we terug beginnen met het opmaken van een plan-MER en met het doorlopen van de richtlijnen inzake natuurbehoud, we opnieuw voor jaren vertrokken zijn. We lopen dan weer het risico op procedures bij de Raad van State met een onzekere uitkomst. Dat staat als een paal boven water, wetende dat de natuurbeweging heeft gezegd dat ze opnieuw zal procederen.
De voorzitter : De heer Vereeck heeft het woord.
De heer Lode Vereeck : Voorzitter, ik wil de regering danken voor de duidelijke antwoorden. Het is natuurlijk zo dat ze niet altijd zijn wat we graag willen horen, want we begrijpen nu ook wel dat het niet voor morgen zal zijn.
Laat ik beginnen met mijn eerste bekommernissen, op microschaal. Ik dank u ook voor de duidelijkheid die u hebt gecreëerd over de onteigeningen, die eigenlijk los staan van het arrest, want daar was enige onduidelijkheid over.
Ik begrijp ook dit is een zijsprongetje dat het SALK van groter belang is dan het louter financiële, want dat het ook een onderdeel zal zijn in de bijzondere procedure die u zult volgen. Ook dat is belangrijk nieuws.
Ik stel ook vast dat u vasthoudt aan het tracé. De keuze is gemaakt en het is goed dat we daarmee verder gaan.
Op de timing heb ik nog maar weinig zicht gekregen. Ik ben geen jurist, misschien moet u het toch nog eens herschetsen. Als we toch terug moeten naar het herschrijven van de plan-MER, begrijp ik dan goed dat een uitzonderingsprocedure zoals die wordt voorzien in de codex, zo goed als even snel gaat als een nooddecreet? Of gaat het dan merkelijk sneller? Heeft het dan eigenlijk nog zin? Ik heb ook begrepen dat zelfs voor een nooddecreet het herschrijven van een plan-MER nodig is. Als we de moeite dan toch moeten doen, ongeacht de juridische stappen die we moeten zetten en de rechtszekerheid, kunt u mij dan toch wat meer vertellen over de timing en vooral over de snelheid?
Mag ik het nu iets breder en misschien ook iets meer filosofisch bekijken? Ik keer even terug naar de commissie Speed, de commissie-Sauwens, waarin we heel het participatieve proces voor de definitieve besluitvorming zetten en niet erna. Ik vind dat we er nu eens echt rekening mee moeten houden dat we niet eerst een beslissing nemen waarna allerlei actiegroepen de zaak beginnen te blokkeren. We moeten met al hun problemen al rekening houden voor we definitief beslissen.
Mijn vraag is vooral of u mij, als niet-jurist, kunt schetsen wat de timing is in beide opties: het nooddecreet en de traditionele weg.
De voorzitter : De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Johan Sauwens : Voorzitter, ministers, ik dank u voor het antwoord. Ik heb nog een aantal heel concrete vragen.
Er is gezegd door minister Crevits dat een gedeelte van het werk dat gebeurd is, zou kunnen worden meegenomen in een aantal scenarios. Ik heb me daar ook een beetje in verdiept. Indien men aan het uitvoeringsontwerp wijzigingen aanbrengt, zoals vandaag de vraag naar extra tunnels ter hoogte van Lillo, heeft dat dan weerslag op de zaak, moet men dan het geheel hervatten?
We zitten op het einde van de legislatuur. Ik maak me zorgen dat een nieuwe regering de prioriteiten misschien zal herschikken. Is het mogelijk, minister Muyters, om in deze legislatuur nog een aantal stappen te zetten die ook de Limburgers ervan kunnen overtuigen dat deze regering dit hard maakt? Kan dit jaar het bestemmingsplan nog worden goedgekeurd? Kunnen een aantal onteigeningen nog worden voortgezet? Kunnen via de voorziene procedure nog een aantal financiële engagementen worden vastgelegd in deze legislatuur?
Wie vandaag pleit voor een nooddecreet, stond destijds op de fotos aan de tunnel de heer Dewael om hem niet te noemen. We moeten beletten dat iedereen zijn eigen oplossing vindt voor een probleem waar vandaag een heel grote eensgezindheid over bestaat. Deze regering heeft de steun van het hele parlement. Het idee dat een aantal beslissingen Raad van State-proof kunnen worden gemaakt, zoals men in Wallonië heeft geprobeerd, is niet haalbaar, dat is ook in de commissie Versnelling gebleken. Eventueel komt nog de Europese toetsing.
Wat wel mogelijk is, daar ben ik van overtuigd, is dat men vandaag, met steun van het parlement, stappen zet die ten eerste een heel deel van het voortraject kunnen inkorten omdat we zullen kunnen blijven gebruiken, en ten tweede een aantal procedures in de nog te komen vergunningen serieus inkorten.
Mijnheer Sanctorum, wij zijn ook voor groen en voor het landschap. Limburg heeft een enorme meerwaarde dankzij de aanwezigheid van grote groene gebieden. Ik ken het terrein en ik zeg u dat de ingrepen die nu gebeuren in de rand van het grote Habitatgebied, in heel grote mate gecompenseerd worden. Er worden enorme financiële en menselijke offers gebracht om een aantal bedrijven te doen verhuizen en om een aantal landbouwgronden om te zetten in natuurgebied, juist om de natuurbalans in deze streek goed en positief te houden. Dit is een van de hoofdredenen waarom we zeggen dat dit dossier heel goed is voorbereid en dat het via een getrechterde besluitvorming op de tafels is terechtgekomen waar het vandaag ligt. Het moet nu snel worden voortgezet.
De voorzitter : De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens : Voorzitter, ik houd het kort en ik spreek met een zekere schroom als niet-Limburger. Ik wens natuurlijk dat Limburg krijgt wat het toekomt.
Ik hoor hier echter een aantal uitlatingen waar ik het even over wil hebben. Ik hoop dat ik u verkeerd begrepen heb, mijnheer Keulen, want het is niet mogelijk om met een nooddecreet de Europese richtlijnen te omzeilen. Zelfs met een nooddecreet is er nood aan een conform verklaard MER dat de Europese toets van de Europese MER-wetgeving doorstaat. Ik zou dit misverstand hier toch uit de weg willen ruimen. De Europese MER-richtlijn heeft zelfs directe werking. Er zijn arresten door de Raad van State geveld op het moment dat wij de Europese MER-richtlijnen nog niet correct hadden omgezet in onze eigen MER- en natuurdecreten. Die illusie wil ik uit de wereld helpen, we kunnen geen juridische omleidingsweg maken om Europese natuurbehoudswetgeving heen.
Ik heb beide ministers horen vertellen en ze moeten mij maar corrigeren als ik het verkeerd heb gehoord dat het werk dat is geleverd rond het MER niet allemaal verloren is. Men kan een MER op een bepaald punt hernemen. We kennen ook de techniek van de aanvullende richtlijnen die ook al is toegepast. Men moet dan ook niet van een wit blad vertrekken.
Er is al heel wat werk geleverd dat opnieuw kan worden gevaloriseerd. Het komt er nu op aan de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen, met de juiste terminologie. Ik heb immers uit het arrest van de Raad van State begrepen dat daar veel semantiek mee gemoeid is: mitigatie versus compensatie enzovoort. Ik herinner me ook uit het dossier over de verdieping van de Westerschelde dat we de ontpoldering absoluut geen compensatie mochten noemen. Door die ontpoldering gingen we het ecosysteem dermate versterken dat de voorgenomen ingreep geen significant negatieve effecten had op de speciale beschermingszone. Ook toen was het van belang om dat mitigatie te noemen en geen compensatie. Ik heb begrepen dat er in het MER zelf een aantal keren verkeerdelijk het woord compensatie is gebruikt waar men eigenlijk mitigatie bedoelde. De Raad van State is daar wellicht op doorgegaan.
Ik wil ervoor pleiten ook gebruik te maken van de procedures die er vandaag zijn. Vandaag maken we het al mogelijk om als er een openbaar onderzoek is gestart over het ruimtelijk uitvoeringsplan, bijvoorbeeld al de stedenbouwkundige vergunning aan te vragen. Vandaag kunnen we dakpankoersgewijs werken en de ene procedure al opstarten terwijl de andere nog niet volledig is afgelopen. De huidige decreten bieden ons die mogelijkheid.
Minister Muyters, ik heb ook begrepen dat in uw voorontwerp van decreet over de omgevingsvergunning ook het project-MER zal kunnen worden geïntegreerd in de procedure tot aflevering van de omgevingsvergunning zelf. Ook dat kan een belangrijke tijdswinst opleveren. Ik zou dan ook eerder willen pleiten voor een generieke versnelling van procedures zonder dat we rechten van derden of Europese richtlijnen schenden, dan nu à la tête du client, voor één dossier een uitzonderingslegistiek uit te vinden die dan achteraf op dezelfde problemen lijkt te stuiten bij de Raad van State. Ik doe bij deze dan ook een warme oproep om snel voortgang te maken van het omgevingsvergunningendecreet en van het decreet op de versnelling van maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten. Beide decreten kunnen ons in alle gevallen en voor alle maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten in Vlaanderen een belangrijke tijdswinst opleveren.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Mijnheer Sauwens, u zei daarnet dat er wordt voorzien in allerlei compensaties wanneer we dat omleidingstracé willen realiseren. Dat is nu net een van de redenen waarom wij voor die doortocht zijn. Wij zijn ervan overtuigd dat die doortocht sneller zal gebeuren en dat die juridisch meer solide is. Dat is een van de argumenten pro die doortocht.
Mijnheer Keulen, ik twijfel er niet aan dat u een aantal milieujuristen hebt aangesproken. Zon tracé aanleggen zonder een plan-MER in Habitatrichtlijngebied, lijkt me in deze tijden van Europese richtlijnen en dergelijke meer totaal onmogelijk. Ik weet natuurlijk niet welke juristen u hebt aangesproken.
Minister, ik heb nog een specifieke vraag in verband met de keuze van het tracé. De Vlaamse Regering zegt dat zij niet van standpunt verandert wanneer het gaat over de tracékeuze. Kunt u dat hard maken? De discussie gaat inderdaad over het compenserende karakter van de milderende maatregelen in het plan-MER. Maar dat compenserend karakter is natuurlijk eigen aan het tracé. Het gaat immers over het tracé dat door het natuurgebied zal lopen in Habitatrichtlijngebied. Als we procedure moeten hernemen op het punt waar de fout is gemaakt, dan kunt u toch niet uitsluiten dat de alternatieven opnieuw worden afgewogen. Dat betekent dat het hele debat dan opnieuw open ligt. Of vergis ik me?
De voorzitter : De heer Ceyssens heeft het woord.
De heer Lode Ceyssens : Ook om die doortocht te realiseren, moest er ook een speciale beschermingszone worden aangesproken. Ik herinner me hoe binnen die maatschappelijke kosten-batenanalyse die tunnels konden worden aangelegd en in welke omleidingen kon worden voorzien. Als ik dat vergelijk met de hinder die er is geweest, met name een lichte wegverzakking op die weg in de maand februari, dan kan men die speciale beschermingszone uitbreiden tot in Noord-Limburg, tot aan de Nederlandse grens, mijnheer Sanctorum, want dan is alle economische activiteit daar weg wanneer die doortocht daar is gerealiseerd.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Ik ben soms wat verbaasd over de argumentatie die u naar voren brengt, mijnheer Keulen. Ik heb ook de geruchten opgevangen dat men opnieuw tot de Raad van State zal gaan wanneer we het omleidingstracé blijven volgen. Dat betekent dat we een duidelijk en rechtszeker kader moeten hebben. De Vlaamse Regering moet nagaan hoe de beslissing zo snel mogelijk kan worden genomen. We zullen nagaan welke timing mogelijk is. We moeten er dan wel voor zorgen dat die timing niet opnieuw tot rechtsonzekerheid leidt die door het Grondwettelijk Hof of door de Raad van State in vraag kan worden gesteld. Ik ben er zeker van dat u het daarmee eens bent, mijnheer Keulen.
Mijnheer Martens, ook wanneer we morgen een omgevingsvergunning of een Versnellingsdecreet hebben, zullen we moeten voldoen aan de richtlijnen over het MER en het natuurbehoud. We kunnen daar niet van afwijken. Men kan misschien wel afwijken van andere elementen, maar niet van de Europese richtlijnen over het MER of over het natuurbehoud.
Mijnheer Martens, u zegt zelf dat men bij het nooddecreet in bijlage een MER moet voegen, maar we hebben geen MER meer. Dat is vernietigd, dus we moeten er opnieuw een maken.
Het Omgevingsdecreet is vorige week door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Nu gaat het naar de adviesraden, die 45 dagen tijd hebben. Dan komt het opnieuw naar de regering, waar we proberen te reageren op die adviezen, en de teksten waar nodig aanpassen. Vervolgens gaat het decreet naar de Raad van State, waarna de Vlaamse Regering de definitieve beslissing neemt. Vervolgens komt het naar het parlement.
Mijnheer Keulen, ik zal nooit nog een uitspraak doen over de termijn die het parlement nodig heeft om een decreet al dan niet goed te keuren.
Wat het Investeringsdecreet betreft, wachten wij op het advies van de Inspectie van Financiën. Zodra we dat advies hebben, kunnen in functie van dat advies minister Schauvliege en ikzelf naar de regering gaan. Die twee procedures lopen tegelijk met een verschil van twee of drie weken. We moeten nagaan of we in de commissie Ruimtelijke Ordening die twee procedures samen kunnen behandelen. Het is het parlement dat dit bepaalt.
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits : Mijnheer Sanctorum, wij moeten er inderdaad voor zorgen dat het MER wordt goedgekeurd. Vermoedelijk zullen we na de kennisgeving kunnen starten. Een MER zelf kiest echter geen tracé: in een MER wordt nagegaan wat de milieueffecten zijn. In dit geval zal het geen mitigatie meer kunnen zijn maar een compensatie. Daarbij moeten sowieso een aantal regels worden gevolgd.
De huidige baan is het nulalternatief. Daarbij doen we niets. Zowel de doortocht als de omleiding loopt door speciale beschermingszones. We gaan na op welke manier we compenseren. De Vlaamse Regering blijft achter haar principiële keuze staan, maar het is natuurlijk niet uitgesloten dat we nog eens moeten nagaan wat de compensatie is voor de doortocht. Het is echter niet onze bedoeling om dat debat te heropenen. Ik weet niet meer precies wie daarnet vroeg of de procedure volledig moest worden hernomen indien we zouden ondertunnelen in Lillo. Dat is niet het geval, want dat is een uitvoeringsvariant. In het MER staat wat daarbij de extra kosten zijn. We hebben daar cijfers over. Het is dus niet het MER, maar de politiek die keuzes maakt. Het is wel best mogelijk dat een aantal opties opnieuw worden berekend. Onze keuze is echter principieel gemaakt. Wij hebben ook geen baat bij een groot debat over alternatieven. We zullen op een correcte manier de onderzoeken doen die moeten gebeuren. Het zal echter sowieso een compensatiedossier worden.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Voor mij is zon nooddecreet vooral een opstap om te komen tot dat grote decreet over de grote openbare werken. Ik heb begrepen dat het de naam van Investeringsdecreet zal krijgen.
Ik wil nog even het procedé over het nooddecreet toelichten. Vandaag zitten we met een niet-goedgekeurd MER. Het is de bedoeling dat de Vlaamse Regering dat MER opnieuw goedkeurt en daarmee naar het parlement komt. Dat plan-MER kan dan als bijlage worden toegevoegd aan het nooddecreet. Eigenlijk laat Europa een snellere manier van werken toe rekening houdend met het groot economisch belang dat moet worden gemotiveerd. Europa sluit dit niet uit. Men verwijst daarvoor naar de buurlanden en naar de aanpalende regios, namelijk Brussel en Wallonië, waar men deze werkwijze eveneens zou hebben gevolgd. We moeten ervoor zorgen dat het laatste stukje van de noord-zuidverbinding voltooid geraakt. Dat is belangrijk voor de toekomst van de hele provincie.
De voorzitter : De heer Vereeck heeft het woord.
De heer Lode Vereeck : Heb ik het goed begrepen dat er voorlopig nog geen nieuwe timing kan worden aangehouden? (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Die wordt dus besproken in de regering.
De voorzitter : De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Johan Sauwens : Ik ben blij met het engagement van de twee bevoegde ministers. Ik denk ook niet dat het parlement nu op juridisch vlak de knoop moet doorhakken. Dat moet de regering doen, die daarvoor is uitgerust. Ik kondig wel een motie aan om de eensgezindheid die hier vandaag bestaat, mee door de plenaire vergadering te laten ondersteunen.
De heer Marino Keulen : Ik kondig ook een motie aan.
De heer Hermes Sanctorum : Ook ik kondig een motie aan.
De voorzitter : De interpellatie en de vragen om uitleg zijn afgehandeld.