Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 02/05/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Lydia Peeters tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de doorverwijzingen van werkzoekenden naar Jobkanaal door de VDAB
- 1346 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Peeters heeft het woord.
Mevrouw Lydia Peeters : Voorzitter, minister, collegas, ik heb al een aantal schriftelijke vragen over Jobkanaal ingediend. Minister, in uw antwoord op mijn vraag van 21 januari 2013 hebt u gezegd dat Jobkanaal op basis van de ingevulde vacatures geen groot succes is. Jobkanaal is echter niet alleen afhankelijk van het aantal aangeleverde vacatures, maar ook van de doorverwijzingen door VDAB. In dat verband merken we op basis van de cijfers voor 2012 dat er 8197 vacatures voor Jobkanaal waren, die stonden voor 12.258 jobs. Daarvoor kwamen er vanuit VDAB slechts 15.220 doorverwijzingen of 1,24 doorverwijzingen per job en 1,85 doorverwijzingen per vacature. Dat zijn toch niet al te schitterende cijfers. Uiteindelijk raakten 1835 vacatures ingevuld door 50-plussers, allochtonen of mensen met een arbeidshandicap. Dat is een slaagpercentage van 12 procent.
Als er wordt gekeken naar meer gedetailleerde cijfers, blijkt dat er in 48,9 procent van de gevallen geen enkele doorverwijzing werd gerealiseerd. In 34,8 procent van de gevallen blijft het aantal doorverwijzingen beperkt tot een à drie. In 4,3 procent van de gevallen gaat het om vacatures met vier doorverwijzingen. Dat betekent dat de werkgever in amper 11,8 procent van de gevallen de keuze krijgt uit meer dan vijf kandidaten. Dat laatste is belangrijk, want het is niet noodzakelijk zo dat bij een vacature waarop slechts een of twee doorverwijzingen komen, het daadwerkelijk gaat om geschikte mensen. Achteraf zal men dan misschien zeggen, en dan verwijs ik naar wat mevrouw Turan daarnet zei, dat het gaat om schijnvacatures. Wanneer men echter niet de geschikte personen vindt, kan men ook niet overgaan tot de invulling van de vacature.
De weinig hoopgevende cijfers over doorverwijzing vanuit de VDAB hoeven niet noodzakelijk te betekenen dat er sprake is van onwil of onkunde. Er kunnen wel degelijk een aantal objectief aantoonbare redenen of disfuncties zijn. Die moeten wel achterhaald worden zodat het systeem na een bijsturing effectiever kan functioneren.
Minister, werd aan de VDAB gevraagd waarom er voor nagenoeg de helft van de vacatures van Jobkanaal geen enkele doorverwijzing gebeurt en waarom er in bijna 90 procent van de gevallen niet meer dan vier doorverwijzingen plaatsvinden? Zo ja, is daarover een rapport voorhanden en welke verklaringen worden gegeven? Zo neen, waarom is dat nog niet gebeurd? Kwamen daarover al vragen van de partners van Jobkanaal?
Gaat het bij de vacatures zonder doorverwijzingen of met slechts enkele doorverwijzingen steevast om knelpuntvacatures of gaat het ook om vacatures met weinig of geen opleidingsvereisten?
Heeft de VDAB het moeilijk om de doelgroep van Jobkanaal te bereiken? Zo ja, hoe kan dat worden verklaard in het licht van de maatgerichte aanpak die uitgerekend voor de moeilijkst bemiddelbaren wordt vooropgesteld?
Wordt Jobkanaal door de VDAB-consulenten beschouwd als een prioriteit of doorkruist het de objectieven en streefcijfers die de VDAB moet nakomen volgens de beheersovereenkomst en de JOPs?
Is er een onderscheid inzake het aantal doorverwijzingen naargelang de verschillende lokale werkwinkels? Zo ja, welke werkwinkels presteren het best en welke werkwinkels presteren het minst goed? Hoe kan dit onderscheid worden verklaard?
Zult u in het kader van de heroriëntering van Jobkanaal naar een meer kwalitatieve aanpak ook de rol van de VDAB laten evalueren en eventueel bijsturen om meer doorverwijzingen te realiseren?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Mevrouw Peeters, maandag heb ik het parlement een antwoord bezorgd op de elf schriftelijke vragen die u over Jobkanaal hebt gesteld. Daarin staat het antwoord op uw eerste, tweede, derde en zesde vraag. Misschien hebt u dat antwoord nog niet gekregen, maar ik stel toch voor dat u die antwoorden eerst bekijkt. Als u dan nog vragen hebt, wil ik daar graag verder op ingaan.
Ik zal wel uw andere vragen beantwoorden. De uitstroom naar werk voor werkzoekenden uit de kansengroepen behoort tot de absolute prioriteit van de VDAB. De samenwerking met Jobkanaal helpt die doelstelling van de VDAB te verwezenlijken. Uiteraard is er altijd ruimte voor verbetering.
De VDAB beschikt over de gegevens van de lokale werkwinkels. Ik heb op uw schriftelijke vraag 288 geantwoord dat die gegevens op lokaal niveau wel minder relevant zijn. Ik heb u toen de provinciale gegevens bezorgd. We hebben nu aan de VDAB mogelijke verklaringen gevraagd. Ik heb daar echter nog geen antwoord op gekregen.
Ik wil een nuance maken bij uw inleiding. Ik heb in het antwoord op uw schriftelijke vraag 288 effectief gezegd dat het op kwantitatief vlak zeker geen groot succes is. Ik heb dit echter onmiddellijk genuanceerd met een aantal kwalitatieve elementen die we niet los mogen zien van het kwantitatieve gegeven.
Mevrouw Peeters, ik ben graag bereid verder in te gaan op uw vragen indien blijkt dat de antwoorden die ik maandag aan het parlement heb bezorgd, niet voldoende zouden zijn.
Mevrouw Lydia Peeters : In mijn schriftelijke vraag heb ik specifiek gevraagd naar de cijfers. Vraag is nu welke verklaring de VDAB daarvoor geeft.
Minister Philippe Muyters : Er zitten heel wat elementen van verklaring in het antwoord op uw schriftelijke vraag.
Mevrouw Lydia Peeters : Dan zal ik eerst uw antwoord lezen.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.