Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 02/05/2013
Vraag om uitleg van de heer Björn Rzoska tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de aanhoudende problemen in de uitzendsector
- 1332 (2012-2013)
De voorzitter : De heer Rzoska heeft het woord.
De heer Björn Rzoska : Minister, u weet het, de zoektocht naar een job verloopt niet steeds over rozen. In het afgelopen jaar werden een aantal problemen gesignaleerd in de uitzendsector. Voor veel mensen, en zeker jongeren, blijft de uitzendsector een belangrijk kanaal om werk te vinden.
Dat bevestigt ook de modernisering van de uitzendarbeid door federaal minister van Werk De Coninck, waardoor instroom een motief voor uitzendarbeid kan zijn. Ook u, minister, lijkt erg overtuigd van het potentieel van de uitzendsector. Als de toeleiding naar (vast) werk door middel van private arbeidsbemiddeling of uitzendarbeid inderdaad zo belangrijk is, moeten wij erop toezien dat dit op een respectvolle manier kan gebeuren. Dat blijkt echter niet steeds het geval te zijn.
Een blik op de problemen die gesignaleerd werden, brengt verontrustende vaststellingen mee. Het ACV ontving tussen 1 januari en 15 oktober 2012 bijna achthonderd klachten over uitzendarbeid. Uit de analyse van de klachten bleek dat meer dan een derde handelt over loonachterstallen. Andere veel voorkomende klachten zijn: een te laag basisloon en niet correct uitbetaalde feestdagen. Nochtans is de wetgeving hierover duidelijk en zou die een voldoende kader moeten bieden voor de uitzendkantoren.
Een tweede rapport waar ik naar verwijs, is dat van de Kristelijke Arbeidersjongeren (KAJ). Het getuigt van problemen met de uitzendsector, specifiek voor jongeren. In 2012 verzamelde KAJ getuigenissen van jongeren over hun ervaringen met uitzendkantoren. Voor jongeren het staat vandaag nog in de krant is een job vinden op dit moment sowieso bijzonder lastig. Een job zoeken gaat vaak gepaard met frustratie en ontgoocheling. Jongeren krijgen regelmatig te maken met een onrespectvolle behandeling en een slechte, soms zelfs leugenachtige communicatie. Denk aan onbestaande vacatures, verdwenen dossiers en een gebrek aan communicatie en feedback indien een job niet werd toegekend.
Daarenboven kan ook Federgon, de Federatie van Partners voor Werk, getuigen van aanhoudende moeilijkheden. Een onderzoek via mystery shoppers in 2011 leidde tot de conclusie dat, ondanks alle inspanningen en maatregelen, nog steeds 30 procent van de uitzendkantoren blijft ingaan op discriminerende vragen. De Inspectie Werk en Sociale Economie komt tot gelijkaardige conclusies. Een aantal moeilijkheden die verband houden met de uitzendsector, zijn aanhoudend en worden door verschillende partijen bevestigd en herhaald. Het blijkt niet zo gemakkelijk om een verbetering te realiseren. Dat is vooral jammer voor de jongeren wier moeilijke eerste stappen op de arbeidsmarkt extra worden belemmerd. Zeker voor hen is een extra inspanning aangewezen.
Minister, hoe worden deze problemen door u geïnterpreteerd? Wat ziet u als kern van de problemen verbonden aan de uitzendsector? Welke initiatieven en maatregelen moeten daar volgens u aan verbonden worden?
Het gros van de problemen en klachten heeft te maken met een niet-naleving van de wetgeving. Nochtans biedt de wetgeving inzake uitzendarbeid een afdoend kader. Ik verwijs hiervoor naar het besluit van de Vlaamse Regering over private arbeidsbemiddeling van 10 december 2010 en de verschillende sectorconvenanten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de uitzendsector. Op welke manier kan een betere naleving van de wetgeving inzake uitzendarbeid worden afgedwongen?
In bepaalde gevallen lijkt niet meer te worden voldaan aan de verplichte erkenningsvoorwaarden. U gaf eerder aan dat het niet eenvoudig is om een erkenning in te trekken of te herzien. Welke andere mogelijkheden zijn er dan wel om uitzendbureaus te houden aan deze erkenningsvoorwaarden?
In de commissievergadering van 21 februari 2013 beloofde u bij Federgon te informeren of er in 2012 controles op discriminatie via mystery shoppers zijn uitgevoerd. Hebt u daar ondertussen cijfers over? Meer bepaald: hoeveel van dergelijke controles zijn er uitgevoerd in 2012 en wat was het resultaat daarvan?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters: Collegas, mijnheer Rzoska, we mogen het belang van de sector niet onderschatten. Uitzendarbeid is een belangrijk instrument van toeleiding naar werk, voor heel veel mensen en zeker voor de doelgroepen. Het speelt op de arbeidsmarkt ook een grote rol voor bijvoorbeeld het opvangen van piekmomenten in bedrijven of voor vervangingen. Het heeft te maken met de flexibilisering in onze bedrijven. Met de problemen die u aanhaalt, kan de indruk ontstaan dat iedereen in de sector alles fout doet. De problemen moeten worden aangepakt, daarin volg ik u voor 100 procent. We hebben daar effectief een wettelijk kader voor en zijn daarmee bezig.
Het grootste probleem in de uitzendsector zijn de buitenlandse bureaus die in Vlaanderen werken zonder de vereiste erkenning. Het decreet van 10 december 2010 betreffende de private arbeidsbemiddeling bepaalt dat elk kantoor dat uitzendactiviteiten in Vlaanderen uitoefent, moet beschikken over een erkenning, en het bepaalt de voorwaarden tot erkenning. Deze voorwaarden gelden dus ook voor buitenlandse kantoren. Kantoren die deze erkenning aanvragen, kunnen gemakkelijker worden gecontroleerd, omdat we weten waar en hoe ze werken. Dat is natuurlijk veel moeilijker voor die kantoren die de erkenning zelfs niet aanvragen en toch uitzendactiviteiten uitoefenen. Onder andere door meer gerichte controles zien we een sterke toename van het aantal inbreuken op de verplichte voorafgaande erkenning. De Inspectie Werk en Sociale Economie (WSE) legt zich hier meer en meer op toe en doet ook opsporingsonderzoeken naar die niet-erkende bureaus en de frauduleuze constructies. Niettegenstaande het arbeidsintensieve karakter van die controles hebben ze een nadrukkelijkere plaats gekregen in de controlerondes van de Inspectie WSE. De heroriëntering in de controles naar malafide bureaus en gebruikers betekent natuurlijk niet dat we de erkende uitzendsector en de andere sectoren binnen de private arbeidsbemiddeling loslaten.
Zoals u zelf ook stelt, biedt de wetgeving inzake uitzendarbeid wat ons betreft een afdoend kader. Het komt er dus op aan de handhaving van de wetgeving zo efficiënt mogelijk te organiseren. Ik heb de indruk dat de Inspectie WSE momenteel zeer efficiënt te werk gaat. Ze doet zeer specifieke, gerichte controles. Vooral daar waar er aanwijzingen, klachten, indicaties of vermoedens van fraude zijn, voert men controles uit wat niet wil zeggen dat er elders geen controles zijn.
In 2012 werden er in totaal 169 controles gedaan binnen de private arbeidsbemiddeling, 109 in de uitzendsector en 39 bij de gebruikers van die uitzendkantoren. Tijdens die 169 controles, die zeer gericht gebeuren naar aanleiding van indicaties en dergelijke, werden er 255 inbreuken vastgesteld. Bij één controle kunnen er dus meerdere inbreuken worden vastgesteld. Die inbreuken kunnen leiden tot een strafsanctie of een administratieve geldboete. Ook is het voorstel tot intrekking van een erkenning of omzetting van onbepaalde duur naar bepaalde duur een mogelijkheid. Naast die reguliere controles in de private arbeidsbemiddeling probeert de Inspectie WSE ook nieuwe vormen van handhaving op te zetten. Zo zijn er preventieve controlerondes, waarbij eerder geïnformeerd wordt over de na te leven regelgeving dan geverbaliseerd. Dat vind ik een goede manier van werken. Je gaat langs bij die kantoren, neemt alles door, wijst op de mogelijke problemen enzovoort. Ook via het opzetten van samenwerkingsverbanden met buitenlandse diensten tracht men de handhaving te verbeteren. Zelf heb ik ooit zon samenwerking opgestart met mijn Nederlandse collega.
Ten slotte moet worden gesteld dat het grootste deel van de aangehaalde problemen te maken hebben met het niet naleven van de arbeidsrechtelijke bepalingen. Zoals u wellicht wel weet, is niet mijn inspectie daarvoor bevoegd, maar zijn dat de federale inspectiediensten. Samenwerking en uitwisseling van informatie met die diensten is natuurlijk bijzonder belangrijk.
Zoals reeds gesteld in deze commissie, wil ik hierbij ook iedereen uitnodigen om, in geval van klachten, die te melden aan de Inspectie WSE, zodat zij die kunnen onderzoeken en gepast optreden. Het is bij zulke gerichte controles dat er zon groot aantal overtredingen kan worden vastgesteld. Ik denk dat dit een zeer goede manier van werken is.
Wanneer er inbreuken worden vastgesteld in hoofde van erkende uitzendbureaus, is intrekking van de erkenning inderdaad een van de mogelijkheden. Ik wil het er echter niet zozeer over hebben of dit eenvoudig is of niet. Iedereen moet beseffen dat dat een zeer zware sanctie is, want dat het tot gevolg heeft dat het bureau zijn activiteiten in de meeste gevallen zijn hoofdactiviteiten zal moeten stopzetten. Het is dus een sanctie die pas in laatste instantie overwogen wordt, bij veelvuldige en zware overtredingen. In 2012 gebeurde dit eenmaal. Er zijn natuurlijk nog andere wapens, zoals de administratieve geldboetes of een strafsanctie. Zoals gezegd, kunnen we in plaats van een definitieve intrekking een erkenning van onbepaalde duur omzetten naar een erkenning van bepaalde duur.
De uitzendbureaus waar de inspectie overtredingen heeft vastgesteld, worden ook uitgenodigd op een hoorzitting van de adviescommissie voor uitzendactiviteiten bij de SERV. Daar moeten ze meer uitleg verschaffen bij het hoe en waarom van de vastgestelde overtredingen. Dat lijkt mij op zich ook efficiënt. Wanneer je bij de eigen beroepsorganisatie moet uitleggen waarom je bepaalde dingen doet, heeft dat vaak een positief effect. Meestal moeten ze dan ook aangeven hoe ze dat in de toekomst zullen vermijden. Een erkenning kan op vraag van deze commissie ook worden omgezet in een erkenning voor zes maanden, tijdens dewelke het betrokken kantoor moeten aantonen hoe het die overtredingen in de toekomst zal vermijden.
Federgon meldde dat er geen nieuwe resultaten beschikbaar zijn over de mystery calling. Bij zon mystery calling laat Federgon bellen naar uitzendkantoren met vragen. Dat is al tweemaal gebeurd. Het hoofd van Federgon, de heer Muyldermans, heeft dat tweemaal toegelicht. Er werd mij verzekerd dat de acties verder zullen lopen in 2013. U kunt mij niet vragen wanneer ze er zullen zijn, want dan is het geen mystery calling meer. Zodra ik over de informatie beschik, zal ik vragen dat de heer Muyldermans of een van zijn mensen dat hier komt toelichten zoals vorige keer.
De voorzitter : De heer Rzoska heeft het woord.
De heer Björn Rzoska : Minister, ik dank u voor het uitvoerige antwoord. Ik wou niet de indruk wekken dat het allemaal kommer en kwel is in de uitzendsector, maar er zijn wel een aantal problemen, die u ook onderkent, en die moeten worden aangepakt.
Interessant zijn de cijfers die u hebt gegeven van de controles van de inspectie van 2012. Kunnen we ook een overzicht krijgen van de aard van de 255 vastgestelde inbreuken?
Preventieve controles lijken mij zeer essentieel: niet wachten tot het fout loopt, maar op voorhand aangeven wat je van de bureaus verwacht. Ook de samenwerking met het buitenland lijkt me evident.
Hoe komt het dat men die mystery calling in 2012 niet heeft gedaan? Er komen uit dergelijke callings vaak een aantal problemen naar boven, zeker wat betreft discriminatie. Ook in Brussel hebben dergelijke controles plaatsgevonden. We krijgen die cijfers echter niet vast. Men wil die blijkbaar niet vrijgeven, omdat het echt wel zeer ernstig zou zijn. We mogen op basis daarvan natuurlijk niet concluderen dat het overal even erg is, maar het herhaald uitvoeren van een mystery calling lijkt mij wel van belang.
Minister Philippe Muyters : Voor de cijfers van de inspectie verwijs ik u naar het inspectieverslag, dat ten laatste op 1 juli aan de commissie moet worden overgemaakt. In het verleden is de inspectie hier al toelichting komen geven bij het verslag. U hebt vandaag, vooruitlopend op het verslag, al wat cijfers gekregen, maar alle details komen in het inspectieverslag.
Wij hebben een zeer goede samenwerking met Federgon. Wij kunnen hen niet verplichten om mystery callings uit te voeren, maar zij doen dat binnen die goede samenwerking. Op die manier kunnen ze een sterke invloed uitoefenen op hun leden. In 2010 en in het laatste deel van 2011 hebben ze mystery callings uitgevoerd. Wie in 2010 goed scoorde, werd eruit gelaten in 2011. Het cijfer bleef 30 procent, maar de controle was meer gericht uitgevoerd.
In 2012 heeft men het niet gedaan. Ik kan dat begrijpen. Om het element mystery te behouden, moet je op een of andere manier een keuze maken. Er is mij wel gegarandeerd dat de actie wordt voortgezet. Over de precieze data zal ik uiteraard niets zeggen. Ik bepaal niet wanneer Federgon de mystery callings uitvoert. Zolang men in een bepaalde manier van werken blijft, is het voor mij goed. En dat wordt mij inderdaad verzekerd.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.