Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 28/03/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Kathleen Helsen tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de middelen voor de persoonlijke ontwikkelingstrajecten
- 1242 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Helsen heeft het woord.
Mevrouw Kathleen Helsen : Voorzitter, in 2008 heeft het Vlaams Parlement het decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap goedgekeurd. Dit decreet geeft een invulling aan vier systemen van Leren en Werken, met name de reguliere tewerkstelling, de brugtrajecten, de voortrajecten en de persoonlijke ontwikkelingstrajecten (POTs).
In dit decreet hebben we een ambitieuze doelstelling verwoord. We willen alle leerlingen een voltijds engagement laten doorlopen. De vorming en de structuur die jongeren in hun leven nodig hebben, zijn belangrijk. Door middel van een voltijds engagement kunnen ze dit tot stand brengen. We hebben in het decreet verschillende trajecten bepaald. Het is de bedoeling dat de jongeren een gepast traject kunnen doorlopen.
Sinds het schooljaar 2008-2009 zijn nieuwe trajecten opgericht, waaronder het POT. Daarnaast is ten gevolge van het decreet bepaald hoe die trajecten worden gefinancierd. Voor de POTs is een vast bedrag van 12,5 euro per georganiseerd begeleidingsuur vastgelegd.
Het probleem is dat dit bedrag sindsdien niet meer is aangepast. De kosten die aan de POTs zijn verbonden, zijn in die periode evenwel gestegen. Aangezien de indexering sinds de start van de POTs niet is toegekend, wordt sinds 2013 ongeveer 14 procent van de middelen gemist.
Als we naar de cijfergegevens kijken, wordt duidelijk dat het heel moeilijk wordt POTs in te richten. De inrichters trekken aan de alarmbel en vragen de financiering onder de loep te nemen.
Minister, op welke wijze is het bedrag van 12, 5 euro per georganiseerd begeleidingsuur vastgelegd?
Het is wenselijk dat de personeelsleden die deze moeilijke opdracht op zich nemen, in de instelling kunnen blijven. Hierdoor neemt hun expertise toe. Hun anciënniteit neemt ook toe. Het is dan ook wenselijk dat de mensen die over expertise beschikken en die langer in dienst zijn, op een betere verloning kunnen rekenen. Indien de middelen ongewijzigd blijven, is dit zeer moeilijk.
De werkingskosten zijn op zich duidelijk gestegen. Hebt u zicht op het aandeel van die stijging en op de wijze waarop de inrichters van de POTs dit kunnen opvangen?
Mijn laatste vraag is niet onbelangrijk. Bent u bereid de financiering te herbekijken en het subsidiebedrag voor de POTs tijdens de besprekingen van de begrotingscontrole ter sprake te brengen en een correctie, wat op een verhoging neerkomt, te bepleiten?
De voorzitter : Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mevrouw Elisabeth Meuleman : Voorzitter, ik sluit me zeer graag aan bij de vragen die mevrouw Helsen net heeft gesteld. Ik heb dit punt zelf al herhaaldelijk op de agenda geplaatst. Die financieringsproblemen zijn niet de voorbije weken ontstaan. De mensen die voor de POTs instaan, laten al een tijdje weten dat hun werking bijna onhoudbaar wordt. Ze hebben al meermaals letterlijk bij de minister op de stoep gestaan. Ze hebben actie gevoerd omdat ze vinden dat de maat vol is.
Zoals ik al tijdens plenaire vergaderingen heb verklaard, vind ik dat die mensen goed werk leveren. Ze proberen leerlingen die anders enigszins verloren zouden zijn toch nog op te vangen en gedeeltelijk te re-integreren. Ik merk dat ook aan de werking in Oudenaarde.
Ik zou de minister dan ook willen vragen op zijn minst voor een indexering te zorgen. Hij zou eventueel ook naar andere mogelijkheden kunnen kijken. Nu wordt met een gesloten enveloppe gewerkt. Dat veroorzaakt problemen. Ik vraag om een degelijke financiering voor het werk dat door die mensen wordt geleverd.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, toen we het decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap hebben opgesteld, hebben we onderzocht hoeveel middelen naar de begeleidingsuren en de werking zouden moeten gaan. We hebben hierbij het uitgangspunt gehanteerd dat een groep van zes jongeren door een begeleider met zes jaar anciënniteit zou moeten worden begeleid. Indien dit uitgangspunt wordt gehanteerd, is het resultaat een te subsidiëren bedrag van 12,5 euro per georganiseerd begeleidingsuur.
Personeel dat anciënniteit opbouwt, wordt inderdaad duurder. Ik wil echter benadrukken dat binnen de sector met georganiseerde uren en niet met effectief gepresteerde uren wordt gewerkt. Normaliter zou hierdoor enige marge kunnen ontstaan. Dit is bij de voortrajecten of de brugtrajecten niet het geval.
Ik heb de vraag goed begrepen. Ik heb dit dossier in het licht van de momenteel lopende begrotingscontrole op de tafel van de Vlaamse Regering gelegd. We zullen de komende uren zien of we, in functie van alle prioriteiten en vragen die op tafel liggen, al dan niet geld voor deze werking kunnen vrijmaken. Later kunnen we dan eventueel nagaan in welke mate er al dan niet meer duidelijkheid over het geleverde werk kan worden verschaft.
Wegens de economische toestand heeft de Vlaamse Regering in het verleden op heel wat subsidies bespaard. We hebben dat met opzet uitdrukkelijk niet gedaan met de subsidies voor de inrichting van POTs. Het is belangrijk dit punt toch even te onderstrepen.
Dat neemt niet weg dat ik de vraag begrijp. Om die reden heb ik de vraag tijdens de begrotingscontrole ter sprake gebracht. Het is nu aan de Vlaamse Regering om in functie van alle voorliggende vragen na te gaan of die vraag al dan niet in overweging kunnen nemen.
De voorzitter : Mevrouw Helsen heeft het woord.
Mevrouw Kathleen Helsen : Ik dank de minister voor het antwoord. Ik ben tevreden dat hij zelf begrijpt dat de mensen die de POTs inrichten een terechte vraag stellen en deze vraag tijdens de begrotingscontrole ter sprake wil brengen. Ik hoop dat hij de overige leden van de Vlaamse Regering van het belang van deze vraag kan overtuigen. Het betreft hier zeer kwetsbare jongeren. We hebben hier in deze commissie altijd bijzondere aandacht voor gevraagd.
Het is ook een goede zaak dat de minister de besparingen niet heeft doorgetrokken. We hebben altijd beklemtoond dat dit niet kon. Het bedrag dat in het verleden ter beschikking is gesteld, biedt niet al te veel ruimte.
Ik wil nog een bijkomende vraag stellen. Ik weet dat het decreet zal worden geëvalueerd. Zal dit aspect tijdens die evaluatie aan bod komen? Zal dan worden nagegaan wat de juiste manier is om de POTs te financieren? We kunnen natuurlijk beslissen die indexering toe te passen. Het lijkt me echter belangrijk de manier waarop we de POTs financieren onder de loep te nemen. We moeten nagaan of we die financiering in de toekomst al dan niet grondig moeten bijsturen.
Minister Pascal Smet : Het lijkt me belangrijk wat meer transparantie in de werking en de financiële huishouding van de sector tot stand te brengen. Op die manier kan een vraag om een verhoging van het budget, los nog van de indexering, in de toekomst beter worden onderbouwd. Ik heb mijn administratie dan ook gevraagd een sluitender controlesysteem op te zetten. Ik wil een helder beeld van de verwerving en de aanwending van de middelen krijgen. Op die manier kan de vraag eventueel beter worden ondersteund. Ook het onderscheid tussen georganiseerde uren en effectief gepresteerde uren moet verder worden bekeken. Ik begrijp de vraag. Ik zal hier zeker rekening mee houden.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.