Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 28/03/2013
Interpellatie van mevrouw Khadija Zamouri tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over het slapende bestaan van de taskforce loopbaanbegeleiding en de nood aan samenwerking tussen de beleidsdomeinen Onderwijs en Werk
- 58 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Zamouri heeft het woord.
Mevrouw Khadija Zamouri : Voorzitter, minister, volgens het nieuwe Integratiedecreet, dat minister Bourgeois begin januari heeft ingediend in het Vlaams Parlement en dat we volop aan het bespreken zijn nietwaar, mijnheer Kennes worden de inburgeraars met een educatief perspectief voor een verdiepende oriëntering ondergebracht bij de centra voor leerloopbaanbegeleiding, als die eenmaal zullen zijn opgericht. In tegenstelling tot het oorspronkelijke plan van de regering worden de Huizen van het Nederlands niet ondergebracht in het extern verzelfstandigd agentschap (EVA) Inburgering en Integratie, maar komen ze terecht in de centra voor leerloopbaanbegeleiding. Die zullen worden opgericht onder de politieke verantwoordelijkheid van de minister van Onderwijs, de minister van Werk en de minister van Inburgering.
Minister van Inburgering en Integratie Bourgeois meldt in zijn beleidsbrief Inburgering en Integratie 2011-2012 dat de opdracht met betrekking tot intake, screening en doorverwijzing van anderstaligen naar het aanbod Nederlands als tweede taal, die vandaag door de Huizen van het Nederlands wordt uitgevoerd, in de toekomst door de centra voor leerloopbaanbegeleiding zal worden opgenomen. Het concept voor die centra wordt uitgewerkt door de minister van Onderwijs in samenwerking met de minister van Werk.
Minister, we vernemen in uw beleidsbrief Onderwijs 2011-2012: Samen met mijn collegas, bevoegd voor Inburgering en Werk, zal ik dit werkjaar het concept van regionale Centra voor Leerloopbaanbegeleiding wat een voorlopige werkterm is verder uitwerken en de financiële implicaties van dit voorstel verder uitklaren. Deze centra zullen in de toekomst instaan voor de gerichte informatieverstrekking, oriëntering, testing en doorverwijzing van volwassenen met uiteenlopende leervragen en -noden. Tegen het einde van dit werkjaar zal ik een ontwerp van decreet over Centra voor Leerloopbaanbegeleiding in het Vlaams Parlement indienen. Wat verder wordt het wat concreter. Ik citeer opnieuw: De Huizen van het Nederlands zullen samen met de 13 consortia volwassenenonderwijs tot regionale Centra voor Leerloopbaanbegeleiding worden omgevormd. Met mijn collega, bevoegd voor Inburgering, zal ik dit verder uitwerken en dit in nauw overleg met de minister, bevoegd voor Werk. En ik citeer ten slotte: Samen met mijn collegas, bevoegd voor Inburgering en Werk zal ik dit werkjaar het concept van regionale Centra voor Leerloopbaanbegeleiding verder uitwerken en de financiële implicaties van dit voorstel verder uitklaren. De taskforce loopbaanbegeleiding, waarin de CLB-sector, de VDAB, de pedagogische begeleidingsdiensten, de VLIR en de VLHORA zijn vertegenwoordigd, zal de samenwerking tussen de verschillende partners voor loopbaanbegeleiding verder gestalte geven. Deze regionale centra zullen in de toekomst voor de gerichte informatieverstrekking, oriëntering, testing en doorverwijzing van volwassenen met uiteenlopende leervragen en -noden instaan. Tegen het einde van dit werkjaar zal ik een ontwerp van decreet over de Centra voor Leerloopbaanbegeleiding in het Vlaams Parlement indienen.
Begin maart 2012 stelde collega Van den Heuvel een vraag om uitleg aan u, minister, over het slapende bestaan van de taskforce loopbaanbegeleiding, die sedert juni 2011 niet meer is samengekomen. U antwoordde in het parlement dat u daarvoor niet meteen een aanwijsbare reden zag. U hebt de administratie de opdracht gegeven om de activiteiten onmiddellijk weer op te starten. U wees er ook op dat het stilliggen van de taskforce niet betekent dat er daarnaast geen parallelle acties werden ondernomen.
Spijtig genoeg bleef het daarna stil rond deze centra en rond het aangekondigde decreet over de taskforce. Het was wachten op uw beleidsbrief 2012-2013. Helaas, de term centra voor leerloopbaanbegeleiding kwam daarin zelfs niet meer voor. Wat stond er dan wel in over het volwassenenonderwijs? Ik citeer: Samen met mijn collegas bevoegd voor Werk en Inburgering werk ik aan een globaal concept van leeradvies en -oriëntering voor volwassen (kandidaat) lerenden, dat in het najaar van 2012 moet leiden tot een voorontwerp van decreet. De consortia volwassenenonderwijs en de Huizen van het Nederlands zullen opgaan in deze nieuwe structuur. Samen met mijn collegas van Werk en Inburgering voorzie ik hierbij ook een nauwe en structurele samenwerking met de Werkwinkels en de Onthaalbureaus. Volwassenen kunnen vanaf dan met al hun vragen over leren en opleiding terecht bij deze loketten. De huidige taken van de HvN op het vlak van intake, testing en oriëntering van anderstaligen naar het meest passende aanbod Nederlands tweede taal (NT2) ( ) zal ik op een herkenbare en zichtbare manier continueren.
Minister, klopt het dat het plan om centra voor leerloopbaanbegeleiding op te richten, zoals aangekondigd in de beleidsbrief Onderwijs 2011-2012, opgegeven werd? Waarom is het voorontwerp van decreet dat u op het einde van het werkjaar 2011-2012 in het parlement zou indienen, er nog altijd niet? Is de taskforce loopbaanbegeleiding nog bijeen geweest? Is hij in slaap gevallen of is hij definitief begraven?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Neen, dat klopt niet, mevrouw Zamouri. Wij zijn nog altijd bezig met dat dossier. Het is inderdaad zo dat de timing die we initieel hadden vooropgesteld niet gehaald werd. Dat is misschien ook wel begrijpelijk. Dit is een complex besluitvormingsproces, waarbij verschillende beleidsdomeinen betrokken zijn. Dat je in de fase van conceptontwikkeling vertragingen hebt, is inherent aan dit proces. We hebben wel beslist om niet meer te kiezen voor een conceptnota. We zijn meteen begonnen met een algemene memorie van toelichting voor een ontwerp van decreet betreffende leeradvies en -oriëntering voor volwassenen. Dat is de nieuwe benaming. We hebben daarover al heel wat gesprekken gehad. Morgen is er nog een belangrijke vergadering over.
De taskforce loopbaanbegeleiding is niet meer samen geweest omdat we beslisten om de discussie over leerlingen- en loopbaanbegeleiding in het leerplichtonderwijs te laten volgen op de aan de gang zijnde discussies over loopbaandebat en scholengemeenschappen. Dat hebt u deze voormiddag misschien op afstand gehoord. Ik wil immers eerst een gedragen beslissing in deze dossiers om de lijnen van leerlingenbegeleiding verder uit te tekenen. Die beslissing hebben we nu, zeker wat de scholengroepen betreft. Uiteraard zal daarbij de taskforce betrokken worden.
Uiteraard hebben we met betrekking tot de studie- en beroepskeuze binnen andere fora voortgewerkt. Wat informatieverstrekking betreft, werd er bijvoorbeeld op een actieve manier ondersteuning geboden aan de verdere ontwikkeling van de website www.onderwijskiezer.be, een gezamenlijk, mee door mij gefinancierd, initiatief van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLBs). Ik heb zelfs ideeën daarvoor gegeven. Ik voorzie zowel in personele middelen, een gedetacheerde medewerker van een CLB, als in financiële middelen, en bovendien in conceptideeën om de website uit te werken. Aspecten betreffende de samenwerking van onderwijs en arbeidsmarkt staan bovendien ook regelmatig op de agenda van het managementcomité Onderwijs en Vorming en Werk en Sociale Economie.
De voorzitter : Mevrouw Zamouri heeft het woord.
Mevrouw Khadija Zamouri : Minister, ik ben onder de indruk dat u hierover morgen een vergadering hebt. U begint met te zeggen dat het niet klopt. Maar op welke vraag slaat dat?
Minister Pascal Smet : U zei dat we het hebben opgegeven. Ik heb gezegd dat dat niet klopt. We zijn er nog volop mee bezig.
Mevrouw Khadija Zamouri : Dan hebt u sedert uw eerste beleidsbrief toch zwaar kunnen nadenken over de financiële implicaties van het hiermee verder gaan? Ik ben benieuwd naar het resultaat en naar de begroting.
U hebt gekozen voor een nieuwe benaming. Waar was dat goed voor?
U zegt dat u bezig bent met een website, maar dat was mijn vraag niet. Het ging over een centrum voor leerloopbaanbegeleiding en de consortia daarin, en u geeft uitleg over een website. Het gaat over een decreet, niet over een website.
Minister Pascal Smet : Ik wou een voorbeeld geven van de samenwerking tussen Onderwijs en Werk.
Mevrouw Khadija Zamouri : Ik ben benieuwd naar de timing. Het duurt al zo lang. Ik begrijp dat er van alles kan tussenkomen, er moeten scholen worden gebouwd en zo. Ik dacht dat u het opgegeven had omdat u verder wou investeren in de capaciteitsuitbreiding. Blijkbaar zijn er andere dingen gebeurd. Wat is uw timing nu?
Minister Pascal Smet : We gaan de vergadering afwachten. Als het dossier rijp is, zullen we een beslissing nemen.
Mevrouw Khadija Zamouri : Wat verwacht u van de vergadering morgen?
Minister Pascal Smet : Veel.
Ik kan daar toch niet op vooruitlopen?
De voorzitter : Hebt u zelf een resultaat voor ogen?
Minister Pascal Smet : Ik hoop dat we een concept kunnen uitwerken en die memorie van toelichting hebben. We zitten nog altijd in die fase. We zien wel of we er geraken of niet. Ik hoop van wel. Meer kan ik u niet vertellen. Er is al veel vooruitgang geboekt maar zolang we niets beslist hebben, mag ik daar niet over communiceren. Het is nog niet beslist, ik pas de regel toe die het parlement heeft opgesteld, en dat is niet communiceren.
Mevrouw Khadija Zamouri : Wanneer mogen we dan iets verwachten? Wanneer zijn de resultaten van de vergadering klaar?
Minister Pascal Smet : Dat zullen we zien als de resultaten er zijn. Ik kan daar niet op vooruitlopen. De vergadering moet nog plaatsvinden. Het zal afhangen van eventuele knelpunten en of die opgelost geraken. In functie daarvan zullen we wel zien. De vergadering van morgen is belangrijk, we moeten dus eerst de resultaten afwachten. Er is de afgelopen weken en maanden hard gewerkt. We zullen morgen zien hoever we staan.
Mevrouw Khadija Zamouri : Ik heb daar begrip voor, minister, maar ik vind het echt wel jammer. Ik heb gewerkt aan deze interpellatie, ik heb daar tijd en energie in gestoken en u handelt dit af op een drafje. U kunt niet eens zeggen wat uw intenties zijn voor morgen.
Minister Pascal Smet : U mag een minister niet vragen naar zijn beleidsintenties.
De voorzitter : Toch wel, die regel is geschrapt.
Minister Pascal Smet : Oei. Er zijn veel parlementsleden die dat nog niet weten.
De voorzitter : Ik vond dat als criterium voor ontvankelijkheid echt dwaas. Het is de taak van een parlementslid om een minister te ondervragen over zijn plannen. Natuurlijk, de minister heeft ook gelijk: als er nog niet beslist is, heeft de minister het recht om nog te wachten met zijn antwoord. Als de beslissing te lang op zich laat wachten, mag u de minister nog eens opnieuw interpelleren, mevrouw Zamouri.
Minister Pascal Smet : Ik heb geen problemen met uw vragen. U moet begrijpen, de vergadering van morgen is ontzettend belangrijk. We zullen zien hoever we dan staan.
Mevrouw Khadija Zamouri : Ik begrijp dat, minister. Ik volg Integratie en Inburgering heel intens op. Dat interesseert me. Ik ben benieuwd wat u samen met de minister van Werk gaat realiseren. Als het te lang duurt, kan ik niet verder met mijn werk.
De voorzitter : De interpellatie is afgehandeld.