Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 05/03/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de problematiek van medisch afval
- 1066 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Sinds 1998 bestaat er in Vlaanderen via het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA) een specifieke wetgeving rond het beheer van medisch afval. Het medisch afval is een bijzondere afvalstroom uit de verzorgingssector. Vooral ziekenhuizen maar ook rusthuizen zijn de grote producenten van dit soort afval. In ziekenhuizen zorgt de hoeveelheid risicohoudend medisch afval voor een groot kostenplaatje. Het risicohoudend medisch afval maakt zon 10 à 15 procent uit van de totale hoeveelheid medisch afval, maar dat betekent ook dat het verantwoordelijk is voor 90 procent van de kosten.
Nu blijkt uit een interview met de voormalige directeur van het Algemeen Ziekenhuis Nikolaas in het Waasland dat ziekenhuispersoneel zeer veel moeite heeft om het risicohoudend afval en het niet-risicohoudend afval te scheiden, waardoor veel niet-risicohoudend afval in de gele zak voor risicohoudend afval wordt gedeponeerd. Dit betekent dat de kosten voor de verwerking van het medisch afval zeer groot worden.
De vraag rijst of er niet meer medisch afval na sterilisatie als restafval kan worden beschouwd. Blijkbaar is dit mogelijk in onze buurlanden. Waarom in Vlaanderen dan niet, vraag ik me af.
Dat er problemen zijn met het sorteren van medisch afval in de zorgsector blijkt ook uit cijfers van de OVAM. Volgens de OVAM is de totale hoeveelheid primair bedrijfsafval tussen 2004 en 2010 met 14 procent gedaald, terwijl er voor de sector medische praktijken, ziekenhuizen en rusthuizen in dezelfde periode een stijging met 27.000 ton merkbaar is, namelijk van 123.000 naar 150.000 ton per jaar, dat is 23 procent meer. Aangezien de hoeveelheid medisch afval een afvalstroom in stijgende lijn is, is het van groot belang om de problematiek van deze afvalstroom opnieuw onder de loep te nemen teneinde deze afvalberg te verkleinen. Daar valt nog heel wat winst te boeken.
Minister, is de specifieke wetgeving rond het beheer van medisch afval sinds ze ingevoerd werd, geëvalueerd? Zo ja, tot welke bevindingen is men dan gekomen? Werden er bijgevolg maatregelen genomen om de wetgeving bij te sturen?
In hoeverre meent u dat er bijkomende maatregelen kunnen worden genomen om het medisch afval te beperken? We zouden bijvoorbeeld geblisterd ziekenhuismateriaal kunnen verbieden. Dat is gedeeltelijk een federale bevoegdheid, ik weet het, maar het federale beleid kan toch worden bijgestuurd om die afvalberg te beperken? Bent u bereid om deze problematiek op het Overlegcomité met de federale overheid aan te kaarten?
Klopt het dat de verwerking van medisch afval in het buitenland goedkoper is dan in Vlaanderen?
Ziet u de sterilisatie van medisch afval als mogelijke oplossing om de afvalberg te verkleinen? Zijn er ook andere mogelijkheden?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mevrouw Van den Eynde, de OVAM spreekt op regelmatige basis met de medische sector, milieubedrijven en administraties van de Vlaamse overheid over de stand van zaken van het afvalbeheer in de instellingen voor geneeskunde, de geneeskundige praktijken en de thuiszorg. Daarbij komen knelpunten aan bod inzake het interne afvalbeheer en de inzameling. De mogelijkheden voor het decontamineren van een deel van het risicohoudend medisch afval werd daar besproken. In overleg met alle betrokken stakeholders is een aanpassing uitgewerkt van de regelgeving inzake decontaminatie. Er loopt momenteel een proefproject in het Universitair Ziekenhuis van Gent.
Het beheer van medisch afval is in de eerste plaats gericht op het bieden van een maximale bescherming tegen besmetting, vergiftiging of verwonding door afvalstoffen. Dat lijkt me logisch. Ik verwijs naar de vraag die eerder vandaag werd gesteld, want daarin werd gevraagd om zo veel als mogelijk de risicos uit te sluiten. Het is logisch dat we dat ook in dit geval doen. Het is noodzakelijk om de instellingen voor geneeskunde en de geneeskundige praktijken te blijven sensibiliseren om maximaal te trachten afval te vermijden en om het niet-vermijdbare afval aan de bron te sorteren voor inzameling.
De toename van de hoeveelheid medisch afval wordt mee beïnvloed door de evoluties van technieken en behandelingen. Het gebruik van wegwerpmaterialen bijvoorbeeld, is toegenomen. Het is niet mogelijk om binnen mijn bevoegdheid als Vlaams minister rechtstreeks in te grijpen, dat weet u, dat hebt u zelf ook gezegd. Het is een federale bevoegdheid. Daarnaast denk ik dat ook de bescherming van de patiënt en die van de zorgverstrekker niet uit het oog mogen worden verloren. We moeten er absoluut aandacht voor hebben.
In Nederland en Duitsland zijn door de overcapaciteit in de vergunde inrichtingen voor het verbranden van bedrijfsafvalstoffen, de prijzen voor de eindverwerking de voorbije jaren gedaald. Voor het risicohoudend medisch afval gaat de Vlaamse overheid uit van het zelfvoorzieningsprincipe waarbij de bijzonder gevaarlijke afvalstoffen niet naar het buitenland worden gestuurd voor eindverwerking, tenzij er geen beschikbare verbrandingscapaciteit zou zijn, bijvoorbeeld door een calamiteit, maar die zijn heel uitzonderlijk. Voor het niet-risicohoudend medisch afval gelden dezelfde voorwaarden als voor andere gemengde bedrijfsafvalstromen. Dezelfde regels gelden voor de export naar omliggende landen.
Het gebruik van de decontaminatietechnieken om een deel van het risicohoudend medisch afval te steriliseren, doet uiteraard de hoeveelheid medisch afval niet altijd dalen. Het behandelen van een deel van het risicohoudend medisch afval zet dit om in niet-risicohoudend medisch afval dat kan worden verbrand in een vergunde reguliere roosteroven voor bedrijfsafvalstoffen. Daarbij kan soms ook een volumereductie gebeuren. Dit is voor de ziekenhuizen goedkoper dan verbranding van het risicohoudend medisch afval in een oven, vergund voor gevaarlijke afvalstoffen. Dit levert een financieel voordeel op, maar heeft anderzijds tot gevolg dat in de ziekenhuizen een bijkomende afvalstroom ontstaat. Het verplegend personeel zal een onderscheid moeten maken tussen risicohoudend medisch afval dat wel of niet in aanmerking komt voor decontaminatie. Afvalstoffen met cytostatica of verdovende middelen, lichaamsdelen of organen en scherpe voorwerpen komen daarvoor niet in aanmerking.
Een voorstel tot wijziging van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) en het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) werd uitgewerkt door de OVAM, in samenspraak met de afdeling Toezicht Volksgezondheid en uiteraard ook met de dienst bevoegd voor bioveiligheid van de federale overheid.
Mevrouw Van den Eynde, we zijn dus in overleg en er loopt een proefproject. We hebben redelijk strenge normen voor de export van het gevaarlijk risicohoudend medisch afval. U ziet dat we ook verder denken met de sector over hoe we een en ander kunnen beperken.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, het is een nogal uitgebreid en technisch antwoord. Gaat het proefproject in het UZ vooral over de manier van inzamelen? Ik heb niet goed begrepen waar het juist over gaat.
Minister Joke Schauvliege : Het proefproject gaat over de decontaminatie. Ze kijken na hoe kan worden ingegrepen om het risicohoudend afval te verminderen.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Gaat het dan over steriliseren of is er nog een andere manier?
Minister Joke Schauvliege : Onder andere, er zijn misschien nog andere technieken.
De voorzitter : Autoclaveren werd dat vroeger genoemd.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Ik begrijp dat er een heel grote hoeveelheid afval mee wordt verbrand als risicohoudend afval. Dat is mijns inziens niet altijd noodzakelijk. Het lijkt me niet belangrijk om een aantal verbrandingsovens in Vlaanderen in werking te houden door de afvalberg te vergroten voor het risicohoudend afval een aantal collegas zullen begrijpen waarover ik het heb. Het is belangrijk om elke afvalberg zo klein mogelijk te houden. Het is op basis van die discussie dat ik deze vraag stel. Het is belangrijk dat elk soort afval wordt verwerkt op basis van de contaminatie dat het heeft. We mogen niet alles op een hoop risicohoudend afval gooien, want dat verhoogt de kost voor degene die het moet laten verwerken. Het is ook wegens de stijgende kostprijs in de ziekenhuis- en verzorgingssector dat ik deze vraag stel. Er is een verschil tussen het verwerken van risicohoudend afval en niet-risicohoudend afval. Het kan niet de bedoeling zijn dat hierom in Vlaanderen een aantal verbrandingsovens in leven worden gehouden.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.