Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 05/03/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de aanpak van asbesthoudende waterleidingen
- 1025 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Voorzitter, minister, collegas, mijn vraag gaat over een lokaal probleem dat mij de wenkbrauwen deed fronsen.
Toen eind 2012 vernieuwingswerken werden uitgevoerd aan het rioleringsnetwerk in Heindonk, werd de aanwezigheid van asbesthoudende waterleidingen vastgesteld. Dit zorgde voor heel wat ongerustheid in de regio, die al getroffen werd door een asbestprobleem. Asbest kan zeer gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid. De buurtbewoners hebben dus vragen over hoe het daar verder moet.
De drinkwatermaatschappij Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappij der Provincie Antwerpen (Pidpa) zag echter de verwijdering van deze leidingen niet zitten vanwege de hoge kosten die hiermee gepaard zouden gaan. Vijf maanden lang werd discussie gevoerd over wie die kosten dan wel zou moeten betalen en of de leidingen al dan niet zouden worden verwijderd. Uiteindelijk werd een akkoord bereikt waarbij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en Pidpa samen de verantwoordelijkheid en de kosten voor verwijdering van deze leidingen op zich nemen.
Minister, kunt u mij meedelen of de aanwezigheid van asbesthoudende waterleidingen zich beperkt tot deze regio, of zijn er elders in Vlaanderen nog meer asbesthoudende waterleidingen? Bestaat er een inventaris van de plaatsen waar zich asbesthoudende waterleidingen in de ondergrond bevinden? Betekent de aanwezigheid van asbesthoudende waterleidingen een gevaar voor de gezondheid? De bezorgdheid leeft bij de buurtbewoners, maar is ze terecht? Zijn asbesthoudende waterleidingen verboden in Vlaanderen? Zo ja, wie is dan verantwoordelijk voor de verwijdering ervan? Zo neen, bent u van plan om de asbesthoudende waterleidingen in Vlaanderen te verbieden? Wordt hiervoor een actieplan opgesteld, zoals bij de loden waterleidingen?
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, u weet dat mensen vaak worden aangezet om leidingwater te drinken omdat het inderdaad waanzinnig is om water in flessen te transporteren, zeker als de kwaliteit van het water zo goed als dezelfde is en soms zelfs beter. Leidingwater is ook veel goedkoper en de maatschappelijke kost ervan ligt heel wat lager. Als je dan weet dat er nog loden waterleidingen zijn of leidingen uit asbesthoudende materialen, dan frons je de wenkbrauwen.
Minister, ongeveer een jaar geleden hebben we in deze commissie een overzicht van loden leidingen besproken. Er bleken er nog heel wat aanwezig te zijn in Vlaanderen. Ik herinner me dat ik toch wel schrok van die cijfers. Die leidingen worden wel stelselmatig vernieuwd of vervangen, maar de vraag is of het tempo wel hoog genoeg ligt. Minister, is er een inventaris van de asbesthoudende leidingen? Hebben de watermaatschappijen doelstellingen om de asbesthoudende leidingen te verwijderen?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, collegas, asbesthoudende waterleidingen zijn overal in Vlaanderen. Dit is trouwens niet alleen zo in Vlaanderen, ook elders in de wereld werden waterleidingen in asbestcement aangelegd. Het totaal aantal asbestcementleidingen in Vlaanderen wordt geraamd op 20.000 kilometer. Dit is ongeveer 30 procent van alle drinkwaterleidingen in Vlaanderen.
De federale wetgeving rond asbest is gericht op de bescherming van werknemers en verplicht de drinkwatermaatschappijen tot het bijhouden van een dergelijke inventaris. Gelet op de uitgebreidheid van het distributienetwerk en de historische uitbouw ervan, bouwen de drinkwatermaatschappijen deze inventarissen stapsgewijs uit. Uit een rondvraag bij de drinkwatermaatschappijen blijkt dat alle maatschappijen hierin reeds zeer ver gevorderd zijn.
Asbest staat bekend als een probleemstof die aanleiding kan geven tot ernstige gezondheidseffecten. De ongerustheid over de aanwezigheid van asbesthoudende waterleidingen is vanuit die optiek te begrijpen.
Maar het is van groot belang, zoals hier al een aantal keren is gezegd, om een onderscheid te maken tussen een blootstelling via inademingen en een blootstelling via drinkwater of voeding. Over de gezondheidseffecten ten gevolge van langdurige blootstelling via inademing van asbeststof bestaat geen twijfel. Daar zijn gezondheidsrisicos aan gekoppeld. Uitgebreide en herhaalde wetenschappelijke studies over de effecten bij orale blootstelling via drinkwater of voeding komen tot een andere conclusie. De resultaten tonen aan dat er voor deze blootstellingsroute geen risico is.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) bevestigde dat ook in haar meest recente editie van de kwaliteitsrichtlijnen voor drinkwater in 2011. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is het daarom ook niet nodig een gezondheidsrichtwaarde voor asbest in drinkwater uit te vaardigen. Er is dus geen reden om aan te nemen dat asbesthoudende waterleidingen een gevaar inhouden voor de kwaliteit van het drinkwater.
Wanneer werken aan de asbestcementleidingen worden uitgevoerd door de drinkwatermaatschappijen, geldt de federale wetgeving en worden de werken uitgevoerd volgens een code van goede praktijk. Eventuele risicos voor de werknemers en omwonenden worden zo maximaal beperkt. Nieuwe toepassingen in alle asbesthoudende materialen zijn verboden sinds 1998. Dat geldt dus ook voor waterleidingen. Bestaande toepassingen en dus bestaande nog functionerende waterleidingen mogen worden behouden.
Gelet op het standpunt van de WGO en de wetgeving voor het omgaan met asbesthoudende materialen, is er geen noodzaak om een verbod op de aanwezigheid van asbestcement in het openbaar waterdistributienetwerk uit te vaardigen. Een actieplan, zoals dat bestaat voor loden leidingen in de drinkwatervoorziening, mijnheer Sanctorum, is dus ook niet aan de orde op dit moment. Vanuit milieuoogpunt is volgens de Vlaamse milieuwetgeving het in gebruik houden van bestaande, functionerende asbesthoudende waterleidingen dus niet verboden, omdat er geen risico voor de volksgezondheid aan verbonden is.
De stand van zaken is dus dat het in kaart is gebracht. Als men werken uitvoert, weet men die liggen en kan men de nodige voorzorgsmaatregelen nemen. Het systematisch vervangen van die leidingen zoals voor lood, gebeurt niet. Men concentreert zich nu op de loden leidingen, omdat er daar wel een direct effect is op de volksgezondheid. Het lijkt me logisch dat men daaraan de prioriteit geeft.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, ik begrijp uit uw antwoord dat u zegt dat er geen gevaar is voor de volksgezondheid. Dat zal waarschijnlijk wel zo zijn als de leidingen intact zijn, maar wat als de leidingen beschadigingen vertonen, komen er dan geen resten van asbest met het drinkwater mee? Ik speel advocaat van de duivel. Ik stel het hier enkel ter discussie uit voorzorg en om te weten waar we aan toe zijn in Vlaanderen. Het gaat over 20.000 kilometer of 30 procent van de onze drinkwaterleidingen. Dat is niet min. Het zou goed zijn als we daarover ook duidelijkheid krijgen.
Ik had de loden waterleidingen niet in het verhaal betrokken, omdat de drinkwatermaatschappijen pas eind april dit jaar aan u moeten rapporteren, minister. De doelstelling is wel vastgelegd dat tegen het einde van het jaar alle loden leidingen vervangen moeten zijn. Ik weet niet in hoeverre dat al klaar is, waarschijnlijk hebt u er momenteel ook nog geen zicht op.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, ik schrik wel even van die cijfers: 20.000 kilometer asbesthoudende leidingen, wat neerkomt op ongeveer 30 procent. Dat is veel. Het is in elk geval een positieve zaak dat de inventaris daarvan bijna klaar is. Als er werken moeten gebeuren aan die leidingen of in de buurt ervan, als die leidingen worden doorgezaagd of zo, kan er een risico bestaan voor de mensen die daar onderhoudswerken of allerlei wegenwerken doen. Als men er zicht op heeft waar er allemaal asbest aanwezig is, kan men ook voorzorgsmaatregelen treffen. Aangezien het gaat over 30 procent van de waterleidingen, vraag ik me af of het voldoende doorgedrongen is bij aannemers en werknemers dat er een grote kans bestaat dat ze worden geconfronteerd met asbesthoudende leidingen.
Het klopt natuurlijk dat inname van asbest door inademen of door water en voeding van een totaal verschillende orde is. Alleen is er wel een risico voor de leefomgeving, voor het milieu. Als die waterleidingen verweerd geraken en die asbestvezels komen via het drinkwater terecht in de oppervlaktewateren en de omgeving, wat is daarvan dan de impact? Er bestaan wel richtlijnen in verband met de milieu-impact, in het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) staan waarden voor asbestvezels in oppervlaktewater en dergelijke. Is er zicht op een mogelijk ecologisch risico?
De heer Bart Martens : Minister, 20.000 kilometer is ongeveer de helft van de omtrek van de aarde. Dat is gigantisch veel. Ik heb uit uw antwoord begrepen dat vooral de blootstellingsroute het risico bepaalt: via de lucht nestelen die vezeltjes zich in de longblaasjes, vormen littekenweefsel, kunnen leiden tot longkanker en buikvlieskanker. Ik heb begrepen dat inname via water veel minder risicos oplevert. De vraag is dan, collegas, gaan we niet meer risicos creëren door al die asbestleidingen te vervangen? Dan komen er wel mensen via de lucht mee in aanraking, aannemers en dergelijke. Dat moeten we ook in ogenschouw nemen. Het cijfer op zich is schrikbarend, 20.000 kilometer of 30 procent, maar misschien betekent het vervangen van de leidingen een veel groter risico voor de volksgezondheid dan dat we ze laten liggen.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege: Het rapport van de WGO is zeer duidelijk. Alleen via inademing is er een effect op de gezondheid, niet via drank of op een andere manier. Dat is heel belangrijk. De drinkwatermaatschappijen hebben die inventaris en controleren de leidingen degelijk. Ze hebben een vervangingsprogramma, niet alleen voor loden leidingen maar ook voor andere die verweerd of verouderd zouden zijn. Die leidingen houden ze natuurlijk beter in de gaten. Ze zullen uiteraard renoveren als dat nodig is. De inventaris is dus nuttig, en er wordt rekening mee gehouden.
Zoals u zegt, voorzitter, het is in principe beter de leidingen te laten liggen als ze nog goed zijn in plaats van ze allemaal op te breken. Anders moeten ze worden verwijderd, verwerkt en geborgen. Dat zijn allemaal elementen om rekening mee te houden, en vooral de effecten op het milieu en op de volksgezondheid.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Het klopt waarschijnlijk wel dat u over de loden waterleidingen geen cijfers hebt. (Opmerkingen)
Het woord asbest klinkt wel akelig. Er is al zoveel leed in die regio. Als er zich zoiets voordoet, reageren de mensen argwanend. De discussie die ontstond tussen de OVAM en Pidpa spreekt eigenlijk al voor zich. Is de OVAM verplicht om een medische sanering te doen? Dat is belangrijk ten opzichte van andere drinkwatermaatschappijen. Wie is verantwoordelijk? (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Minister Joke Schauvliege : Ik heb nog geen zicht op de milieu-impact. Ik zal dat nagaan. Ik kan daar niet direct een antwoord op geven.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.