Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 07/03/2013
De voorzitter : Mevrouw Franssen heeft het woord.
Mevrouw Cindy Franssen : Minister, het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) voorziet sinds 1 april in de verplichte oprichting van de schoolraad en stelt dat die raden om de vier jaar opnieuw moeten worden samengesteld.
De voorbije jaren werd het Participatiedecreet meermaals geëvalueerd. Zo maakte de Vlor op 26 mei 2011 een unaniem advies over participatie op school aan u over. Dit ging niet over de syndicale overlegorganen in de scholen. In zijn advies vraagt de Vlor aan de overheid om alle scholen toe te laten een eigen groeiproces naar participatie op te zetten. De Vlor wil dat iedereen die wil participeren, daar maximaal de kans toe krijgt en dat de school voor transparantie moet zorgen.
Minister, in uw recentste beleidsbrief deelt u mee dat u met het minidecreet betreffende de rechtspositie van de leerlingen het Participatiedecreet wilt wijzigen. In uw antwoord aan de heer De Meyer deelde u het volgende mee: We bevinden ons op dit moment in de fase dat we weten wat we willen, we zijn dit nu aan het bespreken met de administratie.
In uw beleidsbrief is de definitieve goedkeuring van de bijsturing van het Participatiedecreet gepland voor het voorjaar 2013. De parlementaire behandeling zal nog voor het zomerreces plaatsvinden zodat het voor het schooljaar 2013-2014 in werking kan treden.
Het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO) betreurt alvast dat het Participatiedecreet niet voor de samenstelling van de nieuwe schoolraden is gewijzigd. Dit betekent dat de decretale regeling dezelfde is als bij de vorige samenstelling van 2009 en er derhalve geen rekening is gehouden met het unanieme Vlor-advies.
Minister, waaraan is de vertraging in dit dossier, met name de bijsturing van het Participatiedecreet, te wijten? Kan de in de beleidsbrief geplande timing nog worden gehaald? Wanneer zal het gewijzigde Participatiedecreet zijn parlementaire behandeling in de plenaire vergadering kennen? Is het wenselijk om eerst het Participatiedecreet te wijzigen en pas dan de schoolraden te hernieuwen? Waarom wel of waarom niet? Op welke wijze hebt u opvolging gegeven aan het unanieme Vlor-advies? Zult u de scholen aanraden om de samenstelling van de nieuwe schoolraden uit te stellen tot het in werking treden van het bijgestuurde Participatiedecreet? Op welke wijze zal dit eventueel gebeuren?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Dat komt omdat we, overigens op vraag, niet langer hebben geopteerd om het in een onderwijsverzameldecreet op te nemen, maar in een ontwerp van decreet waarin de rechtspositie van de leerling verder vorm krijgt en waarin we de participatie mee opnemen.
We hebben een hele ruime, uitgebreide, informele consultatieronde gehouden met alle stakeholders koepels, vakorganisaties, ouderkoepelverenigingen en de Vlaamse scholierenkoepel, en die zeggen niet altijd hetzelfde , maar het proces is aangevat. Het ligt nu bij de inspecteur van Financiën. Zodra het er is, zal het worden geagendeerd op de ministerraad en kan het proces lopen. Dat betekent dat de timing die in de beleidsbrief staat, in principe nog altijd haalbaar is.
Het is niet de bedoeling de samenstelling van de schoolraden uit te stellen tot het in werking treden van het bijgestuurde Participatiedecreet. Dat kan gebeuren volgens de vigerende regelgeving aangezien de communicatie hierover al is gestart. De volgende hersamenstelling van de raden is in april 2013. De wijzigingsbepalingen voor de samenstelling van de schoolraden in het gesubsidieerd onderwijs zullen vanaf de daarop volgende samenstelling gebeuren. Hoe we aan het Vlor-advies opvolging hebben gegeven, zal duidelijk zijn wanneer het ontwerp van decreet wordt ingediend.
De voorzitter : Mevrouw Franssen heeft het woord.
Mevrouw Cindy Franssen : Ik kijk reikhalzend uit naar het ontwerp van decreet om te zien hoe er gevolg is gegeven aan het Vlor-advies. Vandaag ben ik niet veel wijzer geworden.
Minister Pascal Smet : Ik kan nog niet communiceren over de inhoud van een decreet. Het is af. We wachten op het advies van de Inspectie van Financiën en dan wordt het geagendeerd op de ministerraad.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.