Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 28/02/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Mercedes Van Volcem tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over Wonen in eigen streek
- 891 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Mevrouw Mercedes Van Volcem: Minister, ik stel deze vraag een beetje vanuit de praktijk. De mensen begrijpen het eigenlijk niet goed, dat Wonen in eigen streek. Ze begrijpen wel dat de Vlaamse Regering middelen wil aanwenden om stadsvlucht tegen te gaan.
Wat ik niet begrijp, is dat de meeste centrumsteden ermee geconfronteerd worden. U hebt in het kader van het stedenbeleid al veel studies besteld om te bekijken hoe jonge mensen aangemoedigd kunnen worden om in de stad te blijven, gelet op het feit dat de prijzen er hoger zijn en de ruimte kleiner is. In de randgemeenten die de steden omringen, zijn er grotere bouwgronden, want daar moeten er maar 15 woningen per hectare komen. Mensen kopen liever daar een stuk van 600 vierkante meter, want de kinderen kunnen er buiten spelen. De stad kampt op dat vlak toch een beetje met een negatief imago.
Ik vind de selectie een beetje raar. Op welke parameters en cijfers baseert u zich? Het gaat om gemeenten die behoren tot de 40 procent Vlaamse gemeenten met de hoogste gemiddelde bouwgrondprijs.
Ik heb in Trends de vergelijkingstabellen gezien. Knokke lijkt mij toch een absolute uitschieter. Knokke heeft heel veel problemen om jonge mensen in de stad te houden. Knokke ligt ook helemaal in een uithoek. Bovendien valt er in de winter niet al te veel te beleven, er is ook niet zo veel werkgelegenheid, behalve toerisme. Knokke lijkt me vergelijkbaar met Koksijde. Koksijde wordt wel opgenomen in de lijst. Knokke is wel groter dan Koksijde, maar ook Koksijde heeft 0 procent personenbelasting. Het verwondert me dat Koksijde wel wordt opgenomen en Knokke niet.
Hetzelfde geldt voor Zuienkerke, dat is een gebied met een heel grote oppervlakte en een klein dorp. Ook Zuienkerke kan maar heel weinig jonge mensen aantrekken. Maar wanneer de gemeente een woonbehoeftestudie maakt, kan ze ook geen nieuwe gronden aanbieden. De gemeente heeft daar heel veel problemen mee. Zuienkerke valt niet onder het stedelijk gebied, maar onder het buitengebied en dus krijgt het geen extra ruimte om een nieuwe verkaveling voor jonge mensen aan te snijden. Ze zitten in een vicieuze cirkel: aan de ene kant wil de gemeente mensen in eigen streek houden door nieuwe verkavelingen te maken voor jonge mensen, maar aan de andere kant zegt de woonbehoeftestudie dat er geen behoefte is en dat de gemeente geen extra gronden kan aansnijden.
Hoe werkt dit alles? Ook Brugge zit niet in de lijst. Nochtans zegt men altijd dat Brugge een van de duurste steden is om in te wonen. Antwerpen en Gent staan wel in de lijst. Brugge niet, het zou nochtans een van de duurste steden zijn om in te wonen, er zou een grote stadsvlucht zijn, waar we volgens het commentaar in de Stadsmonitor op moeten inzetten.
Hoe werkt het allemaal? Er is een nieuwe selectie gebeurd op 1 september 2012. Ik zou er graag een beetje meer uitleg over krijgen.
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Voorzitter, dames en heren, er zijn twee voorwaarden waaraan een gemeente moet voldoen om in aanmerking te komen voor de maatregel Wonen in eigen streek.
Ten eerste moet de gemeente behoren tot de 40 procent Vlaamse gemeenten waar de gemiddelde bouwgrondprijs per vierkante meter het hoogst is en ten tweede moet de gemeente ook behoren tot ofwel de 25 procent Vlaamse gemeenten met de hoogste interne migratie-intensiteit ofwel de 10 procent Vlaamse gemeenten met de hoogste externe migratie-intensiteit. Dat resulteerde in een selectie van 68 gemeenten.
Knokke en Brugge zijn niet opgenomen in de lijst omdat ze niet aan het tweede criterium beantwoorden. De prijs van de grond is er, zoals u al zei, mevrouw Van Volcem, inderdaad voldoende hoog, maar de migratie-intensiteit is niet zo hoog. Beide gemeenten zijn om dezelfde reden niet opgenomen in de lijst met doelgemeenten voor Wonen in eigen streek, namelijk wegens hun migratie-intensiteit. Ze behoren niet tot de 25 percent Vlaamse gemeenten met de hoogste interne migratie-intensiteit, noch tot de 10 percent Vlaamse gemeenten met de hoogste externe migratie-intensiteit. Voor interne migratie ligt de ondergrens op 96,96 per 1000 inwoners. Brugge haalt 65,83 en Knokke 81,12. Voor externe migratie ligt de ondergrens op 22,39 per 1000 inwoners en daarvoor behaalde Brugge 18,10 en Knokke 15,98. Dat verklaart waarom beide gemeenten niet zijn opgenomen in Wonen in eigen streek.
De voorzitter : Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Mevrouw Mercedes Van Volcem : Is er bij de twee voorwaarden ook een weging? Ik denk aan het geval dat de prijzen echt heel hoog zijn. Of is er geen weging en moet men gewoon aan de twee voorwaarden voldoen? Het zou kunnen dat een gemeente de duurste is, maar net niet genoeg migraties heeft en daardoor uit de boot valt. Dat vind ik geen goed systeem. Er zou een weging moeten zijn, zeker omdat het over betaalbaarheid van wonen gaat.
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : In die gemeenten is de druk op de woningmarkt minder hoog dan in vele andere waar mensen minder vaak wegtrekken. Het betekent dat de druk op de woningmarkt wat lager is en dat de maatregel minder noodzakelijk is. Het neemt natuurlijk niet weg dat de grondprijzen er erg hoog zijn. Dat is de reden waarom de tweede maatregel eraan wordt toegevoegd.
Mevrouw Mercedes Van Volcem : Ik denk dat het een beetje omgekeerd werkt. Doordat mensen er niet weg willen, is er natuurlijk veel meer druk op de prijzen. Mochten ze allemaal weggaan, dan zouden de prijzen dalen, maar doordat iedereen wil blijven, is er een cumulatief effect.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.