Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme
Vergadering van 20/02/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Linda Vissers tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de verkiezingen voor de OCMW-raad
- 815 (2012-2013)
Vraag om uitleg van de heer Marnic De Meulemeester tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de procedure voor de verkiezing van OCMW-raadsleden
- 820 (2012-2013)
Vraag om uitleg van mevrouw Patricia De Waele tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over het grote aantal fouten bij de controle van de geldigheid van de verkiezing van de OCMW-raden
- 870 (2012-2013)
Vraag om uitleg van de heer Bart Caron tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de talrijke vormfouten bij de samenstelling van de OCMW-raden en de gevolgen ervan
- 878 (2012-2013)
Vraag om uitleg van de heer Marius Meremans tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de vastgestelde fouten bij het verkiezen van de nieuwe OCMW-raden
- 885 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Vissers heeft het woord.
Mevrouw Linda Vissers : Voorzitter, in een persmededeling van 30 januari 2013 heeft de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) gesteld dat in 45 gemeenten moeilijkheden met de verkiezing van de OCMW-raadsleden zijn vastgesteld. Volgens de VVSG bevatten de voordrachten fouten. Soms werd geen opvolger op de akte aangeduid. In andere gevallen werd de genderbepaling niet gerespecteerd. De verkiezingswijze was zo onduidelijk dat tijdens de stemming en de telling fouten zijn gemaakt. Het geheim van de stemming kwam in het gedrang. Er waren problemen met de reststemmen en met de voorrangsregel.
Volgens de gemeentesecretarissen heeft het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) foute modellen van de voordrachtsakte doorgegeven en tegenstrijdige adviezen verleend. Verschillende gemeentesecretarissen zijn niet te spreken over de procedure, die ze ronduit kafkaiaans, veel te ingewikkeld en een grote rompslomp noemen. De VVSG zal de Vlaamse overheid dan ook een reeks verbeterpunten voorstellen.
De OCMW-verkiezingen hebben tot heel wat problemen geleid. In dertien Limburgse gemeenten zijn fouten gemaakt tegen de regels in verband met de opvolgers en de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen. De Raad voor Verkiezingsbetwistingen heeft het niet opportuun bevonden de verkiezingen te vernietigen. In Antwerpen is ambtshalve een onderzoek uitgevoerd. Er zijn geen fouten vastgesteld. In Oost-Vlaanderen zijn bezwaren ingediend. Die bezwaren zijn ontvankelijk, maar niet gegrond bevonden. In Vlaams-Brabant is geen enkele verkiezing nietig verklaard. In West-Vlaanderen heeft de Raad voor Verkiezingsbetwistingen daarentegen de verkiezingen van tien OCMW-raden gedeeltelijk ongeldig verklaard of zelfs vernietigd. De redenen zijn dezelfde fouten die in Limburg zijn gemaakt. Volgens ons kan dit niet. Er wordt met twee maten en twee gewichten gewerkt. Hierdoor ontstaat met het oog op de toekomst nog meer onduidelijkheid.
We zijn evenwel verheugd. Enkele dagen geleden heeft minister Bourgeois immers in een Limburgse krant verklaard dat hij geen aparte verkiezing van de OCMW-raad meer wil. Ik citeer: De minister wil dat het aantal zetels in de OCMW-raad wordt toegekend op basis van de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen. Dan weet elke partij de dag van de verkiezingen hoeveel OCMW-raadsleden ze heeft. Dat is veel duidelijker dan het ingewikkelde systeem met meervoudig stemrecht tijdens de installatie van de gemeenteraad.
We zijn hier alvast blij mee. Tijdens de besprekingen van het ontwerp van decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in 2008 hebben we dit door middel van een amendement zelf al voorgesteld. We kunnen dit nu dan ook enkel toejuichen.
Minister, mijn eerste vraag is in feite al achterhaald. Bent u op de hoogte van de problematiek? Aangezien we hierover in de pers al veel hebben kunnen lezen, vermoed ik van wel.
Heeft het ABB foute modellen van de voordrachtsakte doorgegeven? Welke tegenstrijdige adviezen heeft het ABB verstrekt? Hebt u met de VVSG al overleg gepleegd over de voorgestelde verbeterpunten?
We hebben in een bepaalde krant kunnen lezen dat u een hervorming wilt voorstellen. Hebt u dit al aan de rest van de Vlaamse Regering voorgelegd? Hoe hebben uw collegas op dit voorstel gereageerd?
De voorzitter : De heer De Meulemeester heeft het woord.
De heer Marnic De Meulemeester : Voorzitter, er is al veel over de enquête van de VVSG gezegd. Ik zal niet alles herhalen. Uit de enquête is gebleken dat er in 45 gemeenten moeilijkheden zijn geweest met de verkiezing van de OCMW-raadsleden.
De klachten zijn divers. Er zijn fouten in de voordrachtsakten gevonden. De opvolgers zijn niet op de voordrachtsakten aangeduid of de genderbepaling is niet gerespecteerd. Hertellingen van de stembiljetten waren nodig. De verkiezingswijze was onduidelijk. Volgens de gemeentesecretarissen is de procedure kafkaiaans, veel te ingewikkeld en een grote rompslomp. Ook tijdens de installatie van de OCMW-raden waren er moeilijkheden. Die problemen waren echter minder talrijk.
Op basis van deze ervaringen zal de VVSG een reeks verbetervoorstellen uitwerken en aan de Vlaamse overheid voorstellen. De VVSG pleit in elk geval voor een vereenvoudiging van de procedure voor de verkiezing van de OCMW-raadsleden. Een dergelijke vereenvoudiging is blijkbaar aan de orde.
Minister, hebt u moeilijkheden vastgesteld met de procedure voor de verkiezing van de OCMW-raadsleden? Zo ja, om welke problemen gaat het? Heeft het ABB effectief foute modellen van voordrachtsakten bezorgd? Hebt u weet van tegenstrijdige adviezen die door het ABB zouden zijn verstrekt? Zal een en ander met het oog op een gestroomlijnde en efficiënte dienstverlening door het ABB worden geëvalueerd? Bent u bereid om met de VVSG in overleg te treden om tot een duidelijker en eenvoudiger procedure te komen?
De voorzitter : Mevrouw De Waele heeft het woord.
Mevrouw Patricia De Waele : Voorzitter, minister, dames en heren, de voorzitters van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen van de provincies Limburg, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant stelden een groot aantal fouten vast bij de controle van de geldigheid van de verkiezing van de OCMW-raden. Er zouden 35 gemeenten in de fout gegaan zijn, andere bronnen spreken van 45 gemeenten. Dan zijn er nog altijd 250 tot 260 gemeenten en steden die het wel goed deden. Voor hen was dus alles duidelijk.
De onregelmatigheden het werd al omschreven waren of onvoldoende opvolgers of de niet-naleving van de verplichte genderdiversiteit.
Minister, de betrokken gemeentebesturen faalden in onze ogen in de eerstelijnscontrole, want het is aan hen om de voordrachtsakte bij indiening eind december te checken. Maar daarnaast horen we ook kritiek van de gemeentebesturen op de verwarrende informatie op het invulformulier en stelt de VVSG dat de informatie van de Vlaamse overheid misleidend was. Ik herhaal dat voor 250 gemeenten alles klaar en duidelijk was.
Vindt u de kritiek van de VVSG correct? Zult u er in de toekomst voor zorgen dat de invulformulieren en informatie duidelijker zijn?
Worden er stappen ondernomen tegen die falende gemeentebesturen? Zo ja, welke?
In Limburg, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant deed de Raad voor Verkiezingsbetwistingen ambtshalve onderzoek. Werd dat in de overige provincies ook reeds gedaan? Is het aantal onregelmatigheden daar gelijkaardig?
Is de VVSG dan niet betrokken bij de voorbereiding van een OCMW-decreet? Werden hierop vroeger, hetzij door de VVSG, hetzij door andere instanties, geen opmerkingen gemaakt over onduidelijkheden of over te verwachten moeilijkheden?
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Minister, ik wil een aantal elementen aanhalen die de collegas nog niet vernoemden.
Ik vind dit een heel eigenaardige situatie. Ik vind dit verwarrend en onvoorstelbaar. In deze tijden mag zoiets niet meer voorvallen. In het verleden waren er ook problemen, maar nu zijn ze van een veel grotere orde.
Er heerst verwarring alom. Waar ligt de verantwoordelijkheid? De Raad voor Verkiezingsbetwistingen van Limburg stelt ik citeer een Belgabericht: De Raad erkent daarnaast ook dat de formulering over eventuele opvolgers verwarring gecreëerd zou hebben wat betreft de vertegenwoordiging van zowel mannen als vrouwen in de OCMW-raad.
Is de informatie die de Vlaamse overheid heeft aangeleverd mee verantwoordelijk voor de verwarring?
Minister, er is absoluut geen eenvormigheid in de beslissingen van de raden voor verkiezingsbetwistingen. In West-Vlaanderen is er veel strenger geoordeeld over de niet-invulling van opvolgers of het niet respecteren van genderdiversiteit dan in andere provincies. Het is misschien straf uitgedrukt, maar ik ga het toch zeggen: we zouden kunnen stellen dat de raden met twee maten en twee gewichten werken. Dat is absoluut niet goed voor de rechtspraak, maar ook niet voor de duidelijkheid van bestuurlijke beslissingen. Daar moet in de toekomst zeker aan geremedieerd worden.
Een aantal personen die ongeldig werden aangeduid, hebben wel mee gestemd voor de aanduiding van het vast bureau, de bijzondere comités en het eventuele lidmaatschap van verenigingen van het OCMW. Dat heeft een belangrijk gevolg voor de werking van deze organen. Ze zijn samengesteld door personen die ongeldig hebben gezeteld. Dat wil ik even beklemtonen. Dat is geen gezonde situatie voor een democratie.
Ik wil nog even ingaan op het alternatief dat u via uw woordvoerder hebt gelanceerd in de media met betrekking tot het aantal zetels dat elke partij zou krijgen. Ik wil daar twee kanttekeningen bij maken zonder vandaag een uitdrukkelijk standpunt in te nemen.
Bij het vormen van een coalitie biedt het huidige systeem het voordeel dat de meerderheid bij het samen leggen van de stemmen van de meerderheidspartijen kan worden beveiligd of zelfs versterkt in de OCMW-raad. Dat staat tegenover uw alternatief. Bovendien heeft het systeem voor gevolg dat de kleine partijen en daar ben ik lid van heel vaak uit de boot zullen vallen. Door de reductie van het aantal gemeente- en OCMW-raadsleden zullen veel verkozenen geen vol mandaat hebben. Grote en kleine partijen zullen de mandaten onder elkaar verdelen zodat ze toch aan bod komen en werkafspraken mogelijk zijn.
Dat zijn twee gevoelige punten. Bij de aanstelling van een OCMW-raad speelt het principe van meerderheid versus oppositie niet altijd even hard. Als er affiniteit bestaat tussen personen of gevoeligheden inzake programmas, is het draagvlak voor OCMW-beslissingen vaak groter dan een louter politieke vertaling. Groen werkt in enkele centrumsteden samen met de meerderheid in de OCMW-raad. Dat is een duidelijke politieke keuze. Maak dat niet onmogelijk!
De VVSG zegt dat foute informatie op de website van de Vlaamse overheid aan de basis ligt van deze procedurefouten. Dat is een elementje dat de collegas niet hebben aangehaald.
Minister, ik ga ervan uit dat u ondertussen een overzicht hebt van alle problemen, en niet alleen bij de OCMW-raden, want die zijn er ook bij de politieraden. Erkent u dat de foute informatie op de website van de Vlaamse overheid aan de basis ligt van de procedurefouten?
Wat gebeurt er indien de verkiezing van een OCMW-raadslid ongeldig wordt verklaard zoals in tien West-Vlaamse gemeenten? Zijn alle kandidaten die op dezelfde voordrachtsakte voorgedragen worden dan ook niet meer verkozen? Kunnen de voorgedragen opvolgers hun plaats innemen of niet?
Kan dat voor gevolg hebben dat de initiële meerderheid in een OCMW-raad haar meerderheid verliest? U hebt daar zelf in een andere context ook op gewezen.
Indien een verkozen OCMW-raadslid zijn mandaat verliest door een uitspraak van de raad, en deze persoon ook deel uitmaakt van een bijzonder comité, door wie wordt deze persoon dan vervangen?
Is de beslissing van de gemeenteraad om de voordrachten ontvankelijk te verklaren voldoende als materieel bewijs? Mevrouw De Waele alludeerde daar al op. De Raad voor Verkiezingsbetwistingen Oost-Vlaanderen heeft in 2006 geoordeeld van wel, maar dat gaat in tegen de interpretatie dit jaar in Brugge of in Peer in 2006.
Moeten de verkiezingen van de OCMW-raad worden overgedaan, of wordt alleen de foutieve kandidatuur vernietigd? Onder welke voorwaarden vinden de nieuwe verkiezingen plaats? Mag iedereen opnieuw meedoen, zoals in Peer in 2006? Of niet?
De Raad voor Verkiezingsbetwistingen Limburg stelt ook dat de formulering over eventuele opvolgers verwarring gecreëerd zou hebben. Deelt u die mening? Hoe gaat u dat remediëren?
De voorzitter : De heer Meremans heeft het woord.
De heer Marius Meremans : Ik ga de jeremiade niet voortzetten, het is allemaal al aangehaald. Er zijn, zoals mevrouw De Waele zegt, heel wat gemeenten, waaronder die van mij natuurlijk, waar het correct verlopen is, waar er geen enkel probleem was en waar de samenstelling vlot gegaan is. Dat moeten we toch ook eventjes in de verf zetten.
Als een raad definitief ongeldig wordt verklaard, komen sommige gemeenten in de problemen, soms ontstaat er zelfs een probleem van onbestuurbaarheid. Dat is niet wenselijk. Dat is niet de bedoeling van de regelgeving. De provinciale raden zijn autonoom, onafhankelijk, maar doen soms verschillende uitspraken, wat weer tot problemen kan leiden.
Wat is uw reactie, minister, op die vastgestelde fouten? Wat zijn volgens u de oorzaken? Moeten we daar beleidsmaatregelen treffen om dat in de toekomst te vermijden? Welke maatregelen?
Hoe staat u tegenover de raden voor verkiezingsbetwistingen? Staat die organisatie een uniforme rechtspraak in Vlaanderen voor dergelijke zaken immers niet in de weg? Kunt u bevestigen dat in gemeenten waar de verkiezingen van de OCMW-raden definitief ongeldig worden verklaard, nieuwe verkiezingen zullen worden georganiseerd?
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Voorzitter, minister, collegas, artikel 10, paragraaf 1, van het OCMW-decreet is vrij duidelijk: De voordrachtsakte is alleen ontvankelijk als de voordracht betrekking heeft op kandidaat-werkende leden van verschillend geslacht en als voor elk kandidaat-werkend lid een of meer kandidaat-opvolgers worden vermeld. De voordrachtsakte vermeldt voor elk kandidaat-werkend lid een of meer kandidaat-opvolgers in de precieze volgorde waarin die zijn voorbestemd om het lid op te volgen. Dezelfde persoon kan opvolger zijn van twee of meer werkende leden die op dezelfde akte werden voorgedragen. Dezelfde persoon kan tevens kandidaat-werkend lid en kandidaat-opvolger zijn.
Dat wordt nog eens verder gespecificeerd in een omzendbrief, die expliciet vermeldt dat de kandidaten van verschillend geslacht moeten zijn, want het zou kunnen dat er op een andere plaats iets anders staat. Het is aan de gemeenteraad om die ontvankelijk te verklaren. Ik wil ook nog wijzen op de plichten van de gemeente- of stadssecretaris om dat na te zien.
Misschien is de verwarring ontstaan door de voordrachtsakte van de politieraad, die onder federale wetgeving valt. Die stelt enkel dat de voordrachtsakte uit meerdere personen moet bestaan, maar geeft geen specificatie over het geslacht. Bij de OCMW-raden, die Vlaamse bevoegdheid zijn, moeten de kandidaten wel van verschillend geslacht zijn.
Waar ik vandaag echter een groter probleem mee heb, is dat in alle provincies, met uitzondering van West-Vlaanderen, de raden voor verkiezingsbetwistingen hebben vastgesteld dat er wel een probleem is, maar dat dat te maken heeft met technische zaken of dat men zaken over het hoofd heeft gezien, maar dat men niet de intentie had om fouten te maken. Men heeft dat dus min of meer geaccepteerd. In West-Vlaanderen worden we wel geconfronteerd met een specifiek probleem.
Minister, hoe gaan we daarmee om in de provincie West-Vlaanderen? Voor de door u aangehaalde piste om op de avond van de verkiezingen te weten hoeveel OCMW-raadsleden er voor elke partij zijn, moet er ook nog een decretale wijziging gebeuren. Het kan ook voer voor discussie zijn. Welk systeem passen we toe, het systeem-DHondt of het systeem-Imperiali? Maken we lijstverbindingen en andere zaken mogelijk?
Als er de avond van de verkiezingen een democratische meerderheid kan worden gevormd van bijvoorbeeld elf tegen tien, en er wordt een ander systeem toegepast voor de OCMW-raden, moeten we zien dat die elf geen minderheid hebben in de OCMW-raad. Nu wordt dat grotendeels opgevangen met dat meervoudig stemrecht.
Uw piste om dit op een andere manier te regelen, is toch niet zo simpel als u of uw medewerker aanhaalde in een kranteninterview.
De voorzitter : Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns : Voorzitter, minister, collegas, de verkiezing van de OCMW-raad is inderdaad heel ingewikkeld en vaak onduidelijk. Als we tot een eenvoudiger en duidelijker procedure kunnen komen, willen wij daar zeker aan werken. Daarvoor is een grondige evaluatie op langere termijn nodig van alle verkiezingen, zowel gemeente, provincie als OCMW.
Ik deel de bekommernis van de heer Caron. We moeten waken over het feit dat een getrapt systeem ook zijn voordelen heeft voor kleine partijen, waardoor ook die een vertegenwoordiging kunnen krijgen.
Wat betreft de voordrachten die nu vernietigd worden, ondersteun ik de stelling dat de gevolgen van de relatief kleine fouten die daar zijn gemaakt, ook niet overdreven moeten zijn. Het kan niet zijn dat de doelstelling van het decreet nu onderuitgehaald wordt. Daar moet een oplossing voor worden gevonden. Die bekommernis wil ik namens mijn fractie delen.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Voorzitter, collegas, er zijn heel wat gelijklopende vragen, naar aanleiding van een inderdaad belangrijk probleem. Zeker in West-Vlaanderen leidt dat tot vragen, die terecht gesteld worden.
Ik ben net als u, collegas, post factum op de hoogte gebracht van de problemen. Twee vraagstellers hebben er al op gewezen dat het overgrote deel van de gemeenten de verkiezingen zonder problemen georganiseerd hebben, maar in een aantal gevallen waren er problemen. Die zijn tweeërlei: er waren problemen bij de indiening van de voordrachtsakte en er zijn problemen gerezen bij de verkiezingen.
Bij de indiening van de voordrachtsakten zijn er twee problemen: de regel met betrekking tot gender die niet gerespecteerd is, en de regel met betrekking tot de opvolgers die niet gerespecteerd is. Wat de verkiezingen betreft, gaat het om een vrij ingewikkeld systeem, dat bij elke partij tot stress of een zekere zenuwachtigheid leidt. Daarbij zijn fouten en dissidenties gebeurd. De VVSG zegt ook dat het kiesgeheim geschonden is. En er zijn discussies geweest over de reststemmen en de voorrangsregel. Dat zijn, kort samengevat, de problemen waarvan we kennis genomen hebben.
Wat is de oorzaak daarvan? Ik kan niet in het hart peilen van degenen die de akten hebben ingediend. Ik hoor geruchten dat sommigen al jaren lijsten zonder opvolgers indienen, of lijsten waarop het genderevenwicht niet wordt gerespecteerd. Aangezien dat altijd al gepasseerd is, gaat men ervan uit dat het nu ook zo zal zijn. Ik neem aan dat dat niet de meerderheid van de gevallen is. Ik neem aan dat het in de meeste gevallen om fouten gaat bij de indiening van de voordrachtsakte.
Het decreet is heel duidelijk, collegas. Eigenlijk gaat het om een oud systeem van verkiezen, dat al in de wetgeving op de Commissie voor Openbare Onderstand (COO) stond, dat overgenomen is in het OCMW-decreet, maar waar gaandeweg ontvankelijkheidsvereisten aan zijn toegevoegd, laatst nog met betrekking tot de opvolgers. Maar de verplichting voor opvolgers op zich, zonder sanctie, is er altijd al geweest. Dat stond in de COO-wetgeving en stond ook in de OCMW-wetgeving, ingevoerd in 1976. Er is in 2006 een ontvankelijkheidsvereiste toegevoegd met betrekking tot gender. Wie het genderevenwicht niet respecteerde, kreeg als sanctie de onontvankelijkheid.
Daar is één uitspraak over geweest, met betrekking tot Peer. Daar heeft de Raad voor Verkiezingsbetwistingen de voordracht nietig verklaard en een nieuwe verkiezing bevolen voor de hele OCMW-raad. Dat is toen bevestigd door de Raad van State.
Na de verkiezingen van 2006, met het decreet van 2008 dat in werking is getreden op 1 januari 2009, dus nu voor het eerst, is ook de ontvankelijkheid ingevoerd met betrekking tot de opvolgers. De heer Verfaillie heeft het decreet al deels voorgelezen. Dat decreet laat geen enkele twijfel bestaan met betrekking tot de vereisten daaromtrent. Ik heb bovendien een omzendbrief verstuurd, die zeer duidelijk bepaalt wat de verplichtingen zijn.
Het voordrachtsformulier dat het agentschap op de website heeft gepubliceerd, laat aan duidelijkheid inderdaad te wensen over, maar wie het document leest, kan eigenlijk ook niet twijfelen, zeker in combinatie met het decreet, de omzendbrief en het besluit van de Vlaamse Regering. Op de eerste pagina van dat voordrachtsformulier staat immers nog eens de hele toelichting. Onder de titel Wanneer is deze akte ontvankelijk? staat letterlijk: Per voordrachtsakte moeten er kandidaat-werkende leden van een verschillend geslacht worden voorgedragen. Er moeten bijgevolg per voordrachtsakte minstens twee kandidaten worden voorgedragen. De voordrachtsakte vermeldt voor elk kandidaat-werkend lid één of meer kandidaat-opvolgers in de precieze volgorde waarin zij het lid zullen opvolgen.
Er is wat verwarring omdat in het formulier zelf sprake is van een eventuele opvolger, wat zich kan voordoen bij het eindigen in de tijd van een mandaat, zoals je bij schepenen en burgemeesters hebt. Je kunt nu al bepalen wie de nieuwe burgemeester is die bijvoorbeeld op 1 januari 2016 aantreedt. Waarschijnlijk is door copy-paste bij het opmaken van dat formulier in het agentschap dat woord eventueel teruggekeerd, maar wie het decreet leest, de omzendbrief, het besluit van de Vlaamse Regering of het voordrachtsformulier zelf, op de eerste pagina duidelijk onder de rubriek over ontvankelijkheid, kan zich niet vergissen.
Daarbij komt, zoals bepaalde collegas hebben gezegd, dat in het besluit van de Vlaamse Regering uitdrukkelijk de taak is toegekend aan de secretaris om de ontvankelijkheid van de akten te bekijken. Dat is een beetje gebaseerd op het voorstel dat de VVSG destijds heeft geformuleerd. De VVSG stelde dat de secretaris daarover oordeelt. Als hij iets onontvankelijk verklaart, kun je eerst in beroep gaan bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen. Het voorstel van de VVSG is niet voor 100 procent opgenomen in het decreet, maar die taak is in elk geval toebedeeld aan de secretarissen.
Uit ervaring weet ik dat een aantal secretarissen dat ook consequent hebben gedaan en partijen erop hebben gewezen dat iets niet in orde was. Bij andere gelegenheden doen ze dat ook, bij voordrachten voor allerlei zaken. Ik vind het ook normaal, zelfs als dat niet in het besluit van de Vlaamse Regering zou staan, dat een secretaris daarover waakt, maar hier is de taak uitdrukkelijk aan de secretaris toegewezen, plus ook de gemeenteraad oordeelt over de ontvankelijkheid. Vandaar dat de Raad voor Verkiezingsbetwistingen in Oost-Vlaanderen heeft gesteld dat de gemeente de voordrachten ontvankelijk heeft verklaard. Daar is dus een moment van ontvankelijkheidsbeoordeling geweest. Er zijn diverse uitspraken over.
Collegas, u hebt ook aangehaald dat zich bij de politieraadsverkiezingen op een aantal vlakken in een aantal gemeenten dezelfde problemen hebben voorgedaan. Daar is de sanctie niet zo erg. Daar kan men teruggaan naar de gemeenteraad en nieuwe voordrachten laten gebeuren, wat ik persoonlijk een veel betere optie vind, maar bon, in het decreet is nu eenmaal een forse sanctie opgenomen. Daar is geen sprake van eventueel een fout formulier of zo, maar ook daar heeft zich het probleem voorgedaan en zijn er uitspraken, dit keer van de deputaties, ook ambtshalve, denk ik. Zij hebben gezegd dat de verkiezingen ongeldig zijn.
Ik heb, collegas, geen weet van tegenstrijdige adviezen. Ik heb het agentschap daarover ondervraagd.
Naar aanleiding hiervan heb ik geen overleg gehad met de VVSG. Destijds heeft de VVSG ons een uitgewerkt voorstel bezorgd. Dat is gedeeltelijk omgezet in het decreet in 2008, dat in werking trad op 1 januari 2009. Maar u weet dat het agentschap werkt aan een evaluatiedocument van het hele verkiezingsproces. Het is evident dat op het moment dat er voorstellen zijn, we in overleg zullen gaan met de VVSG.
Mevrouw De Waele, u vraagt of er stappen worden ondernomen tegen de falende gemeentebesturen. Ik beschik natuurlijk niet over enige sanctiemogelijkheid. Ik grijp ook niet in in het beoordelingsproces. De raden voor verkiezingsbetwistingen oordelen daarover, in onafhankelijkheid. Daartegen kan beroep worden aangetekend bij de Raad van State.
De raden voor verkiezingsbetwistingen hebben inderdaad op een aparte manier geoordeeld, zoals veel collegas hebben opgemerkt. Het decreet bepaalt dat er wordt opgetreden in geval van klachten. Er zijn een aantal klachten geweest. Er staat ook dat de raad ambtshalve kan optreden.
Ik heb al die uitspraken niet, maar ik stel vast dat bepaalde uitspraken, zoals in Oost-Vlaanderen, in die zin gaan dat er wordt gezegd dat de gemeenteraad heeft geoordeeld over de ontvankelijkheid. De lijsten zijn ontvankelijk, dus wij grijpen niet meer in. Andere raden schijnen het principe te hebben gehanteerd dat ze een raad zijn voor betwistingen. Als er geen betwistingen zijn, moeten zij niet optreden. Nog andere raden hebben geoordeeld dat ze rekening houden met de bestuurbaarheid van het OCMW en de gemeente eigenlijk ook, en zien daarom geen redenen om op te treden. In West-Vlaanderen heeft een en ander geleid tot ambtshalve uitspraken, die u kent.
Ik verneem ook dat er politieke partijen zijn die er verschillend op reageren. Ik heb al weet van één gemeente waar de politieke meerderheid de oppositie heeft verzekerd dat ze ervoor zal zorgen dat de niet-verkozene van de oppositie wel verkozen wordt, fair play dus. Je kunt niet garanderen dat dat overal gebeurt. Er kunnen dus wel spanningen en moeilijkheden ontstaan ten gevolge van deze uitspraak.
Finaal zal de Raad van State oordelen. Ook in de gevallen waar de raden voor verkiezingsbetwistingen de verkiezingen niet ongeldig hebben verklaard, kan de zaak nog voor de Raad van State komen, als een van de klagers die het niet eens is met de uitspraak naar de Raad van State trekt. Ik ga er dus van uit dat het niet enkel in West-Vlaanderen is dat het voor de Raad van State kan komen.
Collegas, ik ga geen oordeel vellen over de uitspraken van de raden voor verkiezingsbetwistingen. Dat komt mij ook niet toe. De raden voor verkiezingsbetwistingen zijn zo geïnstalleerd dat ze onafhankelijk oordelen. De uitvoerende macht treedt daar niet in op. Het is natuurlijk wel opvallend dat je in gelijkaardige gevallen in de vijf provincies tot verschillende uitspraken kunt komen. Al zijn het op het eerste gezicht vier gelijkaardige en een andere uitspraak, ze hebben wel ook een andere motivering. In het huidige systeem wordt de eenheid van rechtspraak wel gegarandeerd door de Raad van State, aangezien daar beroep mogelijk is tegen de uitspraken van de raden voor verkiezingsbetwistingen.
De vraag die velen nu bezighoudt is wat daar nu de gevolgen van zijn. Ik laat in het antwoord de kennisgevingen enzovoort buiten beschouwing. Uiteraard wordt iedereen officieel op de hoogte gebracht en worden de betekeningen gedaan die kunnen gebeuren. Zoals ik al zei, kan er beroep worden aangetekend bij de Raad van State. Dat moet gebeuren binnen acht dagen na de kennisgeving.
Belangrijk is dus wat de gevolgen zijn van de vernietiging. Ik laat in het midden of het een definitieve vernietiging is na een uitspraak door de raad voor verkiezingsbetwistingen, dan wel na een uitspraak van de Raad van State. Ik lees eerst het artikel 15, paragraaf 9, 3e en 4e lid van het OCMW-decreet voor: Als een vernietiging definitief geworden is, wordt binnen twintig dagen, vanaf de dag na de kennisgeving van de vernietiging aan de betrokken gemeente, tot een nieuwe verkiezing overgegaan op basis van de overeenkomstig artikelen 10 en 14 ingediende ontvankelijke voordrachtsakte voor de vernietigde verkiezing. Nieuw ingediende voordrachtsakten zijn niet ontvankelijk. Ingeval van onvoldoende voordrachten, is artikel 14, tweede lid, met behoud van artikel 13 van toepassing, met dien verstande dat de termijn van twintig dagen geldt. Tot de installatie van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen enkel dringende zaken worden behandeld.
Omgezet in mensentaal, als ik het zo mag zeggen, moet er binnen twintig dagen na de kennisgeving van de uitspraak worden overgegaan tot een nieuwe verkiezing, die gebeurt in twee fases, die eigenlijk ook kunnen plaatsvinden op één gemeenteraadszitting. Dat gebeurt op basis van de overeenkomstig artikel 10 en 14 ingediende ontvankelijke voordrachtsakten. Dat is een zeer, zeer, zeer zware sanctie. Concreet wordt er in een eerste fase enkel gestemd over kandidaten die voorkwamen op de akten die ontvankelijk waren.
De niet-ontvankelijke komen niet opnieuw aan bod. Persoonlijk begrijp ik deze sanctie niet. Maar dat is het decreet, zoals het is bepaald. Ik verwijs naar de uitspraak van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen in de zaak-Peer destijds. Het ging over gender. Daar was toen ook al een ontvankelijkheidssanctie aan gekoppeld. Toen gold dat nog niet voor de opvolgers, wel voor gender. Nu zijn er de beide: gender én opvolgers. De Raad voor Verkiezingsbetwistingen zei toen dat er nieuwe verkiezingen moesten worden georganiseerd en dat alle partijen opnieuw hun akten konden indienen. De Raad van State heeft zich daarbij aangesloten. In het decreet, zoals het in werking trad op 1 januari 2009, staat als sanctie bij onontvankelijkheid: een nieuwe procedure binnen de twintig dagen, met in een eerste fase uitsluitend die kandidaten die voorkwamen op de ontvankelijke lijsten. Zijn er niet genoeg kandidaten, dan komt de tweede fase waarbij opnieuw door alle partijen kandidaten kunnen worden voorgedragen. Dan wordt de zaak opengetrokken. Maar daar kun je natuurlijk nog altijd problemen hebben, aangezien je dan meer kandidaten hebt die zich eventueel kandidaat kunnen stellen voor een beperkt aantal plaatsen en niet meer voor de hele gamma van de OCMW-raad, bestaande uit zoveel leden. Dat is naar mijn smaak een zeer zware sanctie. Als de zaak wordt opengetrokken, is het aantal stemmen per raadslid afhankelijk van het aantal nog te begeven mandaten. Die twee fases kunnen in één enkele gemeenteraadszitting worden doorgelopen.
Mijnheer Caron, u stelde een vraag over een verkozen OCMW-raadslid dat zijn mandaat verliest en deel uitmaakte van een bijzonder comité. Daar is artikel 60, paragraaf 3, van toepassing. Het zevende en achtste lid van die paragraaf bepalen dat in beginsel de leden van dezelfde voordrachtsakte iemand aanduiden. Gaat dat niet, dan treedt het negende lid in werking: eender welk lid mag verkozen worden.
Hoe reageer ik nu op deze aangelegenheid? Collegas, het nu bestaande systeem van de getrapte verkiezingen is een oud systeem. Het is het systeem van de Commissies voor Openbare Onderstand, dat werd overgenomen in de OCMW-wetgeving. Aan het systeem op zich is bij mijn weten niets veranderd. Er is enkel een bepaling toegevoegd met betrekking tot gender, onmiddellijk met de sanctie van onontvankelijkheid. Dat leidde in Peer, de enige mij bekende casus, tot de beslissing om het helemaal opnieuw over te doen. Later, op 1 januari 2009, werd ingang 1 toegevoegd. Er was al een verplichting om opvolgers voor te dragen maar er stond geen sanctie op. De onontvankelijkheidssanctie, met de zeer harde sanctie dat je bij definitieve ongeldigheid moet overgaan tot een nieuwe verkiezing, was er in een eerste fase alleen op basis van de kandidaten die figureerden op de ontvankelijke lijsten.
Ik begrijp, eerlijk gezegd, heel moeilijk die sanctie. Ik heb de toelichting gelezen. Daarin staat dat dit er is om politieke spelletjes te vermijden. Ik weet niet of je door dit systeem in stand te houden politieke spelletjes kunt tegengaan. Een partij die spelletjes wil spelen, zal zeggen dat zij recht heeft op vier kandidaten en er automatisch nog een stuk of vijf voordragen zodat zij reserve heeft. Als een van de andere partijen het genderevenwicht vergeet te respecteren of geen opvolgers heeft, volgen er nieuwe verkiezingen en zal die partij er dan van uitgaan er tien op de elf te zullen halen. Dat zijn pas politieke spelletjes die mogelijk zijn. Nu krijg je het systeem met niet-verkozen kandidaten, waarbij in een eerste fase uitsluitend daarover wordt gestemd. Ik neem nog aan dat er lijsten zullen zijn die iemand ten optel hebben voorgedragen. Daarover kan ook weer gestemd worden. Het leidt in mijn visie tot een ongezonde situatie. Vanuit het oogpunt van bestuurbaarheid vind ik dat een meerderheid die zich aftekent in een gemeenteraad, ook een meerderheid moet hebben in een OCMW-raad. Met die sanctie kun je tot een omgekeerd resultaat komen.
Wat wil ik daaraan veranderen? Een aantal zaken zijn beslist beleid. Over een aantal andere zaken moeten we nadenken. Mijn woordvoerder heeft dat al gezegd aan de media. Ik heb dat al even aangekaart in de schoot van de regering, maar het is geen regeringsstandpunt.
Beslist beleid is wel dat we in Vlaanderen naar één bestuursrechtscollege met beroepsmagistraten gaan. U weet dat een van de bevoegdheden zal zijn: oordelen over verkiezingsbetwistingen. Zo zul je met betrekking tot diverse aangelegenheden komen tot een uniforme rechtspraak in Vlaanderen. Dit besliste beleid zal aan de orde zijn als zich nog eens dergelijke problemen voordoen.
Met betrekking tot de procedure zelf is het mijn persoonlijke opinie waarover moet worden gepraat dat je het systeem niet kafkaiaans moet maken. Je moet vergissingen vermijden, zoals die zijn gebeurd in Brugge, hoewel er zijn die zeggen dat het om dissidentie gaat.
Je zou moeten zorgen voor een vertegenwoordiging in de OCMW-raden op basis van de gemeenteraad. In Wallonië is dat zo. Daar past men de regel van drie toe, op basis van het aantal gemeenteraadsleden. Men doet daar een correctie. Als zou blijken dat uit de toekenning van de zetels op die basis de meerderheid in de gemeenteraad niet de meerderheid in de OCMW-raad is, dan is er een gezamenlijk aantal OCMW-raadsleden voor de gehele meerderheid samen.
Mijnheer Caron, ik sluit min of meer bij u aan omdat ik denk dat je ook daar in de mogelijkheid zou moeten voorzien dat andere partijen een gezamenlijke voordracht kunnen doen. Nu heb je vaak reststemmen. Neem bij wijze van hypothetisch voorbeeld twee kleine partijen die elk recht hebben op een half mandaat. Waarom zou je dat niet toelaten? Eén zaak is voor mij duidelijk: je moet altijd tot een systeem komen waarbij de meerderheid in de gemeenteraad ook de meerderheid is in de OCMW-raad. Anders zit je in totale onbestuurbaarheid. Het systeem van Wallonië werkt goed omdat het voor evenredigheid zorgt en ook omdat de meerderheid altijd in de meerderheid is. Ik zie alleen niet de mogelijkheid die de heer Caron aanhaalt waarbij andere partijen zich ook verenigen. Maar ik denk dat dit in zon systeem perfect uitwerkbaar is.
Ik weet niet of je in dit geval nog een sanctiesysteem moet hebben. Wellicht wel, in de mate dat je altijd rekening moet houden met gender. Voor wat betreft de opvolgers laat ik dat in het midden. We kunnen daarover discussiëren. Ik weet niet of het echt nodig is dat je op dat moment al die opvolgers hebt. Je kunt dat ook vragen op het ogenblik dat iemand ontslag neemt, overlijdt of verhuist, enzovoort. Dan kan die partij, of kunnen die partijen gezamenlijk, een voordracht doen. Ik laat even in het midden of daarop een sanctie van onontvankelijkheid moet staan. Wat gender betreft zal het anders zijn.
Ik vind onontvankelijkheid in elk geval een totaal onevenredige sanctie. Dan wordt er gezegd dat je opnieuw moet beginnen, maar dat je niet meer kunt meedoen. Met die politieraden wordt nu gezegd dat het moet worden overgedaan. Maar ik vind dat als een secretaris of een gemeenteraad of een raad voor verkiezingsbetwistingen vaststelt dat een voordracht niet ontvankelijk is, dat je dat opnieuw moet indienen. De democratie is er toch? Als je natuurlijk bij een tweede voordracht pertinent zou weigeren om het genderevenwicht te respecteren, dan kun je dat eventueel voor anderen openstellen. Dat is een andere zaak. Maar ik zie echt niet in waarom je bij zulke materiële fouten de ultieme sanctie moet hanteren waardoor die partij niet meer vertegenwoordigd is in de OCMW-raad. De democratie is daar niet bij gebaat.
Ik zie, samenvattend, drie zaken. Ten eerste, zorg voor eenheid van rechtspraak op Vlaams vlak. Dat is beslist beleid. Om allerlei redenen moet je daaraan remediëren, vooral omwille van de democratie: je moet ervoor zorgen dat een meerderheid in de gemeenteraad ook de meerderheid is in de OCMW-raad, anders leidt dit tot onbestuurbaarheid. Ik zeg er uitdrukkelijk bij dat dit mijn persoonlijk denkspoor is.
Ten tweede, ik vind dat we de procedure echt kunnen vereenvoudigen en toch hetzelfde resultaat kunnen bereiken. Dat kan dan zonder al die stress met stembriefjes en het risico op fouten en op dissidenties. Dat gebeurt elke keer opnieuw. Ik zetel al sinds 1977 in de gemeenteraad. Ik weet dat er in bepaalde gemeenten altijd dergelijke problemen zijn geweest. We moeten dit vereenvoudigen.
De meerderheid is echter de meerderheid. Andere partijen hebben nu al de mogelijkheid zich te verenigen om een mandaat te delen. Dat zouden we kunnen combineren. Momenteel maakt dat geen deel van het systeem uit. De vraag is eigenlijk waarom dat niet zou kunnen.
Ten derde, wat de sanctie betreft, pleiten we bij het bestuursrechtscollege voor een bestuurlijke lus. Als het om de gemeentelijke democratie gaat, zouden we dan echter stellen dat dit fataal is. Die mensen zouden niet meer in aanmerking komen. De partijen die geen verkozenen hebben en die een of twee kandidaten hebben ingediend, zouden dan toch zetels in de OCMW-raad krijgen. Ik vind dit een zeer verregaande sanctie.
Ik ben van plan in dit verband voorstellen uit te werken. Ik zal die voorstellen dan aan de Vlaamse Regering en aan het Vlaams Parlement voorleggen. Ik wil een voorzichtige conclusie trekken. Iedereen is van mening dat we er op een aantal vlakken voor moeten zorgen dat dergelijke situaties niet meer kunnen ontstaan.
De voorzitter : Mevrouw Vissers heeft het woord.
Mevrouw Linda Vissers : Ik dank de minister voor zijn uitgebreid antwoord. Ik ben blij dat hij de gemaakte fouten erkent. We zouden kunnen verwijzen naar die vele andere gemeenten waar geen fouten zijn gemaakt. Dat geldt onder meer voor mijn gemeente. Wij hebben echter een goede gemeentesecretaris die alles op voorhand heeft bekeken. Dat moet ik ook toegeven.
Ik stel echter vast dat meerderheidspartijen in acht Limburgse gemeenten fouten hebben gemaakt. CD&V is de koploper en heeft in zes gemeenten fouten met voordrachtsakten gemaakt. Volgens de heer Verfaillie is alles duidelijk omschreven en is het decreet duidelijk. Zijn partijgenoten hebben bij ons toch in zes gemeenten fouten gemaakt.
Ik ben blij dat de minister voor een enkel bestuursrechtscollege in Vlaanderen zal ijveren. Dat kunnen we enkel toejuichen. Een uniforme rechtspraak is in dit verband immers zeer belangrijk. Ik wil hieraan toevoegen dat we dit in het verleden ook al hebben voorgesteld. Ons voorstel is toen niet aanvaard. We zijn nu blij dat het er toch zal komen.
De huidige situatie kan niet blijven duren. In negen Limburgse gemeenten zijn verkozenen zonder opvolgers aangeduid. In de krant is het bericht verschenen dat het bestuursrechtscollege heeft besloten hier niets aan te doen. Hierdoor zou immers een onbestuurbaarheid ontstaan. Aan de andere kant van het land, in West-Vlaanderen, is ook in een aantal gemeenten een voordrachtsakte zonder opvolgers ingediend. Daar zijn wel straffen uitgesproken. De minister heeft er zelf naar verwezen. Die sancties zijn vrij zwaar. We vinden dat dit niet kan. In Limburg zouden er problemen op het vlak van de bestuurbaarheid ontstaan. In West-Vlaanderen zullen die problemen er dan ook zijn.
Hier wordt met twee maten en twee gewichten gewerkt. Als ik morgen in Antwerpen en in Brussel door het rood licht rijd, moet ik in Antwerpen en in Brussel dezelfde boete krijgen. Het kan niet dat ik in Antwerpen door het rood licht mag rijden en in Brussel een hoge boete krijg. We kunnen dan ook enkel toejuichen dat er een enkel bestuursrechtscollege komt. Hierdoor zal in heel Vlaanderen eenduidigheid ontstaan.
Wat het tweede voorstel betreft, heb ik daarnet al vermeld dat we tijdens de besprekingen van het ontwerp van decreet in 2008 al een amendement hebben ingediend met betrekking tot het voorstel dat de minister nu in de krant heeft laten verschijnen. Volgens ons zal dit voorstel van de minister geen probleem vormen. We hopen dat hij hiermee niet te lang meer zal wachten en dat het voorstel nog tijdens deze legislatuur zal worden uitgewerkt.
Zijn eigen partij zal sowieso voor dit voorstel stemmen. De N-VA heeft ons amendement immers ook in 2008 al gesteund. De minister moet dus enkel de twee andere meerderheidspartijen nog overtuigen. Dit zal, na de nodige besprekingen, allicht geen probleem vormen.
Mijn conclusie is dat we blij zijn met het antwoord van de minister. Het is jammer dat al die problemen zijn ontstaan. Het is misschien ook een goede les geweest. Na een goede les komen oplossingen. De minister heeft nu oplossingen voorgesteld. We kunnen dit enkel toejuichen.
De voorzitter : De heer De Meulemeester heeft het woord.
De heer Marnic De Meulemeester : Ik dank de minister voor zijn uitgebreid antwoord. Het is duidelijk dat er in de toekomst iets zal moeten veranderen. Er zijn fouten gemaakt. Er zijn dissidenties binnen de partijen zelf geweest. Er is een administratieve rompslomp aan verbonden. Iedereen is het er allicht over eens dat er nieuwe voorstellen moeten komen.
Ik wil nog eens de grote verantwoordelijkheid van de gemeentesecretarissen benadrukken. Dat heeft de minister daarnet trouwens ook gedaan. Zij moeten van op de eerste lijn zien of alle voordrachtsakten ontvankelijk zijn en moeten vaststellen of de verkiezingen kunnen plaatsvinden. Zij moeten beslissen of er moet worden ingegrepen en dat er nog nieuwe voordrachtsakten kunnen worden ingediend. Er waren voldoende uren om nog een nieuwe voordrachtsakte in te dienen. Die grote verantwoordelijkheid rust op de schouders van de gemeentesecretarissen. In bepaalde steden en gemeenten heeft dit blijkbaar een probleem gevormd.
Wat de suggesties en voorstellen betreft om alles beter te laten verlopen, moeten we de zaken volgens mij zo eenvoudig mogelijk houden. We zouden de verkiezingslijsten zelf kunnen volgen. In dat geval zouden de eerste kandidaten na de gemeenteraadsleden naar de OCMW-raad worden gestuurd. Dat lijkt me een heel eenvoudig voorstel. Het moet natuurlijk technisch worden onderzocht in hoeverre dit allemaal kan en transparant zou zijn.
In de overgrote meerderheid van de gemeenten weten de kandidaten vooraf dat zij na de gemeenteraadsleden aan bod komen. Dit heeft ook een democratisch gehalte. Uiteindelijk hebben die mensen zich allemaal op een lijst kandidaat gesteld. Zij komen dan het eerst in aanmerking om de vertegenwoordiging in de OCMW-raad op zich te nemen. Dit lijkt me eenvoudig, transparant en verdedigbaar. Ik kan me voorstellen dat de technische aspecten van dit voorstel zullen moeten worden onderzocht.
De voorzitter : Mevrouw De Waele heeft het woord.
Mevrouw Patricia De Waele : Ik dank de minister voor zijn uitgebreid antwoord. Heel deze zaak heeft een spijtig punt aangetoond. We moeten ons vragen stellen bij de kwaliteit van sommige bestuurders en verkozenen. Ofwel hebben ze geen kennis van de wetgeving of van het mandaat waar ze op azen, ofwel lappen ze de regels aan hun laars. Zo vervullen ze natuurlijk geen voorbeeldfunctie.
Verder maak ik me de bedenking dat de Raad voor Verkiezingsbetwistingen eerst een knuppel in het hoenderhok heeft gegooid en nadien de zaak in bepaalde gevallen heeft geminimaliseerd. Voor mij is het nochtans duidelijk. Ofwel is een fout vastgesteld en moeten de betrokkenen de gevolgen onder ogen kunnen zien, ofwel worden de regels absurd bevonden en wordt alles op zijn beloop gelaten.
Ik vind het in elk geval laakbaar dat sommige raden bepaalde fouten op een verschillende manier hebben geïnterpreteerd. Ik ben dan ook bijzonder tevreden met het voorstel van de minister om tot een enkel rechtscollege te komen. Op die manier kan er op dat vlak duidelijkheid ontstaan.
Ik ben ook tevreden met het voorstel van de minister om de hele procedure aan te pakken. We moeten nagaan hoe de verkiezingen van de OCMW-raadsleden op een betere manier kunnen verlopen. Het moet transparanter en eenvoudiger worden.
Natuurlijk lopen we momenteel wat achter de feiten aan. De fouten zijn gemaakt. We zullen tot herstellingen moeten overgaan. Ik heb het er zelf bijzonder moeilijk mee dat op het vlak van de genderneutraliteit fouten zijn vastgesteld. Die fouten blijven straffeloos voortbestaan. Daar blijf ik op mijn honger zitten. Dat vind ik jammer. Dat is een gemiste kans. Ik had graag gezien dat daar wat meer aan gedaan kon worden. Quod non. In ieder geval, uw voorstellen liggen in de lijn van die van mijn partij.
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Ik dank u voor uw antwoord, minister. We zijn het zo ongeveer helemaal eens. Ik ben het met u eens. Ik ben blij dat ik dat kan zeggen.
Ik wil het nog hebben over de fout in het OCMW-decreet, die onredelijk zware sanctie. Ik weet niet of het echt een fout is, ik zat toen niet in die commissie. (Opmerkingen)
Als wij ook fout zijn, dan zitten we ook fout.
Dit kost heel veel tijd en geld. Wie in beroep wil gaan, moet naar de Raad van State. In West-Vlaanderen hebben we een aantal dossiers te sponsoren die geen lachertjes zijn. Ik wil dat gewoon even kwijt. Het kost veel energie en overleg en het brengt politiek-maatschappelijk niets op.
Ik vind uw alternatief interessant, minister, ook de correcties. Ik heb ook uitgedrukt dat om het even welk systeem de meerderheid de meerderheid moet kunnen laten zijn. Tegelijk moet de diversiteit van de Vlaamse partijen kunnen worden weerspiegeld. Daar komt een goede oplossing voor. Ik ben het eens met uw sanctie rond de genderdiversiteit. We mogen dat absoluut niet loslaten.
Ik weet niet of alle tien de West-Vlaamse gemeenten in beroep gegaan zijn bij de Raad van State, ik denk van niet. Ik ben zeer benieuwd naar de uitspraak van de Raad van State, of die zich zal aligneren met de raden voor verkiezingsbetwistingen in de andere provincies, dan wel de eigenheid van de West-Vlaamse raad zal volgen. Dat is niet onbelangrijk voor de toekomst in andere gemeenten en voor de besprekingen hier.
Dat maakt mij ongerust. Het kan leiden tot onbestuurbaarheid zoals is gezegd. In sommige gemeenten zou de meerderheid verloren gaan. Daar moeten we toch eens bij stilstaan. Dat kan nooit de bedoeling geweest zijn van de decreetgever, noch van de meerderheid noch van de oppositie. Dat is een anomalie waar we blijvend aandacht moeten voor hebben.
We zullen een nieuw rechtscollege hebben dat de eenheid van rechtspraak zal garanderen. Ik pleit er wel voor om de rechten van de verdediging maximaal te garanderen. Er zijn heel wat klachten over de zeer summiere ruimte die zowel klachtindieners als hun verdediging hebben gekregen in sommige raden. Dit is een complex dossier met grote maatschappelijke gevolgen. Dat kan niet zomaar worden afgehaspeld.
Minister, hoe streng ze ook zijn geweest bij het ambtshalve onderzoek van de voordracht ook voor de politieraden trouwens , zo mild zijn ze geweest bij het onderzoek van de verkiezingsuitslagen. Dat kan ik eigenlijk niet harden.
De voorzitter : De heer Meremans heeft het woord.
De heer Marius Meremans : Ik sluit me aan bij het merendeel van de sprekers die het blijkbaar allemaal eens zijn.
Als ik het goed begrijp, moeten we voor de sancties rekenen op de politieke fair play in de diverse gemeenten. Laat ons hopen dat de gemeenten de nodige politieke volwassenheid aan de dag leggen. Zoals u terecht opmerkt, moet de gemeenteraad worden weerspiegeld in de OCMW-raad. Dat zou het beleid ten goede komen.
De voorstellen die u hebt geformuleerd, zijn zeker en vast interessant. We mogen ook niet te beroerd zijn om naar de zuiderbuur te kijken. Dat lijkt mij een goede zaak.
Inderdaad, ik ben het met u eens, mijnheer Caron, we moeten aandacht blijven besteden aan de rol van de kleinere partijen. Ik heb zelf deel uitgemaakt van een kleine partij, ik begrijp perfect hoe u zich voelt. (Opmerkingen. Gelach)
Het zal in elk geval terugkomen naar deze commissie. Laat ons hopen dat we in de toekomst ook met het Vlaams Bestuursrechtscollege een aantal zaken kunnen vermijden. Maar we mogen niet naïef zijn. Er zullen altijd klachten zijn. We leven nu eenmaal in een tijd waarin men heel snel allerlei rechtscolleges aanspreekt om het gelijk te halen, niet alleen bij gemeenteraadsverkiezingen maar bij alle zaken van bestuurlijke aard. Hopelijk kunnen we deze anomalieën er snel uithalen zodat we een aantal zaken in de toekomst kunnen uitsluiten.
De voorzitter : De heer Kennes heeft het woord.
De heer Ward Kennes : Dit debat heeft heel wat positieve elementen voor de toekomst voortgebracht. Dat blijkt ook uit de reacties.
Ik wil namens mijn fractie nog eens onderlijnen dat het nooit de bedoeling kan zijn geweest van de decreetgever om tot onbestuurbaarheid van het OCMW te komen, en ook niet tot een grondige scheeftrekking van de verkiezingsuitslag, want dat is nog een apart punt.
Minister, hoe zit het met de aansprakelijkheid van de gemeentesecretaris? Er werd op gewezen dat hij een zeer belangrijke taak heeft bij het beoordelen van de ontvankelijkheid. Sommige gemeentesecretarissen hebben mensen terug naar huis gestuurd met hun voordracht omdat ze die niet ontvankelijk konden verklaren. Sommige mensen hebben de kans gehad om dat recht te zetten. Aan de andere kant rezen er veel problemen omdat heel veel akten onterecht ontvankelijk zijn verklaard.
Kunnen mensen die uit de boot vallen en niet meer in aanmerking komen om aan de herverkiezing deel te nemen, een procedure aanvatten? Ik viseer niemand. Wat kunnen de gevolgen zijn voor gemeentesecretarissen die zaken over het hoofd hebben gezien en akten onterecht ontvankelijk hebben verklaard? Zij zijn verantwoordelijk, maar wie is er aansprakelijk? Zulke situaties kunnen zware gevolgen hebben.
De voorzitter : De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen : Minister, ik vond uw antwoord zeer interessant. U zei dat er wel wat verwarring bestaat. Dat is een eufemisme, u begrijpt het af en toe niet goed. Ik heb hier gemerkt dat anderen dat gevoel delen.
Ik ben geen jurist, maar heel de zaak lijkt me te wringen op een aantal basale rechtsbeginselen, om te beginnen inzake de proportionaliteit van de sanctie ten opzichte van de fout. Dan wordt er abstractie gemaakt van de intentie van degene die de fout begaat.
Verder is er nog de lineariteit tussen degene die de fout maakt en degene die de sanctie krijgt. De heer Kennes verwijst naar de rol van de gemeentesecretaris. Die moet toezien op de ontvankelijkheid, maar de sanctie valt bij de mandatarissen. We kunnen ons daar vragen bij stellen.
Hoe zit het met de notie van rechtszekerheid door de verschillende interpretatie door de verschillende raden?
Er zijn politieke aspecten: de meerderheid moet een meerderheid kunnen zijn, ook in de afgeleide raden.
Ik denk dat het een collectieve verantwoordelijkheid is, het maakt niet uit wie wat gestemd heeft. We moeten dit collectief oplossen. U hebt voorstellen gedaan, minister, die ik op relatief lange termijn inschat. Het zou goed zijn om het geheel van de decreten te evalueren die gemaakt zijn naar aanleiding van de lokale en provinciale verkiezingen. We kunnen daar desgevallend lessen uit trekken.
Hoe kunnen wij de lopende procedures sturen? We kunnen echter niet ingrijpen. De Raad van State kijkt ook altijd naar de intentie van de wetgever bij de beoordeling van procedures. Op lange termijn moeten we daar zeker enige richting aan geven.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Ik dank u allen voor uw uiteenzettingen en suggesties. Ik denk dat zich een consensus aftekent.
Ik ben het volledig met u eens, mijnheer Kennes. Ik heb het trouwens ook met zoveel woorden gezegd, het kan niet de bedoeling zijn dat we tot onbestuurbaarheid komen, het kan evenmin de bedoeling zijn dat we tot een totale scheeftrekking komen van de vertegenwoordiging van een partij.
De sanctie is disproportioneel zoals u terecht zegt, mijnheer Van Malderen. Ik heb dat ook gezegd, maar goed, dat is het decreet.
Kunnen we iets doen aan de lopende procedures? Daar moet u eens over nadenken met het parlement. Ik kan daarin geen initiatief nemen. Ik wil wel ten gronde gaan voor een nieuw systeem. Ik wil dat doen in dialoog, het is niet te nemen of te laten. Het zijn persoonlijke voorstellen.
Door middel van het Vlaams Bestuursrechtscollege zullen we al eenheid van rechtspraak hebben. Verder vindt iedereen de sanctie disproportioneel. Zoiets leidt tot ongewenste situaties: het kan leiden tot onbestuurbaarheid, tot een totale scheeftrekking. Het is vreemd om een partij te bestraffen met uitsluiting van de OCMW-raad, terwijl ze normaal gezien recht heeft op een vertegenwoordiging daar. Dat is mijns inziens niet de bedoeling. Met gender kan men strikte regels handhaven, maar je kunt een bestuurlijke lus inschakelen. Je kunt vragen om het te herstellen. Weigert men dat, dan is dat natuurlijk een andere zaak.
Ik pleit ervoor dat er een veel gemakkelijker systeem van verkiezing zou komen, waarbij een aantal principes overeind moeten blijven. De meerderheid moet de meerderheid blijven. Je zou een meerderheidssituatie kunnen hebben in gemeenteraden, waar de meerderheid bestaat uit drie, vier, vijf kleinere partijen, waarbij de optelsom niet meer de meerderheid is. Daarom heeft men in Wallonië in een correctiemechanisme voorzien.
Anderzijds is er de traditie van een soort gezamenlijke voordrachten je kunt het geen lijstverbindingen noemen voor mensen of lijsten die anders niet aan bod komen, of reststemmen. Je moet daar ook uit raken. Dan beantwoord je aan het huidige systeem en vermijd je dissidenties. Je kunt zeggen: de meerderheid van de lijst, net zoals voor de schepenen, draagt die kandidaten voor. En die kandidaten worden dan verkozen verklaard.
Je zou zo ook veel tijdverlies vermijden. Het is een systeem dat ellenlang duurt in elke gemeenteraad, met het ophalen en tellen van stembriefjes. Het is een moment van stress en moeilijkheden en eventuele dissidenties enzovoort. Als we daaruit zouden kunnen raken, zullen we in de toekomst tot een beter systeem komen.
Ik ben niet geneigd om mee te gaan in het voorstel van de heer De Meulemeester, waarbij je tot een soort semidirecte verkiezing komt. Dat bestaat nu in de faciliteitengemeenten. De heer De Meulemeester stelt eigenlijk dat de opvolgers op de lijst automatisch de OCMW-raadsleden zouden zijn. Elke partij heeft een systeem om de mandatarissen aan te duiden. Het zou in elk geval een heel ander systeem zijn dan nu, waarbij de partijen hun mandatarissen aanduiden die in de OCMW-raad gaan zetelen.
Ik spreek me niet uit over de vonnissen die geveld zijn. U mag dat niet van mij verwachten. Er is een scheiding der machten. Ik laat dat aan u over, mijnheer Caron. Ik zal daar geen uitspraken over doen. Ik vind wel dat we naar een uniform systeem moeten gaan.
Ten aanzien van de mensen die stellen dat het formulier beter had gekund, wil ik erop wijzen dat er ook inzake gender, waar het probleem zich niet voordeed, en inzake politieraad, waar het probleem zich niet voordeed, zulke fouten gebeurd zijn.
Als het gaat over verantwoordelijkheden, deel ik de mening van de heer Van Malderen. Er zijn heel veel zaken die eventueel verantwoordelijk tekenen daarvoor. Een secretaris wordt geëvalueerd, maar om nu in termen van burgerlijke aansprakelijkheid te praten, daar wil ik geen uitspraken over doen.
Ik stel ook vast dat de Raad voor Verkiezingsbetwistingen in Oost-Vlaanderen geoordeeld heeft dat de gemeenteraad zich minstens impliciet heeft uitgesproken en ze ontvankelijk heeft verklaard. Dat is eigenlijk de formele procedure. Ik ga geen uitspraken doen over de lopende procedures. Ik stel dit alleen vast. Ik stel ook vast dat er diverse rechtspraak is.
Wat mij betreft, is het belangrijkste nu dat we tot conclusies proberen te komen voor de toekomst, die rekening houden met bestuurbaarheid, met democratische vertegenwoordiging van de diverse partijen die daar recht op hebben, en dat we, als het enigszins kan, ook tot een veel eenvoudiger systeem komen dat veel minder aanleiding geeft tot discussies, fouten enzovoort.
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Ik wil nog één opmerking maken, minister, met betrekking tot het feit dat de gemeenteraad de voordrachtsakte ontvankelijk kan of moet verklaren. In veel gemeenteraden zijn de kandidaatstellingen voor OCMW- en politieraad niet vooraf aan de raadsleden bezorgd. Er is alleen ter zitting een lijst van de kandidaten uitgedeeld. Als we daarvoor gaan, moet dat ook absoluut geremedieerd worden.
Bij ons in de stad bijvoorbeeld had de meerderheid stemafspraken gemaakt, en briefjes en geheugensteuntjes, waar alle kandidaten op stonden. De oppositie wist tot op dat moment niet wie de kandidaten waren van de meerderheid. (Opmerkingen)
Het is absoluut waar wat ik zeg. Hoe kun je nu iets ontvankelijk verklaren, als je de informatie niet hebt? Dat wou ik toch even inbrengen als voorbehoud.
Minister Geert Bourgeois : Ze liggen hoe dan ook ter inzage, mijnheer Caron. Ze moeten voor iedereen ter inzage zijn. Het klopt niet dat u niet de kans had om het te weten. Iets anders is dat men afspraken zou kunnen maken, maar ze liggen zeker ter inzage.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.