Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 21/02/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Martine Fournier tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de vacaturemeldingsplicht voor bedrijven
- 831 (2012-2013)
Vraag om uitleg van de heer Chris Janssens tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de verplichte melding en het aanbod van vacatures
- 833 (2012-2013)
Vraag om uitleg van mevrouw Martine Fournier tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over dubbele en achterhaalde vacatures op de jobsite van de VDAB
- 837 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier : Voorzitter, enkele kranten van De Persgroep hebben gemeld dat Eurostat aan de hand van de zogeheten Job Vacancy Rate heeft berekend dat ruim een derde van de vacatures in ons land onder de radar blijft. Dit betekent dat meer dan een op drie vacatures nergens staat geregistreerd.
De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) stelt dat het fenomeen van de verborgen vacatures ondanks de sterk toegenomen captatie van vacatures blijft bestaan. Bedrijven zijn nochtans juridisch verplicht vacatures aan de VDAB te melden.
In zijn antwoord op een schriftelijke vraag van mevrouw Peeters heeft de minister in dit verband verwezen naar het koninklijk besluit van 5 december 1969 betreffende de collectieve afdankingen en de kennisgeving van vacante betrekkingen. De website van de VDAB stipuleert als kwaliteitsrichtlijn voor werkgevers het volgende met betrekking tot deze verplichting: Of dit voor jou een verplichting is, hangt af van het aantal werknemers dat je in dienst hebt. Had je tijdens het voorbije kalenderjaar gemiddeld minstens 20 werknemers in dienst, dan ben je wettelijk verplicht om je vacatures aan VDAB mee te delen. Deze kennisgeving moet gebeuren uiterlijk op de dag van de bekendmaking in de pers. Dit kan via een mailtje naar vacatures@ vdab.be. De VDAB verwijst hier naar artikel 24, paragraaf 5, van het besluit van de Vlaamse Regering houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding van 21 december 1988.
Dit besluit is sindsdien een paar keer gewijzigd. Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 heft het eerder vermelde besluit van de Vlaamse Regering op. Bijgevolg is artikel 24, paragraaf 5, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 1988 sinds 1 oktober 2009 niet meer van kracht.
Deze meldingsplicht is sowieso dode letter. Deze verplichting wordt immers niet gecontroleerd. In het eerder vermelde antwoord op de schriftelijke vraag van mevrouw Peeters heeft de minister trouwens verklaard geen voorstander te zijn van controles in Vlaanderen. Bepaalde zaken kunnen overigens niet worden bestraft.
De minister gelooft veeleer in een coöperatief samenwerkingsmodel. Ik deel die visie. Dit model houdt in dat de VDAB alle werkgevers, ongeacht de grootte van hun onderneming, aanspoort om hun vacatures mee te delen. Daarbij verwijst de VDAB naar de vele voordelen voor het bedrijf die met een samenwerking met de VDAB gepaard gaan. Die voordelen zijn onder meer de hulp bij de opmaak van de vacatures, de formulering van vereisten of competenties, de doorstroming naar andere jobsites en de dienstverlening op maat.
Arbeidsmarktdeskundige Jan Denys heeft erop gewezen dat een derde van de vacatures ten gevolge van de niet-naleving van de meldingsplicht niet openbaar is of wordt gemaakt. Dit is een logische redenering. Volgens de heer Denys zitten hier veel vacatures voor hooggeschoolden bij. Voor de invulling van deze arbeidsplaatsen rekenen de bedrijven op hun eigen netwerken of op interne doorstroming.
De lokale VDAB-consulenten wijzen erop dat bepaalde werklozen hierdoor uit de boot vallen. Zeker mensen die al geruime tijd van de arbeidsmarkt weg zijn en minder op eigen netwerken kunnen rekenen, zijn vaak alleen op de publicaties in de pers en op hun dossier bij de VDAB aangewezen. De stille vacatures zorgen ervoor dat niet alle werklozen over dezelfde mogelijkheden beschikken. Dit is in feite niet aanvaardbaar.
Minister, waarom maken bedrijven volgens u niet automatisch gebruik van de diensten van de VDAB? Zijn deze bedrijven niet voldoende op de hoogte van de voordelen die een dergelijke samenwerking biedt? Ligt het probleem bij de VDAB?
In welke sectoren van het bedrijfsleven lijken ondernemers het minst bereid met de VDAB samen te werken? Bent u bereid met de VDAB te overleggen over concrete acties om deze bedrijven ervan te overtuigen toch de kleine stap te zetten de stille vacatures in kwestie aan de VDAB mee te delen?
Kunt u ons meedelen op welke wettelijke basis de verplichte mededeling van openstaande vacatures aan de VDAB voor bedrijven met meer dan twintig werknemers is gestoeld?
De voorzitter : De heer Janssens heeft het woord.
De heer Chris Janssens : Voorzitter, ik heb de twee themas die mevrouw Fournier wil aankaarten, in een enkele vraag om uitleg gegoten. Zij heeft er twee aparte vragen om uitleg van gemaakt. Dat is gewoon een verschil in werkwijze.
Aangezien mevrouw Fournier mijn eigen inleiding in haar uitgebreide toelichting haast volledig heeft geschetst, zal ik dat zeker niet allemaal herhalen. Ik zal me beperken tot de specifieke vragen die ik initieel heb ingediend en waarop de minister ongetwijfeld een antwoord heeft voorbereid.
Mijn vragen hebben betrekking op de verplichte melding van vacatures en op het aanbod aan vacatures. Mevrouw Fournier zal hier straks nog op terugkomen. Nadat eerder een bericht over de verplichte melding van vacatures is verschenen, is een dag later in dezelfde krant het bericht verschenen dat de openstaande vacatures niet up-to-date zijn. Hierdoor zou een vals beeld van de arbeidsmarkt worden gecreëerd.
Minister, over de verplichte melding en het aanbod van de vacatures heb ik enkele vragen. Hoe reageert u op de gegevens van Eurostat, waaruit zou blijken dat een derde van de vacatures niet zou worden gemeld? Welke conclusies trekt u hieruit? Welke initiatieven hebt u reeds genomen inzake het coöperatief samenwerkingsmodel om bedrijven aan te moedigen hun vacatures te melden? Blijft u van oordeel dat een controle van de meldingsplicht nutteloos is? Neemt u nog initiatieven om werkgevers te sensibiliseren om vacatures te melden aan de VDAB zodat er een zo transparant mogelijk beeld kan worden geboden van alle beschikbare vacatures op de Vlaamse arbeidsmarkt? Bent u het ermee eens dat door de zogenaamde verborgen vacatures voornamelijk langdurig werklozen worden getroffen, zoals een VDAB-consulent wordt geciteerd? Hoe beoordeelt u de problematiek van de foutenmarge in de openstaande vacatures? In welke mate kan de online vacaturedatabank beter worden geactualiseerd?
Mevrouw Martine Fournier : Ik wil nog even wijzen op de recente studie van Ernst & Young, waaruit blijkt dat potentiële werkgevers sollicitanten die reageren via jobsites of jobbeurzen minder waardevol vinden. Dergelijke werkzoekenden worden Homers genoemd, naar het weinig dynamische cartoonpersonage. Hun applicaties zouden, volgens het kwestieuze onderzoek, onder aan de stapel kandidaten belanden.
Minister, erkent u het probleem van de gebrekkige representativiteit van sites zoals vdab.be en Jobkanaal? Zijn er maatregelen gepland om dit euvel recht te trekken? Kan de VDAB niet meer gebruikmaken van haar recht om vacatures eigenhandig af te sluiten als dezelfde job meerdere malen wordt geafficheerd of klaarblijkelijk gedateerd is?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Mevrouw Fournier, ik begin met uw vraag over de wettelijke verplichting tot mededeling. De wettelijke basis voor de verplichting aan ondernemingen met ten minste twintig werknemers om vacatures te melden aan de VDAB, is het koninklijk besluit van 5 december 1969 betreffende de aangifte van collectieve afdankingen en de kennisgeving van vacante betrekkingen.
Zowel u, mevrouw Fournier, als de heer Janssens verwees naar berichten in de pers waaruit bleek dat een derde van alle vacatures niet wordt gemeld. Ik wil erop wijzen dat dit gebaseerd is op ramingen en dat niemand een exact zicht heeft op het werkelijke vacatureaanbod in Vlaanderen. Toen we het er de vorige keer over hadden, heb ik gezegd dat het erg zou zijn als we dat allemaal moeten doen. Er zijn spontane vacatures, soms wordt het gewoon gezegd in een bedrijf. Aangezien de vacatures niet bekend zijn bij de VDAB, kan ik geen onderbouwde uitspraken doen over de sectoren waarin deze vacatures gesitueerd zouden zijn. Het is niet geweten.
U vroeg ook beiden of er acties worden ondernomen om ondernemingen aan te moedigen. Al jaren onderneemt de VDAB actie om zo veel mogelijk vacatures op de website te publiceren. Zo zorgt het ter beschikking stellen van elektronische uitwisseling van vacatures ervoor dat vacatures van bedrijven automatisch worden omgezet naar de VDAB-vormvereisten en lay-out zonder dat dit extra werk vraagt. Dit houdt de administratieve last voor bedrijven zo laag mogelijk.
Deze mogelijkheid, en vooral de sterke marktpositie van de VDAB op het web, trekt andere spelers aan. Spelers zoals Stepstone, Monster, Concentra en andere sluiten overeenkomsten af met de VDAB, waardoor het aantal gepubliceerde vacatures sterk verhoogt. De interesse van deze intermediairen bevestigt de sterke marktpositie van de VDAB-website. Door de vele samenwerkingsakkoorden verhoogt de kans dat één vacature meerdere malen wordt gepubliceerd. Als de vacature van de werkgever aan verschillende spelers wordt gegeven, en die spelers hebben een contract met de VDAB, dan komt die er vaker op.
Hiervoor heeft de VDAB een dubbeldetectietool ontwikkeld waardoor vacatures die in grote mate overeenkomen, automatisch aan elkaar worden gekoppeld. Dit is zichtbaar voor werkzoekenden op de VDAB-website. Hier is gezocht naar de gulden middenweg: zo veel mogelijk identieke vacatures koppelen zonder de werkzoekende de keuze te ontnemen via welke tussenpersoon hij wil solliciteren. Ze kunnen dan zelf kiezen met welke intermediair ze verder in zee gaan.
Gezien het grote aantal gepubliceerde vacatures op de website, is het onmogelijk dit handmatig op te volgen en werd dit geautomatiseerd. De VDAB hecht niet alleen belang aan kwantiteit, maar investeert ook sterk in kwaliteit van de gepubliceerde vacatures. De VDAB heeft een online assistent, een tool die de werkgevers helpt bij de invoer van vacatures en onmiddellijk tips geeft om de kwaliteit van hun vacatures in functie van een goede matching te verhogen.
Daarnaast kan de werkgever via MasterVac een aanvraag indienen om de vacature te laten nalezen door een VDAB-consulent. Als je niet weet of het goed genoeg is, kun je dat nog altijd laten nalezen. In de samenwerkingsovereenkomsten die de VDAB afsluit met de sectoren, is een standaardclausule opgenomen over het stimuleren van het publiceren van vacatures via de VDAB. Soms gaat men verder zoals bij de servicepunten zorg. Het doel is onder andere via actieve netwerking werkgevers en nieuwe vacatures uit de zorgsector te detecteren en een passende dienstverlening op maat aan te bieden.
De VDAB ontwikkelt ook regelmatig deeldatabanken waardoor vacatures gericht kunnen worden verdeeld naar websites van sectoren waarmee de VDAB een samenwerkingsovereenkomst heeft. Zo zijn er deeldatabanken voor de bouw-, haven-, brandstoffen- en zorgsector.
Mevrouw Fournier, u vraagt of de VDAB verouderde vacatures zelf kan afsluiten. VDAB doet dit reeds, en maakt hiervoor gebruik van een automatische controle op de actualiteit van vacatures waarvoor de werkgever geen concrete hulp van VDAB vraagt. Indien de werkgever geen actie onderneemt om de vacature te actualiseren, wordt die na een bepaalde periode automatisch uit publicatie gehaald. Vacatures waarbij de werkgever wel specifiek hulp vraagt bij het zoeken naar kandidaten, worden door een VDAB-consulent opgevolgd.
De heer Janssens vraagt naar de samenwerking met bedrijven. De VDAB werkt intensief verder aan de professionalisering van de dienstverlening aan werkgevers in het kader van de Sluitende Aanpak voor Werkgevers. Hierbij wordt aandacht besteed aan verdere optimalisatie van de vacaturewerking. Extra aandacht wordt besteed aan een dienstverlening op maat voor kmos , wat vertaald is in provinciale kmo-actieplannen.
Verder zorgt de VDAB voor de realisatie van een dienstverlening met focus op bemiddeling: Iedereen bemiddelaar. Doelstelling is elke VDAB-medewerker te doordringen van het feit dat de kerntaak van de VDAB bestaat uit het realiseren van een match tussen vacature en werkzoekende. Het werken met competenties, waarvan begin dit jaar een eerste onderdeel in productie werd gezet, is hierbij een zeer belangrijke stap in het verbeteren en verfijnen van de match tussen werkzoekenden en vacatures.
In 2013 zal, onder andere in samenwerking met UNIZO, worden ingezet op duidelijke communicatie over de dienstverlening die werkgevers van de VDAB kunnen verkrijgen. De beste reclame is nog altijd dat men ziet dat wat de VDAB doet, goed is en dat het de bedrijven helpt. Door de dienstverlening aan werkgevers blijvend te optimaliseren en af te stemmen op de behoeften van werkgevers, wil de VDAB de eventuele drempels voor werkgevers om samen te werken, verlagen.
U vroeg ook naar de redenen waarom werkgevers sommige vacatures niet melden aan de VDAB. Ik heb er daarnet al enkele gegeven. Soms komen er spontane sollicitaties binnen, soms vraagt de werkgever eerst aan zijn werknemers of zij een kandidaat hebben. Het kan ook zijn dat men de interimkracht wil aanwerven. Sommigen wijzen ook op de administratieve last, maar dat proberen we toch tot een absoluut minimum te beperken. Werkgevers zijn zich niet altijd bewust van wat de VDAB-databank kan doen.
Mijnheer Janssens, u vraagt of ik het ermee eens ben dat vooral langdurig werkzoekenden getroffen worden door de verborgen vacatures. Tijdens de ondersteuning van werkzoekenden in hun zoektocht naar werk, onder andere via de campusacties en sollicitatiecoaching, wordt het belang van het uitbouwen van een uitgebreid netwerk benadrukt. Er wordt vermeld dat ook heel wat vacatures kunnen worden gevonden via verscheidene netwerken, informele circuits en dat de VDAB-website zeker niet de enige bron is waar vacatures teruggevonden kunnen worden. De langdurig werkzoekenden worden net gestimuleerd om ook andere wegen dan enkel de VDAB-website te gebruiken.
De voorzitter : Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Er zal inderdaad nooit een sluitend systeem zijn en er zal nooit volledig zicht zijn op het aantal vacatures.
Het is heel belangrijk om de ondernemingen aan te moedigen om de vacatures aan de VDAB door te geven. Ik heb soms de indruk dat het imago van de VDAB bij werkgevers en bij werknemers nog kan verbeteren. De meesten vinden toch nog dat de VDAB voor laaggeschoolden is, voor mensen die niet willen werken. Het is belangrijk om met de bedrijven goede contacten te hebben om het imago op te krikken en een betere samenwerking te krijgen tussen werkgevers en de VDAB.
De voorzitter : De heer Janssens heeft het woord.
De heer Chris Janssens : Minister, het gaat inderdaad om ramingen. Job vacancy rate van Eurostat spreekt over een op drie. Onlangs sprak Luc Sels in een artikel in Trends over een op vier van de vacatures die niet gemeld zouden worden. We kunnen alleen maar begrip hebben voor werkgevers die via hun eigen kanalen en via hun eigen werknemers in eerste instantie op zoek gaan naar een sollicitant voor een openstaande vacature en hun werknemer er zelfs een bonus voor geven. Het is voor die bedrijven de meest praktische oplossing.
Ik had het over langdurig werklozen die het slachtoffer kunnen zijn van het systeem van het niet-melden van vacatures omdat een VDAB-consulent het hierover had in een artikel in De Morgen. Ik heb begrepen dat u ook niet weet waarop die consulent zich eventueel zou hebben gebaseerd.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.