Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid
Vergadering van 05/02/2013
Vraag om uitleg van de heer Bart Van Malderen tot de heer Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over het Forensisch Psychiatrisch Centrum Gent
- 702 (2012-2013)
De voorzitter : De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen : Voorzitter, minister, collegas, vandaag wordt er in Gent gebouwd aan het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC). Ik ben even gaan kijken naar de website van de Regie der Gebouwen en die stelt dat er vandaag in Vlaanderen ongeveer 660 geïnterneerden in een gevangenis verblijven, een groep die daar laten we eerlijk zijn niet echt thuishoort. Die mensen kunnen niet terecht in de gewone psychiatrie, dat lijkt me ook evident, en binnen de forensische psychiatrie bestaat er een groot plaatsgebrek.
Het FPC in Gent zou klaar moeten zijn tegen maart 2014, dat is een doelstelling die werd ingeschreven. Het wordt een psychiatrisch ziekenhuis, maar met een veel hogere graad van beveiliging, wat logisch is gezien de populatie die men er verwacht. Daarmee zou een deel van het probleem kunnen worden opgelost, want er wordt voorzien in plaats voor 272 geïnterneerde patiënten met een hoog of middelhoog veiligheidsrisico die niet in de reguliere psychiatrie terechtkunnen.
De FOD Justitie heeft ervoor geopteerd om in samenwerking met het departement Volksgezondheid de uitbating te laten gebeuren door een concessiehouder. Het was gepland om dit vanaf januari 2013 te doen, vandaar de timing van deze vraag. Men schat dat er 300 à 400 personeelsleden zullen moeten worden aangeworven. Dat laatste is veel minder evident dan het lijkt, want het gaat hier over 300 à 400 mensen met absolute knelpuntberoepen. Het aantal psychiatrische verpleegkundigen, het aantal psychiaters, het aantal sociaal verpleegkundigen is, zeker ook in deze regio, niet zo groot als we zouden denken.
Bovendien heb ik tot nu toe nog geen duidelijke afbakening gekregen van de doelgroep die in aanmerking wordt genomen. Er zijn minstens 660 geïnterneerden in Vlaanderen en 272 ervan zullen een plaats krijgen. Volgens welke criteria zal de selectie gebeuren?
Vlaanderen komt nog meer in beeld als moet worden bekeken wat er voor een deel van dat gebied gebeurt op het vlak van doorstroming naar vormen van begeleid wonen. Zijn we er klaar voor om dit te organiseren?
Minister, kunt u bevestigen dat er zich vandaag meer dan 600 geïnterneerden in een gevangenis bevinden? Wij zijn er mee verantwoordelijk voor. Als het er meer zijn dan 600, kreeg ik graag een cijfer.
Kunt u bevestigen dat het FPC in maart 2014 klaar zal zijn? Zit de bouwplanning op schema? Kunt u bevestigen dat het FPC ook in maart 2014 operationeel kan zijn? Aan welke voorwaarden moet voldaan zijn opdat dit kan gebeuren? Acht u het realistisch dat het nodige personeel daarvoor op tijd wordt aangeworven?
Ik kreeg ook graag toelichting bij de operationele werking. Welke dienstverlening zal Vlaanderen de zijne maken? Hoe zal de organisatie en de samenwerking met de federale overheidsdiensten verlopen? Hoe zal de vertegenwoordiging door de Vlaamse overheid gebeuren? Welke initiatieven werden hiertoe reeds genomen?
Kunt u bevestigen dat de zoektocht naar een concessiehouder effectief in de loop van januari 2013 werd gestart? Welke afspraken waren hiervoor nodig met de FOD Justitie? Is daar een akkoord over? Op welke manier heeft Vlaanderen inspraak in de organisatie van dat FPC?
Kunt u toelichting geven bij het voorziene opvolgingstraject? Indien er sprake is van doorstroom maar dat hangt uiteraard af van de doelgroep die men kiest , welke initiatieven meent u dat er verder nodig zijn?
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Vera Jans : Voorzitter, minister, een soortgelijke vraag, naar de stand van zaken, is ook vorig jaar omstreeks deze tijd in onze commissie aan bod gekomen. Toen hebt u een hele stand van zaken gegeven. Een van de elementen die u destijds aanhaalde, betrof de doorstroming en ging meer bepaald over het voorzien in een beperkte uitbreiding van de units tehuis niet-werkenden. Die uitbreiding zou mee afgestemd worden op de bouw van de twee forensische psychiatrische centra.
Mijn vraag gaat enerzijds over het aantal geïnterneerden. De heer Van Malderen heeft het over 660, destijds was er een ander cijfer. Het meest actuele cijfer, daar zijn we altijd benieuwd naar. Ik wil anderzijds graag weten of het nog steeds een denkspoor is om ook deze elementen mee op te nemen in de doorstroming.
De voorzitter : De heer Gysbrechts heeft het woord.
De heer Peter Gysbrechts : Voorzitter, minister, los van de geschetste problematiek, vraag ik me eigenlijk af of wij als Vlaanderen hier ook maar voor iets ter zake bevoegd zijn. Het gaat hier, zoals ook werd gezegd in de vraag, over een samenwerking tussen Justitie en Volksgezondheid. Er is eigenlijk geen link tussen dit project en Vlaanderen. Ik ben dus benieuwd naar het antwoord van de minister.
En ik wil niet vervelend doen, maar ik vraag me af waarom deze vraag hier werd toegelaten aangezien dit geen bevoegdheid van Vlaanderen betreft. (Rumoer)
De voorzitter : Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens : Voorzitter, minister, de vraag van de heer Van Malderen is een heel belangrijke vraag, die hier al verschillende malen aan bod is gekomen. Voor de opvang van geïnterneerden schiet België echt schromelijk tekort. Dat is ook het geval in Vlaanderen, ondanks enkele kleinschalige initiatieven zoals in Gent of in Merksplas. Ze zijn heel positief, maar heel kleinschalig.
Ik sluit me aan bij deze vraag, want ik krijg graag een stand van zaken over het FPC in Antwerpen. Het is nog volledig in ontwikkeling, maar wat is daar de stand van zaken? Is er reeds zicht op de evolutie in het dossier in Antwerpen?
Ik heb een tweede vraag in verband met de doorstroming van geïnterneerden met een laag- en middelmatig veiligheidsrisico naar de gewone psychiatrische centra of naar centra voor geestelijke gezondheidszorg (cgg) voor ambulante begeleiding. Hoe ver staan we daarmee? Het is inderdaad een heel belangrijk onderdeel van het FPC in Gent. Als niet wordt gekeken naar de doorstroming, zal het FPC heel snel helemaal vol zitten en dan zullen we binnen een aantal jaar opnieuw geconfronteerd worden met hetzelfde probleem qua capaciteit. Hoe zit het met die doorstroming? Worden de Vlaamse centra voor geestelijke gezondheidszorg hierbij betrokken?
Ik had graag geweten wat het resultaat is van het overleg met de federale overheid. Ook wou ik graag weten in hoeverre de federale overheid met u in overleg is getreden over heel concrete afspraken over de taakverdeling voor de FOD Justitie, de FOD Volksgezondheid en de Vlaamse Gemeenschap. Het is nodig om die verdeling voor eens en voor altijd duidelijk te maken. Tot nu toe hebben we het gevoel dat we de zwartepiet aan het doorschuiven zijn. Er is heel weinig vooruitgang geweest. Ik wil vermijden dat het nieuwe FPC een kopie wordt van de Waalse Instelling van Sociaal Verweer, want eigenlijk is dat een soort veredelde gevangenis geworden, en dat kan toch niet onze bedoeling zijn. Ik ben heel nieuwsgierig naar uw antwoord.
De voorzitter : Minister Vandeurzen heeft het woord.
Minister Jo Vandeurzen : Voorzitter, dames en heren, als u naar aanleiding van deze vraag een debat wilt houden over het beleid inzake geïnterneerden in zijn algemeenheid, dan is dat voor mij geen enkel probleem, maar ik heb natuurlijk niet de parate kennis om alles omstandig uit te leggen.
Wat ik u kan zeggen, ingaand op een aantal bijkomende vragen die worden gesteld, is dat er op het niveau van de interministeriële conferentie wel degelijk een aantal afspraken zijn gemaakt waardoor er op het niveau van de hoven van beroep, vanuit Justitie of vanuit Volksgezondheid voor zal worden gezorgd dat iemand wordt aangesteld om de doorstroming of de continuïteit en het zoeken naar aangepaste opvangmogelijkheden, beter te organiseren. Er zijn wel degelijk een aantal initiatieven die in overleg met de federale collega lopen.
Op 1 februari 2011 en ik baseer me op cijfers van de Commissies ter Bescherming van de Maatschappij waren er in België 4093 gedetineerden, waarvan bijna 2000 in Vlaanderen. Het aantal geïnterneerden vertoont een stijgende trend. Van de op dat ogenblik getelde 1952 geïnterneerden in Vlaanderen, zitten er 669 in de gevangenis. 1177 geïnterneerden zijn vrij op proef. 13 geïnterneerden zijn niet vrij op proef, maar de internering gebeurt op basis van artikel 14 van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten. 103 geïnterneerden zijn onbepaald of geseind.
De bouw van het federaal penitentiair centrum is ondertussen gestart. De planning zou zijn om tegen maart 2014 de werken te beëindigen.
Pas einde 2012 werd federaal beslist om de minister van Volksgezondheid te laten instaan voor de kosten van de behandeling. Voor al de rest staat de minister van Justitie in: beveiliging, bewaking, hotelkosten enzovoort. Er zijn dus nog geen contacten geweest tussen de Vlaamse en federale overheden over dienstverlening vanuit Vlaanderen, maar die contacten zullen ongetwijfeld in de loop van volgende maanden nog volgen.
Ik kan niet bevestigen dat de zoektocht naar een concessiehouder gestart is. Het laatste nieuws dat mij bereikt heeft, is dat de openbare aanbestedingsaanvraag van de minister van Justitie niet goedgekeurd was door de Inspectie van Financiën. Die goedkeuring moet er zijn vooraleer mogelijke concessiehouders kunnen kandideren.
Alle andere vragen, namelijk over het opvolgingstraject, de doorstroming en zo meer, zijn belangrijke themas die, zodra de concessiehouder bekend is, vanuit Vlaanderen moeten worden opgenomen in de gesprekken en de samenwerking met de federale overheid. Ik herhaal dat er tot op heden geen contact over geweest is.
De voorzitter : De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen : Minister, ik dank u voor het duidelijke antwoord, maar het is er wel eentje dat mij bijzonder zorgelijk stemt. Een jaar is in dezen bijzonder kort. Als men zegt dat het gebouw, of deze instelling want het is veel meer dan een gebouw tegen maart 2014 operationeel moet zijn, dan zitten we daar nog slechts dertien maanden van verwijderd. Als we dan weten dat we toch geen geringe selectieprocedure zullen moeten opstarten, zowel inzake Vlaamse als inzake federale dienstverlening, dan is dat geen evidentie. Dit soort instellingen moet immers ik meen zelfs dat het een wettelijke verplichting is proefdraaien vooraleer men er mensen in kan opvangen.
Ik stel vast dat we, wat de rest betreft, op onze honger blijven zitten, omdat er eenvoudigweg nog geen contacten zijn. Ook de afstemming inzake de doelgroep, de dienstverlening en de doorstroming zal nog de nodige tijd in beslag nemen. We weten dat we ervoor staan en ik begrijp dat u zich niet met alle zonden Israëls wilt overladen om alles nu op te lossen, want dat is uw bevoegdheid niet, maar ik zou u toch willen vragen om vanuit Vlaanderen contact te leggen met Justitie en met Volksgezondheid op federaal niveau. De impact op zowel Vlaamse dienstverlening als op onze financiering is immers niet gering mevrouw Jans wees er ook al op. Ik zou ervoor pleiten dat wij niet afwachten, maar proactief de contacten proberen te initiëren, weze het dat het in de eerste plaats een bevoegdheid is die zich op federaal niveau bij de respectieve ministers bevindt.
De voorzitter : Minister Vandeurzen heeft het woord.
Minister Jo Vandeurzen : Voor alle duidelijkheid, ik meen dat het meest elementaire hierbij is dat we weten wie de uitbater van de infrastructuur is. We kunnen geen afspraken maken als we niet weten met wie we afspraken moeten maken.
We zullen het contact leggen, maar het is een beetje een omgekeerde wereld.
De heer Bart Van Malderen : Met dat laatste ben ik het eens, maar dat zijn blijkbaar de omstandigheden.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.