Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 07/02/2013
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de subsidiëring van schoolinfrastructuur en veiligheidswerken
- 743 (2012-2013)
De voorzitter : Over veertien dagen hebben we ook vragen over de brandveiligheid, want daarover werd in de pers geschreven, die gaan een beetje in dezelfde richting. Ze samenvoegen ging niet meer, want deze vraag om uitleg was al goedgekeurd.
De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Voorzitter, we moeten niet wachten om iets op de agenda te zetten tot het in de pers komt. Als er effectief problemen zijn en ze aan ons gesignaleerd worden, dan is het onze opdracht om er hier een vraag over te stellen, niet omdat ze de pers halen. (Opmerkingen van minister Pascal Smet)
Ik heb het betreffende persartikel bij, het sluit hier perfect bij aan. Het gaat over Antwerpen en daardoor kreeg het natuurlijk wat meer aandacht in de pers. (Rumoer)
Voorzitter, minister, collegas, de door de inspectie georganiseerde doorlichtingen in het Vlaams onderwijs onderzoeken niet enkel in hoeverre een school voldoet aan de eindtermen, maar ook of de gebouwen en leermiddelen voldoen aan de vereisten inzake veiligheid, gezondheid en hygiëne. Vooral in scholen met een verouderde infrastructuur worden daarover soms op- of aanmerkingen gemaakt. Als de school binnen een zekere termijn geen verbetering kan tonen, loopt ze zelfs het risico op de beoordeling ongunstig en in het slechtste geval kan het leiden tot intrekking van de erkenning van de school.
Uiteraard laat men het liever niet zo ver komen. Als de infrastructuur niet meer voldoet, dan worden er meestal bouwplannen gemaakt, en de scholen die daarvoor in aanmerking komen, dienen meestal een subsidiedossier in bij AGIOn, het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs. In het bericht van ontvangst dat AGIOn dan stuurt, staat letterlijk: Dit schrijven is een ontvangstmelding en kan niet beschouwd worden als een toestemming om de werken reeds uit te voeren of de werken te betekenen aan de aannemer. De renovatiewerken mogen dus zeker niet onmiddellijk starten, want dan komen ze niet meer in aanmerking voor subsidiëring.
Zoals bekend, bestaat er een wachtlijst bij AGIOn, de situatie kan dus wel even aanslepen. Als een school ondertussen echter een ongunstig inspectierapport krijgt na een doorlichting over veiligheid of infrastructuur, dan moet ze wel onmiddellijk in actie schieten, want anders wordt de procedure tot intrekking van de erkenning gestart.
Dit is een vicieuze cirkel voor de scholen: enerzijds mogen de werken niet gestart worden, want dan bestaat er geen kans op subsidie, anderzijds moeten de werken direct gestart worden om te vermijden dat de school haar erkenning verliest.
Vandaar mijn vragen, minister. Kunnen er maatregelen getroffen worden om de chronologie van de wachtlijst bij AGIOn te doorbreken in dossiers die te maken hebben met dringende en door de inspectie opgelegde werkzaamheden?
Ofwel: kunnen er maatregelen getroffen worden die een schoolbestuur toelaten om de werken te laten starten en om te prefinancieren in dossiers die te maken hebben met dringende en door de inspectie opgelegde werkzaamheden, zonder dat de mogelijkheid op subsidiëring teloorgaat, weliswaar wetende dat de mogelijkheid voor prefinanciering niet altijd aanwezig is bij het schoolbestuur?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, mijnheer De Meyer, uiteraard begrijp ik uw vraag. U weet dat we op dit moment met de koepels en anderen spreken om het criterium van de chronologie als enige criterium bij de behandeling van de wachtlijstendossiers, te laten springen en te vervangen door een set van criteria. Het is trouwens een van de weinige sectoren waar chronologie nog het enige criterium is om te beoordelen. Het is niet altijd evident, maar ik ga ervan uit dat u dit begrijpt. De gesprekken lopen en ik wil vooruitlopend op die gesprekken niet zeggen in welke mate dat allemaal kan, maar ik begrijp uw vraag, want het is een criterium waarover we het moeten hebben. Hoe alles geformuleerd wordt, moet voorwerp van die gesprekken worden.
We zijn in afwachting van een aanpassing, want u weet dat we in het kader van de capaciteit hebben beslist dat we de criteria zullen aanpassen om dan te bekijken hoe we met die lijst van dossiers zullen omspringen. We merken overigens al aan de manier waarop het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) met de dossiers omspringt, dat er toch al enige prioritering is. Het is mogelijk dat we hier inspiratie uit kunnen halen.
U weet ongetwijfeld ook al dat er voor de ergste noden op het vlak van schoolinfrastructuur een verkorte procedure bestaat met een maximale kostprijs van 125.000 euro, ook voor werken aan het sanitair. Het gaat vrij snel indien men deze procedure gebruikt, maar goed, voor grote dossiers is het geen oplossing. Het is altijd aan te raden dat scholen met AGIOn rond de tafel gaan zitten om bij eventuele probleemdossiers toch een oplossing proberen te vinden.
Uw tweede suggestie ligt moeilijker. Een administratie moet immers over alle mogelijke elementen beschikken om over een subsidieaanvraag te kunnen oordelen, zeker bij een subsidiegarantie. Als er een principeakkoord wordt gegeven, moet er effectief gesubsidieerd worden. Als men zou werken met een systeem waarbij geprefinancierde uitgaven achteraf gesubsidieerd worden, dan is dat niet altijd evident qua rechtszekerheid. Als er dan een probleem is in een dossier, dan heeft de school de werken al uitgevoerd en betaald, maar zal ze haar geld misschien niet krijgen en ontstaat er nieuw probleem.
Het is een mechanisme waarin we vast zitten. AGIOn zegt hierover dat het er tot op heden geen problemen mee heeft gehad en het mechanisme het liefste wil behouden, maar als u andere, overtuigende argumenten hebt, dan wil ik die wel overwegen. Ik heb het gevoel dat het vanuit juridisch oogpunt en ten aanzien van de scholen beter is om het bestaande mechanisme te behouden, maar dit staat uiteraard los van de vraag om de criteria te bekijken.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik ben het ermee eens dat sommige dossiers voorrang moeten krijgen en dat de verkorte procedure dit, gelet op het bedrag, niet volledig kan oplossen. Het zou uiteraard verkeerd zijn de chronologie volledig te laten vallen. Dat heeft de minister trouwens ook niet voorgesteld. De chronologie moet een rol kunnen blijven spelen. Daarnaast spelen echter ook andere elementen een rol.
Blijkbaar hebben heel wat mensen het debat van vorige week woensdag gevolgd. Ik heb ondertussen nog twee dossiers ontvangen van schoolbesturen die op 1 september 2013 in de problemen zullen zitten. Die schoolbesturen kunnen niet op lange besprekingen wachten.
Minister Pascal Smet : De beslissing over de aanpassing van de criteria zal in de loop van de komende weken worden genomen.
De heer Jos De Meyer : Zodra die beslissing is genomen, moeten de scholen nog in kennis worden gesteld en moeten ze hun aanvraag kunnen indienen. De inspectiediensten verwachten echter dat alles op 1 september 2013 in orde is.
Minister, ik zal u de gegevens in verband met die dossiers bezorgen. Ik zie hoeveel inspanningen bepaalde schoolbesturen in het verleden al hebben geleverd om met alles in orde te zijn. Ik hoop dat hier op een redelijke en verantwoorde manier mee kan worden omgegaan. Er moet een haalbare, realistische en verantwoorde oplossing worden gevonden.
Minister Pascal Smet : Mijnheer De Meyer, u mag die gegevens naar mijn medewerker mailen. Hij kan dan, samen met de schoolbesturen, nagaan wat mogelijk is.
De heer Boudewijn Bouckaert : Er is toch iets dat me verwondert. Nu worden de aanvragen chronologisch afgehandeld. De aanvragen voor investeringen in veiligheid en dergelijke komen blijkbaar in de gewone rij terecht, samen met de aanvragen voor uitbreidingen en bijkomende klassen. De vraag van de heer De Meyer lijkt me dan ook relevant. Het gaat om verschillende problemen. Er zou een ander systeem moeten komen en die aanvragen zouden per categorie moeten worden bekeken.
Minister Pascal Smet : Om die reden heb ik die beslissing genomen. De heer De Meyer weet dat trouwens maar al te goed. Dat was allemaal niet zo evident. Het enige criterium waarover we beschikten, was de chronologie. Daarom heeft de Vlaamse Regering tot tweemaal toe de principiële beslissing genomen met criteria te werken.
De heer Boudewijn Bouckaert : Ik denk in dit verband vooral aan de veiligheidswerkzaamheden. De schoolbesturen bevinden zich in een catch-22.
Minister Pascal Smet : Ik wil niet op de criteria vooruitlopen. We moeten dit nog bespreken. Volgens mij heeft een goed verstaander echter begrepen dat dit een van de criteria is die bij de prioritering in rekening moeten worden gebracht. Eigenlijk heb ik nu al meer gezegd dan ik wilde zeggen.
De heer Jos De Meyer : De omschrijving is natuurlijk niet altijd even eenvoudig. Ik ben de voorzitter dankbaar voor zijn steun. Ik wil hier echter even verwijzen naar de dossiers in verband met energie die hier al aan bod zijn gekomen. We hebben gemerkt hoe creatief plots met energiebesparingen is omgegaan om alles zo ruim mogelijk te kunnen interpreteren. We moeten dan ook voor voldoende verfijnde criteria zorgen. De noden die effectief heel dringend zijn, moeten onmiddellijk worden aangepakt.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.