Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 05/02/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de naleving van de wetgeving inzake onderhoud en nazicht van verwarmingstoestellen ter voorkoming van CO-vergiftiging
- 733 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Voorzitter, minister, geachte leden, jaarlijks sterven er ongeveer veertig mensen aan CO-vergiftiging door slecht onderhouden verwarmingstoestellen. Vorige week werd in Mechelen een hele groep mensen getroffen door CO-vergiftiging na een feestje in een zaal waar er problemen waren met het verwarmingstoestel. Het voorbije weekend werden opnieuw vijf mensen het slachtoffer van CO-vergiftiging. Ik hoop dat het ondertussen goed is afgelopen.
Nu al sinds 1 juni 2007 gelden er in Vlaanderen nieuwe regels voor het onderhoud en het nazien van centrale verwarmingstoestellen. Die regels werden opgelegd ten gevolge van Europese voorschriften en gelden voor het nazien van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of de aanmaak van warm verbruikswater. Voor centrale verwarming met vaste brandstof geldt een jaarlijks verplicht onderhoud door een geschoold vakman. Het reinigen en controleren van de schoorsteen mag ook door een schoorsteenveger gebeuren. Voor centrale verwarming met vloeibare brandstof, zoals stookolie, met een vermogen groter of gelijk aan 20 kilowattuur, geldt een jaarlijks onderhoud door een erkend technicus vloeibare brandstof. Voor centrale verwarming met gasvormige brandstof, zoals aardgas, propaan en butaan, met een vermogen groter of gelijk aan 20 kilowattuur, geldt een tweejaarlijks onderhoud door een erkend technicus gasvormige brandstof G1, G2 en G3. Voor gas is de wettelijk verplichte onderhoudsbeurt tweejaarlijks voor vermogens vanaf 20 kilowattuur.
Deze wetgeving is noodzakelijk voor de energie-efficiëntie, maar ook met het oog op gezondheid en veiligheid. Niet alleen heeft een slecht afgesteld of vuil verwarmingstoestel een hoger energieverbruik, maar een verstopping of slecht functioneren van het toestel kan bovendien schadelijke gassen veroorzaken, met in vele gevallen de dood tot gevolg.
Minister, hoewel de wetgeving met betrekking tot het onderhoud en nazicht van ketels reeds sinds 1 juni 2007 van kracht is, lijkt het aantal ongevallen met verwarmingstoestellen toe te nemen. Het is niet duidelijk wat de reden hiervan is. Kunt u me meedelen op welke manier er eigenlijk toezicht wordt gehouden op het naleven van de wetgeving op het onderhoud van verwarmingstoestellen? Hebt u een zicht op het aantal gecontroleerde verwarmingsketels in Vlaanderen? Worden verzekeringsmaatschappijen ingeschakeld om de brandverzekering te koppelen aan onderhoudsattesten, zoals destijds meermaals werd gesuggereerd in deze commissie? Meent u dat een nieuwe informatiecampagne om het verplichte onderhoud van verwarmingstoestellen te duiden noodzakelijk is?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, mevrouw Van den Eynde, de keuring vóór een eerste ingebruikname en het onderhoud van centrale stooktoestellen met een vermogen van meer dan 20 kilowattuur worden geregeld door het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006. Dit besluit werd op 1 juni 2007 van kracht.
In tegenstelling tot wat u vermoedt, blijkt uit de statistieken van het Belgisch Antigifcentrum hoegenaamd niet dat het aantal ongevallen te wijten aan koolstofmonoxidevergiftiging stijgt. Integendeel, de jongste twee decennia daalde het aantal geregistreerde incidenten, van 1036 incidenten met 61 sterfgevallen in 1995, tot 459 incidenten met 32 sterfgevallen in 2011. Uiteraard zijn dat nog 32 sterfgevallen te veel. De meeste CO-ongevallen gebeuren bij de individuele verwarmingstoestellen, zoals gasgeisers en kachels, die niet onder het Stooktoestellenbesluit vallen.
Het toezicht op de verplichtingen van de eigenaars en gebruikers van centrale stooktoestellen wordt geregeld door het Milieuhandhavingsdecreet en het Milieuhandhavingsbesluit. De bevoegde toezichthouders zijn de afdeling Milieu-inspectie van de Vlaamse overheid, de gemeentelijke toezichthouders, toezichthouders van intergemeentelijke verenigingen en toezichthouders van politiezones. Al die toezichthouders kunnen een controle uitvoeren op de verplichtingen van de eigenaars en gebruikers van centrale stooktoestellen. Aangezien het in hoofdzaak om niet-ingedeelde inrichtingen gaat, is dit toezicht volgens het subsidiariteitsprincipe in eerste instantie een taak voor de lokale toezichthouders. Het is de bevoegdheid van de lokale toezichthouders om te bepalen hoe ze dat toezicht uitoefenen. Dat kan bijvoorbeeld steekproefsgewijs gebeuren, of uiteraard ook naar aanleiding van klachten.
Cijfers over het totale aantal gecontroleerde toestellen zijn er niet, maar uit een onderzoek dat in 2011 in opdracht van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) werd uitgevoerd, bleek dat 80 procent van de Vlaamse bevolking op de hoogte is van de regelgeving en dat 78 procent zijn verplichtingen qua onderhoud ook nakomt.
De verzekeringsmaatschappijen zijn uiteraard autonoom als het gaat over de beslissing om de brandverzekering te koppelen aan onderhoudsattesten. Uit navraag bij enkele verzekeringsmaatschappijen blijkt dat ze via de algemene voorwaarden van de verzekeringspolis de klant wel verplichten zich te gedragen als een goede huisvader, wat ook inhoudt dat hij de geldende wetgeving moet toepassen. Daardoor is de klant wel impliciet onderworpen aan de verplichtingen van het Stooktoestellenbesluit. Bijgevolg dekt de verzekering mogelijke schade in principe enkel indien de klant het keuringsrapport vóór de eerste ingebruikname en de onderhoudsattesten verstrekt door een erkend technicus kan voorleggen.
Er worden heel wat campagnes gevoerd met betrekking tot CO-vergiftiging, en dat via diverse kanalen, zowel Vlaams als federaal. Op Vlaams niveau is er het CO-samenwerkingsverband, met de website www.koolstofmonoxide.be. Federaal wordt reeds enkele jaren elke winter de campagne CO. Een stille moordenaar in huis herhaald door de FOD Binnenlandse Zaken. De lokale overheden en diverse intermediaire organisaties worden daarbij ingezet.
Specifiek wat de Vlaamse verplichtingen op het gebied van het onderhoud van de centrale verwarming betreft, zal het Departement LNE in het najaar van 2013 een nieuwe informatiecampagne doen, waarbij ook CO-vergiftiging aan bod zal komen. Dat gebeurt naar aanleiding van een aanpassing aan het Stooktoestellenbesluit die binnenkort in werking treedt. Daarnaast zal ook de campagnewebsite www.centraleverwarming.lne.be worden geactualiseerd en gebruiksvriendelijker gemaakt. Aangezien sinds kort de nieuwe lokale besturen zijn aangeduid, zal het Departement LNE in het najaar van 2013 ook een oproep versturen aan de lokale besturen, met de vraag dat ook zij de bevolking zouden sensibiliseren, bijvoorbeeld via de gemeentelijke nieuwsbrief of de gemeentelijke huis-aan-huisbladen. Ook zal de suggestie worden gedaan steekproefsgewijs controles uit te voeren bij de inwoners.
Mevrouw Van den Eynde, er worden dus tal van acties opgezet.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Een aantal persberichten, en zeker dat over die groep van veertig personen, hebben me aangezet tot het stellen van deze vraag. Er was ook een persbericht waarin inderdaad werd gesteld dat er jaarlijks wel veertig doden vallen. Uw cijfers tonen aan dat dit aantal wel iets lager ligt. Ook geven ze aan dat er de voorbije jaren een gunstige evolutie is geweest. Er is dus verbetering, en gelukkig maar, maar elke dode blijft er natuurlijk een te veel.
Ik begrijp dat er toch nog een aantal campagnes hangende zijn. Dat is uiteraard een goede zaak. De lokale besturen moeten worden gemotiveerd om nieuwe initiatieven te nemen, nu ze aan de macht zijn. Ik kan me echter niet van de indruk ontdoen dat er toch nog wel een groot euvel is als het gaat over het lokaal toezicht. Ik kan me immers niet voorstellen dat lokale toezichthouders zich momenteel met die zaken kunnen bezighouden. Daarover zal er op korte termijn nog wel eens een debat worden gevoerd in deze commissie.
Ik vind het alleszins goed dat er een campagne zal komen, maar ik ben helemaal niet de mening toegedaan dat er lokaal voldoende toezicht is.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.