Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 21/02/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Martine Fournier tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de ambtelijke oplevering van de resultaten van de werkgroep sociaal-economische monitoring op basis van afkomst
- 657 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier : Voorzitter, minister, geachte leden, naar aanleiding van de Diversiteitsbarometer Werk van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (CGKR) kaartte ik op 27 september 2012 in deze commissie al de problematiek aan van de detectie van werknemers. Met het voorstel van federaal minister van Werk De Coninck over het aanmoedigen van anoniem solliciteren staat de discriminatie van kansengroepen bij aanwervingen opnieuw in het brandpunt van de belangstelling, en terecht.
Minister, op 7 juni 2012 verwees ik in deze commissie voor de eerste keer naar de federale werkgroep die een methode aan het uitwerken was om, conform de bepalingen van de Privacycommissie, gegevens over personen van allochtone afkomst tot en met de tweede generatie te ontsluiten. U gaf toen al een eerste keer een toelichting bij de gebruikte methode en verwees naar de noodzaak van een samenwerkingsakkoord tussen de gewesten en de federale overheid. Er moest een afsprakenkader worden vastgelegd en er moesten afspraken over de kostprijs van de raadpleging worden gemaakt. Ook zou het voorstel van de federale overheid moeten komen.
Deze problematiek werd besproken op de interministeriële conferentie van 20 juni 2012. Op 27 september meldde u in deze commissie dat minister De Coninck het dossier had overgemaakt aan een ambtelijke werkgroep, om het statistisch te analyseren. Het CGKR liet u weten dat het zich in het najaar van 2012 ambtelijk zou bezighouden met de redactie van het monitoringrapport, met beschouwingen, voorstellen, adviezen en aanbevelingen. Het was wachten op de ambtelijke oplevering van de resultaten. Hoewel u, en dit begrijp ik volledig, betreffende dit dossier niet in de drivers seat zit, deelde u mee dat u, volgens uw schatting, eind 2012 concreet zou kunnen aangeven hoe deze methodiek verder zal kunnen worden toegepast, na bespreking met de federale collegas.
We zijn intussen bijna eind februari 2013. Vandaar mijn vraag. Kunt u mij vertellen of de resultaten van de ambtelijke werkgroep en het CGKR werden opgeleverd en welke conclusies daaruit kunnen worden getrokken? Hebt u nu concreet zicht op hoe deze methodiek concreet zal kunnen worden toegepast, en binnen welke termijn en in welk kader dit zal gebeuren?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Mevrouw Fournier, de werkzaamheden van de ambtelijke werkgroep hebben effectief tot resultaten geleid. Zo werd het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming van de Kruispuntbank ondertussen verrijkt met gegevens die toelaten om de herkomst in kaart te brengen. Een eerste analyse van de gegevens door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO), in samenwerking met de Kruispuntbank, heeft uitgewezen dat er ruim voldoende informatie beschikbaar zal zijn om gegronde uitspraken te kunnen doen over de arbeidsmarktpositie van personen van vreemde herkomst op basis van de volgende herkomstvariabelen: de huidige nationaliteit van de persoon, de eerste nationaliteit van de persoon, het geboorteland van de persoon, de eerste nationaliteit van beide ouders en het geboorteland van beide ouders. Tot de grootouders gaan zoals in de definitie van het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC) wordt voorgesteld is weinig haalbaar wegens de beperkte dekkingsgraad.
De FOD WASO zal op basis van deze resultaten in het voorjaar van 2013 in samenwerking met het CGKR een rapport publiceren. Op termijn zullen deze herkomstvariabelen geboorteland- en nationaliteitshistoriek als standaard worden opgenomen in het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming, en eventueel geïntegreerd worden in de webtoepassingen.
Andere indelingen en classificaties zullen, mits machtiging van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheidszorg, beschikbaar zijn via ad-hocgegevensaanvragen.
Momenteel bereidt mijn administratie samen met het wetenschappelijk steunpunt een gegevensaanvraag voor, met het oog op een koppeling van de herkomstgegevens met de uiterst rijke arbeidsmarktgegevens waarover de Kruispuntbank beschikt. Dat was ook de filosofie waaraan u dacht. Hiervoor dient echter een machtiging te worden verleend door het Sectoraal Comité. Ik ga ervan uit dat de machtiging ten vroegste eind 2013 rond zal zijn.
De voorzitter : Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier : Minister, dank u voor uw heel positieve antwoord. De werkgroep heeft goed werk geleverd. Ik zal zeker niet nalaten om eind 2013 of begin volgend jaar een opvolgingsvraag te stellen naar de stand van zaken en de manier waarop dit werkt binnen uw administratie en binnen de Vlaamse administratie.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.