Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vergadering van 07/02/2013
Vraag om uitleg van de heer Marino Keulen tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over de perikelen met betrekking tot de wijziging van het verkeersreglement
- 593 (2012-2013)
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Voorzitter, minister, goede collegas, ook het verkeer ontsnapt niet aan communautaire perikelen in dit gezegende koninkrijk. De vereenvoudiging van het verkeersreglement, wat de verkeersveiligheid ten goede moet komen, is al vele jaren het voorwerp van een politieke strijd tussen het federale niveau en de gewesten. De strijd kende een hoogtepunt in het najaar van 2011. De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken gaf na drie jaar overleg tussen 27 partners een negatief advies op het verkeersplan van toenmalig staatssecretaris Etienne Schouppe, intussen weer senator. Het negatieve advies vond zijn oorsprong in de stelling dat er bevoegdheidsovertredingen waren en dat de kostprijs voor het vervangen van de bijhorende nieuwe verkeersborden te hoog lag.
Zowel in de plenaire vergadering als in deze commissie werd de problematiek besproken. Ondertussen is er al meer dan een jaar een nieuwe Federale Regering en verhuisde de bevoegdheid Mobiliteit naar staatssecretaris Melchior Wathelet. In mei vorig jaar werd de afspraak gemaakt dat men eerst een oplossing zou proberen te vinden in de discussies over de bevoegdheidsconflicten. De Vlaamse minister van Mobiliteit zou een lijst overmaken met de betreffende artikelen. Deze lijst zou echter nog niet gemaakt zijn, zegt men mij.
Ondertussen is er op federaal niveau ook een institutioneel akkoord bereikt dat bepaalde bevoegdheden met betrekking tot verkeersveiligheid worden geregionaliseerd. Er zal dus een wijziging moeten worden doorgevoerd in de lijst omtrent de artikelen waarbij sprake is van een bevoegdheidsoverschrijving. Maar hoewel we maanden verder zijn, zou ook deze lijst nog altijd niet af zijn.
Minister, klopt het al dan niet dat er nooit een lijst werd overgemaakt met artikelen waarin volgens Vlaanderen bevoegdheidsconflicten vervat zitten? Indien er geen lijst werd opgemaakt, wat is het probleem? Kunt u ons nu een lijst geven met bijhorende motivering omtrent de bevoegdheidsoverschrijding? Hoe gaat u het overleg nu verder aanpakken?
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, ik herinner me ook de discussie over het negatieve advies van de Vlaamse Regering aan staatssecretaris Schouppe over de nieuwe verkeersreglementering. Het ging vooral over bevoegdheidsovertredingen, wie nu welke kosten zou betalen voor de verkeersborden. Een jaar na de installatie van de nieuwe Federale Regering is het dossier over de aanpassing van de verkeersreglementering nog steeds hangende.
Er zijn op federaal niveau verschillende vragen over gesteld. De beleidsnota Mobiliteit 2013 van de Federale Regering is duidelijk en stelt dat het beleid zal streven naar een logisch, overzichtelijk en leesbaar verkeersreglement. Daartoe zullen de werkzaamheden uit het verleden worden voortgezet. Het doel is de verbetering van de verkeersveiligheid door een coherente en transparante regelgeving, waarbij elke weggebruiker weet wat van hem of haar wordt verlangd.
Minister, in het kader van de zesde staatshervorming werd beslist om verkeersveiligheid over te hevelen naar de gewesten. De uitvoering van die zesde staatshervorming laat ook op zich wachten. In hoeverre pleit u nog voor een aanpassing van het verkeersreglement onder de Federale Regering? Is het niet mogelijk, en lijkt u dat niet beter, dat wij zelf onze verkeersreglementering invullen, na overheveling van de verkeerswetgeving naar het Vlaamse Gewest?
De voorzitter : Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mevrouw Griet Smaers : Ik wou ook verwijzen naar de zesde staatshervorming. Ik heb begrepen dat het groenboek van de Vlaamse overheid klaar moet zijn tegen de zomer 2013, met een lijst van wat allemaal Vlaamse bevoegdheden worden en hoe dat moet worden aangepakt.
Ik wou hierbij aansluitend vragen stellen. In welke mate wordt verkeer in dat groenboek opgenomen? Hoe uitgebreid zal dat onderdeel worden bekeken in het kader van het groenboek Zesde Staatshervorming? Zijn er nog grote knelpunten rond de bevoegdheid verkeer die wordt overgeheveld?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen: Minister, welke vooruitgang werd intussen geboekt inzake de wegcode? De gewesten hebben kritische opmerkingen geformuleerd. Wat is daarmee gebeurd? Wanneer komt er een definitief akkoord ter zake? Wat is het tijdspad?
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Ik zal starten met de vragen over de staatshervorming, voor ik bij u kom, mijnheer Keulen.
De staatshervorming omvat een pak bevoegdheden rond verkeer en binnenvaart en dergelijke. Die domeinen gaan over naar de regios. We werken daar actief aan mee. We wijden daar een hoofdstuk aan in het groenboek. Mevrouw Smaers, dat valt onder het gedeelte sociaal-economisch en daaronder zit er een hoofdstuk verkeer en mobiliteit. Dat wordt vrij grondig uitgewerkt. Daar staat in hoe wij de staatshervorming interpreteren.
Mevrouw Van den Eynde, mevrouw Eerlingen, we gaan natuurlijk nog discussiëren over ons groenboek. Ik kan daar niet op vooruitlopen. Er wordt vergaderd over de overheveling. Er zijn nog knelpunten, uiteraard. Als er deftig rekening wordt gehouden met onze vragen en men slaat de weg van de bevoegdheidsoverschrijding niet verder in, dan heb ik geen probleem met de bestaande wegcode. Ik ga niets blokkeren inzake verkeersveiligheid. Alles wat nu nog kan gebeuren, mag voor mij gebeuren. Alleen mogen de bevoegdheden niet worden overschreden en mag er niets worden geregeld dat al onder het gewest valt. Ik weiger helemaal geen medewerking om zaken te regelen die nog efficiënter kunnen, in afwachting van de overheveling.
Mijnheer Keulen, u hebt een persbericht verstuurd samen met een federale collega. Dat maakte mij alert. Er was een vraag gesteld aan de staatssecretaris en die antwoordde dat hij nog geen advies gekregen had van de gewesten. Mijn irritatie steeg onmiddellijk, ik nam zoals altijd direct de telefoon en belde mijn kabinetsmedewerker, maar het advies was wel degelijk bezorgd. De rust keerde onmiddellijk weer. Ik geef u een correct chronologisch overzicht, mijnheer Keulen, om eindelijk eens duidelijkheid te scheppen.
Op 30 september 2011 gaf de Vlaamse Regering een negatief advies op het voorontwerp van koninklijk besluit betreffende een vernieuwing/vereenvoudiging van het verkeersreglement, opgesteld door de toenmalige staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe. Ik heb dit advies toen omstandig naar aanleiding van een actuele vraag toegelicht in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement. Dat was er één van u, denk ik. (Bevestiging van de heer Marino Keulen)
U stelde die actuele vraag op 5 oktober 2011. Dit advies is zeer consciëntieus opgesteld. U mag er allemaal over beschikken. U had het al moeten hebben. We leggen zeer helder uit waar volgens ons een bevoegdheid overschreden is. Al op 5 september 2011 heeft de Vlaamse Regering ettelijke bladzijden geschreven over bevoegdheidsoverschrijding.
Mijnheer Keulen, die lijst zit al in het negatief advies van september 2011. Het moet me een keer van het hart dat dit publieke document allang bestaat. (Opmerkingen van de heer Jan Peumans)
Dan kunt u het allemaal bekijken op DORIS.
Het advies was en is gebaseerd op vijf elementen: bevoegdheidsoverschrijdingen; wijzigingen aan artikelen die nog verbeterd kunnen worden, met name technische en inhoudelijke onnauwkeurigheden en inconsistenties; voorstellen om inhoudelijke hiaten aan te pakken; wijzigingen aan overgangstermijnen; en de budgettaire impact voor de lokale besturen. Dat budget was slechts het vijfde element. We hebben bladzijde per bladzijde en artikel per artikel gedetailleerd aangegeven wat er veranderd moest worden. We deden dat op een constructieve manier.
Een afschrift van dit omstandige negatieve advies van de Vlaamse overheid zowel de beslissing als de nota van de Vlaamse Regering werd op 4 oktober 2011 aan de staatssecretaris van Mobiliteit bezorgd. Ik heb dat nu gecontroleerd en het klopt: er is een gehandtekende brief verstuurd. Voor een duidelijke kennisgeving en vlotte opvolging van dit dossier binnen de federale administratie werd deze informatie ook onmiddellijk per mail op 4 oktober 2011 aan de betrokken administratie en dossierbehandelaar bij de FOD Mobiliteit en Vervoer bezorgd.
Het is dus niet juist te stellen dat de federale overheid niet op de hoogte zou zijn van de lijst van bevoegdheidsoverschrijdingen die de Vlaamse Regering in haar negatief advies heeft opgelijst. Ik vind het ook niet juist dat men de lijst nog een keer opnieuw vraagt. Als ik dat document heb overgemaakt, is dat voor mij definitief. Ik ga die lijst nu niet veranderen.
Eind 2011 is er een nieuwe Federale Regering aangetreden en was er het Institutioneel Akkoord voor de Zesde Staatshervorming. Daarmee is federaal staatssecretaris van Mobiliteit Wathelet aan zet gekomen.
Op 3 mei 2012 vond er een overleg plaats tussen de federale overheid en de drie gewesten met betrekking tot dit dossier, namelijk de vereenvoudiging van het verkeersreglement. Het doel van dit overleg was om een plan van aanpak vast te leggen om te komen tot een consensustekst over de wegcode, een werkbare aanpak met een duidelijke timing.
Ik heb ook een bilateraal overleg gehad met staatssecretaris Wathelet. Hij vroeg of we nog vooruitgang konden maken als hij rekening hield met onze opmerkingen. Dat is voor mij geen enkel probleem. Waarom niet, als dat de verkeersveiligheid ten goede komt?
De vertegenwoordigers van het Vlaamse Gewest hebben toen nog eens meegedeeld dat de Vlaamse Regering reeds een formeel advies over de voorgestelde herziening van de wegcode heeft verstrekt. In het verslag van die vergadering ik kan u dat ook bezorgen werd expliciet genotuleerd dat het advies van het Vlaamse Gewest en dat van de Raad van State al werd ontvangen. Dat was half 2012.
Verder werd er afgesproken dat elk gewest en de federale overheid artikelsgewijs zal aanduiden of de bevoegdheden zich federaal of regionaal situeren. Voor ons was dat zeer gemakkelijk, want wij hadden dat advies al!
Ik las vervolgens dat er een vraag werd gesteld. Ik heb het advies dan nog eens bezorgd met een beetje uitleg. Ondertussen is dat bijgelegd. U ziet, mijnheer Keulen, uw vragen hebben soms een louterende werking. Het kabinet-Wathelet deelde mee dat onze standpuntbepaling in goede orde ontvangen werd en bezorgd werd aan het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) om verder inhoudelijke afspraken te maken.
Het BIVV heeft van staatssecretaris Wathelet de opdracht gekregen om een planning en een plan van aanpak uit te werken. Dat is ondertussen al gebeurd. Ze moesten ook een samenvattende overzichtstabel opstellen met alle punten.
Op 15 januari van dit jaar was er een nieuw overleg tussen het kabinet-Wathelet en dat van mij. We hebben afgesproken dat er een nieuw overleg komt met de drie gewesten en de federale overheid. De staatshervorming wordt immers volop voorbereid. Er moet een goede keuze worden gemaakt. Wat kunnen we federaal nog veranderen? Wij krijgen nog veel adviezen voor kleine wijzigingen. Op veel zaken geven we een positief advies als het gaat over recidive, boetes die moeten stijgen en dergelijke. We proberen dat allemaal te volgen, maar we moeten wel goede keuzes maken.
Collegas, de hele discussie over of Vlaanderen nu heeft meegewerkt, of de lijst klaar is en wat men van het oude voorstel vindt, dat is eigenlijk geen discussie want alles is overgemaakt. Wij hebben tot op vandaag nog geen nieuw voorstel ontvangen. Vandaag bestaat er geen gewijzigd voorstel van aanpassing. Er is over enkele weken een nieuw werkoverleg. Ik ga ervan uit dat we dat daar zullen krijgen.
Collegas, ben ik onwillig om nog mee te werken? Absoluut niet, daarvoor vind ik de problematiek veel te belangrijk. Wil ik dat die staatshervorming zo snel mogelijk geïmplementeerd wordt? Zeer graag. Er zitten een aantal bijzonder interessante hefbomen voor Vlaanderen in. Het is absoluut niet zo dat er ondertussen niet nog maatregelen kunnen worden genomen, voor zover ze zich situeren op de bevoegdheden die voorbehouden zijn aan de federale overheid.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Voorzitter, de minister wordt nu jonkvrouw of barones, want het koninkrijk is gered. De lucht is gezuiverd. Als we daarbij kunnen helpen, doen we dat graag, constructief als we zijn.
Alle gekheid op een stokje. Ik begrijp nog altijd niet waarom staatssecretaris Wathelet dergelijke verklaringen aflegt en in de plenaire vergadering zonder blikken of blozen zegt dat hij de lijst niet heeft gekregen. Minister, ik geloof u op uw woord. Ik denk dat alles klopt wat u vertelt. We moeten de federale staatssecretaris daarmee confronteren. De verkeersveiligheid is een belangrijke maatschappelijke bevoegdheid. Die wordt voor een stuk een zaak voor de regios. U maakt daar verder werk van. Maar deze hele problematiek geeft een licht Absurdistangevoel. Eind goed, al goed, maar staatssecretaris Wathelet heeft hier toch een steek laten vallen en is niet correct geweest, ook niet ten aanzien van u.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Als ik het goed begrijp, zijn het twee aparte gelijklopende zaken. Enerzijds is er het nieuw verkeersreglement dat door de federale regering wordt opgestart en anderzijds is er de overheveling van verkeersveiligheid naar Vlaanderen. Twee aparte werkgroepen werken nu een beetje op hetzelfde terrein. Wat als blijkt dat men niet tot een akkoord komt? Wat als blijkt dat het vernieuwde verkeersreglement nog niet tegemoetkomt aan uw opmerkingen in het advies, vooral dan wat betreft de bevoegdheidsovertreding, wat toch heel belangrijk is? Dan zitten we opnieuw in een patstelling. Ik denk dat het belangrijker is dat we kunnen voortwerken aan die overheveling van verkeersveiligheid naar Vlaanderen zodat we zelf kunnen bepalen hoe wij het in Vlaanderen willen organiseren. Maar daar zal de komende weken wel meer duidelijkheid over komen na het nieuw werkoverleg.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tinne Eerlingen : Minister, hopelijk komt er snel een nieuw voorstel dat ook rekening houdt met de opmerkingen en suggesties van Vlaanderen. Het is heel positief dat u zich uitdrukkelijk verzet tegen een mogelijke sluipende herfederalisering van een aantal punten.
U zegt dat er nieuw overleg gepland is. Is dat binnenkort of is dat eerder op langere termijn?
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits : Wanneer het nieuw overleg plaatsvindt, staat niet in mijn antwoord. Wat mevrouw Van den Eynde zegt, is wel juist. Het voorstel van staatssecretaris Schouppe hield nog geen rekening met een mogelijke staatshervorming. Wij hadden een rist opmerkingen over bevoegdheidsoverschrijdingen met de huidige bevoegdheidsverdeling in ons land. Die lijst hebben wij bezorgd. Het BIVV is nu die screening aan het maken. U herinnert zich waarschijnlijk de heisa over het feit dat ik in ruzie lag met Schouppe, maar ook de Waalse Regering had een zeer exhaustief advies gemaakt. Onze wederzijdse adviezen waren vrij gelijklopend. Dat gaat over de huidige bevoegdheid.
Ik vind het maar heel correct dat we zorgzaam zijn met alles wat in het huidig reglementair kader onze bevoegdheid is. Herinnert u wat er met het parkeren is gebeurd. Als je de verkeerde overheid iets laat regelen, en later zegt een hof dat die regeling door de verkeerde overheid is getroffen, dan wordt ze vernietigd en zit je in rechtsonzekerheid. We doen dat niet om de federale overheid te pesten, maar om voor rechtszekerheid te zorgen.
Je hebt dus enerzijds de huidige regeling waarbij we moeten zorgen dat we onze bevoegdheden coherent kunnen uitoefenen, maar anderzijds heb je de staatshervorming. Het BIVV doet nu de screening met de huidige bevoegdheden, maar dan moet je kijken, in het licht van de toekomstige staatshervorming, welke bevoegdheden er al overgaan naar de gewesten. Is het nog opportuun om zaken te regelen waarvan we weten dat ze binnen afzienbare tijd bevoegdheden van de regios zullen zijn? Ik sluit niet uit dat men nog zaken kan regelen als dat urgente dingen zijn, en als we het erover eens zijn. Dat moet sporen met elkaar. Mevrouw Van den Eynde, we moeten er wel voor zorgen dat we die zaken waarvan we weten dat we bevoegd worden, zoals de geharmoniseerde snelheidsregimes, niet onmogelijk gaan maken.
De heer Wathelet is een zeer aimabel man en hij overlegt ook goed. Het verbaast me enorm dat er een controverse dreigde te ontstaan over het feit of er iets is overgemaakt. Een dergelijke reputatie heeft hij totaal niet. Als hij iets gekregen heeft, zegt hij dat ook. Er moet een communicatiestoornis zijn geweest. Maar we moeten goed het onderscheid maken tussen de huidige regels en de bevoegdheidsoverschrijding en dan de mogelijke link met de bevoegdheden die wij zo snel mogelijk hopen te krijgen.
Het overleg waar ik het over had, gaat over de huidige toetsing. Als we de geharmoniseerde lijst tussen de gewesten en de federale overheid hebben, dan kunnen we gaan kijken wat het effect is op de toekomstige staatshervorming. Daarover zijn er nog een aantal openstaande vragen. Men wil het verkeersboetefonds voor een bepaald bedrag overhevelen. Hoe gaat men dat verdelen? Waar komt dat terecht? Wie gaat wat doen?
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.