Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 12/12/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Yamila Idrissi tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de oprichting van het Informatieforum Ruimtelijke Ordening
- 417 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Mevrouw Yamila Idrissi : Voorzitter, eind vorige maand heeft de minister voor het eerst de overige ministers bevoegd voor ruimtelijke ordening ontmoet in functie van de recente oprichting van het Informatieforum Ruimtelijke Ordening. Het Informatiecentrum Ruimtelijke Ordening heeft tot doel over de gewestgrenzen heen een samenwerking op het vlak van de ruimtelijke ordening te starten.
Bij de lancering heeft de minister samen met Brussels minister-president Picqué en Waals minister Henry verklaard dat de werkgroep tot doel heeft permanent informatie uit te wisselen over initiatieven die meerdere gewesten aanbelangen. Op die manier moet de continuïteit van het beleid over de gewestgrenzen heen worden gegarandeerd. Zelf heeft de minister verklaard dat deze situatie voor alle gewesten een win-winsituatie betekent. Uitdagingen als de centralisatie en de ontwikkeling van activiteitenpolen staan hierbij centraal.
Ik ben verheugd met deze eerste stappen op het vlak van de intergewestelijke samenwerking. Brussel barst ten gevolge van de toenemende bevolkingsexplosie steeds meer uit zijn voegen. Dit stelt zowel Brussel als Vlaanderen voor tal van uitdagingen. Een verdere samenwerking dringt zich op.
Recent heeft politicoloog Sinardet in een opiniestuk in De Standaard op de toenemende nood aan samenwerkingsverbanden tussen steden en hun randgemeenten gewezen. Hij wijst op de almaar grotere afhankelijkheid tussen de stad en de rand op het vlak van wonen, werken, winkelen en dergelijke. Dit toont aan dat de bestaande realiteit van de grootstedelijke gemeenschappen de bestuurlijke grenzen overstijgt: Voor grensoverschrijdende dossiers zoals mobiliteit, ruimtelijke ordening, wonen, arbeidsmarkt ( ) hebben die geïntegreerde regios baat bij een geïntegreerd beleid.
Dit is zonder meer ook het geval voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en Vlaanderen. Het is dan ook van belang te denken aan een samenwerkingsmodel dat naar de door de minister aangehaalde win-winsituaties kan streven in plaats van aan een model van onderlinge confrontatie tussen de gewesten. In dit licht is de oprichting van het Informatiecentrum Ruimtelijke Ordening bijzonder goed nieuws.
Minister, welke dossiers stonden op de agenda van de eerste bijeenkomst van dit informatieforum? Welke concrete afspraken en engagementen zijn uit dit eerste overleg voortgekomen? Welke specifieke engagementen zal de Vlaamse overheid in dit verband op zich nemen? Wanneer is het volgende overleg van het informatieforum gepland? Welke dossiers wilt u in de toekomst binnen dit forum behandelen?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Voorzitter, ik wil eerst en vooral bevestigen dat we iets meer dan een jaar geleden op mijn initiatief al een eerste ontmoeting hebben gehad. Dit heeft geleid tot de oprichting van het intergewestelijk Informatiecentrum Ruimtelijke Ordening op 26 november 2012. Die dag hebben we de samenwerking officieel ondertekend.
Het doel is op regelmatige basis samen te komen om informatie, gegevens en standpunten op het vlak van de ruimtelijke ordening, het ruimtelijk beleid en de ruimtelijke ontwikkeling uit te wisselen. Dit moet de gewesten toelaten in een vroeg stadium te beschikken over relevante beleidsdocumenten en strategische ruimtelijke plannen van andere gewesten en ook over de gegevens van andere gewesten die noodzakelijk zijn om de eigen ruimtelijke plannen op te stellen. Het is natuurlijk nuttig voor wie zelf plannen maakt te weten wat er net over de gewestgrenzen gebeurt. Tot slot hebben we ook in de mogelijkheid voorzien gezamenlijk studies te financieren. Dit zal natuurlijk allemaal gebeuren zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van elk gewest op zijn eigen terrein.
Dit brengt me bij de vraag welke dossiers we op 26 november 2012 hebben behandeld. We hebben de toekomstige samenwerking officieel voorgesteld. De net verwoorde doelstellingen zijn die dag onderschreven. Verder hebben we samen een stand van zaken in verband met de strategische ruimtelijke beleidsplannen van elk gewest overlopen. We hebben werkafspraken gemaakt voor het eerste werkjaar van het informatiecentrum.
We hebben afgesproken dat een gezamenlijke administratieve werkgroep voor een structurele invulling zal zorgen om de doelstellingen van het informatieforum te bereiken. De administratieve werkgroep zal volgend jaar op regelmatige basis vergaderen. Op de agenda van de eerstvolgende vergadering staat dat dieper op de drie gewestelijke ruimtelijke beleidsplannen zal worden ingegaan.
Ten behoeve van de uitwisseling van gegevens is concreet uitgeklaard in verband met welke themas of gebieden er behoefte aan een gegevensdeling is. Dit moet nog verder worden geconcretiseerd. We zullen de dataverantwoordelijken van onze administraties gericht met elkaar in contact brengen. Op die manier kan de noodzakelijke intergewestelijke kennis worden opgebouwd. Verder zullen we onderzoeken op welke wijze de informatie over actuele plannen, projecten en ontwikkelingen efficiënt kan worden uitgewisseld.
We beschikken over de mogelijkheid gezamenlijk studies te financieren We hebben afgesproken in eerste instantie de bestaande studieresultaten intergewestelijk kenbaar te maken. Dat is mijns inziens een goede eerste stap: de informatie uit bestaande en lopende studies aan elkaar kenbaar maken. Daarnaast is er afgesproken dat elk gewest zal onderzoeken voor welke gebieden of themas we een gezamenlijk studietraject zien zitten.
Er is een volgend overleg gepland in het eerste kwartaal van 2013, meer bepaald op 12 februari 2013.
Algemeen is het de doelstelling om informatie en standpunten op het vlak van ruimtelijke ordening, ruimtelijk beleid en ontwikkeling, uit te wisselen. Op 26 november is overeengekomen dat de eerste actie van het informatieforum de organisatie zal zijn van een studiedag over onze in opmaak zijnde strategische beleidsplannen.
Die eerste werkgroep zal verder vormgegeven worden in een samenwerking tussen onze administraties, om de informatie-uitwisseling zo precies mogelijk te kunnen doorvoeren. De daarna volgende bijeenkomsten zijn nog niet vastgelegd, maar zullen allemaal passen in datzelfde engagement. Wij willen dat engagement aangaan.
De voorzitter : Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Mevrouw Yamila Idrissi : Minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Ik begrijp dat het menens is met die samenwerking.
Ik heb nog een bijvraagje over het samen financieren van studies. U zei dat elk gewest naar voren kan schuiven wat het onderzocht zou willen zien. Wat zou Vlaanderen op dat vlak willen? En wat is het budget? Of wordt dat bepaald al naargelang de studieopdracht?
Minister Philippe Muyters : Ik heb aan de administratie gevraagd om dat eens op te lijsten. We kunnen bekijken of we studies die we zelf hebben gepland, samen kunnen doen met de andere gewesten. Soms is dat nuttig, al was het maar om een schaalvoordeel te creëren. Die oefening wordt nu gedaan.
De bestaande zaken ontsluiten, is op zich al zinvol. We moeten immers niet overdoen wat we elders kunnen vinden, zeker niet als het zo dichtbij is.
Mevrouw Yamila Idrissi : Ik wens u heel veel succes bij die samenwerking.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.