Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 10/01/2013
Vraag om uitleg van de heer Matthias Diependaele tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de opportuniteitskost voor SALK van de belegging in Ethias Finance door LRM
- 409 (2012-2013)
De voorzitter : De heer Diependaele heeft het woord.
De heer Matthias Diependaele : Voorzitter, minister, geachte leden, op 26 januari 2012 hebben we hier gesproken, naar aanleiding van een vraag op uitleg die ik had ingediend, over de intekening ter waarde van 10,95 miljoen euro door de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) op de obligatielening van Ethias Finance. Ethias was verplicht zich tegen marktwaarde te ontdoen van zijn aandelen in Dexia, als onderdeel van het Europese reddingsplan. Ethias koos ervoor die aandelen door te verkopen aan zijn financiële holding, die daarvoor niet voldoende cash had. Er werd een obligatielening uitgeschreven van 280 miljoen euro op zeven jaar, met een coupon van 7,5 procent.
Deze lening werd onvoldoende in de private markt geplaatst en zowel de federale als Waalse overheid tekenden mee in voor aanzienlijke bedragen. De Vlaamse Regering besloot dat niet te doen. ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) besliste echter autonoom om wel in te tekenen, ten bedrage van 38,3 miljoen euro. U hebt dat toen uitgelegd. Ter zake beslist PMV volstrekt autonoom. De LRM nam daar 10,95 miljoen euro van over. Het ging daarbij uitdrukkelijk om een belegging en niet om een participatie. Dat was de specifieke juridische bepaling op basis waarvan de LRM dat kon doen.
Vorige keer heb ik in de commissie gewezen op de opportuniteitskost. Daar wil ik vandaag op terugkomen, in het licht van de sluiting van Ford Genk en het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK). Dat plan is natuurlijk nog niet uitgewerkt, en we hebben er ook nog geen kostenplaatje van. Voor mijn vragen is dat echter minder belangrijk.
Met de sluiting van Ford Genk werd Limburg opnieuw getroffen door een zware economische tegenslag en een noodzaak tot reconversie. Een verschil met de sluiting van de mijnen zal zeer zeker daarin bestaan dat de beschikbare middelen voor reconversie veel beperkter zullen zijn. We zitten in een economische crisis zonder weerga.
We steunen de Vlaamse Regering en de Limburgse Task Force in hun besluitvorming en acties en kijken alvast uit naar de eerste realisaties op het terrein. We kregen gisteren in de plenaire vergadering een nieuwe stand van zaken van de minister-president. Zoals afgesproken, zal dat worden opgevolgd met voortgangsrapportages.
Vanuit dat gegeven lijkt het me dat de opportuniteitskost nu zeer aanzienlijk is. De ruimte voor bijkomende participaties door de LRM zou enkele tientallen miljoenen bedragen naargelang de bron. Dat zou betekenen dat de 10,95 miljoen voor Ethias Finance de mogelijkheden voor reconversie door de LRM met circa 25 à 30 procent inkrimpt.
In de eerste plaats wil ik polsen naar de opportuniteitskost zelf. Wat is de huidige beschikbare ruimte van de LRM voor bijkomende participaties? Klopt het dat de intekening op de obligatielening de ruimte voor participaties ingeperkt heeft? Ik zou dat op basis van de cijfers kunnen concluderen, maar misschien kunt u dat weerleggen. Indien dat niet het geval zou zijn, kunt u dat dan omstandig toelichten?
Er blijft natuurlijk ook nog de bekommernis ten gronde over hoe het met die obligatielening staat. Als dat geld niet ten goede kan komen aan de Limburgse economie, dan wil ik toch graag horen dat we dat bedrag niet definitief aan het verliezen zijn. Op welke wijze waardeert de LRM momenteel deze belegging van 10,95 miljoen euro?
Is er zowat een jaar na intekening een opvolging door de LRM van deze belegging qua risicobepaling? Kan de LRM inschatten in welke mate Ethias Finance zich aan zijn businessplan kan houden?
Het is eenvoudig, vorig jaar heeft de LRM ingetekend op die Ethiasobligatielening. Er is toen geld ter beschikking gesteld. In welke mate mist de LRM vandaag dat geld om te gebruiken voor de reconversie in Limburg? De kosten daarvan zijn nog niet berekend.
De voorzitter : De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen : Ik ben zeer blij met uw conclusie en gebalde vraagstelling, mijnheer Diependaele. Het is moeilijk voor de minister om dergelijke vraag te beantwoorden. U zegt zelf dat we de noden nog niet kennen, maar we zouden wel moeten schatten hoe groot het tekort is om de noden die we niet kennen, te bekostigen.
Bovendien, hebben wij de afgelopen maanden enig signaal ontvangen dat het mis zou gaan met deze belegging? Het is geen participatie, maar een belegging. Ik vermoed dat heel wat organisaties, steden, gemeenten en dergelijke hun middelen zo beheren en op korte of langere termijn hun geld vastleggen. Hebt u een indicatie dat het mis zou gaan? Dat is de andere veronderstelling die u maakt. Als dat zo is, moeten we dat dringend weten. Als het niet zo is, zal uw vraag bijdragen aan de geruststelling.
De heer Matthias Diependaele : Mijnheer Van Malderen, u hebt natuurlijk gelijk. We hebben geen kostenplaatje. We hebben ervoor gekozen om eerst de noden te detecteren om dan de kosten te berekenen.
We zullen centen nodig hebben, dat is evident. Ik zou graag een trukendoos hebben om het anders aan te pakken, maar ik vrees dat die niet bestaat. We moeten ervoor zorgen dat het geld beschikbaar is.
Ik had vorig jaar ook al vragen bij de keuze van de LRM. Laat het duidelijk zijn: dat is niet de verantwoordelijkheid van de Vlaamse Regering, op geen enkele manier. De LRM kan autonoom beslissen over haar beleggingen. De vraag was of dat wel verstandig was. Nu weten we dat er geld nodig is om tegemoet te komen aan de noden, maar dat zit ten dele vast.
Dit is een informatieve vraag. Ik heb geen enkel signaal ontvangen dat het fout zou gaan.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten: Zoals ik al heb gesteld tijdens de vergadering van 26 januari 2012, heeft de Ethiasobligatielening geen opportuniteitskost met zich meegebracht voor de LRM aangezien er voldoende cash voorhanden was om de investeringsdoelstellingen te realiseren. Ethias heeft eerst nagegaan hoeveel geld er beschikbaar was om te beleggen en zo een meerwaarde te genereren.
De LRM heeft autonoom beslist tot het onderschrijven van de obligatielening van Ethias Finance. Dat gebeurde op basis van de beschikbare cashmiddelen van einde 2011. Dit past binnen het discretionair beheer van de LRM. De LRM heeft sinds jaar en dag de traditie om cashoverschotten voorzichtig en verantwoord te beleggen, bijvoorbeeld via vermogensbeheerders en via instrumenten zoals rechtstreekse obligatieleningen zoals in het geval van Ethias Finance.
Vandaag zijn er geen signalen dat deze belegging een slechte investering zou zijn. Ethias nv heeft in 2012 sterke operationele resultaten neergezet. De waardering van deze obligatielening zal bij afsluiting van het boekjaar 2012 onder toezicht van de revisor worden vastgelegd. Tot op vandaag is er geen reden waarom de waardering van deze obligatielening negatief zou moeten worden bijgesteld. Louter financieel zou de daling van de rentevoeten eerder een positieve impact moeten hebben op de waarde.
Verder wil ik wijzen op het feit dat Ethias in Limburg 650 personeelsleden tewerkstelt. Zeker in het licht van de sluiting van Ford Genk houdt de belegging die werd gedaan met cash geld zeker een meerwaarde in. Dat kan de tewerkstelling in de dienstensector alleen maar ten goede komen.
Of de LRM bijkomend kapitaal nodig heeft in het licht van het SALK is momenteel voorwerp van de studie die de Expertencommissie momenteel uitvoert. Ik ga ervan uit dat de LRM een belangrijke rol zal blijven spelen. We kunnen veronderstellen dat er bijkomend kapitaal nodig zal zijn. Tot nu toe heeft de regering daar niet op vooruitgelopen. We wachten op de resultaten van de Expertencommissie. We willen daar niet meteen politieke uitspraken over doen. Ik onthoud me voorlopig van elke commentaar. Het hoofdstuk financiering van bedrijven zal zeker onze aandacht krijgen. De regering zal dan bekijken wat ze kan doen. Ik zal daar met u over terugkoppelen.
De voorzitter : De heer Diependaele heeft het woord.
De heer Matthias Diependaele : Minister, ik wou evenmin vooruitlopen op de werking van de groep van Herman Daems. We zullen zien wat daaruit voortkomt. Dan zal er nog genoeg tijd zijn voor debat.
De grond van de zaak is natuurlijk dat het geld van de LRM Limburg ten goede komt. De manier waarop dat gebeurt, is onze zorg. Wij willen absoluut dat die centen zorgen voor de reconversie. Die zal na de aankondiging van de sluiting van Ford Genk dubbel zo zwaar wegen. Het geld moet goed terechtkomen. Natuurlijk stelt Ethias zeer veel mensen te werk.
Het gaat hier om een belegging, dat is een fundamenteel verschil. Desalniettemin, als dat geld nodig is voor de reconversie, moet het snel vrij kunnen komen om te investeren in de projecten die worden uitgetekend. Dat is onze grootste zorg, en uit die zorg is mijn vraag om uitleg ontstaan.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.