Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 04/12/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de toestand van de bomen in Vlaanderen
- 323 (2012-2013)
Vraag om uitleg van mevrouw Gwenny De Vroe tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de gezondheid van bomen
- 366 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Uit cijfers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) blijkt dat er jaarlijks 213.000 bomen sterven en in totaal veertien miljoen bomen in Vlaanderen ziek zijn. Vooral de loofbomen zouden kwetsbaar zijn voor ziektes. De meest voorkomende symptomen zijn permanent bladverlies, verkleuring van bladeren, twijg- of bladsterfte, en vervorming door kanker en tumoren.
Schimmels komt bij één op de vier bomen voor, ook de invretende insecten zijn nefast voor de gezondheid van onze bomen. Een op de tien bomen heeft te lijden onder schade veroorzaakt door de mens, vervuiling, inkerving, inhakking. Bijna een kwart van de bomen vertoont beschadigingen. Vooral populieren zijn er erg aan toe, bijna één derde is aangetast. Ook de zomereik, de meest voorkomende boomsoort in onze regio, heeft te kampen met ziektes: maar liefst 27 procent is ziek.
Dit zijn onheilspellende berichten voor het natuurbehoud in Vlaanderen, aangezien 70 procent van de Vlaamse bossen uit loofbomen bestaat. Het INBO heeft al meegegeven dat deze negatieve evolutie moet stoppen door tijdig in te grijpen bij ziektes en door beter op te letten met ons milieu. Ik heb in deze commissie nog nooit over een actieplan gehoord om de achteruitgang van de toestand van de bomen in Vlaanderen aan te pakken. Werd het probleem in het verleden nooit erkend? Ook de lokale besturen kunnen een bijzondere inbreng hebben in ons bomenbestand in Vlaanderen. Soms duurt het jaren vooraleer bomen in gemeentelijke eigendom gecontroleerd worden op ziektes. Soms wordt er pas onderzoek gedaan naar de toestand van de bomen bij het omwaaien van een exemplaar. Sommige gemeentebesturen tonen weinig ambitie om het bomenbestand te behouden.
Een aantal boomsoorten zijn inderdaad aangetast door ziektes, maar toch wordt de ziekte van één boom soms gebruikt om een hele laan vol bomen te rooien. Is dit wel een verantwoord beleid? Ten slotte is er nog de heraanplantingsverplichting. Meermaals reiken gemeentebesturen kapvergunningen uit, maar de heraanplantingsverplichtingen staan daar in schril contrast tegenover.
Dit zijn slechts een aantal bedenkingen die ik kan opmaken uit verschillende ervaringen, en ook uit krantenberichten, die u ertoe kunnen aanzetten om een actieplan op te zetten, ook naar lokale besturen, om meer werk te maken van het behoud en onderhoud van ons bomenbestand in Vlaanderen.
Minister, kunt u mij meedelen of er inmiddels een actieplan is opgestart om de zieke loofbomen te redden? Op welke manier meent u dat initiatieven door verschillende overheden kunnen bijdragen tot het behoud van het bomenbestand in Vlaanderen?
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Mevrouw Van den Eynde heeft de problematiek al heel goed geschetst. De evolutie van de ziektes van bomen is onrustwekkend. Volgens het INBO zijn de oorzaken onder meer klimaatverandering, bodemverontreiniging, luchtverontreiniging en de opmars van schimmels. Zieke bomen produceren minder zuurstof omdat ze minder bladeren hebben. Hierdoor vangen ze ook minder fijn stof op, zodat onze luchtkwaliteit daalt. Dit verergert luchtweginfecties en hart- en vaatziekten.
Bovendien dreigt dit verschijnsel ook een negatief effect te hebben op het halen van de klimaatdoelstellingen op langere termijn. Daarom is het belangrijk deze negatieve evolutie te stoppen door tijdig in te grijpen bij ziektes.
Bestaat er een centraal overzicht of een bestand van zieke bomen dat het beleid in staat moet stellen de ernst van het probleem en de oorzaken in te schatten? Zijn er mogelijkheden om de betrokken bomen weer gezond te maken en om de ziektes tegen te gaan? Welke oorzaken kunnen op korte termijn worden aangepakt? Door middel van welke ingrepen kan de negatieve evolutie worden gestopt?
Mijn laatste vragen komen overeen met de vragen die mevrouw Van den Eynde net heeft gesteld. Wordt in samenwerking met de verschillende partners een actieplan opgesteld? Bestaat er in verband met dit probleem een gestructureerd overleg tussen de verschillende betrokken overheden?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Voorzitter, we hebben allemaal de krantenartikels gelezen. Een op vijf bomen is ziek. Ik veronderstel bijgevolg dat er op een of andere manier een monitoring van de toestand van de bomen moet bestaan.
Ik wil er trouwens op wijzen dat 2011 een mastjaar was. Tijdens dat jaar is heel veel zaad geproduceerd. Daarna bevinden de bomen zich altijd in een iets minder goede toestand. Ze zijn door de overmatige zaadproductie een beetje uitgeput. De vraag is in welke mate dit fenomeen met de blijkbaar minder goede toestand van het bomenbestand te maken heeft.
Het klimaat zal wel degelijk een rol spelen. De bomen bevinden zich onder meer in een iets minder goede toestand omdat ze zich aan droge en iets nattere periodes moeten aanpassen. Vooral loofbomen zouden hier last van hebben.
Minister, in welke mate wordt eraan gedacht bepaalde aanplantingen meer te diversifiëren of een aantal bomen aan te planten om toekomstige confrontaties met grote problemen te vermijden? Is dit al aan de gang? Hoe moeten onze bosbestanden worden aangepast?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, ik wil eerst en vooral meedelen dat het tot de taken van het INBO behoort jaarlijks een bosvitaliteitsinventaris van het Vlaamse Gewest op te stellen. Dat is een echt monitoringproject dat ons in staat stelt de gezondheidstoestand van de bossen in hun geheel en van de afzonderlijke boomsoorten in kaart te brengen. De vitaliteit wordt omschreven en de veranderingen in de vitaliteit worden opgevolgd.
Dit maakt deel uit van een Europese samenwerking waarbij voor heel Europa, meer bepaald in meer dan dertig landen, de gezondheidstoestand van de bossen en de bomen wordt bekeken. Het betreft hier een internationaal erkende methodologie.
De rapporten worden jaarlijks gepubliceerd. Aangezien we dat al jaren op die manier doen, kunnen we gemakkelijk een beeld van de gezondheidstoestand van de bossen krijgen. We kunnen de evoluties opvolgen en naar het Vlaams bosbestand extrapoleren.
De waarnemers beoordelen de kroontoestand van de bomen aan de hand van een steekproef met vaste proefvakken. Deze proefvakken van het Vlaams meetnet bevinden zich in openbare en private bossen. Per proefvak zijn 24 bomen in de inventaris opgenomen. Tijdens de zomermaanden worden het bladverlies en de bladverkleuring van deze steekproefbomen beoordeeld. Bomen met meer dan 25 procent bladverlies en een abnormaal grote verkleuring van meer dan 10 procent van de kroon worden als beschadigd beoordeeld.
Die monitoring bestaat al 25 jaar en leert ons dat het percentage beschadigde bosbomen tot 1995 is toegenomen. Vanaf 2000 is een stabilisatie vastgesteld. In het begin van het hieropvolgend decennium is een lichte verbetering vastgesteld. Sinds 2008 is er dan weer een lichte verslechtering. Tussen 2003 en 2010 was de globale toestand in Vlaanderen iets beter dan in de rest van Europa. Het aandeel beschadigde bomen in Vlaanderen bedroeg in 2010 15,4 procent. In Europa ging het om 19,5 procent. In 2011 waren de meest beschadigde boomsoorten de zomereik, de populier en de beuk.
De bosecosystemen zijn zeer complex, bijzonder kwetsbaar en worden door een veelheid aan factoren beïnvloed. Het gaat onder meer om atmosferische deposities, zoals hagel en stormen, klimaatwijzigingen, de kwaliteit van het bosbeheer, de waterhuishouding op de standplaatsen en natuurlijk ook natuurlijke factoren als insecten en schimmels.
De variatie in het bladverlies bij de beuk heeft met de mastjaren te maken. Tijdens die jaren produceren de bomen veel zaad. Dit gaat doorgaans gepaard met een verhoogd bladverlies. De boom investeert immers al zijn energie in de zaadproductie. Wat de populierenklonen betreft, gaat het om schimmelinfecties op de bladeren. Dit leidt tot een verzwakking van de bomen die andere infecties, zoals populierenkanker, meer kansen biedt. Het INBO voert een veredelings- en selectieprogramma uit dat moet resulteren in populierenklonen met minder gevoeligheid voor roestschimmel. De schade aan de zomereik is voor 30 procent aan insectenvraat te wijten.
De algemene regel luidt dat een verantwoord ecologisch beheer en vooral een goede keuze van aan de standplaats aangepaste boomsoorten cruciaal is voor de weerbaarheid van de bomen. Er is een toenemende aandacht voor duurzaam bosbeheer. Er is, meer specifiek, een toename van de beheersplannen. Er is geen globaal actieplan. We maken echter wel beheersplannen voor de bossen. Die plannen bevatten criteria inzake het duurzaam bosbeheer. Hierbij wordt rekening gehouden met factoren als de gezondheid van de bomen.
Uit de cijfers voor 2011 blijkt dat de trends de afgelopen tien jaar min of meer gelijk zijn gebleven en als normaal kunnen worden beschouwd. We moeten, samen met de private en de openbare boseigenaars, met inbegrip van de lokale besturen, inzetten op een differentiatie.
Mevrouw Eerlingen heeft op dit vlak zeker een punt. We mogen niet te eenzijdig op monoculturen inzetten. Er moeten meer natuurlijke bossen komen. Die bossen zijn multifunctioneel en kunnen ecologisch worden beheerd.
We ondersteunen dit standpunt niet enkel tijdens de opmaak van de beheersplannen. Er zijn specifieke vormingsmogelijkheden en de boseigenaars krijgen ook professionele begeleiding. We stellen op de website en in de vorm van vademecums allerlei informatie ter beschikking. De bosgroepen spelen op dat vlak een belangrijke rol.
Tezelfdertijd zetten we het inventarisatieprogramma voort. We volgen de toestand van heel nabij op. Indien we eventueel abnormale situaties zouden vaststellen, zullen we hierop kunnen reageren.
Tot slot wil ik ook de concrete vraag van mevrouw Van den Eynde beantwoorden. Er komt geen actieplan. We nemen dit punt op in de beheersplannen. Die concrete plannen worden op maat van de bossen opgesteld. We kunnen op dat vlak maatregelen nemen. Dat is de beste manier om te werk te gaan. We blijven investeren in kennis en in opleiding zodat de private eigenaars en de openbare besturen hun kennis kunnen vergroten.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Ik betreur dat de minister enkel over beheersplannen en niet over een actieplan spreekt. Volgens mij mag ze zich niet tot bosbeheersplannen beperken. Het lijkt me zeer belangrijk ook de bomen in parken en langs de straat goed op te volgen.
Ik heb in dit verband een probleem in mijn eigen gemeente van nabij opgevolgd. Een aantal bomen staan op het grondgebied van en worden beheerd door een school. Het schoolbestuur heeft getracht die bomen onder het mom van de veiligheid te laten kappen. Er is ooit eens een boom omgewaaid. Om die reden moeten plots alle bomen verdwijnen omwille van de veiligheid.
Dankzij een alerte burger is het Vlaams Belang hierop ingegaan. Uiteindelijk is er een boomveiligheidscontrole geweest. In dat parkje staan heel wat bomen. Uiteindelijk moeten slechts acht bomen worden gerooid. De rest van de bomen is zeker en vast in goede conditie.
Uit dit voorbeeld blijkt dat niet alle lokale besturen in Vlaanderen het bosbeleid of het bomenbeleid even ernstig nemen. Ik vind het dan ook heel belangrijk dat de minister naar de lokale besturen stapt en een actieplan voor de bescherming en het behoud van de bomen in Vlaanderen opstelt. Dit zal niet enkel lukken met een bosbeheersplan. Ik vind het dan ook heel belangrijk dit voorbeeld een plaats te geven in de discussie over de kwaliteit en de toestand van de bomen in Vlaanderen.
Er is nog heel wat werk aan de winkel. Indien een gemeentebestuur, een milieudienst of een betrokken burger bij het ANB klaagt over het voornemen om onder het mom van de veiligheid ergens zo maar bomen te rooien, blijkt vaak dat het ANB amper reageert. Dit roept bij mij de vraag op hoe we hier met de bescherming van onze bomen omgaan. Langs de ene kant zijn onze bomen ziek en wordt onvoldoende ingegrepen. Langs de andere kant wordt weinig gedaan om het huidig bomenbestand in Vlaanderen te behouden.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Minister, ik wil ongeveer hetzelfde zeggen als mevrouw Van den Eynde. Ik had gevraagd naar een actieplan. Ik ben dan ook teleurgesteld dat u het houdt bij het bosbeheersplan. Ik had van u meer actie verwacht.
In mijn omgeving sta ik telkens weer versteld hoe snel mensen bomen kappen. Ik ben daar soms enorm door geïrriteerd. Ik heb het dan over privé-eigenaars, over mensen die in een bosrijke omgeving komen wonen maar meer bezig zijn met het zonlicht op hun terras dan met het bomenbestand. Het lijkt me dan ook belangrijk dat er meer wordt gesensibiliseerd over het belang van bomen, maar ook over de bomenkeuze. Misschien heb ik daar nog niet de goede kanalen voor gevonden. Als die zouden bestaan, kunt u ons die misschien bezorgen.
Mevrouw Tinne Rombouts : Het verbaast me dat mensen nu ineens schrikken van het feit dat sommige bomen ziek zijn. Heel wat gemeenten zijn zich daar goed van bewust. Er moet goed worden bekeken hoe die worden beheerd.
Ik heb het gevoel dat er zeker in mijn gemeente goed wordt nagegaan of de bomen ziek zijn en al dan niet kunnen worden behandeld. De Vereniging Voor Openbaar Groen (VVOG) biedt daarbij ondersteuning aan de gemeenten. Het is dus niet zo dat er onoverwogen bomen zouden worden gekapt. Hier wordt een verkeerde teneur gecreëerd. (Opmerkingen van mevrouw Marleen Van den Eynde)
Bij ons was er op een bepaald moment ook een discussie over een boom die niet mocht worden gekapt. De bomendokter zei dat het een gezonde boom was. Toen de boom werd gekapt, bleek dat er een volledige persoon in de stam van die boom kon staan. We moeten dan ook met enige voorzichtigheid spreken over persartikelen. Er is een probleem met het bomenbestand. De VVOG is echter een heel geschikte partner bij beslissingen over de keuze en behandeling van bomen en over een vernieuwd bestand.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister, ik zou graag een antwoord krijgen op mijn vraag over de klimaataanpassingen. Wordt er gewerkt aan een visie over de aanpassing van het bomenbestand aan de klimaatwijziging? Of is dat niet nodig? We gaan ervan uit dat het klimaat de komende jaren nog enigszins zal wijzigen. Natte en doge periodes zullen extremer worden. Die bomen zullen daar wellicht enige hinder van ondervinden. Maar misschien neemt u dit op in uw klimaatadaptatieplan?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Een en ander wordt hier op een hoop gegooid. Er is een vraag gesteld over de vitaliteit van bomen die ik heb beantwoord. In de repliek zegt men dan dat er veel te vaak bomen worden gekapt. Dat zijn echter twee verschillende zaken.
Mevrouw De Vroe, kappen kan alleen maar met een kapvergunning. Ik begrijp dan ook uw link niet met de vitaliteit van bomen. In de proefvakken waarover ik heb gesproken, gaat het in totaal over 1782 bomen die worden geïnventariseerd en dus goed worden opgevolgd. Ongeveer 0,3 procent of een vijftal bomen per jaar wordt ziek en sterft.
Wij trekken lessen uit die studie. We houden daar rekening mee in de beheersplannen. We maken middelen vrij uit het Boscompensatiefonds. Ik heb afgelopen zondag zelf veertig zomereiken geplant in Melle. In totaal zijn er vijfhonderd aangeplant. Ik heb voor de lokale besturen fondsen vrijgemaakt uit het Boscompensatiefonds voor het aanleggen van bossen. Als een gemeente bijvoorbeeld een speelbos wil aanleggen, gaan wij na of het om streekgebonden bomen en planten gaat. Dat maakt deel uit van de beoordeling. Op basis daarvan krijgt een gemeente middelen. De gemeente Melle kreeg op die manier 200.000 euro voor het aanplanten van bomen op 4 hectare. Wij houden wel rekening met het streekeigen groen en met de diversificatie.
Mevrouw Eerlingen, uw vraag is terecht. Er wordt wel degelijk rekening gehouden met de klimaatswijziging. Dat maakt deel uit van het adaptatieplan. Er wordt ook rekening gehouden met de klimatologische omstandigheden en met de ondergrond wanneer moet worden beslist wat waar moet worden geplant.
De discussie over het al dan niet te snel kappen van bomen heeft echter niets te maken met de vitaliteit van het bosbestand. Ik vind het wat bizar dat een en ander hier door elkaar wordt gehaald en dat men de vitaliteit van de bomen aangrijpt om te zeggen dat er te snel bomen worden gekapt in Vlaanderen. Er wordt goed toegezien op het toekennen van kapvergunningen.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Ik blijf op mijn honger, minister. U spitst zich alleen toe op het bosbeheersplan. Wij vragen echter om dit uit te breiden naar parken en lanen. Ik vind dat u zich te veel beperkt tot de bossen in Vlaanderen. Het gaat over meer dan alleen de bossen. In het onderzoek zijn toch alle bomen getest en niet alleen de bossen in Vlaanderen?
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Ik had het niet over gemeenten die kappen in openbare domeinen, maar over privé-eigenaars die vaststellen dat een boom minder gezond is en die dan heel snel overgaan tot kappen zonder daar de VVOG of dergelijke bij te halen. U zegt dat vitaliteit iets anders is, en daar geef ik u gedeeltelijk gelijk in. De vraag gaat over de gezondheid van de bomen. Jammer genoeg gaat die serieus achteruit.
We zitten hier allemaal met hetzelfde doel, namelijk omdat we ons zorgen maken over het feit dat de bossen achteruitgaan, zowel wat gezondheid als hoeveelheid betreft. Wij zitten in de oppositie, u voert het bewind. Wij vragen u dan ook om alle mogelijke stappen te zetten om ziektes tegen te gaan en het bosbestand uit te breiden.
De voorzitter : De heer Bothuyne heeft het woord.
De heer Robrecht Bothuyne : Mevrouw De Vroe, dit is een belangrijk beleidsitem waarbij de minister er alles aan doet om het bosbestand te ondersteunen. In uw stelling impliceert u om privépersonen op een of andere manier te verbieden om bomen in hun tuin te kappen. U gaat heel ver in uw stelling dat privépersonen een aantal rechten zouden moeten inboeten om te kunnen omgaan met het bomenbestand op hun eigen domein.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Ik zal me verduidelijken. Er is een duidelijke wetgeving over het kappen van bomen. Ik stel echter vast dat mensen heel vaak kappen zonder kapvergunning.
De heer Robrecht Bothuyne : Wij hebben een milieuambtenaar die zich daarmee bezighoudt.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Veel mensen gaan in een bosrijke omgeving wonen en kappen daar bomen zonder kapvergunning. Buren durven vaak niet naar de politie te stappen omdat ze het goede nabuurschap willen bewaren. Vaak komen ze dat nadien dan wel vertellen aan bijvoorbeeld de bevoegde schepen voor milieu.
Minister Joke Schauvliege : Mevrouw De Vroe, ik heb als minister al heel wat bestuurlijke maatregelen goedgekeurd met betrekking tot ontbossing zonder kapvergunning. Daar wordt dus echt wel op toegezien. We nemen ook wel maatregelen ter zake, die soms heel scherp zijn.
Mevrouw Van den Eynde, ik heb niet alleen verwezen naar die beheersplannen. Ik heb ook gezegd dat we met alle bos, boom- en parkeigenaars, zowel de private als de openbare, samenwerken om in te zetten op minder monocultuur, om rekening te houden met de ondergrond en dergelijke meer. Er zijn ook speciale opleidingen en zo. Voor alle duidelijkheid, ik heb absoluut ook dat aspect gegeven in mijn antwoord. Ik heb de indruk dat u dat niet goed hebt begrepen, maar ik heb dat daarnet heel uitdrukkelijk gezegd.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, u zegt dat men moet samenwerken. Hoe zult u dat dan doen? U zult een opleiding verzorgen. Zult u hier dan een actieplan aan koppelen? Hoe zult u de lokale besturen daarbij betrekken? U hebt het over samenwerking: zo kan ik duizenden antwoorden geven. Samenwerken is niet alleen voorzien in een opleiding, het is samen iets willen bereiken. Wat we willen bereiken, is dat er meer bomen in Vlaanderen kunnen blijven staan.
Ik zeg hier heel duidelijk: het gaat niet alleen over de bossen, het gaat over alle bomen in Vlaanderen. We moeten kunnen voorkomen dat er in Vlaanderen bomen worden gerooid die eigenlijk niet ziek zijn. Daarom heb ik deze vraag aangegrepen om een andere problematiek aan te kaarten. Ik stel vast dat er in Vlaanderen geen echt actieplan bestaat om dat te kunnen voorkomen. U hebt het zelf aangegeven: soms worden bomen ziek door toedoen van de mens, omdat er onvoldoende wordt gesnoeid. Dat is ook een heel belangrijk gegeven. Daarom wil ik dat u een actieplan opstart, dat u verder kunt uitwerken met alle lokale besturen.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Minister, ik heb eigenlijk alles gezegd. Ik hoop alleen dat u het dossier ter harte neemt en onze bomen in Vlaanderen goed verzorgt.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.