Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 04/12/2012
Vraag om uitleg van de heer Wilfried Vandaele tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de inkomsten uit emissierechten die ingeschreven staan in het federale begrotingsakkoord voor 2013
- 316 (2012-2013)
Interpellatie van mevrouw Marleen Van den Eynde tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de Vlaamse inkomsten uit CO2-quota ingeschreven in de federale begroting
- 17 (2012-2013)
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, ministers, collegas, op 21 november jongstleden stelde de Federale Regering haar begrotingsakkoord voor 2013 voor. We hebben daar wat kritiek op gehoord, onder meer van onze eigen minister, minister Muyters.
De kritiek ging met name over de emissierechten. Zo rekent de Federale Regering in haar begrotingsakkoord op inkomsten uit de verhandeling van CO2 -emissierechten ten bedrage van 54,5 miljoen euro. Geld dat ons inziens toekomt aan de gewesten, aangezien leefmilieu en klimaat zonder twijfel gewestelijke bevoegdheden zijn. Ook de Waalse minister van duurzame ontwikkeling, Jean-Marc Nollet, deelt blijkbaar onze mening.
Ministers, de discussie over de financiering van klimaatmaatregelen hebben we recent nog gevoerd in het Vlaams Parlement, ook hier in de commissie. Vlaanderen rekent voor de financiering van onze mitigatiemaatregelen op de inkomsten uit de verhandeling van de emissierechten. Deze middelen zouden worden ondergebracht in het recent opgerichte Klimaatfonds.
Omtrent de inspanningen die de gewesten moeten leveren op het vlak van klimaat werden bij mijn weten echter nog geen afspraken gemaakt binnen de Nationale Klimaatcommissie. Ook over de verdeling van de inkomsten uit de verhandeling van emissierechten werd volgens mij nog geen akkoord bereikt. Daarom zijn wij verbaasd over de stelling die de federale overheid inneemt.
En daarom, ministers, heb ik enkele vragen. Ik kan me voorstellen dat een aantal vragen eerder in de richting van de bevoegdheden van minister Muyters gaan, en een aantal andere in de richting van de bevoegdheden van minister Schauvliege.
Deelt u het standpunt dat de inkomsten uit de verhandeling van emissierechten in feite aan de gewesten zouden moeten toekomen?
Vindt u het door de Federale Regering ingeschreven bedrag van 54,5 miljoen euro een aanvaardbaar en realistisch bedrag?
Wat zal de impact zijn op de middelen die naar het Klimaatfonds vloeien en welke gevolgen heeft dit volgens u voor de uitvoering van het Vlaams klimaatbeleid?
Minister Schauvliege, hoe reageert u vanuit het beleidsdomein Leefmilieu? Of is dit iets dat door de voltallige regering opgepakt moet worden om er eens grondig over te spreken met de federale collegas? Als u erover gaat spreken, wat is dan de teneur van het standpunt van de Vlaamse Regering?
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Voorzitter, ministers, collegas, waar gaat het eigenlijk over? Om alle bedrijven aan te zetten om te besparen in hun CO2 -uitstoot, heeft de Europese Unie de verhandelbare emissierechten in het leven geroepen. In het Vlaams toewijzingsplan worden de emissierechten per bedrijf toegekend. Het systeem komt erop neer dat landen en bedrijven rechten hebben om een bepaalde hoeveelheid CO2 uit te stoten. Wie meer uitstoot, kan kiezen: maatregelen nemen om de uitstoot te beperken of rechten bij kopen. Bedrijven die minder CO2 uitstoten dan waarop ze recht hebben, kunnen de overtollige rechten verkopen. Bedrijven die de toegekende rechten overschrijden, kunnen emissierechten kopen. Hierdoor ontstond een emissierechtenhandel.
Deze emissierechtenhandel werd door de Europese Unie geïntroduceerd om op die manier de Kyoto-doelstellingen te halen en de bedrijven ervan te overtuigen hun milieuonvriendelijk gedrag te veranderen. Emissierechtenhandel voorkomt vervolgens dat boetes moeten worden opgelegd voor de overschrijding van de normen. De veilinginkomsten worden door de Europese Unie teruggestort aan de lidstaten om zelf maatregelen te nemen inzake klimaat- en milieubeleid.
En nu komt het. Nu blijkt dat de Federale Regering de veilinginkomsten heeft ingeschreven in haar eigen begroting om haar financiële put te dempen. Dit is onaanvaardbaar aangezien Leefmilieu een exclusieve bevoegdheid is van de gewesten. Het zijn de gewesten die de mitigatiemaatregelen moeten nemen om de gevolgen van de klimaatopwarming tegen te gaan. Het zijn de gewesten die maatregelen moeten nemen om de 20-20-20-doelstelling te halen.
De Vlaamse Regering had al aangekondigd om met de inkomsten van de veiling maatregelen te financieren die de CO2 zouden reduceren. De Federale Regering is louter de coördinator en moet door middel van Nationale Klimaatcommissie de verdeling van de kosten in overleg met de gewesten vastleggen. Het is duidelijk dat de Federale Regering door deze diefstal de inspanningen van de gewesten miskent. De Federale Regering schrijft nu reeds een kwart van de te verwachten inkomsten, of 54,4 miljoen euro, onrechtmatig in haar begroting in en legt dus eigenlijk eenzijdig een verdeling op aan de deelstaten, buiten ieder akkoord om. Ze treedt hiermee buiten de logica van een federale staat.
In de pers lazen we de reacties van de gewesten. Minister Muyters, u hebt uw ongenoegen geuit door te stellen dat Leefmilieu inderdaad een bevoegdheid is van de gewesten en het bijgevolg logisch is dat de opbrengsten de regios ten goede komen. U stelde: De Vlaamse Regering wil met dat geld maatregelen financieren die de CO2 -uitstoot reduceren. De Federale Regering gebruikt het geld gewoon om de begrotingsput te vullen.
De Waalse minister van Duurzame Ontwikkeling Jean-Marc Nollet stelt het zelfs scherper, namelijk dat de Federale Regering geld verduistert dat haar niet toebehoort. En die mening zijn wij ook toegedaan, minister.
Ik heb dan ook een interpellatie ingediend om net van u te weten te komen of u als Vlaams minister van Financiën het enkel houdt bij een opmerking in de pers, dan wel of u daadwerkelijk initiatieven zult nemen om deze diefstal aan te pakken. Mijn vraag is duidelijk, welke stappen zult u ondernemen om die Vlaamse aanspraak op die inkomsten uit emissiehandel te vrijwaren?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, collegas, ik ben de mening toegedaan dat de inkomsten uit de veiling van de emissierechten de gewesten toekomen, laat daar geen twijfel over bestaan.
De gewesten zijn bevoegd voor alles wat het Emissions Trading System (ETS) betreft. Ik denk dat daar enige logica in zit. We hebben ons ook al geëngageerd. Onder mijn impuls heeft de Vlaamse Regering beslist om een Vlaams Klimaatfonds op te richten, en het is de bedoeling dat de veilingopbrengsten ook in dat klimaatfonds terechtkomen. Zoals in de vraagstelling al werd aangehaald, is het ook de bedoeling om uit het fonds middelen te putten om heel concrete maatregelen te nemen op het vlak van mitigatie in Vlaanderen. We zijn volop bezig met de opmaak van een nieuw Vlaams Klimaatsbeleidsplan. In dit plan staan concrete maatregelen, en dan kunnen de middelen ook aangewend worden door de verschillende collegas in de Vlaamse Regering om maatregelen te nemen die de opwarming van de aarde tegengaan.
Ik vind elke voorafname voorbarig, en in de federale begrotingsnotificatie staat duidelijk dat de veilingopbrengsten via een politieke arbitrage tussen de federale en gefedereerde entiteiten moeten worden verdeeld. We noemen dit de burden sharing. Tot vandaag is er daar nog geen akkoord over. Collega Vandaele, uw vraag naar de impact op het Vlaamse Klimaatfonds is voorbarig, er is nog geen duidelijkheid op dat vlak, we kennen de impact nog niet zolang er nog geen resultaat is van de bespreking in de Nationale Klimaatscommissie.
U weet, collegas, dat ik vragende partij ben voor een spoedige beslissing in de lastenverdeling en de veilingopbrengsten tussen de verschillende betrokken partijen, ik heb dit al een aantal keren aangehaald in de commissie Leefmilieu. Ik heb dit al een aantal keer aangegeven, en ik hoop dat dit ook snel kan gebeuren, dit is ook altijd het standpunt geweest van de Vlaamse Regering. We baseren ons op een aantal agendapunten op het Overlegcomité, maar dat is al een aantal malen uitgesteld. Tot vandaag is er nog geen duidelijkheid, maar mijn standpunt is duidelijk: de opbrengsten behoren de gewesten toe.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Ik heb amper iets toe te voegen aan het antwoord van collega-minister Schauvliege. Maar vanuit de filosofie repetitio est mater studiorum of herhalen kan geen kwaad, zal ik het met mijn eigen woorden nog eens herhalen.
U hebt natuurlijk gelijk, mevrouw Van den Eynde, dat het geld toekomt aan de gewesten, mijn collega heeft dit ook al gezegd, gelet op de toegewezen bevoegdheden, ook inzake het ETS-programma. Vlaanderen heeft zich bij de tweede begrotingsaanpassing van de begroting 2012 geëngageerd om die opbrengsten van de emissierechten integraal toe te wijzen aan het Vlaams Klimaatfonds. En als de federale overheid deze middelen zomaar aanwendt zonder dat er een inspanning tegenover staat op milieuvlak, staat dit haaks op het principe, en is het wat mij betreft een signaal dat men het geld gebruikt om de begroting te doen kloppen, of men geeft minstens dit signaal dat het niet is om de klimaatproblematiek aan te pakken. Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, en ik ben iemand met een vriendelijke aard.
In de schoot van de Nationale Klimaatscommissie is er beslist, zoals collega Schauvliege al zei, om de opbrengsten te blokkeren. Die blokkering blijft zolang er geen akkoord is tussen de gewesten en de federale overheid over de verdeling van de opbrengsten. Nu éénzijdig 54,4 miljoen euro gaan reserveren is puur hypothetisch, want er kan alleen een betaling gebeuren op het moment dat er een consensus is, en het is duidelijk dat wij in de nationale commissie niet kunnen instemmen met een dergelijke aanwending van de veilingopbrengsten.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Ik ben heel blij dat beide ministers het standpunt delen dat de opbrengsten naar de gewesten moeten komen, en dat er afspraken moeten worden gemaakt in de schoot van de Nationale Klimaatcommissie. We weten dat dit in het slop zit, er zijn vroeger al vragen over gesteld op dit forum, maar ik zou graag hebben dat de Vlaamse Regering die duidelijk eensgezind is, een helder en niet mis te verstaan signaal geeft aan de Federale Regering.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister Schauvliege, ik begrijp dat u onze interpellatie en vraag om uitleg voorbarig vindt, ik begrijp dat u ervan uitgaat dat de Federale Regering de gelden die Vlaanderen toekomen niet zal gebruiken, en u gaat er niet mee akkoord als ze dit wel doet, dat is uw standpunt.
Minister Muyters, u zegt dat u niets hebt toe te voegen, maar ik vind dit vreemd, want u hebt net in de pers laten noteren dat de Federale Regering de middelen onrechtmatig zal inschrijven in de begroting. U stelt dat de federale overheid deze gelden inschrijft om haar begrotingsput te dempen. U zegt dat dit niet zal gebeuren, u bent het er niet mee eens, wat gaat u dan doen? Heeft de Vlaamse Regering hierover een standpunt?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Voor de duidelijkheid moeten we het misschien nog eens anders formuleren. We gaan niet akkoord met een toekenning aan de federale overheid van 54,4 miljoen euro zonder dat hier prestaties op het vlak van het klimaat tegenover staan.
De centen zijn geblokkeerd. We zullen ze niet vrijgeven. Ze zouden enkel worden gebruikt om de put te dempen. Dat is een standpunt dat we delen. Ik heb me dan ook bij minister Schauvliege aangesloten. We zeggen eigenlijk net hetzelfde. Een toekenning van 54,4 miljoen euro zou een voorafname op het akkoord inhouden. Aangezien er geen akkoord is, laten we deze middelen niet gebruiken zonder dat hiermee op de vooropgestelde klimaatdoelstellingen wordt ingespeeld.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, u gaat er blijkbaar van uit dat de Federale Regering die gelden zal gebruiken.
Minister Philippe Muyters : Ik ga daar niet van uit. Wat de Federale Regering al dan niet doet, kan me eigenlijk niet schelen. De Federale Regering heeft dit bedrag ingeschreven. Volgens ons gaat het om een voorafname. We gaan niet akkoord met het voornemen 54,4 miljoen euro zonder akkoord door te sluizen. Wat we willen doen, is heel eenvoudig: zonder consensus wordt er geen geld doorgesluisd. Dat is momenteel de situatie.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Ik sluit me volledig aan bij wat minister Muyters net heeft verklaard. Volgens mij hebben we net hetzelfde gezegd. Wat de voorbarigheid betreft, heb ik gewoon de vraag van de heer Vandaele beantwoord. Hij vroeg zich af wat dit heel concreet voor het Vlaams Klimaatfonds betekent. Ik heb geantwoord dat ik die vraag momenteel niet kan beantwoorden. Dit is voorbarig. Ik weet niet hoe het zal uitdraaien. In dat verband heb ik naar de voorbarigheid verwezen. Dat heeft niets te maken met de vraag van mevrouw Van den Eynde. Wat de normaliteit betreft, heb ik uitdrukkelijk hetzelfde geantwoord als minister Muyters.
De heer Bart Martens : Is er een timing voor een nieuwe bijeenkomst van de Nationale Klimaatcommissie? Daar moet de zaak immers worden getrancheerd. Het gaat niet enkel om wat met de opbrengsten van de veilingen moet gebeuren, maar ook om de lastenverdeling tussen de verschillende entiteiten in dit land.
Ik herinner me dat ik hierover in juni 2012 een actuele vraag heb gesteld. De minister heeft toen geantwoord dat de week erop een nieuwe vergadering zou volgen. Die vergadering is toen door het Waalse Gewest en door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest afgeblazen.
Heeft de Nationale Klimaatcommissie ondertussen opnieuw vergaderd? Is een agenda afgesproken? De tijd begint immers te dringen. In 2013 lopen de inkomsten binnen. We moeten dan over een geactualiseerd klimaatplan beschikken. We moeten weten waaruit ons gedeelte van de oefening bestaat en welke engagementen we in het verlengde van de nationale doelstellingen moeten aangaan. Mijn vraag is dan ook of we perspectief op overleg hebben. Wanneer zal er overleg zijn? Zal dit overleg tot resultaten leiden?
Minister Joke Schauvliege : De vergadering van 13 juni 2012 is op vraag van de federale overheid geannuleerd. Er liggen een aantal dossiers op tafel. Het gaat niet enkel om de bedragen en om de burden sharing. Het gaat ook om de toekomst. Hoe moeten we de daling met 15 procent buiten de ETS-doelstellingen in België verdelen? We moeten ook een afspraak maken over de wijze waarop we de gevolgen van de doelstellingen inzake hernieuwbare energie zullen verdelen. Er is voor half december 2012 een vergadering van de Nationale Klimaatcommissie gepland. Tijdens die vergadering zullen deze punten allicht ter sprake worden gebracht.
De heer Bart Martens : Nu weten we tegen welke datum we ten vroegste opnieuw resultaten kunnen verwachten. Voor die datum zal allicht weinig gebeuren. Vervolgens moeten we afwachten hoe de lasten verdeeld zullen worden. Het gaat dan onder meer om de hernieuwbare energie, om de fast start finance en om de CO2-reducties voor de non-ETS-sectoren die we nog moeten doorvoeren.
Ik hoop enkel dat het niet meer zo lang als de vorige keer zal duren. In 1997 hebben we het Kyoto-protocol aanvaard. De Europese Unie, toen vijftien lidstaten sterk, heeft toen 8 procent reducties op zich genomen. Het heeft zes maanden geduurd voor die 8 procent onder de vijftien lidstaten is verdeeld. Daarna heeft het zes jaar geduurd voor het in ons land tussen de verschillende entiteiten is verdeeld. Ik hoop dat het nu iets sneller kan verlopen. Iedereen moet weten waar hij of zij aan toe is. We moeten er collectief in slagen onze klimaatdoelen te bereiken.
Minister Joke Schauvliege : Ik wil niet dat hier de indruk wordt gewekt dat we op die verdeling wachten en ondertussen niets doen. We werken aan het Vlaams Klimaatbeleidsplan. We hebben zelf een reductie met 15 procent als doelstelling vooropgesteld. Op die manier werken we voort. Ik wil niet dat hier de indruk ontstaat dat we enkel afwachten en dat er bij gebrek aan een interne verdeling ondertussen niets gebeurt. We werken voort. We wachten niet op de interne verdeling van het aandeel in de reductie met 15 procent met betrekking tot de non-ETS-sectoren.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Ik kan enkel de hoop uitdrukken dat de Vlaamse Regering het been stijf zal houden en de gelden zal blokkeren tot er meer duidelijkheid over de verdeling van de gelden komt.
Motie
De voorzitter : Door de heer Vandaele en door mevrouw Van den Eynde werden tot besluit van deze interpellatie moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering uitspreken.
De interpellatie en de vraag om uitleg zijn afgehandeld.