Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 13/12/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Vera Van der Borght tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de veralgemening van de WAW-trajecten
- 253 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght : Voorzitter, minister, deze voormiddag was een hele ervaring voor me. Het thema was de hele tijd een beetje hetzelfde: de arbeidsmarkt, de krapte ervan, de problemen die zich erop voordoen. Deze vraag sluit daar mooi bij aan, zeker bij de interessante discussie die daarjuist werd gevoerd naar aanleiding van de interpellatie van mevrouw Peeters.
Ik zal het nu over een ander aspect van de Vlaamse arbeidsmarkt hebben: op het nog meer inzetten op het activeren van mensen uit kansengroepen. Die mensen verdienen meer dan ooit onze aandacht om hun kansen op de arbeidsmarkt op te drijven. Ik heb het meer bepaald over mensen in armoede die graag willen werken en die soms ook heel wat kwaliteiten hebben, maar die het blijkbaar heel moeilijk hebben om de stap naar werk te zetten, en daar zijn allerlei redenen voor.
Arbeidsbemiddelaars en trajectbegeleiders merken dat de klassieke activeringsaanpak voor deze groep eigenlijk ontoereikend is. Het bestaande aanbod richt zich immers vooral op de transitie van werkloosheid naar werk, maar dit is ontoereikend, zeker voor mensen die in generatiearmoede verzeild zijn geraakt.
De Vierdewereldgroep Aalst heeft in antwoord hierop met de steun van ESF-middelen (Europees Sociaal Fonds) de WAW-methodiek ontwikkeld, die bewijst dat mensen in generatiearmoede wel degelijk tot de arbeidsmarkt kunnen toetreden. Een WAW-traject staat voor: een geïntegreerde aanpak van Werk, Armoede en Welzijn. Het doel is duurzaam werk voor die mensen. Wie het niet kent, kan ik aanbevelen om te googelen op WAW-traject. U kunt er het boek afprinten dat ik bij me heb en waar heel veel nuttige zaken in staan. Ook de doelstelling van het project staat erin: het ontwikkelen van een nieuwe begeleidingsmethodiek voor mensen in generatiearmoede. Ook de doelgroep wordt omschreven, en u zult zien dat heel wat sectoren samenwerken om het doel te bereiken, onder meer de VDAB. Er staat ook duidelijk in wie de finale doelgroep is, namelijk mensen in generatiearmoede die de grote afstand tot de arbeidsmarkt als moeilijkheid ervaren.
Minister, de drie domeinen van dit WAW-traject waarrond gewerkt wordt, namelijk werk, armoede en welzijn, beantwoorden aan de beleidsdoelstelling uit uw beleidsbrief om kansengroepen via een persoonlijk ontwikkelingsplan of het zogenaamde maatpak naar werk toe te leiden. Dit betekent in het geval van armen dat men concreet, naast werkgerelateerde drempels, ook een aantal welzijnsgerelateerde drempels moet wegnemen.
Als u terug naar dat document gaat, dan ziet u op pagina 13 welke knelpunten deze mensen ervaren. Dat gaat over het aanbod van te zwaar of aangepast werk dat overblijft voor mensen zonder diploma, over niet-aangepaste begeleiding naar werk, over grote onwetendheid met betrekking tot hun rechten en plichten, over gebrek aan betaalbare kinderopvang, over moeilijk bereikbare werkplaatsen, over vooroordelen ten opzichte van mensen in armoede, over geen ervaring, over niet het juiste diploma, over weinig vaste contracten, over geen financiële verbetering wanneer men toch aan het werk gaat, over weigering door werkgevers wegens het uiterlijk van deze mensen, over geen feedback na sollicitatie en heel wat andere knelpunten.
Tijdens de bespreking van de beleidsbrief Armoedebestrijding kwam het initiatief van de WAW-trajecten in Aalst ter sprake. Ik had minister Lieten gevraagd wat men daar verder mee ging aanvangen. Minister Lieten verwees naar de minister van Werk, en meldde mij dat u minister, positief zou staan tegenover een veralgemening van de WAW-trajecten. Minister Lieten kon geen antwoord geven op mijn vraag hoe dit zou gebeuren en met welke middelen. Ze verwees me daarvoor door naar u.
Minister, hoe evalueert u de resultaten van de WAW-trajecten die tot nu toe werden ontwikkeld? Klopt het dat de veralgemening van de WAW-trajecten met minister Lieten is besproken? Hoe staat u tegenover dit idee? Zult u daadwerkelijk een initiatief nemen om deze veralgemening door te voeren? Zal de veralgemeende formule een aantal aanpassingen bevatten tegenover het bestaande WAW-traject? Hoeveel bedraagt de vermoedelijke kostprijs van een veralgemening? Waar zult u de nodige fondsen halen? Zult u hiervoor een beroep kunnen doen op Europese fondsen?
Ik zou ten slotte ook nog een vraag willen toevoegen die niet was opgenomen in de tekst van mijn ingediende vraag om uitleg. Ik denk echter dat het geen probleem zal zijn om daarop te antwoorden. Ik ben tijdens de voorbereiding van mijn vraag ook gestoten op de werk-welzijnstrajecten (W2). Toen ik dat nader bekeek, viel mij de perfecte gelijkenis op met het WAW-traject. Is er daar een groot verschil? Volgens mij niet. Kunnen we dan niet de middelen samenvoegen om op die manier middelen en mensen op een efficiëntere manier in te zetten?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Het is leuk om te horen dat je wordt aangeraden waar je mee bezig bent, zeker als het van de oppositie komt. Op het moment dat we met het W2-decreet zullen komen, veronderstel ik dus dat het door de oppositie mee kan worden gesteund. Ik kom daar zo dadelijk op terug.
Mevrouw Van der Borght, zoals u aanhaalt, werd bij het project in Aalst geëxperimenteerd met het werk-welzijnstrajecten voor personen in armoede. Er was ook een project in Antwerpen. Het ging telkens om een beperkte groep, met verschillende situaties, maar ook met een verschillende aanpak. In Aalst speelt de generatiearmoede meer mee. Daarom heeft men er daar voor gekozen om dat uit te besteden te tenderen met ervaringsdeskundigen die er zijn op de markt. In Antwerpen gaat het meer om een grootstedelijke context. Daar zijn het specifieke consulenten van de VDAB, die vertrouwd zijn met de welzijnssector, die het project hebben ondernomen.
De resultaten van deze twee projecten Aalst en Antwerpen tonen in de eerste plaats aan dat het mogelijk is om personen die zo ver verwijderd zijn van de arbeidsmarkt, toch stappen naar werk te laten zetten. Het is eigenlijk meer dan alleen stappen naar werk, want men mag niet alleen meten in werk. Dankzij die trajecten waren er ook vervolgtrajecten mogelijk, bijvoorbeeld inzake beroepsopleiding. Mensen die oorspronkelijk niet voor een beroepsopleiding in aanmerking kwamen, en die dit traject hebben gevolgd, zullen misschien niet direct werk vinden, maar wel een stap verder kunnen zetten. Dat is dus ook positief. Uit de projecten kunnen we ook concluderen dat het essentieel is dat de VDAB samen met andere partners kan samenwerken om op deze manier maatwerk in de begeleiding te bieden.
Het volgende dat ik naar voren wil brengen, is iets waar u zelf al aan hebt gerefereerd. We hebben effectief ook binnen andere projecten, waar niet-arbeidsmarktgerelateerde drempels worden geremedieerd de MMPPs (medische, mentale, psychische of psychiatrische problematiek) , dezelfde belangrijke vaststelling gedaan. Wat u voorstelt, heb ik besproken met mijn collega-ministers bevoegd voor het welzijn en de sociale economie: de ministers Vandeurzen en Van den Bossche. We werken aan een W2-decreet, zodat de burgers optimaal kunnen participeren aan de maatschappij, ongeacht hun uitkering.
Vorig jaar is de conceptnota in de Vlaamse Regering goedgekeurd, en we werken dit verder uit. In die uitwerking komt natuurlijk het kostenplaatje aan bod, en zal de vraag naar het mogelijke gebruik van ESF-middelen (Europees Sociaal Fonds) worden bekeken. U hebt dus gelijk, en wij integreren ook daadwerkelijk deze elementen met elkaar, wat belangrijk is.
Ondertussen zitten we natuurlijk niet stil. We nemen de ervaring van Aalst en Antwerpen mee in de trajecten voor personen in armoede die we over heel Vlaanderen uitrollen. Dat is waarschijnlijk wat minister Lieten bedoelde. In het kader van het werkgelegenheids- en investeringsplan (WIP) hadden we op jaarbasis in een budget voorzien van 300 tot 450 werk-welzijnstrajecten voor personen in armoede. Vanaf 2013 is daar een verder groeipad afgesproken van tussen 750 en 1200 armoedetrajecten, die we zullen proberen in te vullen. Dat is dus een behoorlijke stijging. We zullen dat opnieuw doen met een tender voor het groepsluik, en we zullen dat in alle provincies doen. De tender is binnengehaald door Randstad Diversity, behalve in Antwerpen, waar vzw WEB die zal invullen.
De voorzitter : Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght : Minister, ik mag ervan uitgaan dat het dus wel degelijk over dat concept gaat? (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
De ervaring nemen jullie mee om het verder inderdaad uit te rollen.
Minister, sta me toe om nog even de nadruk te leggen op het feit dat we toch een beetje vereenvoudiging in het geheel zouden moeten brengen. We hebben het werkgelegenheids- en investeringsplan (WIP), W2 en WAW.
Minister Philippe Muyters : Alleen W2 zal overblijven.
Mevrouw Vera Van der Borght : Alles wordt daarin dus geïntegreerd?
Minister Philippe Muyters : Ja.
Mevrouw Vera Van der Borght : Het zou goed zijn als dit allemaal eens duidelijk wordt gecommuniceerd, zodat iedereen goed weet dat het bestaande WAW-traject wordt geïntegreerd in het toekomstige W2.
Ter afronding wil ik nog even meegeven dat er vandaag in De Standaard een mooi voorbeeld staat. De les van Helena is de titel. Het gaat over een dame met een handicap die een stage mag doen in de Wibra-winkels, en die daardoor ervaart dat er ook voor haar een plaats is weggelegd in het normale arbeidscircuit. Ik denk dat we er met zn allen zo veel mogelijk belang bij hebben om zo veel mogelijk mensen aan het werk te helpen. Dan zou het probleem dat aan bod kwam in de interpellatie van daarnet, misschien minder groot zijn.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.